Otto heer van Cuijk verzoekt graaf (Willem III) en Wouter Bau, wisselaar te Mechelen, om 1800 pond kleine zwarten Tournois te betalen aan heer Willem graaf van Gulik, waarna hij hen kwijt scheldt van alles (wat zij hem schuldig zijn).
Wouter Bau de eodema.
Het volgnummer is verdwenen, wel door afsnijding van de bladrand.
Vgl. het voorafgaande nr. DE 43.
Domine comes Hollandieb et Walterec ded Baue, campsorf Mechlinensisg, nos Otto dominus de Kuuch vos instanter rogamus quatenus dilecto domino nostro domino Willelmoi comiti Iuliacensij de mille et octingentis libris parvorum nigrorum Turonensiumk, uno grosso regali pro XVI Turonensibusl parvis computato, satisfaciatis; etm de quibus respondeatis, vos ambos tenore presentium quitos omnino proclamamus et solutos.
Harum testimonio nostrarumn litterarum nostroo sigillo sigillatarum, datum anno Domini Mo CCCo vicesimo octavo feria VIa post nativitatem beate Marie virginis.
Sub Enghelbertop.