Raas Maschereil, ridder, verklaart dat hij van graaf (Willem III), die hem schriftelijk 200 mark Keuls heeft beloofd, 100 pond Hollands heeft ontvangen, in mindering op de schuld van Willem van der Duinen.
Heere Raese Masturela.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding. Wanneer bij de datering van onderstaande oorkonde een winterstijl is gebruikt, dan is zij op 8 maart 1329 uitgevaardigd. Aangezien graaf Willem III, blijkens zijn itinerarium, evenwel op 20 februari 1330 te Mechelen een oorkonde heeft uitgevaardigd, is in dit geval het gebruik van de paasstijl meer voor de hand liggend.
Vgl voor de oorkonder het volgende nr. DE 56.
Ic Rasse Masturel, ridder, make cont allen b luden dat van mijns heren tsgraven openen brieve van Heynnegouwenc ende van Hollandd, daer hi mi medee beleeftf heeft twee hondert marc Coels, die ic noch hebbe tote mi waerds, ic ontfanghen hebbeng van mijns heren sgraven openen brief vors.h, daer hi mi mede beworsti hevet in ofslaghej van der vors. scoud op Willemk van der Dunenl, hondert pont Hollandsm, dien groten over acht penninghe gherekent.
In kennessen hier of etc. Ghegheven tote Machlen op den Askel wonsdach int jaer ons Heren Mo CCCo XXIXo.
Sub Enghelberton.