Graaf Willem III schenkt heer Dirk van Oudshoorn, ridder, baljuw van Medemblik, de visserij op het Bennemeer, alsmede jaarlijks 3 pond Hollands en een paar kleren ten behoeve van diens kapelaan in het kasteel van Medemblik.
Heere Dirc van Outshoirn.
Een streep door het begin van de tekst.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Vgl. de oorkonde nr. FR 67.
Wi ..Willaema grave etc. maken kond etc. dat wi onsen trouwen ridder ..herenb Diericc van Outshorned, onsen bailiu van Medemblec, ghegheven hebben die viskerie van Bennene meer op thuys te bezighen, toit onsen weder segghen toe. Voird hebben wi ghegheven ende gheven heren Diericf voirs. alse verre als hi enen capelleg houd op onse burch van Medenblich voirs., alsoe langhe als hi aldaer onse bailiu es, jaerlix drie pond Hollandsi ende een paer cledere toit des capelains behoef; ende van alsoe vele zullen wi hem jaerlix quiten in zire rekeninghe.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe int jaer ons Heren Mo CCCo vier ende twintich des manendaghes na Grote vasten avond.
Per dominum Theodericumj de Outsorne, Jan den Keyser rentmeester, et alios.