De grietmannen van het land van Westergo, van Franekeradeel, Wonseradeel, Wijmbritseradeel, Harich en Hemelum, alsmede de mederechters en de gemeente van dat land, erkennen de rechten van graaf Willem III in Staveren, zoals die zijn opgetekend in het handvest van graaf Floris V voor Staveren en de oorkonde van die van Staveren voor de graaf.
Die van Westergoa.
In de marge, door andere hand: Staverenb.
Vgl. de oorkonde nr. FR 95 in hetzelfde register, alsmede de acceptatie van de onderhavige oorkonde door graaf Willem III in het volgende nr. FR 99.
In nr. FR 99 staat de tekst van de onderhavige oorkonde nogmaals integraal afgeschreven. In de onderstaande teksteditie worden de varianten in die herhaalde afschriften geannoteerd met de siglen A' en B', voor resp. AGH 325 en 324.
Wi grietemanne van den ghemeenen lande van Westerghoc, van Vroenacker, Wildinghend, Waghenbrugghe, Harich ende vane Hemlumf, ende alle die mede rechters ende alle die ghemeente van den selven lande, maken cond allen luden die desen brief sullen sien jof horen lesen dat wi enen edelen prinche ende enen moghende heren Willameg, grave van Heynnegouwenh etc., ende sinen nacomelinghen bekennen binnen sire poirte van Stavereni alsulc recht als hi ende sinen ouders ghehad hebben binnen sire poirte van Staverenj ende die die hantveste hout die die van Staverenk hebben van den grave Florens ende die l grave voirs. hevet van sire poirte van Staverenm, ende dat wi noch onse nacomelinghe nemmermer binnen Staverenn niet hebben en sullen nocho eiskenp anders dan die hantveste hout ende scepene wisen sullen van Staverenq voirscreven.
r In orkonde ende in kennesse hier of zoe hebben wi desen brief bezegheld med ons ghemeens lands zeghel van Westerghos, ende met onsen zeghelen die grietmans sien voirscreven. Ghegheven tote Hairlem des sonnendaghes voir Pinxter int jair ons Heren Mo CCCo XXVIIIo.