Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A FR_K_X025v_112_1 B FR_G_X024r_112_1

A: AGH 325 (klein register Friesland), f. 25v, nr. 114 (primaire registratie).
B: AGH 324 (groot register Friesland), f. 24r, nr. 115 (113) (na 1331 juli 17, wrs. vóór 1336 mrt. 15, naar A).
Opschrift:

Dijckaedze van Geestman ambocht.

Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 183.

De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.

Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi bevolen hebben ende bevelen med desen brieve Mathijsb Renghersc sone, onsen baeliu, ende Henricd heren Dierixe sone, onse rentemeester van Kenemaerlandf ende van Vriesland, dat si al den dijc van Gheestman ambocht stolen opt land van Gheestman ambocht, erflijc te bliven op kints kint te laten; ende soe wat si daer toe doen, dat sul wi ghestade houden.

In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe op den Jaers dach int jaer ons Hereng Mo CCC XXIXo.

a
Will. B.
b
Matijs B.
c
Rengh’s AB.
d
Henr. A; Heynric B.
e
Dier. A; Dirx B.
f
Kenem’land AB.
g
ons Heren ontbr. B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Mathijs Rengersz., baljuw, en Hendrik heer Dirksz., rentmeester van Kennemerland en West-Friesland