Reinoud, heer van Montjoie en Valkenburg, verzoent zich met jonker Jan III hertog van Brabant en begeeft zich te Leuven in gijzeling totdat hij zijn misdrijven jegens de hertog en diens mannen vergoed zal hebben, met de bepaling dat hij te Leuven zal eten en slapen maar tussentijds vrij mag reizen; de oorkonde wordt meebezegeld door graaf Willem III.
De tekst van deze oorkonde is geïnsereerd in nr. GE 9, in een op 15 november 1321 uitgevaardigde oorkonde; zie aldaar voor de uitgave ervan. – In die geïnsereerde tekst is de datering weggevallen, maar in de oorkonde van 1321 wordt gemeld dat heer Reinoud zich al 'twee jaar en langer' in gijzeling bevindt; de zoen tussen Reinoud en de Brabantse hertog moet derhalve geruime tijd vóór november 1319 hebben plaatsgevonden.
Vgl. nr. GE 9 ter, welke (ongeveer) gelijktijdig met de onderhavige zal zijn uitgevaardigd.