Graaf Willem III doet uitspraak in een geschil over de dijkschouw tussen Bartoud van Assendelft enerzijds en de buren van Assendelft anderzijds, waarbij hij bepaalt dat Bartoud het recht heeft om vier maal per jaar te schouwen.
Een seggen twusschen Bartouta van Assendelf ende die buren van Assendelff.
Bartout van Assendelft.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Willaemb grave van Henegouwenc etc. maken cont etc. dat wi een segghen hebben gheseyd twischen Bartout van Aspendelf ende den buren van Aspendelf, alse van der scouwen die die bure ontseyd hadden, dat Bartoud van Aspendelf ende sine nacomelinghen sel scouwen sente Pieters scouwend, sinte Gherden scouwene, meyen scouwen ende sinte Bavenf scouwen, alse Bartoutsg ouders plaghen te doene voers. van onser ouder weghen. Ende wi ontbieden onsen baeliu van Kenemaerlandh, wi dat hi es, dat hi Bartoude ende sine nacomelinghe voerghen. helpe ende starke van onsen weghen, waer dat die burei voers. die scouwen ontseyden.
In orkonde etc. Ghegheven tote Dordrechtj des dinxendaghes na sinte Pouwels dach int jaer ons Heren M CCC ende zestiene.