Graaf Willem III beleent zijn knaap Jan van Bergen met alle goederen en ambachten die eerder Willem van Haarlem van hem in leen hield.
Jan van Bergen.
Jan vanden Berghe.
Dezelfde oorkonde, met aanmerkelijke verschillen in de tekst, is in dit register nogmaals opgenomen; zie nr. KE 138. Uit die tweede versie blijkt dat de oorkonde was medebezegeld door de bisschop van Zuden, de heer van Voorne en Simon van Benthem.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema etc. maken cond etc.b dat wi Jan van Berghen, onsen trouwen knape ende man, ghegheven hebben ende gheven ende hem hebben verlient alle dat goet, ambochten ende gherechten die Willemc van Herlem van ons helt te lene, waer dat si gheleghen sijn ende hoe dat si gheheten sijn, in alle die selve maniere ende in allen dien rechte dat Willem van Herlemd van ons plach te houden, ende alle dat goet, ambochten ende gherechten alse voers. es.
In orkonde desen brieve bezeghelt met onsen zeghele. Ende hier over so waren onse lieve ende ghetrouwe luden die bisscop van Zuden, onse lieve neve die here van Vorne, ende heer Symone van Bentemf, die met ons der kennisse der dinc voers.g desen brief bezeghelt hebben.
Datum in Hagha sabbato ante Laurencii anno Domini M CCC XVIIIo.
Per episcopum Zudensemh, Symoni de Bentemj et alios.