Graaf Willem III bevestigt de schenking door Simon van Zaanden aan diens echtgenote Femense van een lijftocht uit de kleinste helft van diens huis en land te Schoten en van andere nader omschreven inkomsten, welke Simon alle van hem in leen houdt.
Femense Symons wijf van Haerlema.
In de marge een letter b, ten teken dat deze oorkonde na de volgende met a gemarkeerde tekst geplaatst dient te worden; zie de voorafgaande oorkonde nr. KE 83.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi ..Willaemb grave etc. maken kond etc. dat Symon van Zaenden met onser hand ghemaect hevet Femenchen zinen wive toit hare lijftochte van alle zinen lien goede dat hi van ons sculdich es te houden die minre helfte daer of, dats te weten sine woninghe te Scoetenc metten lande dat daer toe behoirt, legghende tusken Henricxd lande van Brederode op die nortside ende jonfrouwe Kerstinene lande up die zuitside, voird dien tijns ende vrien vroenscoud toit Akersloet ende toit Uytgheest, voird een stucke tijns toit Aelsmaer ende die bier tollen tote Castrickemf, daer zi van elken stucken voirscreven die minre helfte of hebben zal toit harer lijftochte; ende alzulc goed als ons van desen voirscreven ane ghecomen es van Janne van Bergheng, waer dat sake dat wi dat zire dochter weder ghaven, soe soude Femencheh voirs. dat goed van haer ontfaen sonder begrijp van ons. Ende in deser lijftochte gheloven wi Femenchen voirs. te houden als wi sculdich zien te doene na rechte, na zede ende costumei van onzen lande.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe des dinxendaghes na Grote vasten avond int jaer XXIIIIo.
Per dominum comitem, j dominum Theodericumk de Outsorne l et Iohannemm de Pollanen et alios.