Graaf Willem III bevrijdt Floris heer Woutersz. van Haarlem, die van moederskant horig was.
Florens heeren Wouters z. van Haerlema.
Een streep door het begin van de tekst.
Uitgaande van de in de grafelijke kanselarij gebruikelijke paasstijl (zie de Inleiding) zou deze oorkonde gedateerd moeten worden op 1327 april 3. Gezien evenwel de chronologische volgorde van de ingeschreven oorkonden in dit deel van het register, ligt een vergissing in het jaartal voor de hand, en zal de oorkonde in 1326 zijn te plaatsen. Zulks wordt bevestigd door het schrift: in de primaire registratie A zijn de omringende oorkonden geschreven door dezelfde kopiist. Inderdaad blijkt uit het itinerarium van de graaf dat deze in maart 1326 in Den Haag verbleef, terwijl hij van 20 maart tot 14 april 1327 in Middelburg aanwezig was.
Wi Willemb grave etc. maken cont allen luden. Want wi verstaen dat Florens heren Wouters sone van Haerlem van siere moder weghen dienst wesen zoude, soe hebben wi hem ghegheven om bede van sinen vrienden vri te wesen.
In orconde desen brieve etc. Ghegheven in die Haghe des vrijdaghes voer Palme paeschenc int jaer ons Heren M CCC zes ende twintich.
Per Enghelbertumd ende Jan van Pollanen.