KE 162
1330 oktober 28
Haarlem
Graaf Willem III vergunt de gemene buren van Castricum en Heemskerk dat al het schotbaar land in de ambachten aldaar schot zal betalen aan de buren.
A: AGH 256 (klein register Kennemerland), f. 26v, nr. 156 (primaire registratie).
B: AGH 255 (groot register Kennemerland), f. 23v, nr. 161 (na 1331 juli 24-wrs. vóór 1336 mrt. 4, naar A).
Opschrift:
Castrichom ende Heemskerkea.
In de marge een letter b, ten teken dat deze oorkonde behoort te staan achter de volgende, met a gemerkte tekst (nr. KE 161). – Een streep door het begin van de tekst.
Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 191.
Wi Willaemb etc. maken etc. dat wi ghemeene buren van Castrichem, van Heemskerke, hebben gheoirloft ende ghegheven dat al dat land legghende in den ambochten voirscr. dat nu scot ghevet jof scotbair wesen zal, scot gheve den ghemeenen buren voirscreven, toit onsen weder segghen.
In orkond etc. Ghegheven te Hairlemc op sinte Symon ende Judend dach int jaer van XXXo.
a
Heemsk’ke B.
–
b
W. A; Wll. B.
–
c
H’lem A; Haerlem B.
–
d
Judas B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: de gemene buren van Castricum en Heemskerk
Trefwoorden: