Graaf Willem III bevrijdt zijn dienstlieden Pieter Stuif met diens echtgenote en hun met name genoemde kinderen, tegen betaling van 4 pond groten, op voorwaarde dat zij zich niet opnieuw in onvrijheid begeven.
In de marge een kruis.
Pieter Stuyf sijn wijf kinderen ende stiefkindere.
Een streep door het begin van de tekst. – De laatste drie regels om een snee in het perkament heen geschreven.
Wi Willaema graveb etc. maken cond etc.c dat wi Pieter Stuyf, Ermegairde sijn wijf, Claisd hoir sone ende Jan Ermegairden sone ende Pieters stifsonee voirnoemd, die onse dienstlude waren, met desen brieve vry ghegheven hebbenf ende gheven, ten sie dat si hem namails verdieden, omme vier pond groete, dair si ons een pond groete al ghereet of betailt hebben, ende van den drien pond groeten soe hebben si Heynricg heren Dierixh sone onsen rentemeester ghenoech of ghedaen.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe des saterdaghes voir sente Laurensi dach int jair ons Heren M CCC twee ende dortich.