Graaf Willem III bevestigt de verkoop door de baljuw van Delfland aan Nicolaas den Hard van een halve hoeve in de Vrijenban, inclusief de daarop rustende lasten en verplichtingen, welk goed eerder niemand wilde hebben.
Een streep door het begin van de tekst. – In de rechtermarge: Van Clysea den Hard.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontaal streepje.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaemb grave van Henegouwenc, van Hollandd etc. maken kont allen luden dat wi stade ende vaste houden alsulke coep alse Jan van Rosenburch, onse baeliu van Delfland ende van Scyelande, vercoft hevet van onsen weghen Claysef den Hard van half der quaderg hoeve die gheleghen es in den Vrienban met sulken rechte ende sulker renten daer of te ghevene ende sulken dijc te houdene alser Willame van den Woude ende Post of plaghen te gheven ende te houdene, van wes erfnamen dit voerseyde land ons ane quam in den zuaren jaren met rechte ende met vonnesseh vore diken, voer dammen, voer sluysghelde, weghinghe, wateringhe ende voer alrehande onghelt, daer dit voerseyde land onwillic voir bleef legghende ende niemand niet voer en dede noch doen en wilde.
Ghegheven totei Dordrechtj op den meyen dach int jaer ons Heren M CCC een ende twintich.
¶k Per dominum Zudenseml, Symonm de Bentenn et alios.