Graaf Willem III geeft Hendrik de valkenier van den Vliet toestemming het huis aan de noordzijde van de straat te Schiedam, dat deze in leen heeft, in vrij eigendom te verkopen aan Andries Wittekijn, met de bepaling dat Andries evenveel huur zal betalen als het huis altijd heeft opgebracht, en dat deze de huur zal ontvangen van het huis aan de zuidzijde van de straat.
Andries Wittekijn eygendom.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontaal streepje.
Vermoedelijk is ofpacht te lezen als 'hofpacht', en dient overdrach te worden opgevat in de betekenis van 'erfpacht'; beide woorden staan hier dan voor de huur of pacht van een huis of hofstede.
Vgl. nr. NH 561, een oorkonde met een tot op grote hoogte gelijkluidende tekst, uitgevaardigd op 1333 september 21.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb, van Hollandc etc. maken kond etc. dat wi Henricd den valkenare van den Vliete oirlof ghegheven hebben te vercopen te vrien eyghen Andrijs Wittekijn sijn huys tote Schidammee dat hi van ons held te liene, dat Willaemsf Costers was, staende an die noirdzide van der strateg van Schiedamme, in manierenh dat ons Andriesi Wittekijn voerscrevenj jaerlix betalen sal alsulken ofpacht alse ons thuys voers. sculdich es ende men ons altoes elkes sjaersk betaelt hevet; ende tote den huze voers. so zal Andries voers. hebben toverdrach dattel huze toe behoird dat gheleghen es an die zuytside van der stratem.
In orkonde desen brieven etc. Ghegheven in die Haghe op sinte Pieters dach inghaende oist int jaer ons Heren M CCC twie ende twintich.