Graaf Willem III geeft op verzoek van jonkheer (Reinoud II) van Gelre aan Goedekijn heer Hendriksz. van Gelre voor de duur van diens leven 3 pond Hollands per jaar uit de hoeve van Ruiven.
Godekijn heren Henrixa z. van Gelre.
Aan het einde van de tekst in de marge een horizontale streep.
De afsluitende opmerking verwijst naar nummer 300 in hetzelfde register B, een oorkonde van 23 augustus 1326 (nr. NH 307).
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Henegouwenb, van Hollandc etc. maken cond etc. dat wi om bede desd joncheren van Ghelre ghegheven hebben ende gheven Ghodekijn sheren Heynrix sone van Ghelre drie pond Hollandse sjaers, also langhe als hi levet, ute der hoeve te Ruvene die Dierix van Warmonde was, ende na sire doet vrielike an ons te comen.
Ghegheven in die Haghe des woensdaghesf na sinte Bartholomeus dach int jaer ons Heren M CCC twie ende twintich.
g Iste vendidit has tres libras, sicut apparet postea numero CCC.h