Graaf Willem III beveelt Arnoud van den Dorp, baljuw van Delfland en Schieland, om Goedekijn heer Hendriksz. van Gelre te helpen bij de verkoop van het land dat hem vanwege diens huwelijk met jonkvrouw Aachte was toegevallen, welke verkoop sommige lieden op onrechtmatige wijze willen beletten.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Godekaen heren Heinricx z.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willema grave etc. maken cont allen ludenb. Want Godekijnc heren Henrixd f. van Ghelre alsulc land ende goet als hi met joncfrouwen Achtene sinen wive behuwet hevet, ende ons niet toe en behoirt noch en roret, om sijn orbare vercopen wil ende wi vernemen dat hem enighe lude dat sonder recht beletten willen, soe ombieden wi u Arnoudf van den Dorpe, onsen baliuy van Delflandg ende van Scieland, dat gi Godekijnh vors. daer in te helpe comt ende hem of doit alle fortse ende lette diemen hem daer in doen wil, mennei keert hem met rechte van den lande; ende des en laet niet.
Ghegheven tote Dordrechtj des eersten sonnedaghes in maerte in anno XXIIIIo.
Per dominum Symonemk de Benthem, Enghebrechtl et alios.