Graaf Willem III draagt zijn meesterknaap Gerard Heinenz. het beheer op van zijn huis en boomgaard te Leiden, voor eigen rekening en met behoud van de inkomsten daaruit; maar wanneer de kosten de opbrengsten overtreffen zal de graaf het verschil bijpassen.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Gerijt Heynen z.
In de marge beneden de initiaal een horizontaal streepje. – Een streep door het begin van de tekst. – In de marge, door andere hand: Verstorven.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc.b dat wi Gherardc Heynen sone, onsen meester knape, bevolen hebben ende bevelend also langhe als hi levet onse huys endee onsen boemghart te Leyden te verwairen tonser oirbairen, ende wad dair of verscinet dat zal sine wesen; ende dair bi zal hi onse huysf voirs.g in raken houden ende binnen scoene toit onser behoef in tewesen zo wilke tijd wi of die ons toe behoiren dair comen, op sinen cost. Ende viel him die cost te groeteh zuaer, dat souden wi selve versien; want hijt bi onsen goiddenken ane ghenomen heeft also dat hijs sonder verlies wesen zal.
In orkonde etc. Ghegheven toit Sente Gherden berghei des manendaghes voir sente Laurens dach int jaer ons Herenj M CCC XXIX.
Per dominum personaliter et dominum Willelmumk camerlinc et alios.