Graaf Willem III belooft dat hij de rentmeester van de burggraaf van Leiden in geval van een door deze voorgeschoten tekort bij het overlijden van de burggraaf zal helpen dat tekort uit de eigen bezittingen van de bruggraaf aan te vullen, tot een bedrag van 400 pond Hollands.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Burchgrave van Leyden.
Een streep door het begin van de tekst.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi gheloven den ghenen die voerwards meer des borchgraven rentemeester van Leydenb wesen sal, waer dat sake dat die borchgrave storve ende die rentemeester meer uyt gheleyt hadde jof uyt leyde dan sijn innemen beliepe, dat wi hem helpen souden tote vier hondert pond Hollandsc toe dat hise ghecreghe van des burchgraven eyghen arve dat hi nu hevet ende ombecommert es ende goede, ere enich arfname an deelde, also verre alst also goed es; ende alle stucken sonder archlist.
Ghegheven in die Haghe op den Ascencien avond int jaerd XXX.