B
Graaf Willem III draagt de voogdij over Heyme Heymenz. uit Maasland en diens goed, die deze aan hem had opgedragen, voor de eerstkomende vijf jaar op aan Muis van Hoylede en Jan Wiggersz., met de instructie om met de gelden die na aftrek van de onkosten overblijven land te Maasland te kopen, en jaarlijks rekening te doen voor Heymes verwanten.
Aan het eind van de tekst in de marge een streep.
Heyne Heynen z.
Een streep door het begin van de tekst.
Het in de datering vermelde 'voornoemde jaar' verwijst naar de in het register voorafgaande oorkonde nr. NH 547, uitgevaardigd in 1333.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat Heyme Heymen soneb ute Maselandc quam voir onsen Raet ende opdroech Enghebrechted onsen rentemeister toit onser behoif die montbairscip van hem ende van alle sinen goede van deser tijd vijf jair durende dair na naist comende; ende want wi Heymen voirs. wel verwairt willen hebben, zoe hebben wi bevolen Muys van Hoylede ende Janne Wiggherse sone dat si van onsen weghen Heymen ende sijn goed ane nemen ende dat bedriven ende verwaren toit onser eeren ende toit Heymen oirbair f, ende dat si Heymen besteden te houden mit siere moeder om weseliken cost. Ende watter over loiptg ende soe wat ghelde dat hem ghebueren mach ende men hem nu sculdich es, datse dat belegghen an erve binnen Maselandh tote Heymen behoif voirs. ende onse eere dair in verwaren, ende dat si dair of jairlix rekeninghe doen voir Heymen maghe; ende watter jairlix boven Heymen coste loipt binnen desen vijf jairen voirscreven, dat si dat keeren in Heymen oirbair voirscreven. Ende wat si dair toe doen, dat sullen wi ghestade houden; dit sal gheduren toit onsen wedersegghen.
Ghegheven in deni Haghe des manendaghes na sente Marcus dach anno predicto.