Graaf Willem III belooft de schenking van land aan het godshuis van Leeuwenhorst door heer Gerard, schoolmeester van Haarlem, en heer Albrecht Tarninc, priesters, te zullen handhaven en beschermen.
In de ondermarge de custode: Wi Willaema etc. maken cond etc. dat wi den godshuys van b der Lee oirlof etc. – Aan het eind van de tekst in de marge een streep.
Dat cloester vander Lee.
Boven de tekst twee geradeerde regels, en ook de tekst zelf op rasuur.
Wi Willaemc grave van Heynnegouwend etc. maken cond etc. dat wi alsulkedanighe ghifte van lande ende van erve als hair Gerarde die scoilmeester van Hairlem ende hair Ailbrechtf Tarningg, priesteren, op ghedraghen hebben den goidshuse van der Lee ende verghift hebben voir gherechte in den ambochte dair dat land jof erve gheleghen es ende tgoidshuys van der Lee nu ter tijd in vryer bruycwair of es, ghestade houden; ende ghelovense dair in te houdene ende te bescermen behouden elken manh sijns rechts.
In orkonde etc. Ghegheven in deni Haghe des dinxendaghes na meyedach anno XXXIIIo.