Graaf Willem III belooft heer Gerard, graaf van Gulik, op diens aanmaning 18.000 pond Tournois te betalen ten behoeve van heer Otto heer van Cuijk, ridder, vanwege het lossen van diens manschap in het Sticht Utrecht, op voorwaarde dat Otto aan Gerard eerst de 12.000 pond Tournois betaalt die hij hem schuldig was boven die 18.000 pond.
De tekst is naderhand door hand 3D in de ondermarge bijgeschreven. De correcte positie is aangegeven d.m.v. de marginale letters a en b, gevolgd door een teken (de cijfers III resp. I?).
Die grave van Gulic.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaema ..grave etc. b maken cond allen luden dat wi onsen lieven neve heren Gherardc, grave van Gulike, beloeft hebben te betalen ende te voldoene tot siere vermaninghe XVIIIC lb. Tornoysed, den groten over XVI d., voir heren Otten here van Cuyce, onsen ridder, alse van manscip in den Ghestichtef van Utrechtg die wi jeghens hem ghelossenth hebbe, het ne ware dat die here van Cuyci voirs. niet en voldede den grave van Gulike van XIIC lb. Tornoysej die hi hem boven dien XVIIIC lb. Tornoysek voirscreven sculdich es, soe souden wi van desen verbinde quite wesen.
In orconde etc. Ghegheven te Gulike des woensdaghes na Grote vastenavondl int jair ons Heren M° CCC° ende ses ende twintich.