Burgemeesters, schepenen en gemene Raad van de stad Utrecht en degenen die zich op hun verzoek voor hen borg hebben gesteld, te weten Jacob bisschop van Zuden, Gijsbrecht Domdeken, Ricoud proost van Sint Pieter te Utrecht, Gijsbrecht heer van IJsselstein, Zweder van Abcoude, Arnoud van IJsselstein en Steven van Zuilen, ridders, beloven graaf Willem III dat zij hem in verband met diens verzoening met de stad Utrecht 6.000 pond zwarten Tournois te zullen betalen, dat zij zich zullen houden aan de afspraken die tussen de graaf en de bisschop van Utrecht te Woudrichem zijn gemaakt met betrekking tot de oorlog tussen de stad en haar helpers enerzijds en Jan van Lichtenberg en zijn helpers anderzijds, en dat bij niet naleving van deze toezegging een vastgesteld aantal burgemeesters, schepenen en overste ouderlieden van Utrecht alsmede de borgen te Haarlem in leisting zullen gaan.
Die stadt van Utrechta.
In de marge, door de 15e-eeuwse hand die ook het opschrift schreef: Hec littera cum cedula subscripta est in doza Sticht van Utrechtb.
Wi borghermeestere, scepenen ende ghemene Raet der stat van Utrechtc alse saecweldighe, ende wi Jacob bi der ghenaden Gods biscop van Zuden, Ghisebrechtd Doemdekene, Ricoud proist toit Sente Pieter toit Utrecht, Ghisebrechtf here van Yselsteyne, Zueder van Abcoude, Arnoud van Yselsteyne ende Steven van Zullen, ridderen, omme beden willen der stat van Utrecht voirs. alse borghen, doen te verstaene allen luden dat wi ghelovet hebben ende gheloveng mit desen tyeghenwoirdighen brieve enen hoghen prinche ende enen moghenden here, heren Willaemh grave van Heynnegouweni, van Holland, van Zeelandj ende here van Vrieslandk, alse ommel ticht ende omme onmoet die hi op die stat van Utrecht voirs. te segghen heeft ghehat, in wat manieren dat dat si, toit desen daghe toe, ende omme ene alinghe soene van dien dinghe zes dusent pond zuarter Tornoysem, enen goeden groeten coninx Tornoysen voer sestien penning gherekent, te betailen die ene helf toit Kersavondo nu naist comende ende die ander helft toit Paischen die dair naist coemdp. Voirt so gheloven wi dat wi houden ende voldoen zullen alsulc segghen alse onse here, hair Jan biscop tUtrecht, ende hair Willaemq grave voirscreven over een droghen toite Woudrichem van alle dien oirloghe dat is tusken der stat van Utrecht voirs. ende horen helpers an die ene side ende Janne van Luchtenberchr ende sinen helpers an die ander side, ende al dat dair of gheroerd is toit desen daghe toe, also alse die sedelen houden die toite Woudrichems ghemaket worden ende onse here die biscop van Utrecht voirs. ende hair Jan van Polanen, ridder, beyde bezeghelt hebben. Ende wair dat sake dat wi alle dese dinghen niet en voldeden alse si voirscreven sijn, ende elc toit siere tijd, so souden wi borghermeysteret, scepene ende Raet twalf scepene, enen borghermeester ende twee overste ouderman die danu sijn tUtrecht in doen comen leestenv tote Hairlem; ende wi borghe voirs. souden zelve comen leysten ter selver stede te maninghe des graven voirs. of sijns boden, alse goede borghen pleghen te doene, op ons zelves cost in ene herberghe dair men ons in wisen zel, tote diere tijd toe dat wi voldaden die voirwairden voirscreven. Wair oec dat sake dat enich van hem of van ons tote dier tijd w selve te Hairlem niet x leysten en mochte: waer hi prelate ofte ridder, die soude voir hem doen leesten tue goede manne; wair hi borghermester, scepen of ouderman, die soude voir hem doen leesten enen goeden man. Wair oec dat sake dat enich van ons borghen hieren binnen storve, so souden wi binnen viertiennachten na des mannes doet enen goeden anderen borghe setten in sine stede des dien grave voirs. mit redenen ghenoegheny mach, of dair voir in comen leysten ende doen leysten in allen dien manieren alse voirscreven is, der tijd toe dat een ander borghe ghesetz is. Alle dese voirscreven pointe ende voirwairden gheloven wi vast ende ghestade te houden ende te voldoene mit ghesamender hant, ende elc voir al, mit goeden trouwen, sonder alrehande archeyt.
In oirkonde deser dinghe hebben wi borghermester, scepene ende ghemene Raet voirs. onser stat seghel, ende wi borghe voirs. mallic sinen seghel an desen tyeghenwoirdighen brief ghehanghen. Ghegheven op sente Lourensa' avond int jaer ons Heren M CCC neghen ende twintich.
¶ Hec littera est sub Enghebrechtb'; et ille rotulus quem dominus episcopus Traiectensisc' et dominus Iohannesd' de Polanen pariter sigillaverunt est etiam sub eo.
- stad Utrecht
- Jacob bisschop van Zuden
- Gijsbrecht Domdeken
- Ricoud proost van Sint Pieter te Utrecht
- Gijsbrecht heer van IJsselstein, ridder
- Zweder van Abcoude, ridder
- Arnoud van IJsselstein, ridder
- Steven van Zuilen, ridder
- graaf Willem III
- Henegouwen
- Holland
- Zeeland
- Friesland
- Jan III bisschop van Utrecht
- Woudrichem
- Jan van Lichtenberg
- heer Jan van Polanen, ridder
- Haarlem
- Engebrecht (van Voorschoten)
- burgemeester
- schepen
- gemene Raad
- volmacht
- verzoek
- borg
- belofte
- beschuldiging
- boosheid
- zoen
- betaling
- Kerstmis
- Pasen
- uitspraak
- overeenkomst
- oorlog
- helper
- cedel
- oorkonde
- bezegeling
- ouderman
- inliggen
- leisting
- aanmaning
- bode
- onkosten
- herberg
- prelaat
- goede lieden
- aanstelling
- stadszegel
- sint Laurensdag
- rol