Graaf Willem IV doet uitspraak in de geschillen tussen Dirk van Raaphorst en Dirk van Zandhorst betreffende de rangorde tussen hun echtgenotes bij onder andere het offeren en de vredeskus in de kerk van Wassenaar, en betreffende het gebruik van zeker land en het goed dat de minderjarige erfgenaam van Zandhorst in leen zou houden van Dirk van Raaphorst.
tZegghen tusschen Dierick van Zanthorchst ende Dierick van Raephorst.
In de marge, naast een onderstreepte passage in de tekst, een aantekening door een 15e-eeuwse hand: Zanthorst gecomen wittelic van enen broeder van Wassenair.
Wi Willaem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden. Want Diericb van Raporst op die ene zide ende Dieric van Zanthorst op die ander zide van alsulken twie als si onderlanghe hadden van horer wiven voir staen ende voir offeren ende anders voirdeel te hebben in der kercken te Wassenair, ende van bruecware van lande, ende versoeke ende brieven te toghen van den liengoede dattet tkint van Zanthorst houden soude van Dieric van Raporst, an ons ghebleven sien onse segghen te houden op enen scoelscat van drien hondert pond Hollandsc, soe segghen wi met goeder voirsienichede: want wi ghevonden hebben dat Dieric van Zanthorst ghecomen es wittelike van enen broeder te Wassenair van rechter suaertside, dat sien wittachtighe wijf voir staen, voir offeren, voir paes nemen ende anders voirdeel in der kercke te Wassenair hebben sal; ende want sijn wijf mitter witte van der heylegher Kercke niet ghetrouwet en hevet, soe segghen wi dat Dierixd wijf van Raporst voir staen, voir offeren, voir paes nemen sal ende anders tvoirdeel hebben sal in der kercke voirs. ter tijt toe dat Dieric van Zanthorst een wittelic ghetrouwet wijf heeft, dese of ene andere, ende dan sal si tvoirdeel hebben. Voert segghen wi dat here Jan van Polanen, here Jacob van der Binchorst ende Philips van Wassenair besien sullen die hantvesten van des kints liengoede van Zanthorst, ende alsulc recht als hem doncket dat Dieric van Raporst dair an hevet dat sullen si segghen tuschen dit ende sinte Jans misse midde somere naest comende; ende dat siere toe segghen dat sal men an beiden siden houden. Voert segghen wi Dieric van Raporst of sinen huerman sijn land vrilike te bruken, ende dat Dieric van Zanthorst dair an gheen hinder en doe, ende dat sijt onderlinghe reen ende ontwien delven, moghen sijs niet te samen ghebruken. Ende hier bi segghen wi den vrede quijt, ende hem ende horen maghen ende hoir helpers van desen parlamente versoent.
In orconde etc. Ghegheven in den Haghe opf den Pijnster dach int jair ons Heren M° CCC° acht ende dortich.
Per dominum et commune consilium.
- twist
- echtgenote
- offeren
- kerk
- gebruik
- verzoek (van een leen)
- oorkonde
- leengoed
- verblijf
- uitspraak
- onderpand
- wettig nageslacht
- zwaardzijde
- wettige echtgenote
- vredeskus
- Pasen
- heilige Kerk
- huwelijk
- scheidsman
- onderzoek
- handvest
- sint Jansdag te midzomer
- pachter
- hinder
- begrenzing
- vrede
- verwant
- helper
- vechten
- vrouw
- Pinksteren
- gemene Raad