Filips van Wassenaar, die door graaf (Willem IV) is beleend met het burggraafschap van Leiden, belooft dat hij vrouw Justine, dochter van heer Hugo de Gouwer uit Koudekerke, in het gebruik zal laten van het goed waarmee de vorige burggraaf heer heer Dirk haar had gelijftocht, en dat hij de geschillen die hij met vrouw Justine heeft over all het eigen goed van wijlen heer Dirk zal verblijven aan het oordeel van vier scheidslieden en, wanneer die niet tot overeenstemming komen, van een door de graaf aangewezen overste scheidsman; voorts belooft hij de jonkvrouw uter Waarde, weduwe van Floris van Kralingen, in het ongestoorde bezit te laten van betwist goed te Oegstgeest totdat de graaf met diens Raad daarover een besluit heeft genomen, waarna hij zal worden gecompenseerd wanneer dat besluit voor hem negatief uitvalt.
Idem.a
Bij de datering van de onderstaande oorkonde is met zekerheid de paasstijl toegepast (zie de Inleiding): zie de kopnoot bij nr. WI 195.
Voor oorkonden waarin graaf Willem III lijftochtschenkingen door de burggraaf aan diens echtgenote Justine bevestigt zie nrs. NH 208, 265, 326, 492 en 579; zie in deze kwestie voorts nrs. NH 552, 622, 629 en WI 160.
Ic Philps van Wassenair make cond allen luden. Want mi mijn lieve here die grave van Hollandb verliet heeft ende verlient die burchgravescop van Leyden, also als die brive dair of houden die ic van hem dair of hebbe, so ghelove ic in goeden trouwen dat ic veren Justinen, heren Hughen des Gouwers dochter van Coudekercc, sal laten ghebruken also langhe als si levet alsulke lijftochte als hoir hair Dieric, burchgrave van Leyden die lest was, mijn oem, ghemaict hevet ende dair si brieve of hevet bezeghelt mitter heren zeghel dair hi dat goet of helt, dair hi hair die lijftochte of ghemaechtd hevet. Voert van allen eygheliken goede dat ver Justine voirs. op ghegheven heeft ende noch hout van des burchgraven goede die lest was, so sal si twie manne toe nemen ende ic twie manne als ons dair of te sceyden; ende wair dat zake dats die vier niet over een en droeghen, so zal ons mijn here van Holland voirs. setten tot enen overen man heren Arnd van Gavere of heren Tielman den Moelnaer of Raessoene van Liedekercf of Jan den Moilnair, wilken dat hi wil van desen vieren voirs., ende met wilken tween dat des overman vallet dat zal ic houden. Ende dese zullen hoir segghen dair of zegghen tusken dit ende sente Baven dagheg naest comende; ende zeyden zijs niet binnen deser tijt voirscreven, soe zoude ic bliven up mijn recht, ende dair heft mi mijn here van Holland gheloeft een jonstich rechter in te wesen, ende des ghelijcs van zinen weghen die ghene die in zine stede zullen wesen. Voirt so ghelove ic dat ic der joncvrouwen uten Wairde, die Florijs wijf van Cralinghe was, rusteliken besitten zal laten ende ghebruken al dat goet van Oistgheyst also groet ende also cleyne alst mijn here van Holland bezeghelt heeft tusken dit ende sente Baven daghe naist comende, in dusdanigher manieren dat mijn here van Holland binnen der tijt voirs. met zinen Rad zal besien die brieve die hi der joncvrouwen voirs. van den goede van Oestgheest ghegheven heeft, of hise sculdich es te houden of niet; ende es dat zake dat hi sculdich es te houden in den goede van Oichstgheest na dien brieven die zire van minen here of hevet, zoe zal mi mijn here voirs. versien met alse goeden goede als dat goet van Oichstgheest es bi heren Arnoude, heren Teelman, Raessen ende Jan den Moilnair voirs. of bi den drien van hemh vieren. Ende deden zijs niet binnen desen termine voirscreven, zoe zal mi mijn here dat goet van Oichstgeest ghebruken laten ter tijt toe dat icker mitten rechte uyt ghewonneni worde; ende alle stucken sonder arghenlijst.
In oirconde desen brieve bezeghelt mit minen zeghele. Ghegheven te Berghenj in Heynnegouwenk des sonnendaghes up den anderen dach van aprille int jair XXXIXo.
- Filips van Wassenaar
- graaf Willem IV
- Holland
- Leiden
- vrouw Justine, dochter van heer Hugo de Gouwer uit Koudekerke
- heer Dirk (van Wassenaar), burggraaf van Leiden
- heer Arnoud van Gavere
- heer Tielman de Molenaar
- Raas van Liedekerke
- Jan de Molenaar
- jonkvrouw uter Waarde, weduwe van Floris van Kralingen
- Oegstgeest
- Mons
- Henegouwen