Dirk abt van Egmond geeft vidimus van een oorkonde d.d. 1282 juni 25 waarin graaf Floris V verklaart dat de hoge rechtsmacht van Papendrecht en een aantal andere met name genoemde ambachten niet, zoals hij eerder meende, aan hemzelf toebehoort maar blijkens een onderzoek door zijn mannengerecht aan heer Willem van Brederode, evenals de lage rechtsmacht van die ambachten alsook het ambacht in Heer Heyenland, op grond van welk onderzoek hij heer Willem met genoemde ambachten en rechten beleent.
Brederode.
In de marge een kruisje.
In de editie in OHZ is de datumregel van het vidimus (1319 'des manendaghes na onser Vrouwen dach als sij gheboeren wort') abusievelijk opgevat als behorend bij de gevidimeerde oorkonde uit 1282, die in werkelijkheid is gedateerd op 1282 'des anderen daghes na sente Jans daghe midde somer'. Ook ontbreekt in de kop de plaats van uitvaardiging, Wijdenes.
Zie de aantekening bij nr. WI 335.
Wi Diederic, bi der ghenade Gods abt van Egmonde, maken cond allen luden dat wi int jair ons Heren alsa men screef dortien hondert ende XIX hebben ghesien eens hoghes prenchen lettere sgraven van Hollandb, bezeghelt met sinen zeghele, onghequestsc, ende al gheheel sprekende van wourde te wourde als hier na ghescreven staet.
Volgt de oorkonde d.d. 1282 juni 25 (zie de editie in OHZ).
Ghescrevend inden voirnoemden jare, des manendaghes na onser Vrouwen dach als sije gheboeren wort.