Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, doet uitspraak in de twist tussen graaf Willem IV en diens helpers enerzijds en de gemene gilden en burgers van de stad Utrecht en hun helpers anderzijds, dit in aansluiting op een eerdere uitspraak door hertog Reinoud II van Gelre.
Utrecht.
Een streep door het begin van de tekst. – In de marge, door andere hand: Utrecht.
Hoewel men in onderstaande oorkonde een datering naar de paasstijl zou verwachten, is hierin toch een winterstijl gehanteerd: in het paasjaar 1340, dat naar de 'burgerlijke' telling loopt van Goede Vrijdag 1340 tot Goede Vrijdag 1341, komt geen datum 8 april voor: in 1340 viel Goede Vrijdag op 14 april, in 1341 op 6 april. De oorkonde zal bovendien in dezelfde periode zijn ontstaan als de ermee samenhangende nrs. WI 403-406, alle met data in april '1340', die met uitzondering van de laatste zijn uitgevaardigd door het Utrechtse stadsbestuur, dat de kerststijl hanteerde; voor nr. 406 van 12 april 1340, op naam van graaf Willem IV, geldt voor de gebruikte jaarstijl dezelfde redenering als in het onderhavige geval van nr. 402. De stijl van dagtekenen in genoemde nrs. WI 402-406, met de dan minder gebruikelijke wijze met het dagnummer van de maand, wijst erop dat het hele dossier is geredigeerd door een en dezelfde persoon, mogelijk een Utrechtse klerk; alleen nr. WI 405, gedateerd naar een kerkelijke feestdag, is mogelijk opgesteld door een ander.
Voor de uitspraak door de hertog (dan nog graaf) van Gelre, waarvan sprake is in onderstaande tekst, zie nr. UT 167, d.d. 1334 januari 18.
Wi Jan van Heynnegouwena, here van Byaumond, maken cond etc. Want wi omme ruste, pais ende eendrachticheyt te makene tuschen onsen lieve here ende neve heren Willaem, ..grave van Heynnegouwen ende van Hollant etc., ende sinen helperen in die ene zide ende eersamen luden den ghemenen ghilden ende den borghers van der stat van Utrechtb ende haren hulperen in danderside, gheladen zien met enen zegghende alse van twist, orloghe, scade ende onruste die ghevallen es tuschen den voirs. partien tote up den dach van heden, ende oic up die verclairinghe dair onse lieve here ende neve mijn her Reynoud, hertoghe van Ghelre ende grave van Zuutphene, een zegghen hier voirmaels of gheseyt hadde tuschen den voirs. partien, wair of dat wi onse zegghen verclaren ende zegghen in alder manieren ghelijc dat hier na ghescreven staet.
In den ersten zegghen wi dat die ghemene ghilden ende borghers van der stat van Utrecht voirs. gheven zellen onsen lieven here ende neve mijn her Willem, grave van Heynnegouwen ende van Hollantc voirscreven, om alle dinghe te verliken XXXIIC lb. Tornoysed zwerter, enen gouden scilt van Vrancrike voir XXIIII s. gherekent, ende hier mede zullen si quite wesen van den dienste van den IIC mannen dair si die hertoghe van Ghelre voirs. in sinen zegghen gheseyt hadde mede te dienen onsen lieven here ende broeder den ..grave van Heynnegouwen ende van Hollant, dair God die ziele of hebben moete.
Vord soe zal onse lieve here ende neve die grave van Heynnegouwen ende van Hollant voirscreven hem ofslaen ende corten van desen voirs. XXXIIC lb. drie hondert ende tachtich pond, payments voirscreven, alse van VIII doden van haire partien die doet bleven in den voirs. orloghe, ghelijc dat si ghenoemt zijn int voirs. zegghen des hertoghen van Ghelre; ende dair mede sal die grave ende sijn helpere los ende quite zijn van den voirs. VIII doden jeghen alle haire maghen, ende sal hem die stat van Utrecht dair of ontheffen ende quiten.
Vord zal onse here ende neve voirscreven hem ontheffen ende quite maken van alsulker broke alse Traveis heren Vriesen zoen hem eyskende es; ende voerd sal hi hem ontheffen alse van der besettinghe die die van Delf up hair goet daden tote e ere smartef van III½g lb. groten.
Voerd segghen wi dat hem onse lieve here ende neve voirs. weder gheven zal van desen voirs. XXXIIC lb. alselc ghelt ende ghoet alse hem ghenomen was ende up houden voir die tollen te Ghervliet, want wi verstaen hebben dat binnen vrede up houden was. Ende hier mede zegghen wi los ende ledich Heynrich ende Jehan, Lombairde van Sinte Ghertrudenberghei, die die van Utrecht up houden hadden; ende des ghelijc zegghen wi quite Jacop Johans j van Lichtenberch, die omme der voirs. Lombairderk wille ghevanghen was.
Vord zegghen wi dat so wannere dat die biscop van Utrecht ende onsel lieve here ende neve voirs. besceyden zijn van den huyse ten Ouden Gheyne, dat die van Utrecht haren redeliken cost op dat huys ghedaen zellen hebben also groet als wi vinden zellen bi twien wittighen luden, die wi dair toe kiesen zullen, segghen zellen dat si sculdich zien te hebbene.
Vort zegghen wi quite allen cost, scade ende onraet dien die voirs. partyen ghehadt hebben in den voirs. orloghe. Ende hier mede zegghen wi ene alinghe zoene vast ende ghestade te houdene tuschen beyden den vors. partyen, behoudelic altoes offer enich twist tuschen gheviel, dat dat altoes zoude zijn tonsen verclairne; zonder erchlijstm.
Ende in orconde deser dinghe soe hebben wi onse zeghele an desen brief ghedaen. Ghegheven te Valentijn int jair ons Heren doemen screef Mo CCCo ende XLo, des VIIIsten daghes in aprille.
- Jan van Henegouwen, heer van Beaumont
- graaf Willem IV
- Henegouwen
- Holland
- stad van Utrecht
- Reinoud II, hertog van Gelre en graaf van Zutphen
- graaf Willem III
- Troveis heer Vriezenz.
- Delft
- tol van Geervliet
- Hendrik, Lombard van Geertruidenberg
- Jean, Lombard van Geertruidenberg
- Jacob Jansz. van Lichtenberg
- bisschop van Utrecht
- huis te Oude Gein
- Valenciennes