Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B WI_G_X061r_406_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 218 (groot register Willem IV), f. 61r, nr. 390 (na sep. 1345), naar A.
Opschrift:

Idem.a

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 634, ad 1340 april 10. – Berkelbach van der Sprenkel, Regesten, p. 483-484, nr. 1281.

Deze oorkonde is onderdeel van de samenhangende reeks nrs. WI 402-406; vgl. de kopnoot bij nr. 402.

Voor de uitspraak door de hertog (dan nog graaf) van Gelre, waarvan sprake is in onderstaande tekst, zie nr. UT 167, d.d. 1334 januari 18.

Willem grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat wi om bede willen eens eersaems c in Gode, ons liefs heren heren Jans, bi den ghedoghe ons sHeren biscop van Utrechtd, ende om bede wille ons liefs oems heren Johans van Heynnegouwene, here van Byaumond, ende om allen pais ende ruste te makene tuschen ons ende onsen lande ende lude ende der stat van Utrecht, soe hebben wi ghenomen ende nemen also langhe als wi leven zullen die ghemene ghilden ende die borghers wonachtich binnen der stat van Utrecht hair lijf ende hair goet in onse hoede ende in onse bescermte over al binnen onsen lande, beide te water ende te lande, varende, kerende ende durende, behoudelic dien dat si betalen zullen alsulken tol, costume ende f recht als si deden bi ons liefs heren ons vaders tide, dair God die ziele of hebbe, durende van den tol ende costume tot onsen wederzegghen. Vord gheven wi hem die vryhede dat niemand die borghers van Utrecht in onsen landen voirs. te campe ane spreken en zal moghen niet vorder dan men anderen onsen poirters van onsen landen en mach doen. Ende ombieden ende bevelen allen onsen bailiuwen, rentemeysteren, scouten ende rechteren van onsen landen, ende elken zonderlinghe, die nu zijn of namaels wesen zullen, dat si die voirs. ghilden ende borghers ende alle hair goed behueden ende bescermen ghelijc dat hier voeren ghescreven staet; ende ombieden u, wair dat zake datmense erghent binnen onsen landen ane sprake ende up him rechts begherde, of dat si yement des ghelijx ane spraken ende rechts begherden, dat ghi hem doet een onvertoghen recht. Ende voerd sceld wi die voirs. stede van Utrecht quite van alsulken dienste als si ons sculdich waren met IIC mannen te diene bi zegghen ons liefs neven des hertoghen van Ghelre.

In orconde deser dinghe soe hebben wi g onsen zeghel an desen brief doen hanghen. Ghegheven int jair XLo up den XIIsten dach van aprille.

a
nl. Utrecht, zoals in het opschrift boven het in het register voorafgaande nr. WI 402 B.
b
Heynn. B.
c
hier ontbreekt wel iets als mans B.
d
Utr. B; deze afkorting hierna niet meer aangegeven.
e
Heynn. B.
f
hier en hierna om een zwakke plek in het perkament heen geschreven, beneden uitlopend in een gerepareerde scheur B.
g
hier desen, doorgestreept B.
Oorkonder: graaf Willem IV
Destinataris: gemene gilden en burgers van Utrecht