Graaf Willem IV neemt op verzoek van bisschop Jan III van Utrecht en van zijn oom heer Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, de gemene gilden en burgers van Utrecht en hun goederen in zijn bescherming in al zijn landen, bepaalt dat zij in even beperkte mate tot een gerechtelijke tweekamp gedaagd mogen worden als de poorters in zijn eigen landen, en ontslaat hen van de bij uitspraak van de hertog van Gelre opgelegde verplichting om hem met 200 mannen te dienen; hij gelast alle gezagsdragers in zijn landen om genoemde gilden en burgers in bescherming te nemen en hen in voorkomende gevallen zonder uitstel recht te doen.
Idem.a
Willem grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat wi om bede willen eens eersaems c in Gode, ons liefs heren heren Jans, bi den ghedoghe ons sHeren biscop van Utrechtd, ende om bede wille ons liefs oems heren Johans van Heynnegouwene, here van Byaumond, ende om allen pais ende ruste te makene tuschen ons ende onsen lande ende lude ende der stat van Utrecht, soe hebben wi ghenomen ende nemen also langhe als wi leven zullen die ghemene ghilden ende die borghers wonachtich binnen der stat van Utrecht hair lijf ende hair goet in onse hoede ende in onse bescermte over al binnen onsen lande, beide te water ende te lande, varende, kerende ende durende, behoudelic dien dat si betalen zullen alsulken tol, costume ende f recht als si deden bi ons liefs heren ons vaders tide, dair God die ziele of hebbe, durende van den tol ende costume tot onsen wederzegghen. Vord gheven wi hem die vryhede dat niemand die borghers van Utrecht in onsen landen voirs. te campe ane spreken en zal moghen niet vorder dan men anderen onsen poirters van onsen landen en mach doen. Ende ombieden ende bevelen allen onsen bailiuwen, rentemeysteren, scouten ende rechteren van onsen landen, ende elken zonderlinghe, die nu zijn of namaels wesen zullen, dat si die voirs. ghilden ende borghers ende alle hair goed behueden ende bescermen ghelijc dat hier voeren ghescreven staet; ende ombieden u, wair dat zake datmense erghent binnen onsen landen ane sprake ende up him rechts begherde, of dat si yement des ghelijx ane spraken ende rechts begherden, dat ghi hem doet een onvertoghen recht. Ende voerd sceld wi die voirs. stede van Utrecht quite van alsulken dienste als si ons sculdich waren met IIC mannen te diene bi zegghen ons liefs neven des hertoghen van Ghelre.
In orconde deser dinghe soe hebben wi g onsen zeghel an desen brief doen hanghen. Ghegheven int jair XLo up den XIIsten dach van aprille.