Graaf Willem IV bevrijdt, voor een bedrag van 32 pond Hollands, Willem en Cille, kinderen van Maarten en Gerard Frederiksz., en Floris en Boudewijn, zoons van Floris Feuyenz. van Sloten, van de keurmede, tenzij zij zich opnieuw in onvrijheid begeven; de regeling kwam tot stand door tussenkomst van enkele met name genoemde (leden van de Raad).
Verdinge van coermiede.
In de marge, door andere hand: Cormede.
Uit het itinerarium van graaf Willem IV blijkt dat hij in deze periode in het zuiden was, bij het beleg van Tournai, en dus niet in persoon deze oorkonde kan hebben gegeven.
Wi Willem grave van Heynnegouwena etc. maken cond etc. dat wi bi heren Janne van Pollanen, onsen trouwen ridder, Janne van Zassenem ende Gherardeb Alewijns sone hebben laten verdinghen Willaem ende Cillen, Martijns ende Gherijts Vrederics soens kinder, ende Florijs ende Boudijn, Florijs Feuyen soens kinder van Sloten, van hoere coermiede die si sculdich waren, omme XXXII lb. Hollantsc, dair si Willem den Cuser, onsen rentemeester van Kenemerlantd ende van Vrieslante, ghenoech of ghedaen hebben, diere ons goede rekeninghe of doen sal; ende sceldense van dier coermede vry ende quite, ten sie dat si hem namaels verdieden.
In orconde etc. Ghegheven tote Hilleghemf des vrydaghes voir sinte Lambrechtsg dach anno XLo.
- graaf Willem IV
- Henegouwen
- heer Jan van Polanen, ridder
- Jan van Sassenheim
- Gerard Alewijnsz.
- Willem zoon van Maarten Frederiksz.(?)
- Cille kind (dochter?) van Gerard Frederiksz.(?)
- Floris zoon van Floris Feuyenz. van Sloten
- Boudewijn zoon van Floris Feuyenz. van Sloten
- Willem de Cuser, rentmeester van Kennemerland en West-Friesland
- Hillegom
- Tournai