Graaf Willem IV bevestigt de verkoop in vrij eigendom door Floris van Alkemade, toentertijd rentmeester van Kennemerland en West-Friesland, met toestemming van de Raad te Hillegom, van alle windmolens, het maalrecht en het windrecht te Hoogwouderambacht aan de gemene buren en inwoners aldaar, en bepaalt dat niemand anders dan zij daar een molen mogen bouwen.
Vryhede vanden molen die van Outwoudera ambocht.
In de marge een kruisje.
Willem ..grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat Florens van Alkemade, in dien tyden onse rentemeester van Kenemarland ende van Vrieslandc, bi goedenken der goeder lude van onsen Rade te Hilleghemd vercoft heeft den ghemeenen buren van Outwouder ambocht alle onse wintmolen, dat malen, den wint ende den grint ende alle nutscap van malen van Outwouder ambocht tot eenen vryen eyghendom, den buren diere nu in wonen ende hueren nacomelinghen ende anders diere namails in wonen sullen, eewelike te bliven ende vrylike te blivene sonder yemands wedersegghen, ende dar en zal niemand molen in setten dan si selve, omme IIIC lb. Hollandsf, daer si Heyne Roeden, onsen rentemeester van Kenemerlandg ende van Vrieslandh, of voldaen hebben tot onser behouf; ende gheloven hem ende hueren nacomelinghen vor ons ende vor onse nacomelinghe deze vorworde vorscreven vast ende ghestade te houden.
In orkonde etc. Ghegheven in den Haghe des donresdaghes na Paesdach int jaer XLIIIIo.