Graaf Willem III vergunt Klaas Lubbrechtsz. van Oudewater, die geen wettige zoon heeft, dat het leen in Snelrewaard op diens oudste dochter Blidrade mag vererven.
In de marge, door een andere hand: Claes Lubbrechts z., Blidraet zijn dochter. – In de marge een kruis.
Willaem grave etc. maken cond allen luden dat wi Clayse Lubbrechts sone van Oudewater omme dat hi ghenen erfsone en heeft sulke gratie ghedaen hebben dat die drie morghen lands ligghende in Snoyelrewaird tuschen der Ysele ende der Lintscoten, ende die die heren van sinte Katrinena tUtrecht met horen lande op beyden ziden beleghen hebben, ende hi van ons te liene houd, na ziere doyt comen sullen op Blidrade siere oudster dochter, ende die selse in rechten liene van ons ontfaen ende houden.
In orconde etc. Ghegheven tote Valenchijn des vridaghes voir sinte Baven dach int jair ons Heren Mo CCCo vive ende dortich.