Graaf Willem III verkoopt Geertruid, Maria en Margriet, dochters van Jan Geroncsz. van Overbordene en jonkvrouw Machteld, dochter van Hendrik Hugenz. van Biggekerke, het hem door Jan nagelaten ambacht in Sint-Maartensdijk, zowel in het Oudeland als het Nieuweland, met de visserij, de molen, de middeldijk en het veer, welk goed zij gelijkelijk zullen verdelen en van hem in recht leen zullen houden; alles overeenkomstig de uitspraak van de abt van Middelburg.
Geertrut, Marien ende Margrietena.
Vgl. nrs. ZE 291 en 309.
Wi Willaemb grave etc. maken cont allen luden dat wi Ghertruytc, Marriend ende Margrietene, Jan Gheronx soens dochteren van Overbordenf die hi hadde bi joncfrouwen Machtelden Henricg Hughen soens dochter van Bigghenkerch, vercoft hebben in rechten lene van ons te houden ende haerlijc even groet te delen ali onse ambocht dat wi legghende hebben binnen dijcs van Sente Martijnsj dijc, bede in Ouden lande ende in Nuwenk lande, met vischerien, molen, middeldijc ende met der vere, alse groet alst ons ane verstorven es van Jan Gheronx soens doet vors., om vive ende twintich pond grossenl; ende daer tenden up des abts segghen van Middelburchm.
In orconde etc. Ghegheven tote Zirxen des manendaghes nae sente Lucas dach in anno XXIIIIo.o
Per dominum comitem, episcopum Zudensemp et abbatem de Middelburchq et Jan Wissenr f. receptorems.
- graaf Willem III
- Geertruid, dochter van Jan Geroncsz. van Overbordene
- Maria, dochter van Jan Geroncsz. van Overbordene
- Margriet, dochter van Jan Geroncsz. van Overbordene
- jonkvrouw Machteld, dochter van Hendrik Hugenz. van Biggekerke, echtgenote van Jan Geroncsz. van Overbordene
- Sint-Maartensdijk
- het Oudeland
- het Nieuweland
- abt van Middelburg
- Zierikzee
- bisschop van Zuden
- Jan Wissenz. rentmeester