Graaf Willem III beleent jonkvrouw Aachte, weduwe van Hendrik Hugenz., met het derde deel van een leenland in Haaimanambacht, inclusief het bijbehorende schor ter grootte van ongeveer 4 gemet, welk goed hij haar verkoopt voor een som van 3 pond groten Tournois.
Joncfrou Aechte Henric Hugen zoens weduwe.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi vercoft hebben joncfrou Agheten, Heynrixb Hughec soens weduwe, een dordendeil van den leenlande dat ons ane quam van Heynricd Merlinse doit, ligghende in Haymanne ambocht, dair die somme of loept metten score dat dair toe behoirt omtrent vier ghemetef, hareg ende haren nacomelinghen van ons ende van onsen nacomelinghen te houden in rechten leene na der custumen ende nah deri rechtej van onsen lande van Zeellandk; ende dit voirseyde leenland hebben wi hair vercoft al den hoep omme drie pond groter Tornoysel, dair si ons bi Jan Heynrixm sone onsen rentemeyster van Bewestersceldn in Zeellando ghenoch of ghedaen hoeft.
In orkonde etc. Gheghevenp in Middelburchq des vriendaghes voir sinte Gregorijusr dach int jaer ons Heren Mo CCC acht ende twintich.
Per Jan Heynrixs f.t receptorem.