Graaf Willem III vergeeft Hannekijn Wisse Scheinincsz. diens misdrijf jegens de dochter van Pieter Pouwelsz., en bepaalt dat Hannekijn vrijelijk toegang heeft tot de poort van Zierikzee en zijn goederen.
Hannekijn Wisse Sceyninx z.
De aard van Hannekijns misdrijf jegens de dochter in kwestie is onduidelijk; blijkbaar is hier sprake van een verbroken belofte, gedaan tijdens haar minderjarigheid.
Wi Willema grave etc. maken cond etc. dat wi Hannekijnb Wissec Sceyninx f.d vergheven hebben onsen evelen moet alse van der broke van Pieter Pouwels f.e dochter, die hi op seyde dat hise ghelovet soude hebben binnen haren jaren; ende willen dat hi onser port van Zierixeef endeg sijns goids vrilike ghebruke, sonder archlist.
In orkonde etc. Ghegheven in Middelburchh des vridaghesi na Paesdach int jair van XXXII°j.