Graaf Willem III beleent zijn neef heer Dirk Loef van Kleef, graaf van Hülchrath, met jaarlijks 300 pond zwarten Tournois uit de tol van Ammers, in ruil waarvoor Dirk zal afzien van al zijn aanspraken op de graaf of op diens lieden.
Dieric Louff van Cleve grave van Helkenrode.
Gegeven heer Dirc Louf van Cleve, grave van Helkenroede, uuyten tol tAmmers IIIC lb. zwarter Tornoysen ten rechten leene.
De tekst van deze oorkonde vertoont enkele onduidelijke formuleringen en onregelmatigheden, waarvan de meest storende wel is dat in de datering slechts het jaartal 1317 wordt gegeven. Met dat jaartal zal het paasjaar 1317 zijn bedoeld, waarvan de termini hierboven zijn aangegeven. Het is evenwel mogelijk dat de dagtekening niet per ongeluk is vergeten, maar met opzet is weggelaten omdat de dag van uitvaardiging gelijk is aan de in de tekst van de oorkonde genoemde sint Pietersdag in de lente; in dat geval zou de oorkonde zijn te dateren op 1318 februari 22.
Bij deze oorkonde is de globale tijd van uitvaardiging niet af te leiden uit de omliggende stukken in het register, omdat juist vanaf dit nr. ZH 16 de chronologische ordening binnen het register Zuidholland een aantal bladzijden lang zoek is; blijkbaar heeft men na het voorjaar van 1317 een tijdlang het verloren register A – het originele primaire register Zuidholland – niet meer bijgehouden, waarna op een later tijdstip daarin (achterin een katern?) nog wat oudere stukken werden bijgeschreven, in willekeurige volgorde.
Vgl. nr. ZH 126.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Willaem grave van Henegouwena etc. maken cont allen luden dat van allen zaken, van allen eysschen die ons haer Dieric Loufb van Cleve, grave van Helkenrode, onse neve, eysschen mochte of onsen luden, van sijns vaders weghen ende van sijns selves weghen, in soe wat manieren dat ware tote up den dach dat dese brief ghegheven was, met heren Diderikec grave van Elkenrode voers. over een met hem ghedraghen hebben also als hier na ghescreven staet: dat is te wetene dat wi heren Diericd grave van Elkenrode voernoemt ghegheven hebben ende gheven drie hondert pond suarter Tornoyzee desf jaers, den groten Tornoyzeng voerh XVI d., hem ende sinen nacomelinghen van ons ende van onsen nacomelinghen te houden te rechten leene, welc ghelt van sinen leene voers. wi bewisen hemi alle jare tontfanghene ende in te nemene toet sente Pieters daghe in den lenten ute onser toellen tAmmers. Ende ten daghe voers. zo sal hi senden enen knaep omme sine penninghe voerscreven, die in onse huis toet Ammers bliven zal op onsen cost na sente Pieters daghe voers.; zalmen zinen knape betalen sonder yementj daer of afte buren voer dat hem die drie hondert pont alvol betaelt sijn.
In orconden dese brieve bezeghelt met onsen zeghelek. Ghegheven int jaer ons Heren dusent drie hondert ende zeventiene.