Floris van den Veen, rechter van Streefland, en de heemraden Gerard Nannekijnsz. Broessel, Hanne van Schoonhoven en Gibekijn Hadewienz. verklaren dat ten overstaan van hen Jan Robijnsz. aan Mikelkijn Haviksz. goederen heeft geschonken ter grootte van 6 morgen bij de zate van Wouter vrouw Nannenz. en 5 morgen in de zate van heer Arnoud van den Veen, welke goederen deze van de graaf van Holland in leen zal houden; de oorkonde wordt bezegeld door pastoor heer Jan.
Jan Robijns z. gaff sijn lant over den grave van Hollanta Michiel Havicx z.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Florens van den Vene, rechter van Streveland, ende wi Gheraerdb Nannikijnsc sone Broessel, Hanne van Schoenhoven ende Ghibekijn Hadewien soen, hemraders, maken kont allen luden dat Johan Robbinsd sone voer ons quam ende gaf Mikelkijn Havicks sone thoet des graven behoef van Hollande ons heren enen eyghendom van zes morghen lands die gheleghen sien bi Wouter ver Nannen soens zate, ende vijf morghen die gheleghen sien in heren Arndsf zate van den Vene, in der manieren dat hi die houden zal van den grave ten rechten leene.
In orkonden den mannen die daer over waren: Plonijs Heynen sone, Robbincg ende Willaemh Dierix sone. Ende want wi selve en ghienen seghel en hebben, soe hebben wi ghebeden heren Janne onsen pape dat hiet bezeghelt heeft. Ghegheven int jaer ons Heren M CCC ende twintich des donnerdaghes na belokene Paeschen.