Graaf Willem III verklaart dat jonkvrouw Elizabeth Jansdr. van der Merwede, echtgenote van Dirk van der Made, ten overstaan van hem en zijn leenmannen heeft afgezien van alle aanspraken die zij had op Willem van Horn; de oorkonde wordt medebezegeld door enige bij naam genoemde getuigen.
Joncfrou Lijsbeth Jans dochter vander Merwedea.
Een streep door het begin van de tekst.
In de datering zal het getal XVII wel gelezen moeten worden als XXVII. Dit blijkt uit de plaats van de tekst in het register: de aldaar omringende oorkonden zijn uit het voorjaar van 1327, en de direct volgende oorkonde nr. ZH 268, handelend over dezelfde zaak, is op dezelfde datum van 22 juli 1327 te Den Haag uitgevaardigd. Bovendien speelden sommigen van de genoemde aanwezige mannen, bijvoorbeeld Jan van Polanen en Willem de Molenaar, in 1317 nog geen rol in de grafelijke entourage. Ook het itinerarium van de graaf wijst in de richting van een kopiistenfout in de datering: in juni-september 1317 zijn de verblijfplaatsen van Willem III onbekend; blijkbaar verbleef hij toen in het buitenland.
Zie nr. ZH 268 alsmede Van Mieris, ChHZ II, p. 432, de uitgave van de overeenkomst die op dezelfde datum gesloten is tussen Willem van Horne en Elizabeth Jansdr. van der Merwede.
Wi Willaemb grave van Henegouwenc, van Holland, van Zeeland ende here van Vrieselandd maken kond allen ludene dat joncfrou Lisebatf Jans dochter van der Merwedeng, Diederixh wijf van der Made, voer ons ende voer onse manne vertheghen ende quite ghescouden hevet Willaemi van Hornej van allen goede ende van allen heysche die si hem heyschende was tote desen daghe toe, daer si onderlinghe omme twieden, voer hoer ende voer hoer arfnamen met Diederixk hand hoers mans vorseyt; ende want wi ende onse manne als onse lieve neve die here van Vornel, here Gherardm van Heemskerke, here Jan van den Zile, riddere, Jan van Polanenn ende Willemo die Moelnaer, knapen, hier over ghewesen hebben, soe hebben wi ghemeynlike desen brief open beseghelt met onsen zeghele.
Ghegheven in die Hagap up sente Marieq Magdalenen dach int jaer Mo CCCo ende XVIIor.
Per dominum comitem et commune consilium.