Graaf Willem III bevestigt de lijftocht die Harburch Tasse en Aleid, dochters van heer Jan van Brandenburg, schenken aan hun moeder vrouw Jutte van Zuilen, zijnde de jaarrente van 250 pond zwarten Tournois uit de tol van Ammers, welke rente zij van de graaf in leen hebben; voorts bepaalt hij dat, wanneer hij die jaarrente lost, vrouw Jutte het vrije gebruik zal hebben van het goed dat met de afkoopsom van zijn oorspronkelijke schuld zal worden gekocht.
In de moderne nummering is de 1 verbeterd uit een 0.
Vrou Jutte van Brandenburch.
Vgl. nr. ZH 416, alsmede de nrs. ZH 366-367 en 384-385.
Wia Willemb grave etc. maken cond etc. dat Ghysebrechtc van Brandenborchd, gherecht montbair Harburch Taschen ende Aliden heren Jans dochteren van Brandenburch, quam voir ons ende voire onse manne alse van sier nichten weghen voirnoemt, ende makede met onser hand veren Jutten van Zulen hoirre moeder toit hoirre rechter lijftocht dordalf hondert pond zwarter Tornoysef jairlixer renten, den groeten Tornoyseg over sestien penninghe gherekent, die dese voirghenoemde kindere van ons h te leene houdeni in onser tollen toit Ammers, wilke voirs. jair rente wi verliet verliet hebben veren Jutten voirscreven toit hairre rechter lijftocht jairlix op te bueren uyt onser tollen toit Ammersj, die eene helft tote sente Martijns misse in den winterk ende die ander helft tote sente Pieters daghe in den lentenl sonder vertrecken alsoe langhe als si levet, met sulken voirwairden: wair dat wi of onse nacomelinghe dese voirghenoemde jair renten losseden jeghens desen kindere voirscreven als hoir brief houd dien si van ons hebben, soe wair dese lijftocht quite, mair dat goed jof dat erve dair dat ghelt ane beleyt worde dair wi diem renten mede ghelosset hadden, souden wi of onse nacomelinghe dan verlien der voirghenoemder veren Jutten toit hoirre rechter lijftocht vrylike te ghebruken alsoe langhe als si levede.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe op sente Laurens avond annon XXXIIoo.