ZH 420
1332 augustus 13
Dordrecht
Graaf Willem III verklaart dat Jacob van Buren ten overstaan van hem met edele lieden heeft aangetoond dat hij en zijn broers welgeboren zijn en geen schot hoeven te betalen, en verklaart hen en hun goederen vrij.
A: AGH 290 (klein register Zuidholland), f. 75v, nr. 415 (primaire registratie).
B: AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 59r, nr. 411 (na 1336 sept. 21-wrs. vóór ca. 1340 mrt., naar A).
Opschrift:
Jacob van Buyeren.
Het begin van de tekst is doorgestreept.
Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 209.
Wi Willema grave etc. maken cond etc. dat Jacob van Buren voir ons wair ghemaect heeft met edelen luden dat hi ende sine broeders van sijns vaders weghen welgheboren lude sien, ende b gheen scot sculdich en sienc noch bede van rechte; ende omme dat wi dit over waird houden zoe willen wi dat si ende hoir goed vry sien, zoe wair dat gheleghen es.
In orkonde etc. Ghegheven toit Dordrechte des donresdaghes na sente Laurens dach int jair ons Heren M CCC XXXIIo.
a
Will. A; Willaem B.
–
b
hier en B.
–
c
en sien A; en ontbr. B.
–
d
de laatste letter gecorrigeerd A.
–
e
Dordr. A.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Jacob van Buren, welgeborene
Trefwoorden: