[leeg]
[kaft]
[kaft]
[kaft]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[titelblad van de Amsterdamsche Kantooralmanak voor het jaar 1837]
[leeg]
[leeg]
[gedrukte kalender van januari 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over januari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over januari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over januari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van den inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over januari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van februari 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over februari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over februari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over februari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over februari 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van maart 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over maart 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen van maart 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over maart 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over maart 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van april 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over april 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over april 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over april 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over april 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van mei 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over mei 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over mei 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over mei 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over mei 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over mei 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[gedrukte kalender van juni 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juni 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juni 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juni 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juni 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van juli 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juli 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juli 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juli 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over juli 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van augustus 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over augustus 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over augustus 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over augustus 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de hiernavolgende aantekeningen over augustus 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van september 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de aantekeningen over september 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over september 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over september 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[leeg]
[gedrukte kalender van oktober 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de aantekeningen over oktober 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over oktober 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over oktober 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over oktober 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van november 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de aantekeningen over november 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over november 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over november 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over november 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[gedrukte kalender van december 1837 uit de Amsterdamsche Kantooralmanak]
[inhoudsopgave van de aantekeningen over december 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over december 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[vervolg van de inhoudsopgave van de aantekeningen over december 1837; niet afgeschreven, zie afbeelding]
[leeg]
[leeg]
[geen pagina]
[tussenblad van de fotograaf van het archief: "Niet opgenomen"]
[leeg]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[gedrukte gegevens uit de Amsterdamsche Kantooralmanak 1837]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[kaft]
[kaft]
[kaft]
[kaft]
[leeg]
1837
Jany 1 Z N J dag.
ving aan kalm, maar voor mij bezwaarlijk door de roos, die mij te huis hield. Ik was wel eenigzints gevoelig, maar niet levendig. Regt hartelijk was de brief van Goudswaard. Het stormde nieuwjaar bezoeken. Met weinigen ging het diep. Kaatje sprak mij te hoog en ontmoedigend. Met de kinderen was alles regt wel.
Jan 2 M. Br. Merle [Merle d'Aubigné], Trui Bekker bij ons. Gerrit na Gijsbregt.
Voortgang van het te huis blijven. Van der Niepoort schijnt mij opmerkzaam te zijn. Tegen den eeten kwam onze goede Geertrui Bekker. Zij bleef bij ons tot 's avonds. Ik verplaatste mij in de herinneringen mijner kindscheid en gaf er mij over. Merle schrijft allerliefst. De kinderen hebben brieven van zijne vrouw. Dat Christendom van die menschen wordt gedreven door den adem der liefde. Dat vindt men hier toch minder. DC [Da Costa] V Eik, Jufv V d H [Van der Houven] schrijven allerhartelijkst. Gerrit is na den Gijsbregt. Sints jaren was het hem beloofd. Ik mogt het hem nu niet weigeren, daar over zoo weinig tijd hij de vrijheid zal hebben alles te doen. God leidt dat kind op zijne wijze. Hij zij hem genadig, hem en ons allen. H zendt weder met hartelijkheid het geld voor d C. Ik hoop dat die lieve broeder het aan zal nemen.
Jan 3. D Bezoek Laatsman
Wat zal ik nu van dezen dag zeggen. Alles ligt mij zwaar op het hart. Met de werkzaamheden ging het nog al goed; toen kwam er veel drukte en daar was Laatsman. Mijn hart sprong hem te gemoet, ik was innig verheugd hem te zien. Eerst liep het ook regt goed, doch toen wierd hij dor voor zich zelven, en konde mij niets geven. Alles beweegt zich om mij heen in een kring
van huiselijke, finantieele maatschappelijke Orde, doch ik zou meer verlangen en wie zal het mij geven. De Heere zij ons nabij. Hij ontrukt ons aan die aardsche zekerheid, waarop wij zoo gaarne steunen. De Heere volbrenge zijn werk in ons!
DC [Da Costa] heeft met opgeruimdheid het geld aangenomen, dat mij zeer verheugde.
Een brief van Van Hall is treurig. Alles valt op hem aan. Juridicq moet hij alle verdedigen, allen redres verschaffen en hij ziet het nutteloos in. Neen er is toch veel in die scheiding dat ik niet verteeren kan en in den brief van Van Hall wet oordeel en toch eigentlijk geen volheid des Euangelies.
De dag is somber. De Heere zij nabij.
Jan 4/ 6 W D V
Zonder bijzondere opwekking, ontving ik toch eene stille ondersteuning in veel opzicht, kleine bezigheden meer en min belangrijk, nu en dan bezoek, nazien van vele zaken. De Giro mogt ik nu ook weder eens bij de hand nemen, en ik zie nu helderder door die dikke portefeuille heen.
Van Laatsm. [Laatsman] hoorde ik verder niet veel. Woensd avond was het bij Thijs weder zeer druk. Heden avond komt de geheele famille bij Hy [Henry]. Ik zoude geen moed hebben gehad om die vereeniging bij te woonen. Geve de Heere maar voor mij zelve in stilte om hem te kennen, en hem aantehangen. Alles blijft stil; opmerkelijk zijn de bewaringen die wij als Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] ondervinden. Heere! doe ons alles uit uwe hand ontvangen!
Zat 7 Jany. N S bij mij Patheismus
De St. bij mij. Wij behoeven echter tegenwoordig niet veel bij elkander te zijn. Het gaat beter om niet te veel te spreken. DC [DaCosta] vreest altijd dat ik tegen de rigting der Scheiding in te veel ben ingenomen. Hij was lief gestemd, maar toch hadden wij niet veel stof tot spreken.
'S avonds las ik in de K Z het pantheistische Trifolium dat mij nog al nedersloeg. Hoe is het mooglijk bij zulk een Duivelsch stelsel zoo veel poezij en zelfs een soort van vroomheid te verbinden. Ik was gedrukt en vermoeid. Toen kwam St.[Steven] met wie wij nog al openhartig spraken. Mijn stemming was zeer tegen de Redensche kring en ik wond mijzelve op. Hen te vragen, daaraan was niet te denken, en ziet juist werden wij bij H. C West [Westendorp] gevraagd.
Zond 8 Jany Bezoeken. Besteeding v de Zondag.
'S ochtends aan mijne kinderen zoo veel uitgelegd als ik kon van de Schrift; met mijne Vrouw een preek gelezen, en regt wel gestemd geweest. Ik deed een bezoek bij Hy [Henry] & was het daar minder; ik kon niet verdragen dat hij nog op de hoogte van 1833 stond, aan Ln. [Laatsman] wilde vragen welke boeken hij goed vond &C.
Barbe schrijft gedrukt maar innig, waarlijk als een gelovig man.
'S avonds wierd ik meer opgewekt. Het lezen uit Stillings leven met de jongens deed mij goed. Ik stortte mijn hart nog al uit in een stuk over 1836. Toen aan Bilderdijks brieven die mij toch altijd eene zalving overlaten.
Maand 9 Jan Avond met Ds Laatsman bij H C West. [Westendorp]
Zeer zag ik tegen dien avond op en toch het ging goed. Laatsm. zat daar zoo open zoo eenvoudig, men kan toch zien dat het hem om de waarheid te doen is. Het is nu niet meer dat wilde grijpen van het borgtogtelijke zoo als voor weinige Jaren maar het is wel degelijk de Christus die in ons geboren wordt, en het leven des geloofs. Dat beschreef hij
zoo duidelijk, en zoo als het waarachtig is. Slechts een paradoxaal klinkende uitdrukking hoorde ik dien avond uit zijne mond. De preek was wel niet zoo bijzonder treffend, doch stichtte mij liefelijk. Mijn gehele hart was omgezet, ik schaamde mij, en gevoelde mij aan Laatsm. [Laatsman] verbonden. Aangenaam was het mij eens weder naast Alex [Alexandrine van Boetzelaer] te zitten. Ik improviseerde nog hartelijk over Laats. Caroline had het ook goed gedaan. Ik zag dat ik in de laatste dagen vele dwaasheden had gezegd. Och Heere doe mij waarlijk het leven aan mijn harte ondervinden!
Dingsd 10 Mt
Ik ben nog wat vermoeid van gisteren. Ik deed eigentlijk te veel, doch mogt het gezelschap niet verlaten.
Reis V d H [Van der Houven]
V d H is nu na de Haag. Wat zal dit worden. Er is dunkt mij meer stilte bij mij, en toch ik vertrouw mij zelve niet!
Des avonds druk aan de Stemmen en nog een terugzigt op 1836 tot stand gebragt.
Woensd 11 M Afscheid van Laatsman.
Afscheid bij Laatsm. genomen. Hij was aller innigst en teder gestemd. Alles wat hij zeide was mij waarheid. Ik was er diep door getroffen. Heerlijk sprak hij van de vruchten des geloofs van den ernt des levens. Ik mogt de Zondigheid van mijne oordelen ontrent hem erkennen. Hoe gaarne had ik gewenscht dat d C [da Costa] hem nu eens gehoord had.
'S avonds viel het mij nu wat af bij Koenen. Ik was vermoeid. De vorm kwam mij stijf voor, en zelfs aan het gebed waarmede d C den avond besloot, had ik niet veel.
Zond 12 Jan Rhedensche rigting
Een stille dag. Ik gevoelde nog veel liefde voor de Vrienden v Laatsman, zocht er dezen
en gene van op. Thijs sprak ook regt lief. Dat had onze d C [da Costa] eens moeten horen zeide hij. En toch de Heer wilde het niet dat zij dit maal bij elkander kwamen. Laatsm. [Laatsman] was geheel afkeerig van twisten, maar zeer dringende op het eene nodige. Ik voelde mijne gehele betrekking met de Redensche Vrienden weder verfrischt.
Voorlopige tijding had ik van V d H [Van der Houven] waaruit ik kon opmaken dat hij bleef.
Vrijd 13 Jan Rapport van V d H
Van ogtend na het ligchaam nog al gedrukt. Bij het Rapport van V d H was er nog al strijd bij mij. Blijkbaar wierd ik voor niets geacht aan het hof, ja men was zelfs tegen mij. Daarbij de onverzadelijkheid der regering het onbillijke der beoordeling dat alles hinderde mij. En echter geloof ik dat zoo als het is, het een grote zegen en Genade van God is. Moet ik ooit President worden, het zal ook weder door een wonder des Heeren, en tegen verwachting aan gaan. Heere doe mij alleen op u zien. Dat V d H in deze omstandigheden aan blijft, is zeker het gelukkigste dat mij gebeuren kan.
In de brieven v Bilderdijk kwam weder eene moeilijke questie. Alles heeft doch zijne strijd.
Zat 14 Jany. Vis. aan d C op zijn Verj.
Het was de Verjaardag van d C. Een gewigtige dag voor ons beiden. Met Caroline reed ik derwaarts. DC was in eene regt lieve stemming ik kon hem openhartig spreken ook over alles wat ik bij den omgang met Laatsm. ondervond. Heikes [Heykens] was er ook. De goede man wordt oud. Regt deelnemend was hij nog. DC gevoelt meer vreugde als huisvader dan voorheen. Onze harten waren vereenigd.
Boek Geibel over Luth en Ger.
'S avonds las ik het boek van Geibel over het onderscheid tusschen de Luthersche en
Gereformeerde Kerken. Ik vond er vele historische bijzonderheden in, ook vele oplossingen wegens mij zelve. Ik zag dat ik eigentlijk niet tot de Gereformeerde opwekking uitsluitend behoorde, en dat daarin de grond lag, waarom wij ons niet aan de Scheiding konden aansluiten.
Zondag 15 Jan Mijn Verjaardag.
Een gewigtige dag. Om twaalf uur was ik alleen. Ook was ik alleen des ochtends eer de kinderen binnen kwamen, en die gehele toekomst der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] drukte mij op het hart. Daar kwamen de kinderen binnen. Het was mij treffend, vooral het versje van Steph was mij regt aandoenlijk.
Preek Huet.
Wij gingen nog na Huet. In de preek over de wet, kwam nog wel veel dat niet diep genoeg ging, maar op het laatst van de verkondiging van de regtvaardigheid door het geloove toch regt goed, en er was, ook in het Nagebed een getuigenis dat mij tot de ziele ging. In het terugkomen nog eenige woorden met Mo [Margo] gesproken, die zich echter niet over gaf aan haar gevoel, en zich aan de preek vast bleef klampen.
Felicitatie
Op de felicitatie had ik gedacht veel te zullen zeggen, maar alles bleef bij het oude. Mess. [Messchert] was levendiger over de preek dan ik hem bijna ooit zag. De brieven v Goudsw [Goudswaard] & Campb [Campbell], het aandenken van Ba [Bosscha] waren mij genoeglijk. Daar kwam ook de kruier van d C [da Costa] nog met de drie deelen van Southey en een allerhartelijkst briefje aansleepen.
Liefelijke avond Br Bähler
Ik was vermoeid. 'S avonds kwamen Th & M [Thijs & Mie] Hy & M [Henry & Mimi], S & Ch. [Steven & Charlotte]. De Heere gaf een zegen, een stil zijn. Vooral werden wij innig getroffen bij het lezen van den brief van Bähler
aan d C [da Costa]. O hoe wonderbaar heeft God dezen geleid. Zijn uitgaan was eene dwaasheid! En ziet des Heeren wijsheid is daar. En nu ligt voor hem studie, de school van Geneve, ordening prediking. De Heere zal toonen of het een plan van Bähler of het een plan van den Heere is, maar het inzien daarin is treffend. Wij waren alle diep aangedaan.
Ik mogt bidden in verruimdheid des harten. Wij lazen 1 Pet 1 & hadden het goed. Aan tafel was het weder levendig op eene andere wijze door het bijzijn der kinderen. Maar toch de dag was een dag van zegen.
Maand. 16 Jany
Onze Bähler schreef regt hartelijk, ook Betsy. Het kind moet zeer voordelig zijn.
Dood zuster v Laatsman
Laatsm. vertrok van hier na Rott. waar zijne zuster gevaarlijk ziek lag aan de teering. Hij sprak krachtig met haar en hoorde uit haren mond de belijdenis dat zij in Christus alleen haar vertrouwen stelde! Met een verruimd hart verliet hij haar, en ziet den volgenden dag geheel onverwacht, was zij ontslapen.
Bureau.
Aan het bureau getobd met het grote bericht waarin ik dit jaar weinig lust heb, daar het in het verleden Jaar het begin der misverstanden was. Ook aan de besch. der tijden begonnen. Niets ging regt vooruit.
Dingsd 17 Jany Kamerling
'S ochtends Kamerling, die regt goed sprak en eenen moeilijken weg heeft in alle opzigten. De zedeloosheid aan de Helder moet groot zijn; de misverstanden onder de gelovigen talrijk. Met Bausum [Van Bausum] had hij nog beter dan met Sames zich kunnen verstaan.
Dorus Smit
Dorus Smit gaat met de tering op het lijf naar Liefkenshoek. Ik geloof dat hij in zijne eenvoudigheid den Heere gevonden heeft.
Vis. Maria W. [Westendorp] Terugslag Rheed. rigting.
Opmerkelijk was het gesprek weder met Maria Westd. mijne lieve zuster met wie ik
mij nu weder zoo innig vereenigd gevoel.
Ik had al het licht en de rozen van de Reedensche rigting gevoeld en gezien; en nu kwam weder de waarschuwing. Ik hoorde van gesprekken onder de Vrienden gevoerd, die mij niet bevielen. Het is een speculeeren over de waarheden, die men afzonderlijk behandelt en waardoor men tot Mysticismus komt. Neen, wij hebben niet met Christus geleden op Golgotha. Er is gene mate des lijdens die wij te vervullen hebben. De intensiteit van ons Zonde gevoel is eene gave Gods maar geen stand of gevoel is nodig even min als eenig werk. Alles is volbragt. Ieder der Vrienden brengt zijnen subjective toestand in de waarheden over. Hoe moeilijk is het door Genade zalig te worden. Ik moest het aan d C [da Costa] mededeelen, gelijk ik hem mijn volle medegaan gemeld had. Ook is het mij opmerkelijk hoe telkens die zelfde leiding op verschillende oogenblikken terugkeert, zoo met hem als met de scheidende. Vereeniging in Christus, en toch geene ineensmelting.
familledag bij de br & Z. Mounier, Klijn, de Vries
'S avonds familledag. Het was mij opmerkelijk dat Mounier uitvoerig tegen de slechte lectuur gehandeld had en ook Schiller, Goethe & Byron niet gespaard had. Er moet toch een levensbeginsel bij hem zijn. Wonderlijk dat een oude Heer H H Klijn ook tegen Py [Pauly] gezegd had dat er een duivelsche geest heerschte in dat stuk over de Huguenoten van Meyerbeer waarin d C & ik het Pantheismus vonden. Py's gevoelen over J. de Vries stemde volkomen overeen met het geen bij ons het Resultaat van de wrijvingen over de brieven v Bilderdijk was.
H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
De wereld spreekt veel over de failliten, is treurig dat alles slecht gaat, en verhaalt allerhande praatjes over de Mij. Men zegt nu dat wij onzen naam zouden leenen aan eene leening van het Gouvt. Het publiek raadt toch altoos wat. Goed dat het publiek niet alles weet, schoon wij, dunkt mij, voor ons zelve het Proces Verbaal dier Vergadering wel zouden kunnen doen drukken.
Pauline
Met Pauline gesproken, die bij de gespekken van Laatsm [Laatsman] toch nog altoos eene stuiting ondervond.
Ricardo
DC [Da Costa] zend een brief van zijn Neef Ricardo waarin eenig leven schijnt te zijn, en dien hij nu misschien aan Laats recommandeeren zal.
Woensdag 18 Jan Br Merckens
Een brief van Merckens. Zijne vrouw beviel. Veel regt goeds is er in zijn brief, maar steeds dat uit en in waardoor men met de eene volzin genade in alles erkent, met de andere die in alles weder verwerpt.
Diner Kooy Imp Parel
Ik was vermoeid, zag tegen het Diner op. De ochtenden waren vrij stil. ik kon veel correspondeeren ook aan de Stemmen daar werken, 't geen zeker in geen Jaar geschied was.
Nu kwam het grote Diner na vrij lang wachten. Het waren de gasten van een Jaar geleden. Ds Smit [Kortenhoef Smith] gaf mij een groten weerzin. Het is als of een Dominé thans minder geestelijk dan ieder ander mensch moet zijn, want waarlijk Mevr Kooy kwam er frisch voor uit voor 't geen zij dacht, en dat stond toch vrij wat nader dan voor een Jaar. Met Nancy v. d H [Van der Houven] gevoelde ik mij nu meer vereenigd. Wonderlijk is het geen zij mij vertelt van Doortje hoe deze zulk een strijd heeft wegens dat zwijgen, en hoe het haar onmooglijk is te spreeken. Het improviseeren was een zware Zaak doch de parel gaf mij nog al gelegenheid met het eenige nodige te sluiten.
V d Hoeven [Des Amorie van der Hoeven]
Veel wordt er over het hertrouwen van Van der Hoeven gesproken. Wonderlijk is de val van dien man sedert eenige weken in de publieke opinie. Eerst door het Declamatorium nu door den opschik zijner aanstaande Vrouw. Dat geeft aanleiding veel over tweede huwelijken te spreeken.
Mnemotechnic
Ook over de Mnemotechnic van den Heer de Monthry zegt men veel. Het is Aimé Paris met een kleine wijziging. Diegenen die nu deel aan het onderwijs nemen, zullen naderhand ondervinden dat zij er niet zeer verre mede gekomen zijn.
Kooy
Bij Kooy is alles steeds toenemende en les vous en les tu werden toepasselijk.
Spengler
Spengler was vrij koel dat echter geloof ik meer in zijn Character ligt. Wij zijn den Cyclus van Bataviasche bijzonderheden, nu al meer doorgegaan.
Dond. 19 Jany Br v V Hall
Brief v V Hall. Ik zag op tegen de opening vrezende nieuwen strijd en golving, maar het was eene beproeving, want mijn hart ging open toen ik die las. Ik zag dat God hem leerde, dat wij op denzelfde weg waren, en mogt ook met vrijheid, mijn hart aan hem uitstorten.
Kam [Kamerling] & Mess [Messchert] Br. v Wiselius aan Mess
Kamerling zat bij mij. Mess kwam en sprak zeer levendig. Met verwondering hadden wij steeds die brieven gelezen waarin Bild. Wiselius zeer krachtig aanspreekt. Kan hij dat laten drukken? Of is hij zoo verhard dat hij er gantsch zich boven stelt, en de paradoxen van Bild. eens wil laten zien. Nu zond Mess. een proefblad van die gewigtige brieven, en het antwoord was treffend, het verzoek van eene noot waarbij eerbied en instemming met deze verklaringen van
Bilderdijk uitgedrukt wordt. Dit te vergelijken met de Vr. die schijnbaar zoo veel meer nabij stond, was mij zeer treffend. De vrijmagt Gods stond daar in practijk voor mijne oogen, en wij hadden het wel te zamen.
Vis bij G. Schluiter
'S avonds bij Gosch Schluiter. Ik verheugde mij hem wel te zien, en te horen spreken van de zegeningen die hij ook in zijne zoo pijnlijke ziekte had ondervonden. Veel goeds verhaalde hij mij van zijn geliefde zwager Wop en van Bocke die hem preken was komen voorlezen, in welke toch een geheel andere geest dan voorheen, moet heerschen. Men zegt ook reeds in de Gemeente dat beide den weg van ter Borg opgaan. Als ik de menschen gemoedelijk zie, kan ik moeilijk doordringen. Wij herinnerden ons veel van dezen zomer het gedrag en de houding van V d H [Des Amorie van der Hoeven] waarin het declamatorium en het hertrouwen als in embryo lag, en dan het ontbijt aan het Jagthuis, alwaar den vorigen dag bij de Princes Stephanie fête champêtre geweest was, en waar wij nog een stuk hadden van de taart, waarvan misschien de jonge Napoleon, het overige gedeelte had helpen consumeeren. Ik voel een band met Gosch.
Vrijd. 20 Jany Terugzigt
Zoo zit ik dan weder rustig neder, en mogt de gebeurtenissen dezer dagen hartelijk aantekenen. Zie heden den brief van Koenen over den Scheiding, nog al caracteristicq. Ik had behoefte om eens rustig te zijn. Mogt de Heere zijne Genade maar levendig maken aan mijne ziele, dan toch hebben wij niets te wenschen. Hij zij nabij, hij die in deze laatste weken veel te overdenken, veel te behartigen gaf.
H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Gisteren sprak men braaf over de H Mij., liet haar negotieeren en drukte de aandelen tot 80 pc
Br v Rheden
Thijs [Westendorp] had heerlijke brieven van Rheeden. Laatsm [Laatsman] moet nog al veel moeielijkheden met zijn famille.
Sames te Cowes.
Sames moet op het vaste land te Cowes gepredikt hebben. De Hollandsche Kapiteins zijn er geweest met hun volk, maar hebben zeer over het triviale zijner voorstelling geklaagd. Dit was tot in de 1e afdeling gedrongen.
Mess [Messchert] & Huet
Mess heeft innig met Huet gesproken, en was over dit gesprek bijzonder te vreden.
Zaak d Gescheidenen
Zie in de brief van Van Hall het bericht wegens de voortdurende vervolging en het besluit van Scholte om zijn dominees gewaad af te leggen.
Men zegt dat de Gescheidenen hier, nu Scholte bedankt heeft, de Cock beroepen zullen. Zij zouden ook een adres hebben ondertekend dat zij zich nu niet langer aan de bepalingen kunnen houden, en doop en avondmaal moeten waarnemen, doch dit is toch niet tot stand gekomen.
Zat 21 Jany Br Kempe over de zaak v mev Sch [Schoch, Schimmelpenninck, mi: nee]
Br v Kempe, niet gunstig over de zaak van Mevr. Sch En toch kan hij geheel verkeerd zien. Wonderlijk dat ik een dag daarop een brief v Mevr Sch ontvange, die nog niet verder is. Moeilijk is deze zaak.
Zaak der Ridder-Orde
Nog al zeer openhartig in de Verg gesproken en door een uitval van V d H [Van der Houven] bespeurd dat ik wezentlijk voor de decoratie ben voorgedragen geworden, doch dat de Koning daarop niet gereflecteerd heeft. Het is een licht in mijne positie. Mogt het mij door Genade een oorzaak des innigen danks zijn, dat ik dezelve tot nu toe niet ontving.
Togt na d C [da Costa]
Midden door allermoeilijkste straten, waar sneeuw nu zeer hoog lag, tot modder
overging na d C [da Costa] waar ook Koenen kwam.
Verg N S Feb Lectuur boek Geibel
Beide hadden het boekje van Geibel reeds gedeeltelijk met grote toestemming gelezen en het hoogst merkwaardig gevonden. Er waren zoo vele opmerkingen in, die wij vroeger ook reeds maakten. De Hollandsche Geref Kerk heeft hij niet begrepen, en dit was natuurlijk want het beginsel der herv. Kerk heeft op den hollandsche grond door hetgeen daar reeds aanwezig was, eene modificatie ondervonden.
Waarheid in liefde Nieuw Journaal
DaC. antwoordde nog met een woord aan dien den spottenden toon der Godij bijdr en bedacht ook het groninger tijdschrift Waarheid in liefde. Als Ariaansch, als verwerpende het O T moest hij het bestraffen en toch er blonk een zeker onbestemd gevoel in door van de persoon van Christus.
Over de Stemmen spraken wij kort. Koenen had vele stukken die hij behandelen wilde. Zijn gebed was innig. God werkt in hem, ofschoon er uiterlijk weinig van blijkt.
Gesp met d C mijn toestd Rhedensch
Genoeglijk gesprek met d C over mijn toestand in de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]. Zijn deelneming. Gij zijt voor den Prins van Oranje ter zijner tijd is zijn antwd.
Pantheismus Hengst. [Hengstenberg] Pentateuch
Veel over de redensche stemming, al mijn wedervaren verhaald Eenstemmigheid in de hoofdzaak, tegenstand tegen al die fijnigheden, die uitziftingen. Belangrijk over het Pantheismus. Ik wist dat er een Atheist en een Deist in mij was, maar sedert ik die stukken van Hengstenberg las zie ik dat er ook een Pantheist in mij zij. Hij had van Nancy den Pentateuch van Hengstenberg ontvangen, en las dit werk met het grootste genoegen. Zijn achting voor H. Het boek van dezen over Daniel had hem eene ruste gegeven in zijn leven. Hij had altijd gedacht dat de vijanden wonderen wisten intebrengen tegen de
waarheid omdat er zoo veel ophef van wierd gemaakt. Ranké 's Pentateuch vond hij veel oppervlakkiger. Denkbeeld v. Hengstenberg dat men den Pentateuch als een heilig boek moet erkennen om het als een echt boek te kunnen erkennen. Genoeglijk middagmaal. De kinderen veel zoeter en rustiger. DC [Da Costa] over zijne onderwijzer
Historisch Geloof
Lomans zeer te vreden. Vreugde bij V Lennep (den Prof) over de gronden van de waarheid der Schrift hem door d C gesuppediteerd. Geoordeeld dat dit onderscheid bij de Geref. tusschen[onl]ssch historisch en zaligmakend geloof veel vooroordelen bevat dat er ook een historisch geloof met leven is, dat alles aankomt op het onderscheid tusschen leven en dood.
Doop Bousq [Bousquet] & Secr. [Secrétan]
Br v Bousquet over zijne questien met Secrétan. Deze begrijpt dat men ook de doop aan kinderen bv Vondelingen doen kan waarvan men de ouders niet kent. B wil alleen de kinderen der Gelovigen doopen. Sec zegt l'Eglise sanctifie ces enfans, ook dat de doop de erfzonde wegneemt. B zegt dat de denkbeelden van de Eglise van Sec Roomsch zijn. Koen [Koenen] zegt dat ontrent de Sacramenten niemand hem bevalt. D C [Da Costa] houdt ook wat er gebeurt voor onverklaarbaar, en dit zeer krachtig tegen de formulieren sprekende. Eigentlijk positief met texten de kinderdoop te bewijzen is niet mogelijk zegt hij. En toch de kinderdoop is het bewijs dat God een God in geslachten is.
Historie
Aanmaning die wij elkander doen, om het historische niet uit het oog te verliezen. Groot is het getuigenis van God in het zelve. Een krachtig wapen is het tegen het Pantheismus. Veel nog over huisselijke en vriendschappelijke betrekkingen gesproken.
Conf br van Bilderdijk. Wiselius
'S av kwam Mess [Messchert] en wij zagen nog een paar portefeuilles van Bilderdijk na. Wiselius heeft nu de bladen die M zond, met de noot volledig goedgekeurd. Wonderlijk hoe de eene brief de andere opheldert.
Br aan Van Koten.
Naauw was die zaak met Wis. in ordre of er komt Mess. [Messchert] weder een brief in handen van Bild aan Van Kooten, allerbelangrijkst over den klemtoon der vreemde woorden in onze taal, waarin hij zeer sterk tegen Wis. uitvaart. Dit konden wij nu hoegenaamd niet plaatsen. En zoo moet men dikwijls veel belangrijkst opofferen.
1. De Kooplieden 2 het boven zedelijke 3 de Drieeenheid
Onder de gewigtige stukken van deze avond behoorde 1/ een gezegde v Bild. dat kooplieden en spelers van professie geen Christendom hebben verstaat zich vanzelve. 2/ een brief over den brief van Jacob aan Ezau waarin hij zegt dat er daden Gods zijn die boven de gewone zedewet liggen, doch dat men dit onderwerp dat velen tot misdaden en afwijkingen bragt, eigentlijk niet voor het publiek moet aanroeren. 3/ Bespiegeling over de openbaring in de verschillende bedeelingen waaromtrent hij ook zegt Houdt dit voor u op dat men niet aan een Tritheismus denke. Nu begrepen wij het 1e als eene injurie tegen eenen stand niet te mogen behouden het 2 konden wij met volle vrijheid behouden als zijnde juist thans alle deze questien geroerd geworden. 3/ dit lieten wij weg daar het een Speculatie een soort van hypothese is. Het eerste Christelijk drukwerkje van d C [Da Costa] Aan alle Christenen kwam hier ook weder te pas.
Passerino
Zijn vertaling van den Passerino is gedrukt maar niemand weet waar. Veel ontwikkeling kan er nog niet uit die brieven van Bild. geboren worden. Mess. hoopt het 2e deel
tegen 1 feb het derde tegen April uittegeven.
Oordeel Mess [Messchert] Vrijdags Coll.
Met Mess. keer ik terug. Hij verhaalde mij dat het College v Vrijdag zwak geweest was. Hij had veel voorgelezen over de Invocatie sommige derzelve in blank verse vertaald, doch het geheel was niet zeer overdacht geweest. Ik ben altijd bevreesd geweest, dat als het op het gedicht zelve aankwam DC. [da Costa] niet genoeg het schitterende van zijne Introductie zal staande houden. Ik geloof niet dat hij genoeg in het gedicht zelve in getreden is, en het is te benaauwd, wanneer hij bijv. Vrijdags ochtends nog geen pen op het papier gehad heeft.
Coll Geschs
Zijn Donderdags Collegie moet nog al zeer afnemen, en dat wel ten gevolge van den Vrijdag. Deze week had hij er niets voor gewerkt en had zich bepaald, bij het lezen van Van Kampen met commentarien, dat volgens Mess niet zeer opwekkelijk was geweest. Hij behandelt nu het leven van Willem 3.
Rhedensche rigting
Mess, hoe innig met de Rheders in Christus, vereenigd gevoelt echter even als ik. Er ligt een adder, er is iets waarvan zij zich zelve niet bewust zijn.
Avondmaal voor Laatsm [Laatsman] Br Van Rossum
Laatsman moet bij het laatste avondmaal niet op de plaats van den Leeraar zijn gaan zitten, maar aan het einde der tafel en pratende. Van zijnen zwager van Rossum had hij eenen regt gemoedelijken brief. Deze man prekende in duisterheid en onzamenhang zoo als hij dacht. En toch deze preeken waren gezegend.
Mess & Huet.
Allertederst sprak Mess. over zijn onderhoud met Huet, die hem zijnen geheelen strijd had medegedeeld met grote vrijmoedigheid. De beloften Gods zijn onwankelbaar.
Bezoek Beets bij D C [Da Costa] Systema van Hamaker over de taal
Da C verhaalde mij ook van het bezoek van Beets, de dichter, die in een der vorige weeken bij hem was geweest, nadat hij juist voorleden Jaar hospiteerende op zijn taal Collegie juist van DC wien zulks niet bewust was, een zware uitval op Byron had gehoord. B was wat van der Palmiaansch, maar echter geenszints vijandig! Hij had ook zeide hij zich verwondert dat Hamaker na dat hij alle de talen tot twee of drie gebragt had, die twee of drie niet tot één kon brengen, maar hij scheen te denken dat er een taal van vocalen, een van medeklinkers bestaan hebbe, en maakt daarom vele medeklinkers tot vocalen. DC had reeds erg opgevat wanneer hij bij zijn vaststellen van twee taal systemas, zich over den oorsprong van het Perzisch niet uit wil laten, en dies over de waarheid heenspringt dat het Perzische de overgang tusschen beide taal systema's uitmaakt.
Oordeel der Gescheidene over Scholte.
Mess. [Messchert] verhaalde dat zijn Zwanenburg in het geheel niet te vreden was dat Scholte zijn steek had afgelegd. Hij scheen daarin eene toenadering tot de wereld te zien. Ja, zeide hij de Kandelaar zal weggenomen worden. Ook die beschuldiging scheen tegen Scholte te bestaan, dat hij een paard en Char had genomen.
Brand bij Prev [Prévinaire]
De Heere bewaarde mij & geleidde mij, door de indedaad moeilijke straten weder terug. Ik vernam dat bij Prev een twede brand had plaats gehad, die echter van weinig belang schijnt geweest te zijn. Die zaak der Industrie schijnt echt van alle kanten nog al bestreden te worden. In dit en in alles zij ons de Heere nabij.
Zondag Jany 22 Krum El & Ob. [Krummacher Elias & Obadja]
'S ochtends niet zonder zegen Elias & Obadja gelezen voor de mijnen. Het was de eerste preek die ik ooit van Krum las. Het was op een avond met Spies. Toen zag ik alleen de ontdekking maar nu hoe heerlijk het leven des Geloofs het hij moet wassen en ik minder worden, daar voorgesteld wordt.
Doop van Caroline Wilhelmina de Clercq
'S midd reden wij door ontzettend morsige straten na de fransche Kerk met St [Steven] & Charl [Charlotte]. Wij waren er vroeg. Zoodra ik de text 1 Joh 3 v 2/3 hoorde vreesde ik al, en waarlijk het was nog al zeer verwarrende den mensch aan het werk gesteld en overal de paarden agter den wagen. Het vermoeide mij. De doop was mij aandoenlijk! Ik gevoelde het plegtige der woorden van de instelling. Ik gevoelde betrekking op het kindje, en eene bevestiging van mijnen weg dat God mij daar nog liet.
Av bij S d C. [Steven de Clercq]
'S avonds bij Steven. Ik was wat vermoeid. Thijs was onder de impressie van Kohlb. [Kohlbrugge], die bij hem gegeten had. Genoeglijk was echter het gesprek voor den eeten en eenstemmig, doch niet levendig dewijl niemand regt uit kwam. Op het Souper verflaauwde het wat, Steven had geen roeping om de teugels in handen te nemen, en ik kwam zowat in allerlei gesprekken die niet veel om het lijf hadden.
Jan 23 Mg
Groot Rappt Goudz [Goudswaard]
Ik had mij zelve van het grote Rapport willen afmaken, doch gevoelde nu dat ik er in moest, hoewel ik er weinig lust in had en mijn ligchaam zwak voelde. Ik gaf dan toch de eerste seance.
Met Gouds die jarig was een regt goed oogenblik. Treffend sprak hij over de Godheid v Christus, die hem sterk tegengesproken was den vorige dag door een jong man discipel v Boeke die zeide Goddelijkheid kon hij begrijpen, niet Godheid.
Vaillant
'S av. wachtte ik Kohlb. De Heer Vaillant kwam bedanken voor zijn Zoon bij de H M [Nederlandsche Handel-Maatschappij] geplaatst en scheen te vinden dat de Mij hare vleugels nog al uitbreidde.
Dingsd 24 Jany Br. Spoerlein Pr v Or Br Gevers
Twee brieven troffen mij. Eene van Gevers, die mij een gift voor Geneve zond die vrij belangrijk is; ene v Spoerlein, die een vers der Orangisten op de Prins v Oranje behelzen, dat mij bijzonder trof, en aan het hart gebragt werd. Het is als eene voorafschaduwing van het geen gebeuren moet uit de hand van den vijand! Dans les Nassau vit l'avenir du monde. Ik schrijf aan d C [da Costa] wat beduidt dit. Het antwoord is de getrouwheid Gods in geslachten (Zie br dC 26 Jany.[)]
Vis H F Kohlbrugge
Vis. Kohlb. Ik was tot hem getrokken. Hij sprak nog al veel doch in raadsels en beelden. Hoe hij het meende was dikwijls moeilijk. 'T geen hij echter zeide was zuiver, even als in 1833 te Elberfd. 'T geen hij over de verdrukkingen Christi zeide was regt goed. Over de gescheidene bevalt hij mij minder. Hij maait alles weg, ziet overal het verderf alleen, niet de vernieuwende hand Gods in al de Kerkvaders alleen monnik geest en al de schrijvens na het Synode Pelagianismus. Ik gaf te veel toe. Als mensch was hij hartelijk. Geestelijk staat hij toch zeer hoog. Open, dunkt mij namen wij afscheid. Naderhand was mij zijne komst gewigtig. Zij had echter weinig balsem in mij overgelaten, doch door zijne vorm die afstotend is heen gevoelde ik toch een band. De staat van zaken echter met da Costa moest innerlijk eene ineensmelting beletten. Hoe meer ik er over nadenken, dit is toch het eenvoudig Evangelie. T W [Thijs Westendorp] vertelde mij den volgenden dag dat K eens gezegd had dat al konde hij zich heel begrijpelijk maken, hij het niet zoude willen dat de menschen er dan maar na grijpen, en dat zij die het toekomt het zonder dat wel verstaan. Dit is toch hoog (Zie het oordeel van d C. 26 Jany).
De twede zitting voor het Rapport, de zaken van Java afgehandeld.
Woensd 25 Jan Cramer
Een storm van zaken. Barbe schrijft weder over Cramer, die hier zoo geheel anders beoordeeld wordt en ik ben met die zaak zeer verlegen. Hij & Dulfer schetsen Cramer als een waar Christen; zijne vrouw als een slang. Hier wordt de vrouw voorgetrokken. (Zie de br van V Eik 26 Jan.
Hopfensack
Een allerliefste brief van Hopfensack weder onder steuning vragende. De Heere geve mij licht in deze zaak en toone mij waar ik mij wenden moet. Ach ik doe nog zo veel in eigen kracht.
Boers
Boers wil mij ƒ 1400 op zijn handteekening doen negotieeren.
Tr W (Truitje Westendorp]
Met Truitje W nog gesproken. Zij heeft regt veel liefs. Wonderlijk is die nuance. Kohlb[Kohlbrugge] & Laats [Laatsman] ik geloof het meer in de persoonlijkheid ligt.
Nu over de fabr. geschreven; vermoeid kwam ik t'huis verlangende eens naar een ander element. Dan was de eene dans de andere bij ons griepig, maar de Heere bewaarde.
Dond. 26 Jany. Br Laatsm.
Een liefelijk vereenigd ogtendje. Wij spraken over Laatsman. Daar kwam een brief van hem, regt innig en treffend. En toch hier en daar wil hij nog in het blinde blijven staan, daar God licht zal geven. De Heere geeve mij licht hem te schrijven.
Vaccine Luber!
Over de Vaccine staan wij ook nog zoo. Wij durven nog niet, en dat wij dit niet doen, is toch ook werk des Heeren! Luber heeft het wegens dezen nog niet gevraagd, en ziet daar wij zoo spreken staat Luber voor ons. Ik schrikte doch hij sprak er niet van.
Treffende brieven van d C [da Costa] ook over zijn bezoek van eergister avond bij Prof van Lennep alwaar hij gezegend werd met eene bijzondere vrijmoedigheid hoewel hij er duizelend na toe ging.
V. Eik.
V Eik schrijft ook hartelijk. Welke nuances. En ziet daar kwam Van Hall bij mij. Ik was ongelovig, en vreesde voor stoornis in de rust die God gegeven heeft, en toch alles
Vis. Van Hall aan 't bureau
was regt goed. De Heere doet hem veel zien, doet hem gevoelen dat hij tot de nieuwe opwekking behoort, en doet hem stuiten tegen dien geestelijke hoogmoed, dat Pelagianismus, die wettische rigting, die zich bij een gedeelte der scheidende openbaart. Hij stond nu nader bij de vrijheid schoon sidderende voor de losbandigheid. Maar zeide hij de Christen is niet dien Justum et tenacem propositi virum zoo als Secrétan deze afschildert. Die uiterlijke strijd was niets zeide hij tegen dien met de broeders innerlijk. Men was dikwijls geschokt, doch het was hem tot zegen. Dit zag hij dat de uiterlijke kerk waarin de fatsoenlijke man met den Visscher verbroederen moest Ordinantie Gods was. Regt lief vond ik hem.
Bijzonderheden wegens de afgescheidenen.
De Afgescheiden v Utrecht geheel aan de wereldlijke magt overgeleverd, gaan met permissie Kaatje's na hunne bijeenkomst. Die van Amst. leveren een Verzoekschrift in en verklaren doop en avondmaal niet te kunnen nalaten. Couprit [Couprie] spreekt als hoofd der bezending een half uur met den Koning die zegt dat er geen onderscheid is, en op het laatst toen hij hem dit wat lang beweert, boos wordt. Visschers in Scheveningen buiten hun beroep, daar zij op Zondag niet willen visschen.
Mess. [Messchert] 2 deel Bild. [Bilderdijk] br. Gerrit West [Westendorp] Wilson Giro &C.
Dezen avond brengt Mess. [Messchert] mij het tweede deel v Bild. brieven. Wis [Wiselius] had na de voorrede van de Vries laten vragen. Gerrit oordeelt zeer juist over die voorrede en lacht over de protectie die de Vries aan Bild accordeert. West komt ook. Ik hoop dat ik wegens Kohlb niets hards gezegd heb, maar ik moest toch opregt spreken, en bij hem is deze nu alles. Wilson was heden bij ons, en zwaar gedrukt na ligchaam & geest. Hij verloor een nichtje plotseling. De Giro is aan de orde van den dag en er wordt veel tegen gesproken. In de Couranten zijn de overal heerschende Griep, en de duisternis in Londen zeer merkwaardig.
Vrijdag 27 Jan S d C [Steven de Clercq] Br v Boers
Bij Steven vrees voor zweer in de borsten bij Charlotte. Hij gaat er nog al onder gedrukt.
Zonderlinge brief van Boers. Nu wil hij dat ik borg voor de ƒ1400 zal staan, en zegt anders tot wanhopige stappen te zullen overgaan. Dit is het pistool op de borst zetten.
DC [Da Costa] Collegie Plan v de ondergang der eerste wereld.
'S av. na d C, die waarlijk regt schoon over het geheel van het dichtstuk v Bilderdijk sprak. Segel de held v Bild. Overal de waarheden der Schrift voorondersteld als een kring van bergen binnen dewelke de fabel zich beweegt. Zucht der gevallen paradijs menschen voor hun kinderen dien zij het paradijs weder willen verschaffen. Dit de oorzaak v den aanval. Tegenoverstelling v Bilderdijks onderg. & Kinker's wereldstaat die wat de versificatie betrof van Bild veel overnam. Bij B de mensch-wordende God, bij K de God wordende mensch. Heerlijk gebruik dat d C van de texten van Gen maakt, De schrift is geen poezij maar baart poezij. Regt goed had ik het bij deze voorlezing, ik gevoelde mij opgewekt. Onze goede Van Hall was er ook bij, en scheen aangedaan.
Avond bij Claude Imp.
'S avonds bij Claude. Ik zag er tegen op doch wierd over alles heen gedragen. Hy & M [Henry & Mimi] P & Mo & [Pauly & Margo] &C Marianne Liottard waren er. Gespr over den handel, over den Giro door Claude hooglijk afgekeurd als vol verwarring en duisterheid. Aan tafel nogal vrij over letterkunde, herinnering aan de Trias. Imp. over het huis v Claude, niet zonder vrezen, doch toch nog de zaak terugbrengende op de waarheid. De jonge Vrouw was zeer lief, maar negatief. Zoo geloof ik ook dat hun geluk meer negatief is. Claude blijft geblaseerd, alleen de Genade Gods kan dat hart weer tot leven brengen.
Zat 28 Jan Stille avond
Rustige dag, goede ontwikkeling der werkzaamheden en te vredenheid op den avond die al spoedig voorbij vlood. Briefjes v 1824 gelezen toen de H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] begon. Welk eene ontwikkeling sints dien tijd; opmerkelijk was mij het geen ik las wegens mijne eerste aantekening na mijn benoeming ontrent Goudswaard.]
Verzoening Chev. [Le Chevalier] & V Hall
Verkwikkend was mij de tijding dat D C [Da Costa] het nog zoo goed had gehad met V Hall als ook dat deze beiden bij den afloop van College met tranen in de oogen elkander omhelsd hadden, en dat daarop eene volkomene verzoening gevolgd was. God zij er voor gedankt. Hij doet alle dingen op zijn tijd. Brieven van verzoening als de Heer niet wezentlijk verzoend heeft maken de klove nog groter. Een woord van hem en de afgrond is gesloten.
Zond 29 Jan Kerk bij Prof Müller
Zou ik na Koopmans gaan, ik huiverde tegen de Kerk. Een woord van mijne Vrouw bepaalde mij om te gaan. Ik was eerst in allerlei zaken verward geweest, toen kwam er een vonk van leven. Zwaar zenuwachtig gevoelde ik mij toen ik eerst in de kerk zat. En ziet het was de stem van Müller daar Koopmans onpasselijk was. Ik bleef. Het was een voorbereiding tot het lijden. Er waren regt goede heerlijke dingen in het bestuur van God en het lijden des Heeren gehandhaafd, maar de ziekte wierd niet aangetoond, niets onmiddelijk aan het hart gebragt. Veel hoorde ik toch dat mij trof. Ik zat er gerust en ik hoorde toch eene liefde tot Christus bij Müller. God geve dat hij Hem nog eens in zijne volheid belijde. Ik was er niet zonder stichting.
Vis. Hy [Henry] & M [Mimi]
Bij Hy & M een broederlijk bezoek. Uitstorting des harten. God zij in alles geloofd. Met hem zijn wij toch op een regt vertrouwelijke voet. Ik had ruimte, en ik kon nog al met vrijmoedigheid over een & ander spreken.
Campbell terug.
Campbell terug, het werk gaat goed. Met Ainsw [Ainsworth] is alles in beste verstandhouding. Elk is aan zijn werk. De berichten van Freyss minder gunstig, alles nog even achteloos voorts altoos plannen, zucht om zich aan Nijverdal vast te krammen. Hoogheid zijner Vrouw. Zonderlinge geschiedenis met de Gouvernante. Aanraking met Steeds. Zij heeft hierop vallende ziekte, wordt door Freyss na Zutphen gebragt. Het Chat. van Freyss ontwikkelt zich niet gunstig, doch ik wil niet oordelen. Mogt ik stille zijn, en zien wat God doet.
Griep Lond.
De berichten wegens de ziekte in Londen zijn zeer ernstig. Het is eene zware benaauwdheid op de borst met koortsen die veel menschen wegrukt. Hier is wel iets dergelijks, doch tot nu toe in een veel minderen graad en niet meer als zware verkoudheid.
Ziekte Wale Weeshuis.
In het Wale Weeshuis was Kinderziekte en zoo men hoort ook nog roodvonk & mazelen waaraan 20 & meer ziek liggen. Huet had deswegens een Kerkenrade bij eengeroepen, doch daar hij alleen sprak van lopende geruchten had men besloten met meerderheid van een stem om kerk te houden. Thans kwamen de menschen en zagen kinderziekte aan de deur geschreven 't geen veelen afschrikte.
de avond.
Ik las met de Jongens het boek van Ruth, niet zonder zegen. Aangenaam was ook de avond met Lina [Caroline]. Steven kwam afgetobd door al de woelingen, nog den dag bij ons besluiten.
Portefe v Bilderdijk
Met veel belangstelling een portefeuille van Bilderdijk uit 1824/1825 gelezen. Zijn oordeel over het ijskoude v Huet's dissertatie, over de mogelijkheid van opkomende waarheid bij de Remonstranten, over de verwantschap van licht en water, over het heilig verbond, over een brief van Pierre Bähler aan zijn vader 1824 waren zeer belangrijk.
Maand 30 Jany
Project-Balans 1836
Wonderlijk zijn de zegeningen Gods in het midden onzer afdwalingen en dorheid. Zoo was het ook heden weder. Niettegenstaande alle bogten waarin onze goede V d H [Van der Houven] zich wrong moest hij om twee uur toch bekennen, dat weder de uitkomst alle onze verwachtingen had overtroffen. Wat zullen wij doen. Mogten wij de hand Gods zien, al het overige is ijdelheid. Wonderlijk zijn wij door zoo vele klippen heen gezeild die ons dreigden te verslinden.
V d H bij ons.
'S midd de V d H bij ons. Wij waren genoeglijk bij elkander. 'S middags veel nog over de zaken met V d H gespr. Uit de briev v Bilderdijk & mijne beschouwingen v 1836 gelezen, 't geen geen luiden weerklank vond. Keetje was dacht mij, lief gestemd.
Veilingen
De veilingen aan het publiek bekend. Nu vindt men de hoeveelheden weder te groot.
Gerrit
Gezegend is de betrekking v Gerrit met d C [Da Costa] Zij hadden dezen dag over poezij, Bilderdijk &C zeer belangrijke gesprekken.
Dingsd 31 Jany fam d. bij Py [Pauly] bericht weg de Zilv bruil v Oom v Heuk [van Heukelom]
De Bozarris [Bozzaris] binnen die bij Texel gelegen had. Werkzame dag. 'S avonds het Resultaat van het bericht opgesteld. Vermoeid na Pauly op de fam. dag. Gesprekken over de veilingen & daar op eens gehoord dat de volgende dag Oom v Heuk zijn Zilveren bruiloft vierde. Ik had er van hooren spreeken en gedacht, daar moet ik om denken, en toch ik was het geheel vergeten. Daar viel het mij nu op eene als een bliksemstraal op de ziel. Tevens was het mij duidelijk dat ik daarbij eenig blijk van hartelijkheid geven moet. Mijne lieve Lina [Caroline] deelde dit geheel, en had hetzelfde gevoeld. Wij mogten den zegen Gods afsmeken en niet zonder genoeglijk herdenken aan de hartelijke broederlijke toon onzer fam dag gingen wij ter rust.
February
Woensd 1 feb
Zilv. br. Verv.
'S ochtends drukte, een vers of de uitdrukking mijner gevoelens op rijm ontviel mij nog, toen na Verschuur een lepelmandje gekocht, bij Mimi Boissevain geweest, om er over te spreken haar regt hartelijk gevonden.
Br v Sames
Een br v Sames, regt gewigtig is alles wat hem op Wight gebeurde, en de broederlijke ontvang bij zoo velen.
Br v Spies
Een br v Spies. Hoe veel belovend is zijn Willem. Hoe hartelijk hangt Sp aan mij. Wat een zegen dat ik hem niet door voorbarigheid gewond heb.
Uitkomsten der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Wonderlijke uitkomsten in de Mij na dat gisteren de indruk van Maandag weder wat bij mij verflaauwde, door het ontdekken van ƒ43/m in ons nadeel p abuis berekend, en het plan waarover V d H een oogenblik aarselde om te preponeeren van geen dividenden uittedeelen maar het tot amortisatie te doen strekken. Nu waren er berichten van Java, gelijk wij die nimmer hadden kunnen vermoeden. Geheele nationaliseering van onze nijverheid op Java en eene Ordre van 8000 kisten voor 1837!
Diner bij d C [da Costa] met M [Messchert] Br. Bild.
Bij d C gegeten met Messch. Het uiterlijke werkt nu wat tegen door krankte van Nancy, ziekte der kinderen &C. Mess was wat gedrukt door afleiding, ligchamelijk &C. De brieven van Bilderdijk gaven meer moeielijkheid, en maakte minder een geheel, alles was fragmentarisch, hier en daar de beslissing moeilijk. Over Kohl [Kohlbrugge] & Laatsm [Laatsman] ware het stijf geweest te zwijgen. Nu moest d C er zijn hart ook nog eens over luchten, dat wel en gematigd was, doch waarbij veel voorledens opgehaald werd en tot bazis van redenering strekken moest.
Dond feb 2 Zaken Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Er waren weder brieven van Ba. die veel belangrijks behelsden. Veel moest er nog weder nagezien. Veel moest er besproken. V d H [Van der Houven] sprak met Oudermeulen [Van der Oudermeulen] die goed gestemd was, doch die zeide Zwijgt van uwe Katoentjes!
Uitslag zaak Oom v H [Oom van Heukelom]
Gid. [Gideon] meldde mij dat Oom v Heuk ons Cadeau in het midden der verrassingen ontvangende, hoogst getroffen geweest was. Ik voelde een nieuwen band met den lieve man dien ik op de beurs sprak, en die heerlijk de wegen van Gods voorzienigheid eerbiedigde. Mogt hij ook die der Genade kennen dit was ons gebed 's avonds toen alles ons weder zoo duidelijk was, toen 13 Mey 1823 met alle zijne gevolgen voor ons stond, toen wij eene voorbereidende Genade zagen in alles wat hem omringt, hij gespaard onder zoo velen, vooroordeelen bij hem weggenomen &C &C. De Heere geve ons het gebed, dan zal er verhoring zijn.
Gezeg. avond
Na een zeer prozaischen bureau avond toen ik niets dan slaperigheid verwachtte, wierd alles mij op eens zoo weder licht en leven, zag ik alles zoo duidelijk voor mij. Met instemming mogten wij met elkander spreken in Jeremia het Cap van den Jehova Zidkenu lezen & bleven tot na twaalf uur op.
Ik mogt Spies aan den Min v Fin aanbevelen & V d H nam ook een aandeel bij Sch [Schoch?] 't geen mij verheugde. Hij vertrekt na 's Hage & Rott.
Vrijd 3 feby Br v Marzials
Daar brengt op eens eene zekere heer Wijngaerd brieven v Marzials, kleine gedachtenissen &C; het trof mij bijzonder. Ik was beschaamd dat ik hem niet miskend had, doch dikwijls op hem ten achteren geweest was. Deze brief ademde de hartelijkste liefde. De Heere zij hem nabij. Het was mij eene ware verkwikking der ziele.
Aanvulling door d C [da Costa] van den Ondergang der 1e Wereld v Bilderdijk.
Allergewichtigst was mij de avond. Ik had niet gedacht dat na zoo veel jaren kennis, na zoo veel van d C gehoord te hebben hij als man van genie nog dien varschen, dien verrassenden indruk op mij had kunnen maken die heden avond plaats had. D C het werk van Bild verlengende, het plan doorwerkende, en verklarende het nimmer van Bilderdijk gehoord, maar eerst sedert 14 dagen door de herlezing van den ondergang ingezien te hebben, was mij iets buitengewoon treffends. Op het oogenblik dat velen dachten dat hij uitgepraat had, herneemt hij op eens zijn vlucht, klapwiekt in de lucht en staat daar als op een rots waarop ik niet meer geloofde dat zijn vaart hem brengen kon. Drie punten zag hij waarop al de lijnen van het gedicht uitliepen Segol-Noach-Elpine, de eerste en laatste reeds ten toneele gevoerd, de tweede voorbereid in den zang van Regol en de geprikkelde nieuwsgierigheid aan Segol. Segol, de held, het ideaal van de Bilderdijksche Koning Argostan een oogenblik geintroduceerd om hem in het dichtstuk in tevoeren. Zijn afkeer tegen het bijgeloof reeds geheel anders als bij dezen. Hij reeds vragende. Onrust, onzekerheid bij Zilpa. Alles voorbereiding tot bekeering. De gebeurtenis waarmede de 5e Zang sluit, zou Segol met Noach in aanraking brengen, van deze zoude hij de geschiedenis der Schepping & der eerste wereld horen, bijbelsche waarheid met al den rijkdom der Bilderdijksche Geologie waarin de bestemming der twee wereldgronden lag opgesloten. Heerlijk was hier hetgeen hij over de bekeering zeide, over de noodzaaklijkheid
van dezelve. Hoe God ook nu dagelijks bekeert. Treffend over het antwoord dat hij op zijne vragen ontving gelijk eens Segol, zoo over de Godheid van Christus toen hij (dC [da Costa]) daarover tot den Heere riep. Denkbeeld dat deze inleiding Noachs in de waarheid te schoon te parallel met het Woord zoude geweest zijn. God verbrak het. Heerlijkheid van Segol boven de helden der andere dichtstukken boven Vasco Goffredo & Rinaldo die het belang van de Gerusallemme tusschen zich verdolen, vooral boven de Eneas en Hendrik IV, gelijk staande met den Achilles in zijn soort. De Satan geen voorwerp van onze deelneming, of hij moet voor ons weder een mensch worden, en zijn eigenaardigheid verliezen. De Messias v Klopstock boven onze deelneming. Zulk een belangstelling met Jesus door hem zelve verboden in de aanspraak aan de dochters van Jeruzalem. Het zien op Jezus moet ons medelijden met ons zelve doen hebben. Het is de belangstelling die Jezus in ons toont die ons treffen moest. Zullen wij dan treuren om dat de Ondergang niet afgewerkt is en onze Natie die kroon ontbreekt. Neen, wij zullen tot de bron zelve, tot het Woord keeren, en daar het leven vinden. De eind catastrophe is aangeduid in de droom van Zilpa. Segol zal dies ook in die zondvloed omkomen. Maar er zijn er die in de gerichten omkomen, en wier ziele behouden is.
De Paradijsgeesten hadden hoewel reeds tot de duivelen naderende hun gehoorzaamheid niet geheel opgezegd. De band die de minnaar van Elpine nog terug houdt is zij, haar zachte waarschuwing. De band die hem aan de paradijs bestormers hecht, is zijn kind het kind van Elpine. Zij bezwijkt, daar zij hetzelve
het licht geeft. De laatste band die de Paradijs mensch aan God verbindt, wordt met haar verscheurd. Hij voedt het kind op, met de kundigheden van het geestendom. Het rijpt tot den Antichrist der Voorwereld, het beeld van hem die komen zal, als de aard korst door vuur gereinigd zal worden, gelijk zij eens door water bedekt wierd. Ondertusschen, Vruchten der bekeering van Segol. Verbreiding van de waarheid. Bekeering als in Hiskia's en Josua's tijd. Bekeering en tevens groeiende onderwerping. Vijfen twintig jarige rust. Ondertusschen toebereiding tot den afval. De zoon van den Paradijs mensch en Elpine punt van vereeniging tusschen de Kainiten en reuzen. Altijd vereeniging der meest tegen overgestelde partijen tegen de waarheid. Worsteling der vereenigde kracht van Duivelen paradijsmenschen met afvallende Kainiten tegen Segol. Deze eerst overwinnende, nu in de school des lijdens beproefd. Steeds toenemende krijgskunst en nieuwe middelen van aanval door de vijand beproefd waartegen Segol steeds nieuwe middelen van verdediging overstelt. Zijn bende getrouwen smelt meer en meer tot een. De aanvallers triomferen, de rotsen worden beklouterd. Op dit oogenblik schijnt hun triomf gereed. Segols bloed vloeit reeds zijn ega stort in zijne armen om met hem te sterven, maar tegelijk openen zich de sluizen des afgronds, de zee bedekt de oude wareld. Segol en zijne vrouw en zijne getrouwen bezwijken maar met de hope des eeuwigen levens, de anderen varen met hun gevreesd hoofd ter helle. Dezelfde vloed scheurt het paradijs van de aarde af, en bewaart het als hemel ligchaam nabij de aarde tot een nieuwe ontwikkeling. Over de wateren drijft de Arke en in dezelve Noach met den Messias de hoop der wareld in de lendenen.
De hoorders waren getroffen. In lang had ik mij zoo niet bewogen gevoeld. Overeenstemming bij Bild [Bilderdijk] van den ondergang der 2e met die der 1e wereld. Denkbeeld nog altijd van een vrede voor de laatste oplossing. Van daar zijn ode aan Napoleon met de strophe die weggelaten is. Deze wierd nog gelezen. Herhaling van d C [da Costa] hoe het werk afgebroken werd, door het vertrek van Koning Lodewijk, door dat Bild [Bilderdijk] geen brood in huis had. Hij kwam toen uit de veine uit waar hij in was, en die zoo sterk was dat hij rekende een zang telkens in veertien dagen gereed te hebben. Is alles waar gelijk ik het zie, zegt D C dan hebben wij het heldendicht niet, maar dan is ook Bild. de grootste dichter die ooit geleefd heeft.
de Vries heeft zijn voorrede apart laten afdrukken, en aan eenige zijner Vrienden gezonden, die er zeer mede opgetild zijn. Nu kwam echter Izaak Bilderdijk bij Mess. [Messchert] zeer verontwaardigd over dit stuk, zeggende dat daardoor oneer aan de famille gedaan wordt, dat Mess. die niet had moeten plaatsen &C. Deze zoekt de zaak nog te sussen, waartoe ook de Vries zeer genegen is.
Thuiskomst
Ik kwam t'huis zoo vol als ik in lang niet van eenige zaak geweest was. Tot mijne grote vreugde had Gerrit het begin wel wat langwijlig maar het einde zeer brillant gevonden. Neen waarlijk God legt een beslag op hem. Er waren verscheiden kleine trekken deze week die mij genoegen deden.
Dood G C [G D] Krummacher
De oude Krummacher overleden zacht, na een nieuwe aanval. Zijne werken volgen hem na
Zaak v S d C [Steven de Clercq]
Uitkomst in een zaak van S d C die onbereikbaar scheen. Hij moest ƒ100/m voor eene nieuwe veiling v Granen hebben. Ook dit heeft zich op eene merkwaardige wijze opgehelderd, en ook daartoe was het gebeurde tusschen Oom v H [van Heukelom] en mij eene bereiding die den weg gemakkelijker maakte.
Zaturd Feb 4 Br v Werth
Gezegende dag met de kinderen, nog al drukte een lieflijke avond in vele opzigten. Brieven van Werth ook van zijne Vrouw. Goede tijdingen van Malacca. Land aan Werth afgestaan. Proeve van Creton die hij zendt. Hunne bewaring voor zeerovers. Lieflijke verwachting van de komst van hen die de Heere zenden zoude.
Briefje d C [da Costa] ov Vrijd avd
Treffende brief van d C. Zie hem over de wonderlijke leidingen van die Vrijdag. Ja zeide hij naderhand dien avond moest gij bijwonen. Of gij ooit wederkwaamt doet mij niet maar ik had behoefte toen om u te zien, behoefte aan degene die mij de armen moesten helpen opheffen.
Zondag Feb 5
Preek Krumm [Krummacher]
Aangename ogtend met de mijne. Lezing v de preek v Krumm, Elias voor Achab. Dat viel mij op het hart de pligt om ruiterlijker Christus te verkondigen en het heerlijke hoe de Christenen bij aanvang reeds koningen zijn.
Aangenaam bezoek d C
Bij d C innig gesproken, en toch nog over veel niet gesproken! Veel over onzen weg over het verband in alles, de lezing mijner Extracten van 1835 en dan de avond van Vrijdag. Ik kan er niet over uitweiden. Wonderlijk was alles op die dag bij d C te zamen gelopen.
Merkwaardige brief V d H [Van der Houven] Heikens [Heykens]
'S ogtends br V d H. Tevredenheid van den Koning over de Directie der Directie. Zijne opmerking hoe alles aan Gods zegen lag.
Heikes ten tweede male door eene beroerte aangevallen.
Gerrit oordeel over Boeke
Treffend tafelgesprek met Gerrit. Hoe juist beoordeelt hij die preek van Boeke die hij hoorde. Hoe veroordeelt hij die bevreesdheid om te veel van Christus te zeggen bij hem, en hem alleen tot voorbeeld te stellen. Alles wierd mij ontrent hem weder leven!
Gebeurtenissen bij de Gesch. de Cock & Couprit [Couprie]. Ber Van Velzen
Zonderlinge gebeurtenissen bij de Afgescheidenen. De Cock zou preeken en doop en avond maal houden. Dit was zoo het schijnt, aan den Burgemeester bekend gemaakt; deze liet hen heden weten dat, zoo zij voortgingen, hun kerk gesloten zou worden. Zij zijn toch bijeengekomen hebben gebeden daarop het lot geworpen tusschen de Cock & Couprit & deze laatste heeft geoefend. Hierop zijn er eenige uitgegaan, andere hebben naderhand geklaagd over de voordragt. God zal zorgen en zijn zaad ook onder al die woelingen bewaren. De oude Steyling schijnt de zaak toch nog niet te vertrouwen. Wonderlijke botsing in alles. Neeltje als Mimi haar beknort zegt Mevrouw weet gij wel dat ik een kind Gods ben. Het merkwaardigste van alles was dat Ds Van Velzen die deze week beroepen is bij de afgescheidenen en dat juist in dat huis waar thans kerk gehouden wordt, deze D van Velzen geboren is, zijnde zijn Vader daar Schoolmeester.
Griep
De Griep toenemende. Onze lieve zuster Westendorp & Kaatje Sjonket aangetast.
Schubert
Regt goede tijding uit de K Z. Schubert tot op zijn vertrek v Smyrna na Alex. door zijn Schoonzoon Ranke medegedeeld.
M Feb 6
Dag bijna geheel aan de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] gewijd. Mijne zondigheid brak voor mij zelven duidelijk uit. Met Gerrit kon ik mij moeilijker vinden. Genade is het, die ons dit leert zien; mogt deze mij maar tot Christus brengen. Over de Griep wordt veel gespr. Te Rott. zijn tien duizend lijders. Onze arme keukenmeid heeft zich zwaar gebrand.
D. Feb 7
Br V H [Van Hemert] & Min
Een lieve brief van V Hemert, regt innig die mij verheugde. Zij sprak tot mijn ziel. Een brief van den Min uitnodigende tot verdere berichten wegens de Syn. was mij ook opmerkelijk.
Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
De vorige avond was geheel aan de Mij gewijd. Ook heden was de dag gewigtig door het Rapport van V d H [Van der Houven], de oproeping van den Raad, en de eerste bevrachtingen.
Val v Steven
Thuis komende was ik zeer gedrukt door te vinden dat onze Steven zoo sterk gevallen was op straat en nu gedurig schreide van de pijn. Alle angsten ontrent dit kind kwamen bij mij op, en toch ik had een oog op den Heere. Ik liep nog na Hooykaas, die alles aan dreuning toeschreef.
Giro
'S avonds geheel in den Giro door het lezen van het boekje van Van Hall waarin toch veel waars is.
Rekeningen
Toen aan onze rekeningen. Hoe gewapend door het herdenken aan al de wonderen en uitkomsten Gods, slaat het mij toch ter neder, als ik alles weder zoo toegenomen zie. Het bleef alles echter regt aangenaam, maar die campagne tot half twaalf toe, was echter zeer vermoeiend.
W Feby. 8. St. [Steven] beter Br. Schimm [Schimmelpenninck]
Nu was Steven beter, maar mijn hart weder dor. God moet ons zoo geheel het danken geven.
Een brief van Schimm hield mij den gehelen ogtend in nazoekingen op. Zonderling is het echter nu over 1832 te lezen. Het is als of men een halve eeuw terug is.
Bur & rekeningen.
'S avonds aan het bureau, doch weder verzonken wij in de rekeningen. Nu moest geexpliceerd worden wat gisteren mij onbegrijplijk scheen. Zoo ver kwam het dan ook. Een indruk maken die rekeningen toch altijd.
D Feb 9
Dit ondervond ik in de deliberatie van dezen morgen
Ongeloof
waarbij de zaak der Provisie van de Rotterdamsche Agent op het tapijt kwam, en waarbij ik nog al jaloersheid gevoelde. Ik mogt iets van de diepte van mijn ongeloof in zien.
Gift Geneve
Verkwikkend was eene gave van Jong voor Geneve & naderhand nog de gift van eenen onbekenden van ƒ100. Opmerkelijk zijn de zegeningen Gods over deze zaak.
Br aan Marz. [Marzials]
Ik mogt aan Marzials uitvoerig schrijven, doch het bijeenzoeken van kleine herinneringen, een Visite v V Emden over de Microscoop, dit alles nam den geheelen avond weg, zonder dat ik bijna iets voor de St. kon doen. Koenen vernam ik had griep. Bij d C [da Costa] was alles verkouden & hij niet zonder beduchtheid voor eene miskraam bij zijne Vrouw.
Thijs Gerrit
Ons Thijsje weder ongesteld, 't geen ook zorg af.
Met Gerrit alles beter, ik gaf hem de dictionnaire van Passow. Wij spraken genoeglijk over letterkunde. Hij leest thans Faust.
Ik bezocht het Instituut niet. Ik had gehoopt voor de Stemmen te werken.
Vrijd 10 feb
Afzegg d C [da Costa]
Zoo hoopte ik dien dag d C te horen, die vol van belangstelling in de zaak van den ondergang is, maar met zijne Vrouw was het erger en hij moest afzeggen.
Werk N S
Een rustige ochtend & avond. Voor alles werd plaats gemaakt & ik kon Veenhuizen schrijven en tevens 's avonds een opstel over de Nijverheid afmaken.
Niepoort [Van der Niepoort] werkte met kracht aan het Verslag.
De griep gaat steeds voort onder Vrienden & bekenden.
Stemming
Dor en met weinig belangstelling opende ik 's ochtends de Schrift en zie daar krachtig mogt ik nog de laatste psalmen lezen en uitleggen. Ook door dat stuk over de Nijverheid was ik zeer levendig geworden, en alles was krachtige waarheid voor mijne Ziel. Deze dag was een dag van rust, en toch echauffeerde zij mij.
Zat 11 feb
D C [da Costa] By Gr. [Betsy Groen] Hopfensack
Bij d C alles beter, regt goed briefje van hem, en van By Gr. Wie zal nu zeggen dat deze beide lieve Vrienden geen gevoel van Zonde hebben. Treffend was mij de gift v ƒ50 voor Hopfensack. Het was mij een wonder Gods die som daarvoor te ontvangen. De Heere was nabij. Zalig wie op hem ziet.
Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Grote drukte aan het bureau. Verslag en Afrek. verzonden. Wondervolle bewaring der Mij nu weder vier aankomsten op een dag.
Zondag 12 feb Deleman, Juf Schey, Migr.
Bij Deleman. Preek die mij zeer koud liet. ik verlangde eenen indruk te ontvangen, die bleef uit. Ik vond Juf Schey te huis, die met veel gevoel verhaalde van hare bekering, zoo geheel in den geest van Talma, wien zij in de hand Gods dan ook veel schuldig was. Ik had migraine die niet zwaar was, doch nog al gevoelig in de gevolgen. 'S av met de drie jongens begonnen geregeld te lezen (nu Gen 1-3) waarvan ik genoegen had. 'S av Troncken[?] over het een en adernog al wat medegedeeld.
Maand 13 feby Vermoeidheid
Zeer gedrukt den gehelen dag. Werkzaamheid aan het bureau, doch niet geweten hoe ik de volgenden dag door zou komen. De Griep bij alle onze broeders & zusters bijna. Zware brand 's nachts in de Kalverstraat. De jonge Van Hasselts redden met moeite hun leven.
Dingsd 14 feb Bijeenk v den Raad
God sterkte mij weder. In het Bureau bij de Verg. v de Raad, en op het Diner ging alles zeer goed.Veel blijken van vertrouwen ontvingen wij. Alles is ontwikkeling van het spoor hetwelk wij zijn ingetreden, en toch de omvang der zaken wordt schromelijk groot. Vrees om met de wereld in een te vloeien is groot. God alleen kan ons bewaren.
Woensd. 15 feby Vis bij d C Mess [Messchert] ov. de br v Bild. [Bilderdijk]
Bij d C geweest. Hij was zeer nedergedrukt geweest. Zijn huisselijke toestand is zeer moeilijk, zoodra zijne Vrouw ziek is. De Heere sterke hem in alles. Mess. ook nog bij mij. De moeilijkheden in die zaak v Bild zijn veelvuldig. Nu wil Wiselius ook eene voorrede schrijven, die niet minder sujet à caution moet zijn dan die van de Vries.
Zond. 19 feby. Br Hopfensack
Verheugend was het mij weder onder de mijnen te zijn. Ik vond eenige treffende regels van Hopfensack. Regt welkom was daar het ontvangene geweest. Hoe kort mijne reize ook was, ik had toch weder de werking Gods gezien. Zeer genoeglijk was het bezoek dat Caroline van Keetje V d H [Van der Houven] gehad had.
Br d C [da Costa] Plan met hem na Heikes [Heykens] te gaan, mislukt.
Een briefje van d C waarin hij schreef over zijn verlangen om Heykens te zien en de banden die hem terug hielden scheen mij eene wenk om d C eens aftehalen met een Coupé om na Muiden te gaan. Ik had er dunkt mij genoegen in door de vreugd die het aan d C zoude geven. Deze was dan ook zeer bereid, maar zijne Vrouw had bezwaren, over het alleen blijven met de kinderen &C en nu kwam er zoo veel moeilijkheid, dat het rijtuig weggezonden wierd. Uitstortend gesprek met d C ook na aanleiding mijner Annotatien v 1836. DC inzage in mijnen en zijne weg. Hoe God ons dezelfde zaken maar op bijzondere oogenblikken geeft. Hartelijk gesprek ook over Kohlb [Kohlbrugge]. Paradox v d C dat Kohlb de meest Kohlbruggiaansche van zijn kring is. Zijn huisselijke toestand moet altijd drukkend voor hem worden zoodra er eenige raderen niet goed gaan. Duizenden kleine omstandigheden werken daartoe mede.
Vis bij Schoch
Schoch bezocht, ook deze had de griep gehad en zijn vrouw lag er nog aan. Zeer belangrijk sprak ik met hem. Ontzettend demoraliserend moet de invloed v Amst op de soldaten zijn.
Vis bij Koenen
Ik kwam bij Koenen. Hij las uit de preek v Pilet over de expiation voor. Het geen hij las trof mij, zijn gebed was innig, en echter wierd mijn geest tegelijk door allerlei zinnelijkheden en zondigheden afgetrokken. Koenen overstroomde mij met allerlei lectuur. Een innige brief v Zuylen [Van Zuylen van Nijevelt], een van Sames nog op dat stuk van de olijftak terugkomend, zijne recensie v Hagenbach, een stuk over de sleutelen &C.
Hij wil een plaatsje huren bij Leyden, en was anders lief en broederlijk gestemd. Hij heeft het voornemen
om op verzoek van Höveker eene Vaderlandsche Geschiedenis in eene Christelijken geest uittegeven.
Bez H D G [Henry D Gildemeester] Overlijden v. Mevr. Gildemeester te Haarlem.
Bij Henry was mijn bezoek regt genoeglijk. Wij gevoelden ons zeer vereenigd en hadden elkander veel medetedeelen. Mevrouw Gildemeester is over leden en daar zij in de laatste jaren bijna kindsch was, schijnt zij met veel helderheid en blijde uitzichten te zijn gestorven, gesproken hebbende, zoo als zij in gene jaren had gesproken.
Vis V d H [Van der Houven] Doortje
Ook bij V d H was de ontvang hartelijk. Doortje was gisteren jarig geweest. Er schijnt bij haar een bijzonder verlangen na den dood te heerschen, doch zonder bijzondere geloofsvreugde.
Stuk D C [Da Costa]. Lijden.
D C deelde mij een & ander mede over zijn stuk over het lijden waarna ik zeer verlangende ben; ook dat, hoe de wijze waarop Jezus zijn lijden aankondigt, reeds toonde dat het een Zoenlijden was.
Coll. d C Vrijd. ov Segol
D C had ll Vrijdag vooral over het militaire in het Character v Segol en in den gehele Epos uitgewijd. Treffend was hem dit alles vooral geweest, in verband met de doodstraf die in het N T in de daad zelve voorgesteld wordt.
Krumm [Krummacher] & Pilet
Een preek v Krumm vond ik weder heerlijk. Treffend was mij in de preek v Pilet dat de offers gekocht wierden uit den schat des tempels, uit den zelfde schat waaruit de dertig zilverlingen kwamen.
Geschr v Wiselius
Zonderling is het stuk dat Wiselius voor zijne brieven geplaatst wil hebben, en toch ik weet niet waarom wij het minder zouden plaatsen als dat van de Vries; het eene kan weder tot opheldering van het andere strekken.
Stemming
Ik had wel behoefte aan te huis te zijn, en toch het is mij niet genoeg. Ik voel spranken van eene liefde tot God die ik verlangen zoude te ontlasten en het maakt mij benaauwd alles om mij heen dor te vinden. Ik zoude kunnen weenen. De Heere zal gemeenschap en gezamentlijke vreugde in hem geven, op zijnen, niet op onzen tijd.
Hettinga
Aangename deelneming van Hettinga in de zaak v Geneve & zijn belangrijke brief daarover aan Koenen.
Maand 20 feby. Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij], Maria W [Westendorp]. br. d C [da Costa]
Ik viel op eens weder in de drukten der Mij vooral in de penarie der Kas. Dit drukte mij. De toon was ook niet zoo geheel overeenstemming. Zoo als dit meestal het geval is, wanneer men uit de stad is geweest. Mijne ziel was echter zeer levendig. Ik gevoelde liefde tot Jezus & sprak zelfs uit het hart bij mijne zuster W. waar Laatsm [Laatsman] verwacht werd.
'S avonds was ik geechauffeerd. Ik wilde aan de beschouwing werken, het gelukte niet. Van d C. kwam een zeer gedrukt & haastend briefje. Het gewigt der Stemmen, de zaak van de briev. v Bild [Bilderdijk], en de positie van d C vielen mij op het hart schoon ik niet geheel nedergedrukt wierd.
Dingsd. 21 feb. Mij.
Weder aanvankelijke uitkomst in de Mij & toch die maand Maart drukt mij. V d H [Van der Houven] die mij gisteren zeer mismoedig maakte, was heden helderder. Het stormde fabrikanten. Ik hield het nog al goed uit, maar de migraine hinderde mij toch.
Vis Mess. [Messchert]
Mess. kwam nog. Hij heeft Geibel met waarheid doch wat hard beoordeeld. Aan zijn geloof ontbreekt de liefelijkheid. De zaak van Wis.[Wiselius] drukt hem zwaar. Al zijn genoegen van het boek v Bild. is nu weg, dit hinderde mij ook.
d C.
'S midd. verademing. Met Gerrit ging het genoeglijk. 'S avonds een balsemend briefje van d C. Met Steven was hij bij Heikens [Heykens] en vond dezen in eene regt goede stemming. Bij d C kwam meer licht in alle opzichten.
Huet
Treffend was heden het bericht dat Huet een zoontje verloren heeft. God trooste hem. Er zijn nog al veel sterfgevallen geweest, deze laatste week, hoewel de griep over het algemeen niet erger was. Moge ons oog op God zijn.
Woensd. 22 feby. Corr Mess. [Messchert] & Kall [Kallenbach]
Ik las 's ochtends de Corr. van Mess. met Kallenbach over de heiligmaking. Heerlijk is de zaak bij Mess. intellectueel voorgesteld, maar er ontbreekt een zekere zalving aan. Kall. heeft hem niet begrepen. Over de innerlijke bevinding zullen al de kinderen Gods het wel eens zijn, doch sommigen blijven op eene systematische wijze aan dat denkbeeld der dankbaarheid hangen.
Corr. Hofs de G [Hofstede de Groot] & Chev. [Le Chevalier]
Gel. den brief v Hofstede de Groot aan Chev. & het antwoord van dezen. In den brief van de Groot is wel wat liefs, doch het blijft alles zeer in vago. Chevalier hem den broederhand in Christus aanbiedende, gaat dunkt mij te ver, maar hij heeft zich daarop naderhand goed verdedigd!
Werkzaamheden. Uitgaven v 1836
Ik was Zondag & Maandag opgewekt of misschien ook wel wat opgewonden geweest. Nu was het alles meer duister. Veel kon ik nog al afdoen, alles komt weder op eenen gelijken voet. 'S avonds de uitgaven v 1836 over zien. Het is vermeerdering maar toch vermindering op eene geregelde wijze die zich volkomen ontwikkelen laat. Ik moest in het stof nederzinken, bij het zien op dien God, die bij meerder behoefte steeds meerder uitkomst heeft doen aanbreken.
Dond 23 feby. Stuk over Bild. [Bilderdijk] in het Instituut.
Zonderlinge avond in het Instituut alwaar Wis [Wiselius] weigerde melding te maken in de Notulen, wegens het inbrengen door de Vries van een stuk uit den fransche tijd, waarbij aan Bilderdijk een pensioen van fs 1500,- op het budget v kunst & wet. v Amst gegeven werd. Zonderling kwam dit in verband met het geen er ontrent deze beide Heeren in het geval der brieven v Bild. passeerde. Mess. was door het denkbeeld van die voorrede van Wis. zeer gedrukt, meer dan ik mij dit kon voorstellen. Thans heeft Wis. van dit plan geheel & al afgezien.
Mess. klaagt dat er geen debiet hoegenaamd van het werk is. Door eenigen wordt het echter wel geapprecieerd.
Avond bij West [Westendorp] met Laatsm [Laatsman]
Wij waren in klein Comitté bij W met L & zijne vrouw, en spraken met den Ds zeer genoeglijk en waarachtig. Ja, ik wierd vervuld van de innige waarheid van het geen hij zeide, dat wij eene behoefte hadden aan eenen levendigen God en dat het voorbeeld volgen van Jezus, dat was om geheel in die betrekking tot de wereld te staan, zoo als hij stond, dat dit het volgen zijner voetstappen was, en niets gemeen had met het moreele voorbeeld, dat van den Heere wierd opgehangen gewoonlijk.
Eene zaak is mij opmerkelijk, dat zij die vroeger alle denkbeeld van kenmerken als eigengeregtig verwierpen, thans die kenmerken al zeer ver zoeken, thans vorderen dat de vijandschap van de wereld &C moet gevonden worden. Zij zouden wel eens uit eene absolute lijdelijkheid, door eenen zoo geheel anderen weg, weder tot eene absolute werkzaamheid kunnen overgaan want dit ligt in de mensch, zoo dra wij kenmerken erkennen, wij die zoeken te erzwingen. Dit merkte Bilderdijk (Lod) nog in zijn brief aan Mess. [Messchert] ontrent de Scheiding op dat wanneer wij eene zaak begeeren wij zoodanig kunnen aandringen bij God, dat hij ons eindelijk aan onzen eigen weg overlaat, om er de nadeelen van te ondervinden. Zoo zag ik het bij V Hall niet alleen maar, zoo stond ik dezen zomer ook een poos, ik zou alles hebben kunnen aangrijpen, als teken om tot de Scheiding over te gaan.
Wat mij bij de Rheedensche Vrienden niet bevalt, is nog steeds dat zwijgen over een gedeelte van een gedeelte der aanwezigen en dan de scheeve en onregt satyricke beoordeling dikwijls van anderen. Dit kwam nu minder op de voorgrond, maar men zag toch wat de grondtoon is. Zij zien overal de schaduwzijde en waar blijft dan de liefde tegen alle. Zoo lang dit duurt, kunnen ook Laats & d C [da Costa], hoewel ik in mijn ziel overtuigd zijn, dat zij op hetzelfde fondament rusten, en in de beschouwing der waarheid niet verschillen, geen dagelijksche omgang met elkaar hebben.
Vrijdag, Feb 24. Mijn toestand
Zegen in vele opzichten, zoo gedurig verbeurd en verbeuzeld. Met de kinderen gaat het ook goed. Over veel onverschilligs of letterkundigs kan ik regt goed met Gerrit praten. Daar blijft mij nog een raadsel.
Sints gister ochtend had ik door Gods genade een levendige indruk van Zonde en elende. Ik kon daarom ook veel vrijer als voorheen gister met Laatsm [Laatsman] spreken. Menschenvrees is iets dat mij ontzettend terug houdt, mijn grootste vijand.
Grietje
Grietje nog eenige oogenblikken bij ons. Welke ontzettende toneelen moet zulk een gasthuis toch opleveren. Welk een verschrikkelijke onverschilligheid ontstaat er op het laatst!
Coll. d C [da Costa] Museum Segol Elpine
'S avonds bij d C in 't Museum. Laatsm was er ook die voort allerhartelijkst naar hem toe ging. In het hart hebben zij niets tegen elkander doch zij zouden spoedig weder stuiten. Hoogst belangrijk waren de ontwikkelingen die d C in de ondergang vond, vooral die uitlegging van de voorspraken in 't Heden. Segol vader doch zonder kinderen. Hij wordt de opvoeder van den Zoon van Elpine, Segol zijne zuster in Elpine vindende. De poeet ontwikkelde zich hier geheel, ook de Christen, en echter hoewel ik er voor mij zelve groten zegen van had, en een oogenblik gevoelde wat toch eigentlijk het besef van schuld moet zijn, zoo was er een accent te veel. De verkondiging had hier en daar meer iets gezochts, was er meer bijgehaald, en hoewel hij er gedurig tegen protesteerde, schenen nu Elpine & Segol de text waarop hij het Euangelie verkondigde. Alles heeft zijne eigenschap, en hier begon gelijk dikwijls in de historie de verkondiging alles te verzwelgen. Kan hij niet anders dan verkondigen, dan moet hij preeken en geen Collegie geven. Geeft hij Collegie, dan moet ook die vorm niet geheel verdwijnen. Het
gaf mij het gevoel van iets dat te ver ging. Er moet een zekere sluyer blijven. Gerrit vond dat het hier en daar te veel van een preek had gehad, en begreep dat da Costa er daarvan zoo veel had ingebragt, omdat D Laatsman er bij was.
Lod. Bild. [Bildderdijk] de jonge Luther de gescheidenen
Opmerkelijke brieven v Bild (Lod). Hij en Hog [Van Hogendorp] beschouwen nu de gescheidene als onder de kastijding. Volgens Hog. moeten V Hall Scholte & veel andere onder de gescheidene thans zonder geestelijk leven zijn. Verhaal v Bild. wegens een afstammeling v Luther die Gereformeerd geworden is & aan de Rhijnkant predikt.
V Hall Bevalling zijn Vrouw
Van Hall is weder vader van eene dochter. Zijn lieve Suze onderwees de Scheveningsche kinderen ontrent wie hunne ouders geen vrijheid hadden hen naar 't Armen school te zenden! V Hall schijnt veel gevaar van eene vervolging te lopen.
Hoff [Hoffman], Kaatje d C [da Costa]
Ik wierd geschokt of liever in beweging gebragt door een brief van Hoffman, die nu door een Psalmversje overtuigd was dat hij deel aan Christus had, door eene visite van Kaatje die hoe zwak zij was altijd doorpraatte steeds van geheel zonden te zijn sprak, zonder dat ik er meer als de uitdrukking van een verstandsbegrip in kon vinden. Bij DC zag ik het in dat het iets ruimers iets diepers moet zijn. Zoo als Elpine het gevoelt is het anders, is het waarachtig!
DC. Denkbeeld v den Antichrist
Den knoop der eeuw had d C goed getroffen. De Antichrist is niet de geen die zegt Ik ben de God, die hemel en aarde heeft geschapen, maar de menscheid is de wordende God en ik ben de representant dier Godheid, het hoofd der menscheid. Een zoodanige zal niet den godsdienst verwerpen maar die in zijn systema opnemen, ook het Christendom secondair. De Heer steekt hier toch een licht aan. Mogten wij daarop zien maar bij al die woelingen & schuddingen van hem alleen geleerd worden.
Zaturd Feb 25 Cond. Huet
Een stille dag. Woeling bij de Makelaars over de zaak van Linsen. Condol bij Huet. Zijne Vrouw was t'huis. Folteringen zijn onze condoleantie Visites, als wij troostgronden moeten toestemmen, die ons hart niet aannemen kan.
Laatsm [Laatsman] & d C [da Costa]
Laatsm is regt getroffen geweest, van de voordragt van d C. Toenadering zal er echter niet zijn, want de Kring die L. omgeeft, miskent d C geheel naar ik vrees!
Dagvaarding v V Hall Waarschijnlijk oordeel Hog. [Van Hogendorp]
Hog schr aan Mess. [Messchert] en miskent geheel weder Laatsm. Hij bericht dat V Hall zal worden gedagvaard en vreest dat dit hem welkom zijnde de geestdrijverij waarin hij thans is, hierin voedsel zal vinden. Hierin stond hij geenszints toen hij hier was, en de bril v Hog is niet te vertrouwen.
Zelfverdediging v de Vries
De Vries ziet zich wegens die zaak v Bild [Bilderdijk] in de engte gebragt, zoekt er zich op allerhande wijze uit te halen, verdraait alle zijne woorden en eindigt met de schuld nog op ons te werpen door te zeggen dat hij te veel op de uitgevers heeft vertrouwd.
Bild.
Briev v Bild v 1827/1828 gelezen. Zij zijn toch hoogst belangrijk. Welk licht schittert door die duisternis heen.
Zondag Feb 26 Preek l'Ange [Teissèdre de l'Ange] ov. Jezus v Pilatus
Eens na de kerk bij L'Ange om een passie preek te horen. Strijd en droefheid, want er is geen woord van Zonde gesproken, geen woord van de plaatsbekleedende voldoening. Allen die sterven gaan regtstreeks na den Hemel en juichen voor den troon Gods. Allerlei systema's wierden voorgedragen maar de waarheid was er niet, zelfs geen enkele toon getuigde dat dezelve bekend was.
Vis Alex [ALexandrine van Boetzelaer]
Bij Alex. Het hart stortte zich uit. Wij spraken met broederlijke tederheid over alles wat voorkwam.
Vis Chev. [Le Chevalier]
Bij Chev. geweest, het was eene leiding Gods, hij sprak uit de diepte zijner ellende.
Gewigtig waren de gesprekken over d C [da Costa], over V Hall. De verzoening met hen was hem een allerbelangrijkst oogenblik geweest. Wonderlijk was deze gehele zaak geleid en voorbereid, de ergernis, en de genezing. Opmerkelijk was zijn getuigenis over Boeken als geestelijk mensch, ofschoon nog tegen alle de dogma's. Zonderling kwamen wij ook op het gesprek weges het Character vanH.
Bij d C met M [Messchert] ov Bild. [Bilderdijk]
DC was lief gestemd. Hij is met zijne Kinderen nog al in veel moeilijkheid daar de meester ziek is, en gevoelt op eene pijnlijke wijze hoe de Vaccine hem de schoolen sluit. Wij lazen nog een portef. v Bilderdijk dat vrij snel ging. Wij hoorden het briefje van Mess aan de Vries, dat regt goed is en waarin hij duidelijk uit eenzet het verscheiden doel van de voorrede van de Vries & van de onze en dat de eerste daarin verklaard had, over zijne voorrede geene aanmerkingen te zullen opnemen.
Avond
'S avonds met de Jongens over de Zondvloed gelezen, dat mij zelve tot indruk en stichting was. Naderhand vervloeide de avond zoo wat tusschen kleinigheden. Da Costa's stuk over het lijden trof mij nog, hoewel er misschien te veel ingebragt is. Het is te rijk.
DC ziet meer en meer licht in de ondergang, hij is overtuigd dat er veel meer in ligt dan Bild zich zelve bewust was. Bild had in alles wat de waarheid betrof, meer perceptie dan apperceptie.
Uitzigt d week.
Moeilijk is mij het uitzigt op deze week. Die zaak der Makelaars, de reize na Rotterdam die ik op mij moest nemen om mijne eer, daar ik niet alleen de gemakkelijke veilingen nemen kon, het zien van den gehelen Laatsmansche Kring bij ons, dit alles ligt mij zwaar op het hart. Mogt ik alles van mij af kunnen werpen.
Maandag Fy 27 Zaak V Hall Corr. d C [da Costa] (zie br. F A v H [Floris A van Hall], 2. br v d C)
Mijn gemoed is door vele zaken verontrust en bewogen. Floris schrijft over de aanstaande vervolging v Maurits. Lange Conferentie met de Makelaars die nog al na wensch afloopt. DC schrijft een briefje, klaagt over zijn isolement. Ik antwoorde eenigzints gevoelig daarop, dat hij mij 's avonds welkom zal zijn. Ik kom t'huis en vinde een briefje van d C, zich met eenige bitterheid over de Westendorpsche Coterie beklagende. Dit gaat mij aan het hart. Ik bruisch op bij de gedachte, dat ik nu bij mij vereenig, alle die tegen d C zijn.
Avond. Floris v Hall bezocht.
'S middags bij Floris v Hall. Ik had het denkbeeld van een adres aangegeven, doch bij nadenken komt mij dit nu ook niet als uitvoerbaar voor. Het oogenblik is niet daar. Het getuigenis van eenige even eens gezinden doet niets af! De publieke opinie is niet warm. Het is nu een eens aangenomen regts beginsel geworden! Ik had tegen Floris anders moeten spreken. Ik had hem wel ferm geantwoord over zijn verzoek om Maurits te influenceeren om tot een transactie over te gaan, maar uit liefde van de ziel van Floris zelve had ik anders moeten spreken.
De Vrienden v Laatsman soupeeren bij mij.
Ik kom te negen uur t'huis & alle bitterheid der ziele schijnt mij geweken. Ik spreek met Laats & t B [ter Borg]. Laats. leest een preek over het lijden, regt goed. Daarna lees ik het stuk over Golgotha van d C. Het blijft stil. Wij gaan aan tafel. Daar wordt alles weder stijf. Mev Laatsm zit naast mij, en spreekt uit de hoogte over de Ned St. Het gaat weder tusschen mij & L. Eindelijk na dat Sames weder braaf berispt werd, breekt bij mij als het ware een gezwel los toen Thijs v Kohlb. [Kohlbrugge] sprak, en ik sta als in vlam. L. antwoord met zachtheid en ik voel mij vernederd. Nu spreekt hij lang en heerlijk over de liefde als een volmaakt werk, over
datgene dat geopenbaard moet worden in ons, niet die speculatieve toegerekende heiligheid. Het geen hij zeide was heerlijk. Ja, zeide hij, ik heb lief. Zoo duurde het tot het einde. Niemand sprak dan hij. Alles lag mij onderst boven toen zij weg waren. Ik moest nog aan Laats [Laatsman] schrijven, hem vragen hoe hij nu zoo lijnregt het tegenovergestelde verkondigde als vroeger, hoe hij zoo over de liefde kon spreken bij zulke gedurige liefdeloosheid jegens alle die buiten den kring waren, hoe over gemeenschap, bij zoo veel stijfheid.
Dingsd 28 feb. Br. aan d C [da Costa] betrekking v hem & L
Stev. [Steven] had hetzelfde gevoeld, wist niet meer hoe hij het had en hoorde ook andere dingen. Ik schreef aan d C in de volheid van overtuiging dat bij L personeel de zwarigheid tegen d C geweken is, dat deze laatste waarlijk na hem toe kon gaan. Het antwoord deed mij geen genoegen. [In de marge: (Zie br d C)] Het ik van d C verbergt zich onder allerlei schone argumenten. Hij doet geen stap tot L om den Heere niet vooruittelopen &C. Moge het waarheid zijn. De brief die d C mij van 1832 over L. zond deed niet af voor dit punt. Ik mag het zeggen daar ik mij den vorigen avond zoo vereenzelvigd met d C gevoelde en daaruit juist mijn lijden voortkwam. Neen die avond van Vrijdag was geen waarheid, kon het punt van vereeniging niet geven. D C zocht hierdoor eenigheid en daarin heeft hij het niet gevonden. Alles blijft dan in deze relatie verwarring die de Heere alleen ontwarren kan!
Aank Freyss (Zie br Freyss)
Om drie uur wierd mij gezegd dat Freyss er was, en hij schreef mij van mij te mogen spreken. Ik was er zeer door onthutst. Ik begreep hem eerst aan de Directie te moeten verwijzen.
Vis Laatsm bij ons.
Om vier uur was L. bij ons. Hij sprak regt open & hartelijk, en bekent volmondig dat er
gewigtige ontwikkelingen bij hem plaats hebben gehad. Nu ik dit, na den afloop der week schrijf, gevoel ik nog dezelfde liefde voor L [Laatsman] maar tevens het gevoel dat zijn Kring hem hindert, hem in de practijk benevelt. Alles moet reeel bij hem worden. Hij leeft even zeer in een idealische zelfgekozen kring, als dit wel eens bij d C. het geval is, maar deze leeft dan in den kring zijner verbeelding L in die zijner aanbidders. Ook deze kring zal even als de Da Costiaansche door den Heere ter zijner tijd verbroken worden. De gelovige zal van zijn eigen gelove leven en alle Middelaars zullen weggenomen worden. De avond in de vernedering zij mij tot zegen, doch elk zal zijne beurt hebben!
DC zeide dat hij zijn auditorium wel kende en observeerde! Laats had gezien dat d C hem bij het spreken over de Zonde ter gelegenheid van Elpine aanzag. Deze avond kon dies geen punt des Vredes ter eere Gods worden.
Fam dag bij G J B [Gideon J. Boissevain].
'S av fam dag. Nog al met Pauline gespr. die ik toch wat koud vond. Op de fam dag voelde ik veel vrijheid en vond veel levendigheid doch stootte nu ook meer en meer op die onomstootbare muur tusschen het rijk Gods & dat der wereld, die de Heere alleen kan wegnemen. Margo sprak met het levendigst gevoel over Picciola. Py [Pauly] & andere met deelneming & belangstelling over Bilderdijk's brieven, en toch nog wat onderscheid tusschen gevoel, belangstelling, en bekeering.
Maart
M 1 - 3 op reis
Mt 4 Zat V Hall
Door Gods goedheid alles wel. Van Geneve vraagt men renseignementen. Dit geeft weder toenadering tot Van Hall. Ik nam toch weder een zegen van hem mede!
Ontmoeting met Freyss.
De dag stil, bezwaren zijn er velerlei. Van d C [da Costa] een hartelijk briefje, ook over Freyss. Deze komt aan het bureau en nu neemt de Heere op eens alle bergen weg, en toen hij kwam kon ik niet anders dan hem lief hebben. Ik gevoelde den band & kon hem niets verwijten. Hij zelve erkende dat alles ten goede was, dat het niet zoo had kunnen blijven. De Heere is God, mogten wij hem alles maar in handen geven. De ontmoeting was met de Directie zeker beter, als dat ik die bijgewoond had.
Vis Messchert over L [Laatsman] dC.
'S av. Messchert ook voor hem was de Maandag avond gezegend. Hij had het 's Dingsdags goed met L. en moest erkennen dat de practijk bij hem te veel op den agtergrond stond. En ook hem stuitte echter dat prediken en niet oefenen van liefde. De Heere zal licht geven! Over d C spraken wij veel. Ja, waarlijk hij maakt zich dikwijls zijne weg, in plaats van die te ontvangen. Hij moet te dikwijls zijn leven putten[?] over het geen hem omringt. Hij electriseert anderen en blijft koud. De Zondag avond wordt nog door God tot zegen gebruikt, en echter de zaak zelve is geen kring meer! Zijne betrekking tot die kring heeft grond in eene illusie en kan op den duur niet blijven bestaan. Hij heeft veel ruws gezegd maar er is een grond v waarheid in.
Gerrit Vorwort K Z &C
Gerrit las het stuk uit het Vorwort v de Ev. K Z Jany. kwam hevig tegen het stelsel der K Z op, en heeft er toch misschien iets door ontvangen. Ik was 's avonds niet levendig.
Mt 5 Zond Huis dienst
Na de kerk kon ik niet gaan. Ik wierd onder het ontbijt levendig. De Circ v Geneve deed mij goed.Ik gevoelde veel voor de afgescheidenen! iIk verlangde hartelijk Christus overal te belijden, Kaatje kwam weder binnen. Wij lazen een preek van den oude Krumm [Krummacher] over de genezing van Christus. Ik gevoelde er minder bij, doch wel het groot gewigt der zake in 't gebed.
Gerrit
Met Gerrit was weder te praten heden, en hoewel hij veel tegensprak, was de toon toch anders. Och alles kan door den Heere gezegend worden.
Komst Freyss Ontmoeting van t B [ter Borg] & d C [da Costa]
Freyss komt daar bij mij. Hartelijk spraken wij. Het gebeurde is nog te versch om het aante raken. Met leedwezen hoorde ik van hem dat gisteren tusschen ter Borg & d C na een vrij genoeglijk gesprek het geheel fout liep door de wensch van ter Borg dat d C die rust mogt bereiken, die hij nog niet bezat. Toen was alles bij d C weder losgestormd. Ter Borg wil dan opregt zijn, en is het geloof ik in eigen kracht, niet in liefde of afhankelijkheid. Het treft mij, maar niet onverwacht. De brandstoffen liggen altijd daar, een vonk, en alles ontploft.
Chronijk der vorige week
Avond van Gild. [Gildemeester] bij de West [Westendorp], waarin Laatsm [Laatsman] ook nog al uit de hoogte spreekt. Dat moet er zijn &C. Hy [Henry] over dit alles hoogst verwonderd. En toch waarlijk en dit moet L bekennen, hij spreekt in eenvoudigheid. Hy's reize na Muide, hij vindt Heikens [Heykens] iets beter, en is veerkracht op zijn terugreize door het ontmoeten van een gelovige uit Groningerland, die zoo gewenscht had dat de Heere hem toch nog eens een broeder liet ontmoeten.
De oude Heer Groen van Prinsterer bezweek op den 2 Maart. Hij was iemand die geloof in de waarheid lief had, ofschoon zeer vijandig tegen de wijze waarop zich die thans openbaart.
Campbell
Campbell neemt afscheid met zijne Vrouw. Hij is hartelijk en aan mij verbonden. Hoe gemakkelijk schikt men zich in eene hogere positie.
Hy [Henry]
Met Hy largo over vele zaken gesproken, en hem al het gebeurde broederlijk medegedeeld.
S d C [Steven De Clercq]
Bij Steven blijft Charl. nog lijdende.
Av bij d C [da Costa] Gen. 3
'S avonds had ik roeping na d C te gaan. Met genoegen zag ik daar de broeders die zich daar verzamelen bijeen. En toch de positie van d C daar is wonderlijk. Het geen ik hoorde was regt goed en ook belangrijk over Gen 3. En toch, het deed mij geen indruk, er was mij geen eenheid in, ik heb behoefte aan iets anders. Deze weg wordt dunkt mij gesloten, het is meer een personeele handdruk aan d C dan een bron van stichting. De Heer zal ons leiden op zijnen weg. Hij zij genadig over ons en onze kinderen!
Maand 6 Mt. Kij veiling.
De zaken der Calicots stormden op ons aan. De grote zaak was de Veiling. Het behaagde de Heere alle die moeilijkheden weg te nemen die de Veiling onmooglijk schenen te maken. Ziet zij kochten en waren opgewonden & de Lethe schijnt er over gevloeid te hebben. Zeer bedaard zat ik in het bureau tot 1/2 10 en wandelde toen na de brakke grond. V de H [Van der Houven] tracteerde ons nog op Oesters bij Van Laar. Ik was nog al vrolijk in den vleesche dunkt mij hoewel het slechts zeer kort duurde. Mijne vreugde was in het welgelukken.
Br. v Bild [Bilderdijk] d C.
'S ochtends met aandoening de laatste brieven v Bild. aan d C gelezen. Het is de uitgaande kaars maar toch altijd hoogst belangrijk.
DC schrijft nog diep gevoelig over de aanspraak van ter Borg. Moge het niet wroeten in zijne Ziele.
Dingsd. Mrt 7. d C [da Costa], Kohlb [Kohlbrugge], t B [ter Borg]
Innig briefje van d C. Spoedig ziet hij alles in. T B was bij St [Steven] en verhaalde dat het bij d C gestuit had. Zoo diep had hij het toch niet gemeend, dat geloof ik ook, maar is er eens een grond van misverstand, wie kan dan de stuiting stuiten. Van avond las ik nog de Condoleantie brief v. Kohlbr. aan Bild [Bilderdijk]. Er is toch veel heerlijks in, maar zoo iemand moest zich anders ontwikkelen als d C.
Herinnering aan den vorige dag.
Ik had migraine en het scheen mij wel eene kastijding te zijn, voor de meerdere losheid van gister avond. Er is iets dat zich zoo gaarne aan die losheid zoude overgeven in ons.
Woensd. Mt 8
Nog eenigszints vermoeid. Opstellen voor de S kon ik niet. Alles worstelde bij mij, ik kwam tot geen bepaald denkbeeld. V Hall schrijft broederlijk, zijne nota over de Scheiding is belangrijk. Een stuk in den Semeur over Milton trof mij bijzonder. Ik las den vorigen avond Kuser. Er is iets zeer wegslepends in deze poezij, wel iets weeks. Met Koenen sprak ik broederlijk, ook ov d C. 'S avonds alles zoo meer in orde gemaakt op 't bureau. Daar is nu voor 't oogenblik een grote stilheid.
Dond Mrt 9
Nu had ik tijd weder eens de K Z natelezen van de laatste maanden 1837, waarin altoos veel belangrijks. Ik zat een half uur om iets voor de Stemmen op te stellen, en ontving niets. Tegen de avond wierd het levendiger. Israel, de Roomsche Kerk & ik weet niet wat al streden met elkander.
Br. W M [Willem Messchert] over d C.
Treffend is het briefje van Mess ov. d C. Wij hadden veel aanmoediging met de N S, een anonyme brief uit Geertruidenberg, een van Rookmaker die ook zeer hartelijk was. 'S avonds nog zeer genoeglijk met Car. [Caroline] over Gerrit gespr. Karel Ed was niet wel doch reciteerde versjes van V Alphen alleraandoenlijkst. Ik hoorde V Kampen over den fransche invloed spreken. Dit waren lies [lieu] communs door hem & mij dunkt mij meer gebruikt.
Vrijd. Mt 10 Promotie. Diner bij ons Coll. d C [da Costa]
Zonderlinge ochtend. Promotie in de Nieuwe Kerk. Welk een wonderlijke wereld is die Latijnsche wereld! Gerrit zegde zijn gratias met waardigheid op, doch geraakte nog een oogenblik in de war. Alles heeft wel den schijn eener vertooning.
'S midd. jonge lieden bij ons, nog al zeer genoeglijk. 'S avonds had ik nog een uurtje dat stiller was. Gerrit brengt mij gedurig weder in de litteratuur wereld en ik gevoel hoe diep die nog bij mij zit. Alles trekt mij af van alle kanten. God alleen kan mij geven wat ik nodig heb.
D C moet over het Character der duivelen gesproken hebben, ook hoe of men God sprekende mag in voeren, wel gelijk bij Milton wanneer het alleen paraphrase van de Bijbel is. Zonderling dat de zes verzen waar mede de zesde zang was begonnen, juist daar ophouden, waar Bildk [Bilderdijk] hier buiten treedt, voor het eerst God sprekende invoert, en hem daar Segol Segol, een persoon van fictie doet roepen.
Het historisch Collegie van d C sterft uit. Hij kan er geen voedsel meer in vinden. Donderdag avond heeft hij alleen uit Bosscha voorgelezen.
Zat Mt 11. Conf bij Mess [Messchert] ov de br van Bild
Allergenoeglijkste bijeenkomst met d C bij Mess. Wij handelden de laatste brieven v Bild aan d C af, die hoogst teder waren! Broederlijke gesprekken. Plan van eene biograph. Sacrée in 't holl bij Mess opgekomen, en waarvan d C de schrijver zijn zoude. DC zegt dat zijn Collegie eigentlijk uit is geweest met de 10e avond. Hij heeft veel lust er over neder te schrijven, en toch het gevoel dat dit een plan is dat niet gelukken zal. Zijn gedachte van een schok en dan weder van eene herleving in de H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]. Ik was dit theoretisch geheel eens, en toen ik ondertusschen te huis kwam en vond dat op de explicatie van Palmerston onze aandeelen heden 2 pc gedrukt waren, hinderde het mij toch. Ach, wanneer zullen wij toch den Heere alles kunnen overgeven. Bij de minste onevenheid kan men wel tegen ons zeggen, Waar is uw geloove?
Zond Mt 12. Voordragt
Begin v den dag met de ber. der Fij. De Ink. v Tin trof mij nog al. Toch mogt ik na dit ongeloof mij levendig gevoelen in het geloof sprekend voor de mijnen over Hebr. 11.
Eng. Kerk D. Jamison [Jamieson]
In de Engelsche Kerk hoorde ik Ds Jamison met stichting ov. een text uit Jes 53. Hij verkondigde Christus met tederheid & zonder redeneering. Dit ontbreekt ons hier.
Vis Maria W [Westendorp] t Borg.
Bij Maria W. wel met t B gespr. Zijn standpunt is toch ook weder zeer door zijne subjectiviteit gewijzigd. Och Heere laat mij op gene menschen zien. t B schroomde mij te zien, na het gebeurde met d C [da Costa] & ik schroomde ook de vorige week aldaar te komen, toen ik gehoord had dat Kohlb. [Kohlbrugge] & Ludwig daar logeerden. En ziet, nu had de Heere weder alles weggenomen, en wij zaten als lammren bij elkander.
Kaatje Juf Schey
Thuis vond ik Kaatje & Jufv Schey. Ik zeide tegen de eerste dat ik weinig tot haar sprak, daar zij thans zoo veel boven mij stond of zich rekende. Zij zeide dat dit mijn hoogmoed was, en was anders hartelijk. Juf Schey had zich zeer verwonderd dat d C niet voor de leeraars had gebeden. Wij zijn waarlijk meer gescheiden, dan wij denken.
Kinderen
'S av t'huis ook nu ging het met de jongens over de Verspreiding der volkeren na den Zondvloed zeer wel.
Opstel St April
Ik had onmooglijk in de vorige week iets voor de St v April kunnen opstellen. Nu was mij alles zeer levendig. Een stuk van de Gaz. gaf mij aanleiding om iets te schrijven, 't geen tot mijne grote verwondering, nog geheel af kwam.
Car [Caroline] Gerrit Lez v Romans
Veel gesproken nog met Car over Gerrit. Hardheid is bij hem allernadeligst, en toch er zijn punten waarbij weder eens ingegrepen moeten worden. Nu had Car. de Notre Dame de Paris v Victor Hugo in zijne handen gevonden en ik heb toch gemeend hem thans ten ergste tegen die romans der nieuwe school te moeten waarschuwen, en derzelver lezing te moeten afraden. Gister was hij dan weder bitter vijandig in het hart, en plagerig tegen de andere kinderen. Het moet altijd op en neer gaan.
M. 13 Mt. Drukking. Vis bij V d H [Van der Houven]
Een moeilijke en gedrukte dag. V d H was na 's Hage, Kooy verlegen met de zaak der Cassa, en hoewel voor zoo veel millioenen verkocht hebbende waren wij ver van ruim. Allerlei kleine zaken vermoeiden mij. Ik wilde mij nog verfrisschen bij d V d H, doch daar trof het op 't laatst weder op Laat. [Laatsman] d C [da Costa] &C. Ik sprak als of mij de gehele wereld niets scheelen konde & had ondertusschen de grootste behoefte aan liefde. Te huis was ik in mij zelve gekeerd, diep duister & zwaarmoedig had niets, kon mij aan niets vast houden. Het wierd wel iets beter & stiller toen ik alleen aan het bureau zat, doch ik bleef sterk gedrukt.
D. 14 Mt Ongeluk bij d C. Meer opgewekte stemming. 'S av. fam dag bij ons.
DC schreef een allertreurigst briefje. Een lief kind van Stroeve was bij hem gevallen en had het been gebroken. Hij maakte zich zelve daarbij allerlei verwijtingen. Het trof mij, en toch het wierd mij alles weder levendig en ik zag nu hoe juist die leiding in de vooroordeling van anderen jegens d C heerlijk kon zijn, om hen zelve te brengen tot die gehele overgave aan God. Ik gevoelde mij verwijd ging na d V d H, en mogt ook daar nog zoo ik geloof de verkeerdheid erkennen van de hoogheid daar ik den vorige dag in stond. 'S avonds had ik nog weder een briefje v d C die wil dat ik de lijn verder voorttrek, doch dit is mij voor het oogenblik onmogelijk. De fam dag was genoeglijk, vrolijk en toch echter niet luidruchtig. Met Margo mogt ik zeer open en genoeglijk over het Christendom v La Martine &C spreken. Met genoegen hoorde ik van Marie Boissevain die merkwaardige voordragt van Prof Koopmans ll Zondag die de Meniste verkondigd had, dat ook bij hen een terugkering tot de oude paden noodzakelijk was. Ook de geschiedenis der schoonmaakster die met zoo veel genoegen onze huisdienst bijwoonde was mij opmerkelijk. Veel was mij deze dag licht en ik genoot veel zegen.
W. 15 Mt. Verj. Daan Jufv Schey
Onze Daan was jarig en nog al opgehelderd. De geschenken deden hem genoegen. 'S av. Jufv Schey & Kaatje v d H [van der Houven]. Wij spraken nog al genoeglijk, doch ik was niet levendig & kon niet veel meer dan hetgeen ik hoorde, toestemmen.
D. 16 Mt. Alg Verg. Diner bij v d H Imp.
Na ligchaam & ziel stond ik vrij bezwaard op. De uitkomst was allertreffendst. Heere wees mij zondaar genadig. Wat zal ik anders zeggen? Men zie wat er gebeurde in de Aant H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij].
Bij V d H was het genoeglijk. Er was nu een deel om zich te vereenigen. Ik imp met meer losheid dan in langen tijd. (J Kops kwam met ons. Wij spraken genoeglijk, doch het bleef bij de oppervlakte.
Afsch Laatsman
'S avonds nog even afscheid v Laatsman genomen bij West.[ Westendorp] Hij was regt lief gestemd en kwam mij nog nalopen om mij toe te roepen de hartelijke groeten aan da Costa.
Heere uwe zegeningen zijn groot. Doe ons op Christus zien!
Hoe vele dagen reeds weder vervlogen. Uitkomst in alles. Ziekte bij onze kinderen geweken. Moeilijkheden Mij opgelost! Bij mij gebrek aan dank en liefde.
Zat. 18 Mt
Zat. avond lieve avond met Car [Caroline] alleen, veel over de kinderen gesproken, toch geene geestelijke uitstorting nog.
Zond 19 Mt Huet, d C [da Costa] Gescheidenen Mev Beauf. [Beaufort]
Zondag met migraine opgestaan. Ik verlangde na de Kerk te gaan. En ziet de Heere nam de migraine weg, die anders altoos zijne uitwerking heeft. Bij Huet over de wonderen bij de dood des Heeren hoorde ik niets dat bij trof. Alles zoo flaauw, zoo algemeen. Bij d C kwam zijne keukenmeid te huis, uit het gehoor van Van Raalte. De gescheidene kerk was gesloten geweest. Bij een wieldraaier Budding werd het woord verkondigd. Er was veel opwinding bij, en toch iets dat jaloers maakte. DC was lief gestemd. Wij spraken
over vele zaken, deelden de bus &C. Ik stelde voor om aan de gescheidenen armen te gedenken. Ik bezocht daarna Mev Beaufort. Het is voor haar ook nog doodsch te Cleef. Waarom zij daar is, begrijpt zij nog niet.
'S av. gevolgen der Migraine maar toch met blijmoedigheid, en niet zonder zegen voor mij zelve de besch d tijd opgesteld!
Maandag 20 Mt.
Deze dag had weder werk genoeg. Het was ontzettend koud voor 't saizoen (31⁰). 'S ochtends wierden de Conditien der leening gearrd. Hoe zal deze nu aflopen? Alles om ons heen is nog al ontrustend.
'S av Hy [Henry] & M [Mimi] bij ons. Getrouw verkondigt Hy het Evangelie aan zijne kranken boekhouder.
Bij Gid [Gideon] & M [Maria van Heukelom] komt veel belangstelling dunkt mij. Treffend is de belangstelling die de eerste voor de brieven v Bild [Bilderdijk] aan Wis [Wiselius] toonde!
Dingsd 21 Mrt
De kou blijft nog toenemende 26⁰. Ik zag van het dek v een Kof waar juist D Kortenhoef Smith naast ons stond, de Dorothea aflopen. Malsch was het er niet. Het deinen beviel mij hoegenaamd niet.
DC weder nedergedrukt, ook door de val v Jacques door de vraag om Copij voor de N S &C.
Ik was neerslagtig door alles wat Caroline mij verhaalde, dat Gerrit zich zoo ongelukkig gevoelde wijl hij niet na de Comedie mogt gaan & geen dansen geleerd had. Zijne onbillijkheid maakte mij nog onbillijker.
Woensd. 22 M Avondmaal der Gescheidenen.
De Heere schenke ons de liefde & doe ons verstaan wat zij is. Ik gevoelde liefde voor de afgescheidene. Juf v d Heyden & Höveker schreven mij beide over den zegen die zij ondervonden in het Avondmaal dat voorleden Maandag van 1/2 9 tot 2 uur door hen gehouden wierd geheel in stilte. Mogt ik ook nog eens zulk een avondmaal van broeders bijwonen. Juist toen Jufv v d Heyden bij Car zat, kwam Ds Mounier met den Ouderling Hoogland huisbezoek doen. De Heere leide ons in alles op zijnen weg.
Dond Mt. 23 Avond bij S d C Brief Marzials & van het Comité v Rijssel
Onze broeder Steven was jarig. Het was regt koud, er viel veel sneeuw. Ik ging 's avonds niet na het Instituut, wenschende vroeg bij Steven te komen. Wij vonden dan Carolientje allerliefst en waren dien avond met St [Steven] & Ch [Charlotte] ook regt broederlijk. Zeer verkwikten mij de tijdingen dien ogtend ontvangen van den goeden Marzials die nu indedaad een regt treffende brief schrijft, waarin het leven en de liefde zoo overal doorstralen. De zaken van de school zijn indedaad opmerkelijk. Ik voel mij zoo geheel buiten mij in deze Zaken gesteld & mag daarin ook volgen. Die uitnodiging om een Comitté te vormen trof mij zeer; ik meende dat Hy [Henry] juist daarin datgene zou vinden waarna hij verlangd had.
In de dieptens gingen wij dezen avond niet in, maar ik gevoelde mij toch levendig en sprak nog al veel.
Ziekte Maria W [Westendorp]
In de ziekte mijner lieve zuster Westendorp had mijne deelneming veel groter moeten zijn. Dikwijls ben ik zulk een koud berekenend wezen. Als God de hand niet leyt aan mijn harte, ben ik diep egoistisch.
Handel
Wonderlijk waren ook weder de uitkomsten van dien dag. Dat wij nu reeds alle de Nota zouden verkopen, wie had dat kunnen denken?
Gerrit
Moeilijk was weder sedert eenige dagen de betrekking met Gerrit. Hij was dien avond op een partijtje genodigd, waar gedanst zou worden.
Gesprek met VDH [Van der Houven]
Met V d H nog weder zeer vertrouwlijk gesproken. In de laatste weken had ik zoo zeer zijne noodzakelijkheid gevoeld, dat het mij nu vreemd voorkwam, dat bij hem nog het uitzicht op een uitgaan bewaard bleef. In vele opzichten gevoel ik hoe zeer ik bij hem in vastheid & beradenheid te kort schiet.
Vrijd. M 21 N S April
Reeds vroeg was ik aan het werk voor de stemmen en had het vertrouwen dat het stuk over l'école Normale nog dat over Feith zoude vervangen. zoo ging het dan ook door Gods goedheid.
Separatie
De passage over de Separatisten wierd niet
geplaatst. Zij had mij weder een terugslag in de zaak der Scheiding gegeven. Ik zie dan maar hoe men zich zelve in dit alles kan streelen, en in geestelijke dingen zijn eigen vleesch kan voeden.
Br. West [Westendorp] aan d C [da Costa]
dC had een regt innig briefje van Westendorp dat hem zeer getroffen had. Ja waarlijk de grond is dezelfde.
Gerrit
Gerrit was aan tafel al zeer bokkig en moeilijk; toen wij na de kerk gingen, verhaalde Caroline mij het ontzettend sterke zijner bitterheid, daar wij hem geen dansen wilden laten leeren en niet vergunden dat hij na de Comedie ging. Allerhardst zijn de uitdrukkingen van dit kind. En toch ik gevoel welk een zegen het is te mogen volhouden. Regt aandoenlijk is weder het geen Marzials over Gerrit schrijft! Ik wierd boos om het geen Car mij verhaalde en dit is zoo geheel verkeerd met Gerrit die alleen met zachtheid te leiden is. De Heere geve mij wijsheid.
Kerk, Huet
Bij Huet was het vol. Zijn preek was goed, meer erkenning der waarheid dan ik in lang hoorde. En toch, zij voldeed mij niet want ik vond er zoo veel pronk en illusie zoo veel beschouwing in, geen toon die uit het hart klonk, en in het hart weer galmde.
Avond met Barbe
Thuis komende kwam spoedig Barbe een bezoek doen. Ik had behoefte aan een broederlijk woord & dit vond ik juist bij hem. Hij sprak uit het innige der waarheid maar in de practijk, in het leven, en ik had juist behoefte aan die waarheid en verlangen dezelve te horen. Daarbij had ik veel te doen met zijnen toestand, daar hij met 1e Mey volstrekt niets heeft, en echter in het gelove staat, hoewel het dikwijls bestreden wordt. Verkwikkend was mij zijn bezoek, en het gebed dat hij ten slotte deed, was ook regt instemmend met mijn gevoel. Hij ging uit de elende uit, uit het niets zijn het niets hebben, terwijl Huet ons alle aansprak als vervuld met de Sainteté de la Journée als sints weken daarop uitgezien hebbende &C.
Zat. 26. Mt. Bezoek Maria W [Westendorp]
Ik bezocht West die ik nu in eene regt lieve stemming vond, hoewel ik echter zelfs met Barbe nog openhartiger kan zijn dan met hem, daar deze mij begrijpt & Thijs verlangt dat alles in zijne formules gezegd wordt. En echter wij zijn alle één ligchaam. Ik zag mijne lieve zuster weder, en was blijde haar te zien. Zij moet veel strijd gehad hebben, en daarna veel kalmte en losmaking van menschen hebben ondervonden.
Ziekte Jeane Cap. [Capadose]
Treffend was het bericht dat ik bij het openen van een brief v Cap vond wegens de ziekte zijner Vrouw. Daar had niemand gedachte van en voor den geachten v d H [van der Houven] was het een zware slag. De Heere spare hem nog daarvoor. Ik heb nog al eene innerlijke verwachting dat het goed zal aflopen. Ik was naderhand ook nog bij Mev en de meisjes, en gevoelde weder zoo sterk den band die mij aan dat huis verbindt.
Corr met Gild [Gildemeester]
Aan Hy [Henry] schreef ik over de zaak v Rijssel, doch die was nu juist daarmede niet ingenomen en nam het schoorvoetende aan. Hij had het oog maar op Geneve gericht, gevoelde nu geen opwekking om te belijden, waarbij dan ook de ongunstige commercieele omstandigheden van het oogenblik medewerkten.
Proselytismus v V Hall
Hij zondt mij ook een brief v V Hall die mij dan hoegenaamd niet beviel, en waarin deze al weder op de Scheiding aandrong. Dat eigengeregtige van de Scheiding drukt mij gedurig, en daarin vinde ik dan geen troost bij d C, die er wel het opgewondene in ziet doch niet verder gaat, & veel excuseert. Met regt merkt hij aan dat het geheel iets anders is, dat wat hem van de Scheiding gewoonlijk terug houdt en hetgeen dat mij er van afstoot.
Tr West [Truitje Westendorp]
Met Truitje West nog genoeglijk gesproken. Zij is scherpzinnig fijn gevoelig en ziet veel in. Die gehele maandag avond ging nog over de tong. En nu bleek het dat zij dien avond gedacht had, dat ik een uitval tegen L. [Laatsman] deed, waaraan ik echter hoegenaamd niet gedacht had.
Besluit
En nu de Heere zelve bereide ons en geve dat wij hem niets mogen willen brengen, maar alles bij hem vinden want hij is rijk en als ik maar iets zoeken wil bij mij zelve, dan worde ik dor en ongevoelig, en het wordt gemaaktheid.
Eerste Paaschdag. 26 Mt 1837 Voorbereiding Geboorte Esther da Costa
Ik had zeker om niets minder gedacht dan om het Avondmaal in de holl. kerk te vieren. Mijn besluit stond daar. Bij Begemann was mijne uitvlucht, doch ook deze had het av. niet. Maar toen ik nu V d M. [Van der Meulen] zag in den Noorder Kerk en ik mij den hoewel in zwakheid toch in Christus levende grijsaard herinnerde, die misschien voor het laatst dien dienst waarnam was het mij als of mij gezegd wierd, derwaarts te gaan en ik twijfelde er ook geen oogenblik over. 'S avonds was ik niet bijzonder opgewekt doch regt stil gemaakt in het hart. Van den indruk v Barbe's woorden dat mij steeds wat brengen wilden gevoelde ik nog het gevolg. Nu en dan zocht ik te ontkomen aan het gaan.
et opstaan was 's ochtends zeer kalm en ziet daar verrastte ons de tijding van de voorspoedige bevalling v Nancy & de geboorte eener tweede Esther da Costa. Het is eene grote vreugde en uitkomst voor dat huis. De Heere zal da Costa dragen in alle zijne nooden! De Tcxijdingen van Jeanne Cap [Capadose] waren ook iets beter en V d H [Van der Houven] nog aangemoedigd.
Avondm Viering bij Van der Meulen
Om negen uur was ik bij V d M. en de geheel andere toon als bij Huet trof mij. Hij onderstelde niets dan ledige harten, en dat deed mij voort goed. De werking van het ik zweeg nu meer, ik mogt ontvangen hoewel onder een strijd van allerlei afleidingen. Aan tafel had ik het na eene eenvoudige preek zeer goed. Alles was mij leven. Toen ik den ouden man welkom hoorde zeggen en met zulk een overtuiging uitspreken, Ja ik heb Christus gekruicigd maar hij had het voor mij over voelde ik eene liefde in Christus tot hem die door de ondertekening van den herderlijke brief niet kon weggenomen worden, en ik mogt hem in de geest de hand geven. Ja hij is mijn Heere mijn God dat gevoelde ik toen. Er is een band onder de leden van de innerlijke Kerk in hem. De Heere redde ons in het midden van alle die haarkloverijen en partieele beschouwingen! Treffend was het mij ook juist naast V d H te zitten, den man met wien ik den band nog zoo veel levendigs gevoel deze dagen. Deze weinige woorden tot herinnering aan den zegen dien God mij gaf.
Br. aan Bähler
Later op den dag wat kerkhoofdpijn, die spoedig week. Ik was vooral bezig met eene uitvoerige brief aan Bähler te schrijven, over alles wat hier voorgevallen is. Ik wierd van zelve geleid er eene kleine waarschuwing bij te voegen tegen dat versatile dat van den hak op den tak springen bij hem, en dat gedurig maken van nieuwe idealen. Ik zie er daarom Gods weg wel in die heerlijk is, doch geloof dat hij van den andere kant er toch door zijne Vrienden opmerkzaam op moet gemaakt worden want van dezen alleen kan hij er wat van aannemen! Mocht hij het zoo inzien en het hem niet bedroeven!
de kinderen
Met de jongens ging het nog al wel. Gerrit was in eene betere stemming. Hij had een Extract van dat stuk over den jongen Hohenhausen gemaakt dat hem dan toch, hoewel hij zegt het anders uitteleggen dan de K Z getroffen heeft. Met Lina was ik zeer vereenigd, en wij hadden het goed zamen. Zij had ook Maria W [Westendorp] bezocht, die ook die aanbidding van L [Laatsman] door al die dames zeer afkeurt, gelijk hij dan ook zelve er een afkeer van heeft.
Vervolg. afgescheidenen
Treurig was het bericht dat in de Lindestraat de gescheidene bij een bakker te zamen gekomen, weder door de Policie verstoord waren, maar dat zij daarop door het graauw mishandeld waren. Neeltje van Gild [Gildemeester] was door twee dienders bewaard en te huis gebragt. Het tijdstip zal komen, dat er iets in deze zake gehandeld moet worden.
Twede Paaschdag 27 Mt. M.
Genoeglijke ochtend. Gel. met de kinderen over de Emmausgangers. Alles ging nog al zeer wel. Ik gevoelde de waarheid, der zaak zonder bijzondere levendigheid.
Toestand bij V d H. [Van der Houven]
Bij de vrienden V d H. toenemende droefheid. De tijding is niet gunstiger. De benaauwdheden blijven erg. De lieve Vrouw is overgegeven en wenscht na hare ontbinding. Het gemoed der lieve Vrienden wordt verscheurd door deze berichten, en het is toch de magtige hand Gods die op deze wijze in eene zoo smartelijke zaak weder hunne harten vereenigt.
Comparitie bij Hy G. [Henry Gildemeester] Bijeenk ov Rijssel
Henry afgehaald voor de Comparitie. Door een misverstand kwamen wij juist daar bij een met Koenen Hooft Graafland & Van Eik. Hy wilde veel liever zich met Geneve bezig houden. Aan Koenen was Rijssel aangenaam als middel om op Belgien te werken. Ik wilde Hy opvangen en allen te zamen brengen doch toen Graafl. opmerkte dat wij niet alles door elkander konden doen en deze zaak ons nu opgedragen werd, zoo dat wij daarmede moesten beginnen, gevoelden wij er de Juistheid van. Er wierd dus besl. dat ik voorlopig met Rijssel in corr. zou treden.
Scheiding
Veel gespr over de Scheiding. Koenen vond het stuk van d C [da Costa] wat flaauw. Aandrang zelve wat te doen. Denkbeeld van een verklaring, een protest, geen verzoek meer. Denkbeeld om in de kerk een manifestatie te doen daar deze door de aanhaling der bepalingen uit het strafwerkboek aanleiding tot de vervolging gaf. Koenen zoude een stuk opstellen.
Er is heden weder woeling met de afg. geweest. Mess [Messchert] beschuldigt hen van oproerigheid. Zij zouden zich op de Sommatie van den Dir v Po. niet verspreid hebben maar begonnen zijn psalmen te zingen. Er is iets oproerigs in dit alles. Koenen zegt echter dat zij zich geroepen voelen kerkelijk een getuigenis te geven; dat het juist dat is hetwelk het Gouv. wil weeren en verhoeden en zij zich over deze publieke manifestatie niet kunnen laten terug houden!
Vaccine
Ook veel over de Vaccine gespr. De argumenten voor en tegen waren alle redeneeringen. Opmerkelijk was het geen Koenen verhaalde dat Schama gezegd had, dat het echte vaccin bijna niet meer te verkrijgen was & dat het geen men gewoonlijk gebruikte, zoo veel in kracht afnam.
Vis. d C
Bij d C met veel genoegen geweest. Hij was zeer werkzaam met de zaak v. Jeanne Cap. [Capadose], had nog een innerlijk vertrouwen dat het goed af zoude lopen. Juist als het ergste scheen, nu Cap. gelijk uit de brief die hij ontving overgaf, was er uitkomst te hopen. D C ziet meer en meer gunstige zaken bij de gescheidene, hoe veel hij in sommige zaken van hen afwijkt. Hij neemt niet kwalijk dat zij zijne
Verzen & Woorden gebruiken want hij ziet bij hen het begin van de vervulling zijner gedachten & verwachtingen. Waarom scheidt gij dan niet? Ja, ik weet zelve volstrekt niet wat mij tegen houdt [in de marge:] zegt hij.
Denkb. gesch Cath - Panth
Mijn Avondmaal bij V d M [Van der Meulen] zag hij als eene personeele betrekking aan met dezen, zonder dat ik daardoor eenigzints nader tot de Ger Kerk ben gekomen, & zulks is ook letterlijk waar. Belangrijke opmerkingen van d C [da Costa] over het Catholicisme. Gelijkheid met het Pantheisme. Consequentie in de overgang van La Mennais [ Lamennais] van het een tot het andere. Het Cathol. heeft eenen Christus die niet mensch maar Kerk geworden is. Het Panth. heeft een God die in de menscheid geincarneerd is. Bij beide alles algemeen. De Gazette is te perfect te mooi te overeenstemmend. Hun Systema moet triomfeeren, maar dan zal het zich ook in zijne blootheid als het ware liberalismus & antichristendom ontdekken. Alles is algemeen in beide systema's en juist de Gaz. maakte de verkiezing het individueele in tegenstelling daarvan sterker dan ooit bij d C. Wonderlijk dat met het stuk over Marz. [Marzials] het nommer der Stemmen juist vol is. Allerhartelijkst en open had d C met den Heer V d H [Van der Houven] gespr en dezen in eene regt lieve stemming gevonden.
Mess [Messchert] bij ons Holl. biog. Sacrée
Thuis vond ik Mess. Het Paaschlam met hem gegeten. Hij komt geheel tot de Kerkelijke denkbeelden der vroegere Mennisten, wil de gehelen geestelijken Stand wegcijferen, en alles zoo geheel individueel maken. Het zal echter nog wel wat duren eer hij dit alles in practijk brengt. Er komt nu weder een beslissend oogenblik voor hem. Da Costa heeft het denkbeeld eener hollandsche Biographie Sacrée allerlevendigst opgenomen, en is reeds werkzaam in het voorbereidende daartoe, zoo dat hij M nu zelve vooruitloopt en deze, hoewel hij zegt van alle boeken een walg te hebben misschien genoodzaakt zal zijn om in deze de boekverkopers leiding te volgen. Wij spraken nog over het vijfde deel v Bild. [Bilderdijk] dat ook weldra gedrukt zal worden.
Dingsd 28 Mt Fam d D [Daan] & L [Louise] Boek Ba
De dag liep vrij kalm daar henen. Er was nog al voorbereiding over den dag v morgen. De thermometer stond ongunstig. Ik trok mij dat echter niet aan. 'S avonds was het fam dag bij Daan & Louise. Veel werd er over de Crisis gesproken. Ik las de brief v Marzials & het verheugde mij dat Gideon daar zoo veel deel in nam. Ik gevoelde verder een begin v echauffement in mij.
Verrast wierd ik nog toen ik tehuis kwam, door het bericht van de aankomst van den Anthony die de boeken bragt. De brieven deden melding van zaken in lijn die wij niet hadden kunnen verwachten. Een Verk. van 5000 kisten!
Woensd 29 Leening. ged. mislukt Neerslagtigheid
Na het ligchaam was ik zeer gedrukt. Een brief van een jonge Duitscher die Albrecht mij zond wekte mij op, en ik meende toen ik aan het Bureau kwam, de leening geheel te kunnen overgeven. Weldra hinderde mij echter de vernedering die er schijnbaar in die mislukking lag; een misverstand met V d H [Van der Houven] &C. Thuis vond ik Mevr. Beaufort & Pauline met wie ik nog zeer genoeglijk sprak maar toen zij weg waren had het kwade de overhand, ik gevoelde mij als vernietigd na ligchaam ziel en geest, en was vol van verkeerde invloeden. Het was als of een invloed des boozen in alles heerschte. Beschaamd & elendig ging ik ter ruste.
Dond 30 M Helderder dag Gescheidenen. Broes.
Heden meer opgewekt. Alles stond levendiger overal, ook in de finantieele wereld. Zonderling bezoek van Withuys. Zijn droom op gezicht van permanente Dividenden. Verkwikkelijk was mij 's avonds het bezoek van Barbe, en zijne levendige voorstelling van het kinderlijk geloof dat ik in de ziele mogt opnemen! Mess. [Messchert] kwam daarna ook! De gescheidenen schijnen eenigzints onthutst te wezen van de ontmoetingen op den laatsten Zondag. Sommigen van hen zien in den wijze waarop dit van de kant van hen aangelegd is wel een zekere provocatie. Bede van Broes in de Middag kerk dat het verstand van den Koning verlicht moge worden, om elk Protestant toetelaten God naar zijn geweten te dienen.
Vrijd 31 Mt. Migraine
Met zware migraine opgestaan. De benaauwdheden waren groot. Sints lang was het voorbereid in mijn gestel. Het behaagde den Heere nog weder genadig over mij te zijn, en mij te sparen, ja te herstellen. Heere wie ben ik. Het ging diep. Wees mij genadig en moge mijn oog op Christus zijn. 'S avonds was ik stil, eenigzints gevoelig. De berichten van Cap [Capadose] zijn steeds niet zonder hoop doch echter nog onrust barende!
April
Zat. 1 Ap. Brand bij Wilson
Nog wankelend stond ik op. Daar kwam de ontzettende tijding van de brand bij Wilson, met allerlei schokken. Daarbij aan 't bureau nog weder misverstand met V d H [Van der Houven], waarbij mijne bedoeling niet verkeerd was geweest, maar toch de schuld aan mij lag. Ja, ik ben ligtvaardig en ligtzinnig in vele zaken, en was het gevolg niet door God afgeweerd, wat ware er van mij geworden. Heere vergeef mij mijne zonde om Jezus wille. Het liep echter alles nog gezegend af. Mev V d H wil thans volstrekt na Zwitserland.
Zond 2 April Overzigt vorige week
Het is een week van ontdekking; een week van schokken na ligchaam & ziel. Mogt het een weg wezen waarop mij de Heere voorzigtigheid wil leeren. Hoe verscheuren wij dikwijls het gevoel van anderen, terwijl wij wenschen dat het onze geeerbiedigd worde. Van de kant van God gezien is dies alles licht. Hij heeft mij door dien strijd des ligchaams weder opgerigt. Hij heeft door dat kwalijk nemen een Explicatie met V d H geprovoceerd die ik hoop dat goede Vruchten zal dragen. Hij heeft mij verkwikt door de woorden v Barbe. Hij toont mij mijne schuld en zijne oneindige goedertierenheid. Ook in de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] schokt hij, maar niet om te verlaten.
De berichten v Jeanne Cap [Capadose] zijn nog steeds folterend geweest, doch opwekkelijk door zijne
hartelijke uitstorting, zijne trouwe zorg voor Jeane, de hulp die hij van lieve vriendinnen ondervindt, en de liefde tusschen hen beiden! Bij d C. [da Costa] was altijd een vaste grond van hoop. Nancy schijnt het zeer zwaar intezien!
de Gescheidenen
Wat moet er deze dag met de gescheidene voorvallen. Het regt is voor hen, en toch er is provocatie dunkt mij. Is er geen ander middel om te getuigen voor Christus, dan met een kerk. Van Hall ziet niet anders dan een kerkelijk getuigenis. Het stuk in de Reformatie vinde ik wel kras doch ontbloot van die Zalving, die in alle de stukken tijdens de Reformatie heerscht. Het is Puriteinsch dreigend veroordeelend; ik zie er geene vruchten in van de lijdzaamheid Christi. De Heere zij hen nabij dezen dag!
Togt na Wilson!
Om half een reden wij na Haarlem, en zagen daar het toneel van verwoesting 't geen de fabriek v Wilson opleverde. Het was verschrikkelijk. Overal lagen de Calicots & Chitzen in de deerniswaardigste staat verspreid. Het hoofd gebouw toonde alleen zijne muren. Gelukkig dat een der nieuwe gebouwen geheel is blijven staan, zoodat de blekerij toestand kan voortgezet worden; dat er gedeelten der gebouwen zijn, die onverlet bleven en dat dit ook met de Stoommachines het geval is. V d M [Van de Meersch] was druk bezig & reeds op de volgende ochtend zoude men beginnen met het een & ander in Orde te brengen! Wij gingen bij de fam Wilson & ik was bijna verwonderd van de bedaardheid die bij Mevrouw heerschte. De hoge toon waarop wij ontvangen werden, aangediend wordende door een Neger in groot livrey, maakte nog al een zonderling contrast. Welk een ijdelheid toch in alle wereldsche zaken. Met V d H & Kooy had ik het zeer genoeglijk & hartelijk.
'S ogtends een preek van G D. Lr [Laurel]. 'S avonds een zeer stil genoeglijk zamenzijn met mijne Vrouw & lezen van het een & ander. De goedertierenheid des Heeren was groot over ons.
Nancy d C [da Costa]
Nancy d C was Jarig. DC schreef allerliefst. Hij wenscht de grote zegeningen te mogen erkennen die hij geniet!
Men zegt de Gesch weder gestoord zijn.
Fam V d H [Van der Houven]
Heden was er tot groote verwondering geen brief v Zwitserland. Het plan van de reize van Mev V d H schijnt nu af te zijn, daar Mijnheer & Doortje zich zulks zoo aantrekken. Keetje zoude nu met Dr Van Gennep gaan!
Maand 3 April
Zaak W [Wilson] Louise Pet. P [Petit Pierre] D [Daan] & L [Louise]
Is het koude op de puinen van Wilson's gebouw gevat. Is het drukking der zenuwen alleen! Het gaat mij niet wel. Zaturdag dacht ik dat wij gedekt waren; nu is het verlies reeds zeer beduidend. Ik bezoek Louise Petit Pierre. Hoe veel kan men over de waarheid horen en toch den grond nog niet vatten. De Heere alleen schenkt licht! 'S avonds Louise & Daan. Zij spreekt waarlijk regt wel, ook over de waarheid. En toch de ontdekking van ons zelve is de grote zaak. De Heere opene ons hart!
Dingsd 4 April Vertrek Keetje V d H Sally Hulk
Aandoenlijk was het afscheid van Keetje V d H. Met haar & Nancy voel ik mij zeer vereenigd. V d H vertrok regt droevig. 'S midd Messchert, ook hem had het drijven ja de gehele toon van de Reformatie geergerd. Hij individualiseert echter te veel. Van Sally Hulk die nu na Engeland gaat om zich voor de School society te oefenen namen wij hartelijk afscheid. Wat in alle deze dingen ware roeping is zal de Heere toonen! Opmerkelijke brief van Bähler aan zijn broeder. Hij gaat nu school meester te D[onl] worden doch zal nog al wat uit moeten staan, zoo hij eerst nog 6/m van Charl verwijderd zal zijn. Het plan voldoet mij beter dan het Dominé worden. God zal zorgen. Truitje West [Westendorp] was zeer ziek en leed aan zware hoofdpijnen & veel slapte.
Woensd. 5 April Br v Cap [Capadose]
De brieven van Capadose zijn niet gunstiger wel is waar de doctors vinden de ziekte niet erger, doch de benaauwdheden moeten zeer zwaar zijn, en voorts eene ontzettende droefgeestigheid. Hij lijdt veel!
V d H [Van der Houven] terug
V d H 's avonds terug. Hij had Keetje aan de Stoomboot gebragt. Zij is hem als het ware van het hart gescheurd. Daarbij Doortje dood zwak, zit daar altijd met de zakdoek voor de mond, spreekt geen woord bijna. Hun toestand is hartverscheurend.
'S ochtends is er niet te werken. Altoos spreken met menschen, waarvan vele dikwijls pijlen in het hart zijn.
Dond 6 April Gedruktheid, mij zelve.
Meer gedrukt dan ooit. Alles was mij even zwart. Gedurig opening van nieuwe afgronden in die zaak van Wilson. Ik zag geen straaltje licht in iets! Bij V d H is het ook niet opgeruimd. Van Jeane is het nu de 25e dag.
Bij mij alles ondankbaarheid en schuld, want ik heb alles verbeurd. Hoe zijn wij als de Israeliten die Christus volgden om de broden. Heere laat uw licht in mijne duisternis stralen.
Bericht 's Hage Lublink
In 's Hage Groen [Groen van Prinsterer] lijdende aan een gat in het been. Mev de Jonge nedergeslagen. Zij lijdt de lieve ziel. Mev de Jonge Kretschmer moet zeer lijdende zijn. Ach Heere laat mij lijden met anderen vereenigd in Christus! O toon mij mijn eigen zin in alles, mijne eigenzucht. Onze goede Lublink heeft ook een toeval. De Heere zij hem nabij!
Zaak W [Wilson]
Hoe kan iets op het hart drukkende zijn! Die zaak v W bragt mij op eens alles van 1820 af weder voor het hart & voor het oog. Ziel ziel geef u dies toch geheel aan den Heere over; stel u geheel in zijne handen. Van avond het bericht dat Wilson te Brussel verzekerd is. Dit is ten minsten eene stuiting, een begin van verademing waardoor ook zijn positie beter is geworden.
Vrijd 7 April Tijd Jeane & Keetje
De tijding van Jeane nog niet veel beter. Keetje was aangekomen te Nijmegen & zoude van daar de reis terstond vervorderen met de Diligence na Keulen. Zij is geheel vervuld met haar doel.
Zaak van 't bureau.
Aan de bureaux weder drukte en aanloop. Alles viel mij echter gemakkelijk. Meer en meer werd ik echter overtuigd hoe ijdel het is, eene verantwoording te willen dekken. Wij worden in zaken van zulk een omvang schuldig of onschuldig gehouden door de wereld naarmate God het openbaart. Er is altijd schuld en nalatigheid genoeg in ons, om wanneer slechts eenigermate de zaken tegenlopen, voor schuldig gehouden te worden.
Br v Bild [Bilderdijk] aan Callenbach
'S av de brieven v Bilderdijk aan Callenbach met uitmuntend genoegen gelezen. Deze lieve broeder is ijverig & wel gemeend, maar toch hoe veel eenvoudiger, hoe veel doordringender, hoe in alles op de grond nederdalende zijn de antwoorden v Bilderdijk. Het geestelijk bestaan van dezen leerde ik uit niets zoo goed kennen. Het was mij indedaad tot verkwikking & opbeuring.
Av. bij Hy [Henry] & Mimi
Aangenaam was het besluit van dezen dag bij Hy. Sedert Nieuw Jaar, geloof ik, waren wij daar niet alleen geweest. De goede Henry is ook nog al gedrukt. Eene nieuwe Speculatie in Katoen heeft hem op nieuw in verlies gebragt. Mogten wij maar vereenigd met de Heere zijn. Alles uit zijne hand zou ons welkom wezen. Maar de lieden van de wereld beschamen ons in vele opzigten door ijver werkzaamheid, en dikwijls ook door de wijze waarop zij het leed verduren. Deze broederlijke uitstorting was mij ondertusschen hartelijk welkom. Neeltje zweeft daar steeds in huis als een zonderlinge verschijning. Zij had twee dagen geweend, om dat zij dacht dat de gescheidenen tot ƒ2000 boete & tot gevangenis veroordeeld waren, doch zij zijn weder ten vollen vrijgesproken geworden.
Zaturdag 8 Ap
Betere tijd Clarens
Ik meende zeer ziek te zullen opstaan, doch het behaagde den Heere alles weg te nemen. 'S ochtends was alles verkwikkend. Meer opgeruimdheid in de brief v Cap. [Capadose]. Bij Jeane ontspanning schoon de koorts nog niet ophoudt. Rochat doet een gebed voor haar. Haar overtuiging dat er iemand van hier komen zal juist op het oogenblik toen van hier daarover geschreven werd.
Wilson terug
Bericht dat Wilson is aangekomen, de droevige tijding te Hellevoet hoorde, en echter te Rotterdam gisteren nog al zeer opgeruimd was na omstandigheid.
Het zamenzijn aan het bureau was genoeglijk, de aanloop nog al zeer sterk, doch ik mogt nog al bedaard blijven.
Br Talma. Mev Sch [Schumann]. Sypkens
Ik had een hartelijke brief v Talma gehad. Ook de tijdingen van dezen dag waren gewigtig. Mw. Schumann meldt vele zaken. Zij heeft veel liefs doch weet toch altijd wel tot haar doel te geraken.
De brief van den Ouden Vriend Sypkens met het verhaal van alle zijne lotgevallen is mij gewigtig & ik voel nog altijd veel hartelijkheid voor dien man.
Br By Sames Gebeurde 2 Ap in de Kerk te Brussel (Zie de brieven in 't bericht)
Allertreffendst zijn de berichten van Betsy Sames & van Bähler over het gebeurde te Brussel. Op de 2e April is aldaar eene zonderlinge spanning met de coterie v Boucher uitgebroken. Mevrouw Lambert is D Lourd openlijk onder het preken daar hij den mensch een arme Zondaar liet blijven in de reden gevallen & heeft uitgegild dat zij volmaakt was, dat zij geen Zondares meer was. Que les pécheurs sortent heeft men geroepen van hunnen kant en zij zijn er eindelijk uitgegaan. D Lourd heeft nu de kapel van Boucher geheel verlaten. Anthelme deed mij eenen onaangenamen indruk, maar ik had mij met Philippe veel beter kunnen vinden. Deze is nu in America & collecteert daar voor eene nieuwe kerk te Brussel.
Beeloo.
Beeloo zag ik ook nog even. Hij meent het goed maar wonderlijk is het dat hij Bild zoo geheel niet verstaat.
Verg bij D C [Da Costa] N S (zie zijn briefje)
Bij d C. verg. wegens de Stemmen kort, maar indedaad vereenigd! Wij zijn het over de Gesch. eens. Ook hem stuit de Reformatie af en vindt hij ook dat daarin eene geestelijke frischheid ontbreekt. Daarentegen vindt hij echter dat wij haar niet alleen uit het hooge geestelijke oogpunt maar ook uit het meer ondergeschikt historische moeten beschouwen. Ik gevoelde mij zeer gesterkt. Koenen was wel gezind, doch nog al koud. Hij had Broes opgewekt de zaak der gescheidenen bij Z M voortestaan, die hem zeer beleefd antwoordde.
Gideon
Onze Gideon was jarig, een regt hupsch en te vreden kind! Veel vreugde mogten wij van hem genieten.
Koude
Het blijft uiterst koud en als in het midden van de winter. Een strenge Noord Oosten wind is heerschende.
W v Hogendorp
Met grote verwondering hoor ik dat W v Hogendorp tot Raad v Neerl. Indie benoemd is (N B het is de Graaf van Hogendorp vroeg Resid te Batavia)
Zondag 9 Ap
Preek Hofack. [Hofacker]
'S ocht te huis met de mijnen. Ik las hen de preek over Lazarus & den rijken man van Hofacker voor, die indedaad belangrijk is, en niet van den mauvais riche maar van den riche incrédule spreekt. Het maakte dunkt mij nog al indruk.
Jamieson
Ik ging van daar na Jamieson die een text uit de Psalmen had, doch mij minder dan de vorige maal beviel. De koude was zoo scherp dat ik er kiespijn van had. Daan B [Boissevain] leerde Jamieson met veel genoegen kennen, het moet een belangstellend mensch zijn.
V d H [Van der Houven]
Lang sprak ik met Mev V d H & Nancy, die beide lief gestemd waren. De onzekerheid blijft nog even groot.
Beeloo en Mess [Messchert] bij ons
'S midd. at Beeloo bij ons met Mess. Hij
heeft wel eenige indruk van waarheid en echter daar hij tevens satyrick is, nam het gesprek nog al eene geheel andere wending en herinnerde nog al aan onze vroegere bijeenkomsten. Het deed mij toch genoegen hem eens te zien. Zijne vrouw stelde vroeger reeds belang in de waarheid. Hij leeft daar al geheel geisoleerd, en wordt door vele ziektens besproefd. Met veel genoegen vernam ik van Mess [Messchert] dat toen zij van ons huis heen gingen, zijn hart geheel los gekomen was en hij ook over zijne geestelijke belangens had gesproken.
Toen zij vertrokken waren, was de tijd om veel te lezen ook voorbij, & ik gevoelde mij niet bijzonder opgewekt.
Maand 10 April ov. Gerrit
Ons gesprek was de vorige avond sterk over de zaak v Gerrit geweest. Er kwam toen nog al veel bij mij op tegen de beschouwing mijner Vrouw. 'S ochtends was ik stilder gemaakt en had er vereeniging mede. Gerrit nam het dan ook regt goed op 't geen mij verheugde.
Br van Cap [Capadose] Koude. Freyss
De brief van Cap was dezen dag weder regt treurig zeer getuigende van de voortdurende strijd van Jeane van haare hevige begeerte van den eenen kant om ontbonden te worden, van den anderen kant om nog te blijven leven. Deze brief kwam in het afzijn van de Heer V d H [Van der Houven] die weder na 's Hage was om over een nieuw Spetie Contract te spreken.
De koude was uiterst gevoelig; de sneeuw viel van alle kanten. 'S avonds was ik t'huis. Freyss kwam nog. De leiding ontrent alles zoo als het met hem gaat, is zacht en liefelijk. In het spreken blijft hij mij altijd duister!
Dingsd 11 April Tijding overlijden Jeane Capadose te Clarens
Vroeg kwam Pflieger een Vriend van St Omer die nog al lang bleef zitten, doch ik hoorde toch met genoegen wat van dezen en genen. Een brief werdt mij overhandigd, die
ik bijna machinaal opende, en ziet het was de aankondiging van de dood van Jeane. Ik mogt bijzonder bedaard na het huis van V d H [Van der Houven] gaan, vond eerst Mevrouw die er geen denk beeld van had dat ik brieven kon hebben. Toen kwam de famille bij een de uitbarsting was groot en toch er was balsem bij. De brieven van Capadose waren regt innig en eenvoudig. Zwaar is de slag voor die geliefde famille die allerdiepst ter neder gedrukt is. Alles wat gebeurd was tijdens het huwlijk van Jeane stond mij levendig voor oogen. Zij was eene getrouwe huismoeder. Ik had het altijd wel met haar kunnen vinden. De eerste uit het huis van V d H wierd zij bij een verblijf te Nigtenvegt tot nadenken gebragt, zij was de eerste die de ruste gevonden heeft. Capadose is daar droevig alleen gelaten!
Famille dag Hy Gild [Henry Gildemeester]
Ik gevoelde mij beter dan den vorigen dag en kon een & ander mede deelen. 'S av. was het familledag bij Hy Gild waar wij lange Conferentie hadden over de zaak van Karel. Ieder vond gelegenheid genoeg om aftekeuren, en het was dan ook met deze Brabanders een moeilijke zaak.
'S ochtends was ik vol van gedachten over dood en eeuwigheid. Ik dacht 's avonds veel te spreken, en ziet ik had niets te zeggen, en sprak gelijk alle de anderen spraken.
Over de treur mare
Algemeen is onder de broeders de deelneming in het overlijden van Jeane. De brieven van Cap [Capadose] zijn alleraandoenlijkst. d C [da Costa] is er zeer door ter neder geslagen, want hij hield zich stellig overtuigd dat zij niet sterven zoude menende dat Cap met een vaste belofte vertrokken was. Hij had aan V d H zelve op twede paaschdag die overtuiging zoo sterk medegedeeld dat deze er aan hechtte. Ik had nooit veel op deze verwachting vertrouwd, want God vervult dikwijls de belofte op eene wijze die ons vleesch verscheurt. De goede d C hangt dikwijls te sterk aan diergelijke zaken.
Woensd. 12 Ap
Audientie bij Z M
V d H [Van der Houven] was besloten niet mede te gaan na de Audientie in dezen toestand. Ik was nu het hoofd geworden. Spoedig wierden wij geholpen. Zonderling dat een geheel vreemde man, voorgevende tot de H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] te behoren met ons mede in de kamer wilde gaan. Ik sprak over de zaak v Wils [Wilson] en wij moedigden Z M. op de fabrikaten aan. Hij zeide weinig scheen echter in een goed humeur. Ik wierd niet voor het diner uitgenodigd. V d H had een beleefde condoleantie vanwege Z M ontvangen.
De hernieuwde tijdingen van Cap [Capadose] gaven wel droefheid, doch hadden echter veel zalving. Allerliefst schrijft hij ook aan zijne Zusters zeggende dat de Satan getracht had hen van elkander aftescheiden.
Rapp V d H
V d H was weder aan het bureau. Zijn Rapport over de Conf met de Min was niet zeer opwekkelijk. Ik vond 's avonds nog genoegzame werkzaamheid aan 't bureau, doch was na het ligchaam verhit naar de ziel dof.
Z M bezoekt druk de Comedien, heeft echter in de holl. Sch een stuk gezien dat zeer liberaal en gemeen moet zijn, zoo dat zelfs het H B het sterk afkeurt.
De laatste tijdingen van Keetje v d H zijn uit Keulen. Hare reize met de Dilig. van Nijmegen moet zeer koud zijn geweest.
Dond 13 Apr. Br Vr de Bruin Conf V d M [Van der Meersch]
Vr de Bruin schreef regt uit het hart. Zij is dan in die kerkenraads zaak nog niet regt in orde, ofschoon vele broeders hare partij getrokken hebben. Zoo ik het wel begrijp, moet Scholte al zeer pausselijk handelen.
Van der Mersch [Van der Meersch] kwam over. Zijne gunstiger uitrekeningen over den afloop der Wilsonsche zaak verdwenen spoedig. Wilson zelve schijnt nog al gemoedigd te zijn. Van hem hoorde ik nog niets tot op heden.
Ik zat genoeglijk bij de kinderen las Margo uit Esther Emmet voor, hielp Steven aan zijn geographie, die hem daaglijks eenige tranen kost, en zag Daan wanhopig daar hij met Caesar voor eene
verhandeling niet in orde kon komen. Ik zat anderhalf uur met de pen in de hand, doch de oogst daarvan voor de Stemmen was niet groot. 'S avonds was ik zeer slaperig & met weinig leven.
Vrijdag 14. Ap. N S. Mev Coster.
De eerste ochtend dat ik vroeg kon opstaan en met lust aan de Stemmen & voor 't Instituut werkte.
Zeer ongaarne zag ik mij gestoord door een lang bezoek van Mev Coster ten Cate, die volstrekt wilde dat ik haar Zoon aan de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] zoude plaatsen. Hoe moeilijk is het weigeren.
Br Barbe
Barbe schrijft lief, zoo ik vertrouw in het geloof. Hij verkoopt al zijn goed en komt dan hier in een logement om verdere beslissing aftewachten. Hij ziet licht in zijne armoede, doch schrijft nu ook zoo als of het arm zijn na de wereld een even noodzaaklijk vereischte voor de Zaligheid was, als het geloof. Ieder doelt op zich zelve en de ik blijft leven, ook in de geestelijke uitboezeming.
Vis Mess [Messchert] Laatsm [Laatsman] op het drietal te Rhijnsburg
Het opstellen ging even moeilijk als de vorige avond, daar viel juist Messch in, die een lief Vriend is maar tot weinig opbeuring verstrekt. Hij verhaalde mij de gewigtige tijding dat Laatsman boven op het drietal te Rhijnsburg staat. De afgevaardigden waren niet uitgegaan met het denkbeeld om hem te horen, doch wierden er door iemand dien zij ontmoetten toe gebragt.
Mess vond d C [da Costa] zeer neder gedrukt. Hij is er nog niet toe kunnen komen iets op het papier te brengen.
V d H [Van der Houven] bij Z M
Dezen dag was V d H bij den Koning en sprak mannelijke taal. Hij gevoelt zich met Sire al zeer vrij, en heeft veel minder lust in de zaken tegenwoordig, hoewel hij niets verzuimt en alle puntjes nog vasthoudt. Z M wilde echter nog meer dan de redeneeringen, en ook de Cijfers zien.
Zat. 15. April.
Nu was 's ochtends alles weder ruim bij mij, en ik mogt het gehele ontbrekende van mijn stuk uitstorten. D C. schreef mij veel belangrijks. Hij zelve voelt zich echter nog bijzonder gedrukt & onverschillig.
Keetje V d H [Van der Houven] te Neustadt
Keetje V d H reisde met de Stoomboot tot Manheim, zoo ik wel begreep of tot Mainz en was nu met de Diligence tot Neustadt gekomen, waar zij eenige uuren tot haar grote spijt, opgehouden wierd. Er bleef een gedurige sneeuwjagt vallen. De famille was reeds ongerust dat zij geen brieven ontving.
Bezoek bij d C. [Da Costa]
Om twee uur kon ik uitbreken na d C. Het heldere weder en de eerste lentezon gaven mij meer levenslust dan ik in de laatste weken gekend had. Ik vond d C zoo geheel in zijne kamer Atmospheer. Wij spraken genoeglijk. Hij was nu ten minste bezig aan een stuk over La Mennais [Lamennais]. De zaak van Cap [Capadose] bleef op hem haren invloed uitoefenen. Jammer dat hij zoo ontzettend gevoelig is voor de beoordelingen der twee nuances. Dat de Gescheidene uit de hoogte zijne avances zijne stukken ter hunner verdediging beantwoorden, dat Scholte gezegd zou hebben Ja 't is altijd broeders, maar wat hebben zij voor ons gedaan; dat hindert hem! Nog meer dat de anderen nu van Jeane Cap [Capadose] in substantie zeggen Ja, zij is toch Reedensch moeten sterven! Kohlb. [Kohlbrugge] ziet hij altijd achter alles. Nancy was weder zeer hersteld. Het kindje trof mij niet bijzonder!
De avond nog al in woeling met bijschrijven &C doorgebragt. Ik wenschte na levendigheid doch voelde mij vermoeid na het ligchaam.
Zond 16 Ap. Br. v Bähler aan d C
Deze morgen meer opening & uitstorting. Ik las een gewigtige brief v Bähler aan d C waarin hij zijn weg geheel verdedigy en uiteenzet. Opmerkelijk is de belangstelling in het Evangelie onder de Mijnwerkers v Henegouwen terwijl de Vlaander nog gesloten blijven. Met Marzials voelt hij zich vereenigd. Veel spreekt hij van de Klagen eines Juden in de Universal Alg. Kirch Zeit. Ik wist niet dat Cap in den Narrateur Vaudois een Articul over de Gescheidene geplaatst had. Mijne aanmerkingen hadden Bähler nog al geschokt.
Neen de lieve broeder is wel in Gods hand. De Heere zal in alles leiden. Hij doe mij loslaten en ik zal losgelaten worden.
Z M & de Prins
Ik zag Z M & den Prins na de kerk gaan & gevoelde toch levendig de betrekking met Oranje & de hoop dat Oranje niet van Christus gescheiden is.
Preek Huet
Preek v Huet over onsterfelijkheid & opstanding. Hij meende het goed. De zaken hielden mij nog al bezig doch op het laatst zette hij ons weder aan het werk. Dit is het Euangelie niet.
Tijd v Clarens bij V d H [Van der Houven]
Bij V d H den brief gelezen over de begraving van Jeane, alleraandoenlijkst. Vijf leeraars hebben hunne tranen met de zijne gemengd, en daaronder Chavannes die in 1825 zijn vriend & broeder reeds hier was toen hij zelve balling was en nooit had kunnen denken dat hij eens deze pligt jegens hem vervullen zoude. Hoe wonderlijk zijn de leidingen Gods. Treffend was ook in vorige brieven 't geen Cap van de aantekeningen van Jeane verhaald. Hoe vroeg begon reeds haar strijd. Thijs heeft gelijk. Om haar is de reis na Zwitserland geschiedt.
Vis Thijs.
Ja, die goede Thijs spreekt er hartelijk over. In grote zaken is hij zoo innig. Mie blijft nog zeer zwak & ongevoelig hoewel zij in hare ziekte het levendig gehad heeft.
Freyss.
Freyss vinde ik t'huis. Hij verhaalt mij veel van het leven en de oefeningen alhier. Ik zoude wel lust hebben er iets van te hooren maar ik wensch geen stap te doen zonder bepaalde aanleiding. De oefening van Steyling en Niemeyer die als behulpsels voorgaan moet regt goed zijn.
En nu hier sta ik Heere, wees mij en de mijne genadig, en leer mij het gewigt der eeuwige dingen gevoelen.
Bovet
Eene lieve broeder uit Zwitserland nu in Francf wonende stond op eens 's avonds voor mij, en ik
bragt dien avond genoeglijk met hem door, niet zeer geestelijk sprekende maar tog vereenigd. Hij had zeer veel met Bonnet op. De dissidence beschouwde hij tegenwoordig als een secondaire zaak.
M Ap 17. Gedruktheid d C [da Costa]
Deze dag mijn verhandeling voor het Instituut geresumeerd & aan d C gez. Van deze had ik 's avonds een regt neerslagtig briefje. Hij zag nergens licht, en was zonder eenig leven. Dat mislukken zijner verwachtingen wegens Jeane Cap [Capadose] heeft hem diep getroffen & geschokt.
D Ap 18 Balance, Van Eik, West [Westendorp]
Een zeer onrustige nacht znuwachtigheid, gal &C. Wonderlijk was de ondersteuning Gods waardoor ik den geheelen dag aan de Balans werkzaam kon zijn. Nu en dan kon ik naauwlijks staan.
V. Eik bij ons, lief gestemd. Hij had Bovet in Zwitserland gekend als discipel v Guers in de eerste hitte van het Separatismus steeds van Vergaderingen gebeden &C sprekende. Nu is alles veel stilder bij hem geworden.
'S av bij West afscheid genomen. Wij spraken genoegelijk & broederlijk. Hij wierp een angel echter in mijn hart door te vertellen wat vermoedens hij al ontrent het speculeeren in Dividenden van een zeker persoon had. Dit verbitterde de winst & Verl rekening anders zoo treffend!
W Ap 19 Tijd. Cap [Capadose] St [Steven] & Ch [Charlotte] bij ons Slot Coll. d C ov Bild [Bilderdijk]
Alleraandoenlijkst moet de brief v Cap zijn, het opgraven meldende van het lijk zijner Vrouw, daar de plaats waar zij eerst gelegen had, na tien Jaar geruimd werd.
St & Ch. bij ons, regt broederlijk & hartelijk; het was mij eene verkwikking 's avonds gehoord het slot v d C Collegie. Wanneer hij de nationaliteit v Bilderdijk's dichtstuk beschouwde. Het was geheel opgesteld zoo schoon van stijl als ik zelden iets van d C las, en hij verkondigde er heerlijke waarheden door te tonen wat eigentlijk een nationaal Nederl element was. Mij dunkt dat het toch op velen indruk maakte.
D 20 Ap.
Veel zegen is er in de uiterlijke dingen. Gave de Heere mij maar wijsheid. Mogt ik alles uit zijne hand ontvangen.
Eenige gebeurtenissen
Prof Muller vierde zijn Zilv. bruiloft. Ik had geen vrijmoedigheid hem te schrijven. Zoo ligt komt men tot huichlarij. De beslissing v. Laatsm [Laatsman] ov Rhijnsburg kan van groot gewigt zijn. Karel Boiss [Boissevain] schijnt van de zaak v Prev [Prévinaire] af te zien; ik gelove ook niet het hem aanteraden is.
Besch d tijden Vereen. bij d C [da Costa]
Veel aan de Besch d tijd gewerkt, die echter niet regt vlotte. Toen Conf bij d C en daar met eenstemmigheid besl. 1) de geheele passage wegens het gebeurde met de Bouchers weg telaten en te wachten op meerder licht 2) het door mij aangegeven denkbeeld van liefde tot de gescheidene wel aan te nemen maar ons niet tot het verzamelen der giften aan te bieden. De redactie stelt zich niet voor als persoon!
Voorlezing v mijn stuk ov. de Waarheid op het Instituut.
'S av mogt ik met overtuiging voor mij zelve mijn stuk voorlezen, hoewel in de volle bewustheid dat het op het Instituut niet behoorde ! Het was mij eene verkwikking dat het er op Wiselius en op de Prof v Lennep indruk scheen te maken en dat kennelijk Boers zweeg. Van Kampen heeft een waarlijk instinkt ten goeden en was het daardoor met veel eens. Prof V d H [Des Amorie van der Hoeven] opponeerde eigentlijk naar het uiterlijke onbeduidend, doch de innerlijke neiging des harten was blijkbaar. de Vries had er geen inzigt in, o bij die kan men ook diep in zien. De Zondaar Van Lennep was daar ook, en ik voel toch hartelijkheid jegens hem. En is toch een bonhomie op den grond van zijn Character. Het blijft altijd de wilde student.
Vrijd. 21 Ap Midd bij d C met Mess. [Messchert]
Bij d C met Mess bij een. DC was diep gedrukt en zenuwachtig, doch wierd levendig toen wij heen gingen en sprak regt bedaard over de zaak der heiligmaking. Voor hem zelve scheen hij tot eenig resultaat te komen, dat mij niet duidelijk nog was (Zie zijn briefje). De Conferentie met Mess ov Bild [Bilderdijk] 5 verveelde mij wat daar Mess zoo lang over het register sprak & niet wilde begrijpen wat wij daarmede menen. Hij was ons een lieve broeder, maar het zalvende het medegaande dat is zijn zaak niet, en wat gevoelig is, noemt hij poeetisch
Zat 22 Ap. Druk der zaken van de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Eene overstroming van zaken die mij bij mijne gevoel van zenuwächtigheid en galachtigheid veel te zwaar viel. Uithouden kon ik het bijna niet. Hoe het met ons & de Fij gaan moest, wilde ik in mijn hoofd vatten, en het was mij onmogelijk. 'S av was het mij wel, doch ik was door het physieke geheel nedergedrukt.
Het briefje van d C [da Costa] waaruit ik zag dat hij het goed had gehad, verkwikte mij nog. Moge de Heere nabij zijn.
Zond 23 Ap. Preek Hofacker gel.
Het was mij 's ochtends goed. Ik had een oogenblik van behoefte & gevoel. Waar zou ik na toe gaan. Alles bepaalde mij heden te huis. De lezing van de Preek van Hofacker over Christus & de Moordenaar aan het Kruis las ik niet zonder zegen, doch alles is maar een staat van overgang en voorbereiding.
Kamerling, Visscher
Kamerling zag ik deze week. Ik gevoel veel voor hem. Hij ziet dunkt mij op het regte zonder een persoon voor te willen stellen. Ook Visser vinde ik opregt, en ik wierd bewogen om hem van nut te zijn.
Bericht aankomst Keetje V d H [Van der Houven] in Zwitserl.
Aller aandoenlijkst waren gisteren de brieven uit Zwitserland. Keetje V d H is aang. In de straten van Vevay [Vevey] heeft zij het eerst de treurmare gehoord. Het eerste oogenblik van hare ontmoeting met Cap [Capadose] is allerverscheurendst geweest. Verder kon hij nu zijn hart geheel aan haar uitstorten. Zij had nog steeds hoop Jeane aan de beterhand te vinden. Misschien was het een zegen dat zij er niets vroeger van vernam. In hare gezondheid is zij bijzonder gesterkt geworden.
Av bij d C Doop v Esther d C ov. Op 1 Genade & Vrede
Het behaagde den Heere in zijne goedertierenheid mij dezen avond na d C te laten gaan. Zijn lief kindje was gedoopt, de tweede Esther. Nu mogt ik toch niet te huis blijven. Ik was zenuwächtig wist niet hoe ik er komen zoude, hoe ik het in die warme Atmospheer zoude uithouden en ziet de Heere maakte den
weg effen en ik mogt onder zijn regt hartelijk maar te veel in bijzonderheden tredend gebed nog gesterkt worden. Ik voelde mij zeer vereenigd met de armen dezer wereld die, daar om mij neder zaten. DC [da Costa] behandelde eenige Verzen uit 1 Joh. Op 1, vooral over den heiligen Geest. Hij had nog nooit zoodanig de heerlijkheid van dien persoon, de volheid Gods in de drieeenheid zoo practisch verkondigd. Ik hoorde het met belangstelling. Het doop formulier scheen dC aandacht bijzonder gevestigd te hebben. Doch er was dunkt mij een nieuw leven in hem, niet zonder opwinding, maar een zaad legt er in besloten.
Maand. 24 Ap. de Ochtend
Wij mogten er nog genoegelijk over spreken en nu dezen dag mogt ik zeer versterkt opstaan na ligchaam & ziel en gevoelen dat mij de Heere iets geschonken heeft gisteren. Zijn Goedertierenheid is in eeuwigheid. Hij zal ons niet verlaten noch begeven. Hij schonk het begin van deze dag o wanneer men in 't gelove hem lief mag hebben, hem alles mag over geven, wat zal ons dan ontbreken? Chevalier [Le Chevalier] was gisteren bij d C. Hij was zeer zwak & koortsig & wordt in velen beproefd. De brieven van Cap [Capadose] waren regt treffend ook die over de opgraving die ik gisteren het eerst las. Heerlijk Redensch staat hij daarin, alles wegwerpende buiten Christus. Hij moet aldaar een goede [onl] zijn. Ook d C sprak gisteren innig hoe de mensch zonde blijft in zich zelve, en hoe hij toch in den geloove lief heeft.
Heere, zoo gij ons verlaat, wij vallen in alles. Ach vermeerder ons het gelove. Ach geef uwe zegen op onze lieve kinderen. Mogten zij komen tot Hem, die was en die is, en die wezen zal.
Maand. 24 Ap Gezeg. ochtend
Deze morgen mogt ik vroeg op zijn. De herinnering aan den vorigen avond was mij lieflijk. De waarheden daar gehoord waren mij heerlijk. Mijne ziel vloeide over en ik gevoelde dat ik een God had. Er was dien gehele ogtend een vrede & kalmte in mij gelijk ik die in lang niet smaakte. Dat gevoel verdween langzamerhand weder tegen den avond, hoewel echter de geheele dag mij verkwikkend was en het werk regt aangenaam op denzelven.
Dingsd 25 Ap Indruk brief Keetje VDH [Van der Houven]
Bij V d H was bericht wegens Keetje gekomen. Ik was daar aan huis. De onverwachte wijze waarop zij de treurmare hoorde was allertreffendst. Hare uitstortingen van droefheid waren natuurlijk en aandoenlijk. Minder beviel mij de brief echter aan Nancy. Ik vond daarin dat sectematige, dat bevooroordeelde weder, als of er gene verkondiging dan van L [Laatsman] was, dat nederzien op die gelovige Zwitsers dat zij waarlijk toch niet verdienen, en zelfs dacht mij een niet geestelijk vereenigd zijn met Cap [Capadose]. Zelfs aan de ouders wierd de gehele brief niet voorgelezen. Dit maakte eenen onaangenamen indruk op mij gelijk het dunkt mij ook op de V d H deed. Mogt ik dit alles aan de Heere overgeven. Bij ons is alles hoogmoed! De Heere doet het licht uit de duisternis voortkomen.
Slot Coll d C [da Costa] voorgel. fam dag S d C. [Steven de Clercq]
'S av las ik op de fam dag het slot van dC Coll over den Ond d. eerste w. voor. Niemand zeide er veel van, en toch is het zeker goed dat het eens gelezen is. Ik had gedacht op deze fam dag nog al te spreken, en ziet ik werd voort gesleept in plaats van te geleiden! Margo sprak nog al veel. In het diepste van haar hart laat zij niet indringen.
br. d C. Laats. V Hall
d C schreef mij dat hij weder na het ligchaam zeer gedrukt was. Mess [Messchert] was met Callenbach genoeglijk bij hem geweest. Ook een bezoek van Rookmaker was hem niet onaangenaam geweest, hoewel hij die man niet geheel scheen te begrijpen. Fl v Hall is na den Haag waar hij Maurits zien zoude. Laatsman is na Rhijnsburg, 't geen ook gewigtige uitkomsten kan geven.
W. Ap 26
Nog steeds een zenuwachtig gevoel, vooral 's avonds hinder. Altijd nog drukte & drijven in het opredderen, geen rust. De werkzaamheden lopen beter nog dan ik verwacht had. Deze overeenkomst met V H is weder eene uitkomst.
D. Ap 27
Deze dag eindelijk meerder rust. Met de jongens een zeer genoeglijke avond. Stillings haüslichen Leben met hen begonnen.
De Fam. v Oort [Van Oordt] is in stad. V d H [Van der Houven] blijft steeds diep ter nedergeslagen.
Wij hadden Bigel 's Grav. [Abigail Storm van 's Gravensande] met wie ik mij dit maal nog al zeer vrij gevoelde. Opdringen kan men niet. Zij was hartelijk jegens ons. De Heere doe haar tot een arme zondares worden.
V Ap 28
Ook deze dag begon aangenaam. Ik nam das Leben Calvins weder op en las het slot over de Institutien met een groot genoegen. Waarlijk Calvijn was een groot man die de Consequentien van zijne gevoelens regt goed inzag, maar zich in het gelove in de dieptens God wagen durfde. De Heer geve alles in Hem te vinden.
Kees v Doren
Kees v Doren bezocht. Ik geloof waarlijk dat er een straal des lichts in zijne ziel is gevallen. Hij sprak goed doch op het laatst wilde hij zich zelve weder zeer regtvaardigen, het geen mij afviel. Maar zoo is het immers bij ieder steeds het menschelijke en het Goddelijke vereenigd.
Mijne Vrouw is zeer in de drukte wegens het diner der Commissie dat aan ons huis moet plaats hebben. Mogt zij ook dit doen ziende op iets hogers.
En nu Heere er was weder uitredding en bewaring in alles. In kalmte mogt ik dit bovenstaande ter neder schrijven. De Heere make mij geheel tot zijn eigendom.
Phil. Bovet.
Bovet was 's midd bij mij. Ik had nog al vrijmoedigheid om hem aantespreken. Het is een lief mensch, en toch ik zoude nog een dieper klank uit zijne ziel wenschen te horen. Wij zinken gedurig terug zoo de Heere ons niet staande houdt.
Ap 29 Z
Opening Commissie voorbereid.
Deze dag was het weder heerlijk. Canneman kwam voorbereidend met V d H [Van der Houven] & Kooy spreken. Alles ging zeer wel.
Avond bij V d H met de Van Oordts
'S avonds met de fam v Oort bij V d H de toestand was nog al wonderlijk. Men kon eigentlijk over niets geheel niet spreken, en ik gevoelde mij nog al gedrukt. Ik had tegen Nancy nog al wat op het hart en toen ik daar naast in de kamer met haar wat ging spreken, voelde ik mij geheel vereenigd. De latere berichten van Keetje zijn kalmer en echter zij ziet tot nog toe in de Alpen niets als de muren, die haar van Nederland scheiden. Ik las nog voor de famille 1 Cor 15 & deed een gebed, maar de indruk van dien avond was niet opwekkelijk.
Ap. 20 [30] Zo
Voorlezing preek G D Kr [Krummacher]
Eerst storm, zal ik al of niet na de Kerk gaan. Ik kon toch niet! Riekje ging ter kerk. De kinderen toonden geen lust. Alles viel mij op de ziel. En toch, er was zegen bij de voorlezing v Krumm preek over Thomas[,] Mijn Heer & mijn God.
Vis Kaatje Sjonk [Sjonket]
Toen Kaatje eens opgezocht en genoeglijk met haar gesproken. Er blijft altijd nog iets van dat heel fijne over, van die zonde als straf! Daar kom ik niet in maar overigens heeft zij regt goede inzichten in vele opzichten.
Verjaard. Mev V d H
Bij V d H was het ter gelegenheid van den verjaardag van Mevrouw alleraandoenlijkst om te zien de bewijzen van attentie & herinnering van daar. Ook de brief van Cap [Capadose] was regt goed. Weinige zijn er die waarlijk bedroefd weten te zijn, bij wien de natuur weent, doch het geloof juicht.
Afscheid v Messchert (zie zijn komst in 1834) Vis. H C W [Herman Carel Westendorp]
Bij Karel West was de ontvangst open. Truitje zag de positie van Cap al met veel waarheid en billijkheid in. Mess. was het laatst bij ons. Ik verlies weder aan hem, mogt hem hartelijk de hand drukken, en heb hem lief maar zijn individualismus kan ik niet deelen. Hij is in veel zaken niet billijk geweest, vooral niet ontrent onze N S, die hij maar nooit heeft mogen lijden zonder er ooit goede grond voor te geven.
Mey
Mey 1 koude &C Open. Commissie
Vroeg aan het bureau. De Commissie opent hare bijeenkomsten. Ik ben zeer zenuwachtig en gedrukt, kan het bijna aan het bureau niet uit houden.
De lucht is nog zeer koud, geen blad bijna aan den boomen. Deze geheele week viel mij moeilijk. Meest hield ik mij te huis met zeer onverschillig werk bezig. Deze dag gaf de toebereidselen tot het festijn v de volgende.
D 2 Diner der Comm. bij ons.
De dag der bijeenkomst bij ons. Ik was er gerust over daar de aanleiding officieel was. Onze hoogmoed is bij zulke gelegenheden altijd meer of min gestreeld. Ik had twee palen in het vleesch, een derzelve was een zenuwachtigheid, waardoor ik bijna niet zitten kon. Wat zal ik er nu veel over zeggen. Ik rolde er door heen. De tijd viel mij niet lang. Ik hoorde veel over onverschillige zaken, niets dat mij ergerde. Met Canneman & V Alphen sprak ik nog al belangrijk met den laatste ook over Godsdienst v de Staat &C. Hij heeft toch nog denkbeelden geerfd van zijn Vader. Ik laat mij echter bij die gelegenheden nooit ferm genoeg uit, deels uit menschenvrees, deels ook om dat ik veel duidelijker schrijf als spreek. Toen allen weg waren bleven wij nog bijzonder kalm met elkander & spraken genoeglijk.
W. 3.
Afscheid Nancy & Door V D H [Van der Houven]
'S ochtends afscheid genomen bij Nancy & Doortje V d H. Deze laatste lag daar waarlijk als eene stervende, doch voelde zich nog al opgewekt. Ik vond het een medelijdenswaardige zaak zoo als daar alles bij V d H uit zag. Met Nans was ik bij het afscheid nemen zeer vereenigd, zij is regt hartelijk.
Niep [Van der Niepoort] bij ons
V d N was 's middags bij ons, las vaerzen van zijn mama voor. Wat hij van het huisgezin vertelde was zeer lief en als men dan toch den grond niet ziet komen er allerlei zonderlinge denkbeelden in ons op.
Donderdag Hemelvaartsdag kerk Deleman
Bij Deleman in de kerk daar hoorde ik nu niets als grote woorden, en enthousiastische uitroepingen maar geen grond, geen denkbeeld van het geen de Catechismus zoo eenvoudig, zoo heerlijk uitdrukt. Ik was er vermoeid geworden!
Gesp bij d C [da Costa]
Bij d C een regt innig gesprek waarin hij waarlijk zoo vrij stond en levendig. Beoordeling over de gehele zaak van Cap [Capadose] 't geen ik hier niet behoef ter neder te schrijven. Truitje West [Westendorp] had een zeer aangenaam bezoek bij hem gedaan, dat mij regt verheugde.
Verg. St Juny
Over de N S hadden wij juist zoo veel niet te spreken gelijk gewoonlijk, meer over ons standpunt. Het vele wat nugtere vragen van den goede Koenen kon ik niet goed dragen.
Heikens [Heykens]
Heikens kwam ook binnen. Hij wordt zwak een geregeld gesprek valt moeilijk met hem.
Gesp ov Mess [Messchert] & de N S
Op het laatst kwamen wij aan het kwaad spreken eigentlijk over Mess dat verkeerd was. De impressie van dezen bij het afscheid, aan d C die anders altoos hem voorsprak, was niet gunstig geweest. Hij heeft iets heerschzugtigs & daarom moet dan ook d C wel eenigzints weifelen voor hij zich aan hem wegens het grote werk der Biog. Sacrée in het hollandsch. Tegen Koenen & de N S was Mess. onbillijk. Wij kwamen hier nu op en konden het punt niet weder los worden, dat verkeerd was. Ook kwamen wij op de Oppositie die de St ondervonden hadden dat ook tot niets leidde & zeer onnut was. Maar d C. eens op zulk een punt zijnde kan er niet weder af en ik vinde het ook altoos gemakkelijk over zo iets te spreken.
Van Doren H [Henry] & M [Mimi] S [Steven] & Ch [Charlotte] bij ons
Bij Van Doren vond ik geen verandering. Ik kan den toestand v dien man niet wel beoordelen. 'S avonds met de Jongens in Stilling gelezen, en over vele finantieele punten gesproken, waarbij ik hunne scherpzinnigheid moest bewonderen.
Naderhand kwamen Hy & M & S & Ch bij ons. Wij waren zeer genoeglijk te zamen op het overschot van het Diner, en lazen nog uit de Ef. hoewel het niet zeer diep ging dien avond.
Vrijd 5 Mey,
Terugk By Sames [Betsy Sames]
By Sames kwam terug. Het was mij een vreugde haar te zien. Zij vertelde mij een & ander van Bähler die toch lief gestemd moet zijn. Met de Bouchers moet het erger zijn dan ik dacht; volkomen pretensie van een leven zonder zonde. Marzials was haar in deze zaak minder bevallen. Hij zeide maar c'est de l'exaltation qui passera. Phil. Boucher is nu juist teruggekomen. Men verlangt te weten wat hij zeggen zal.
Verhoor bij de Commissie.
Woensd was V d H [Van der Houven] lang op het verhoor bij de Commissie geweest. Heden was het mijne beurt den gehelen avond. Ik wist niet wat ik zeggen zoude, en toch ik gevoelde mij ondersteund en kon op alles antwoorden. Zij waren indedaad zoo billijk als ik kon verlangen. Een verlies als dat van Wilson moest verwondering baren.
Brand bij Prev [Prévinaire]
Wij rekenen nu alles uit hoe alles door Inschrijvingen en Assurantien gedekt zoude worden, en toen wij dit alles tot over tien uur wel bepraat hadden, ziet daar was er om 1/2 11 weder brand bij Prev 't geen mij genoeg deed schrikken den volgende ochtend, doch alleen eene kleine schade veroorzaakte. Men veronderstelt dat deze brand uit de aanraking tusschen olie, en katoen ontstond.
Vertrek V D H na Geld.
Bij V d H afscheid genomen. Deze was diep gedrukt van allen kant, blijft echter op de kleinste dingen attent, en wil ook niet langer dan tot Maandag avond uitblijven.
Goochelpartij bij d C [da Costa]
'S avonds goochelpartij bij d C waar Gideon was. Een soort van Juste Milieu waar men ook niet kan blijven staan. Zij zullen nog wel meer voor hunne kinderen moeten doen. dC zoekt practisch nog wel eene gerechtigheid des levens. Mogten hij en ik zich geheel kunnen overgeven.
Maria West [Westendorp] brief.
Een hartlijk schrijven van Maria Westendorp. Mogt ik op denzelfden toon kunnen antwoorden.
Laatsman was te Rhijnsburg. Met de menschen sprak hij er nog al zeer wel, doch het dorp, de woning &C dit alles was hem zeer afgevallen. Enfin, hij blijft te Rheden.
Zaturd 6 Mey
Eerst de schrik v den brand, toen een lange ochtend aan het Bureau! Ook Rijkevorsel [Van Rijckevorsel] nam thans afscheid!
Br v Holm
Een brief v Holm; eindelijk dus weder iets van hem gehoord. Zijn Vriend de Graaf van Holstein en zijn Axel zijn gestorven. Hij schijnt nog al nedergedrukt te wezen.
Br Maur v Hall
Regt welkom was mij een briefje van Van Hall dat liefde en hartelijkheid ademt. Als wij elkander maar eens weder in Christus voelen mogen, dan gaat alles wel.
Vis Barbe
Ik wilde gisteren bedaard gaan lezen, ziet daar kwam Barbe. Hij sprak weder hoogst belangrijk. Zijn geloof wordt op een zware proeve gesteld. Daar komt hij met pak & zak bij zijne famille aan & wordt koel ontvangen. Zijne hope is op God; waarlijk zoo als hij de wet voorstelt is er iets dieps iets God verheerlijkends en mensch vernederends in dat men in geen schrift om dus te spreken, omvatten kan. Toen hij mij zoo Christus verkondigde voelde ik leven. Mogt ik nog tot een werktuig gemaakt worden om hem van nut te zijn.
Oordeel over D v Hogendorp
Thijs was hier deze week, nog al opgewonden zoo als gewoonlijk in den eersten tijd dat hij buiten is. Hij verhaalde dat de Hogendorpjes ook geweest waren te Rhijnsburg en hunnen broeder bezocht had, die hen zeer onvriendelijk had bejegend waaruit Thijs de slotsom trok dat die man niet kon bekeerd zijn. Lees nu daarentegen in het briefje van da Costa de getuigenissen van Chevalier [Le Chevalier] over het heerlijke & Christelijke in het huishouden v Hogendorp, en men zegt, Wie zal oordelen?
Soc. bibl. Belg.
Een stuk over de nazoeking v Bijbels in vroeger tijd in de gemeentens v Dour & Paturages in het Rapport de la Société Biblique Belge opgenomen is hoogst belangrijk.
In de betrekking met Ebbeler en Hartsen (J) leerde ik nog inzien hoe ver mijn hoogmoed gaat.
Zondag. 7. Mey. Alg toestand &C
De Noordewind blijft aan houden. Met Migraine opgestaan, niet zeer hevig, maar nog al afmattend. In de tusschen pozen mogt ik het vrij kalm hebben. Steven had Jamieson met veel genoegen horen preeken. Een brief van den Graaf v Rehden [van Reede] gaf mij eene aangename herinnering. 'S avonds Bovet die het regt goed meent, maar het spreken vermoeide mij nog al. Heere, bewaar gij ons & de onzen, en wij zullen bewaard zijn.
Er is een tijd waarin men als het ware van het geloof van anderen leeft; waarin een Dominé ons het Christendom representeert. Zoo is het hier thans met Bonnet. De tijd komt en daarin sta ik geloof ik thans meer dat men in vele rigtingen Christendom ziet doch niet juist dat gene ontmoet waar aan men zich geheel aansluit. Dit leidt meer tot Christus te zoeken. Mogt het zoo met mij zijn. Sints half Maart heeft mijn ligchaam mij vrij sterk nedergedrukt. Ideaal heb ik al zeer weinig, ook wel overtuiging van de nietigheid van al het aardsche. Mogt ik nu ook maar het levendig aangrijpen van Christus kennen. Nu en dan geloof ik dat ik zoude kunnen zeggen, Heere gij weet dat ik u lief heb, maar het zijn enkele oogenblikken. Heere volbreng een werk in mij! Met Caroline is het in den laatste tijd al zeer gezegend gegaan. In het algemeen geeft de Heere al zeer veel eenstemmigheid in de leiding der kinderen. Caroline heeft eene vanzelfsheid in de Opvoeding die heerlijk is, en van welke zij zelve het goede niet bemerkt. Met de drie Jongens die op Gerrit volgen heb ik thans eene regt lieven en vertrouwelijken omgang. De Heere doet ons niet na onze ongeregtigheid.
Bousquet Dudoc)
Deze was ook nog bij Car [Caroline], ziet nu maar op de overgang der broeders en haalt alle zijne conclusien uit de optogt van Ezra &C. Is eens de gelijkheid der zaak aangenomen dan volgen de consequentien over doch hierover valt veel te zeggen. In alles mengt zich een democratisch zuurdeessem, niemand kan uit de handen van God ontvangen wat hem niet bevalt.
Maand 8 Mey. Truitje W [Westendorp], de V d H [Van der Hoeven], ter Borg
Een dag van vermoeidheid na geest & ligchaam, doch niet zonder verkwikking. Van de Beurs komende bij Truitje W. Daar veel over de V d H gesproken. Van hun ontzettende donkerte gehoord. Nancy had gezegd Ja, het is of de Heer tot mij zegt Nu gaat gij op reis & ik trek toch niet mede. Ik zag hierin van den eene kant den trek om in duisternis het teken der aanneming te zien. Van de anderen kant schokte het mij. Wat is dan mijn grond? Alles wierd mij donker. 'S middags ging ik ter Borg bij Truitje opzoeken. Hij was bij mij geweest. In lang had ik zoo gul niet met t B gespr. Wij stonden nu weder in de oude betrekking. Truitje begint veel meer de positie van anderen in te zien. Ik had het zeer vertrouwelijk met haar. Mijn binnenste klaarde op, het hare wierd bezwaard. De rigting blijft aan alle de nadeelen van te grote subjectiviteit laboreeren. V d H terug. De reis met Doortje was droevig. Anderhalve dag duurde het eer zij aankwamen. Doortje is zeer zwak. Dezen winter had zij volkomen geen licht, en toch verlangen om ontbonden te worden. Dit niet uitteleggen dan daarin dat, gelijk ik hierboven opmerkte zij een grond van de duisternis maken.
Dingsd 9 Mey
Nog vermoeid. Er kwam een zekere Leering een Schoolmeester v Utrecht sedert 8 dagen gescheiden. Men kon het bijna aanzien, Hij sprak wel maar altoos meer de leer dan Christus. Hij had dat zelfde Porceleinige van de Wormsers.
Callenbach
'S av onverwacht een bezoek van Callenbach dat mij verkwikte. Hij heeft wel eenigzints den ouden vorm, doch er schittert nieuw leven door. Ik was nog al vragende en zoekende. Wat is het bewijs dat ik deel aan Christus heb. Hij sprak van het gedurig aangrijpen, van het vertrouwen op de beloften. Ja, er is eene objective waarheid die rust geeft. Zij ligt buiten onze opvatting, maar de Geest leidt ons om dezelve aantegrijpen.
familledag
bij de broeders en zusters, genoegelijk met weinig belangrijks. Ik voelde nog zware banden der zenuwen las uit het Belgisch bijbelbericht en over de Imp voor.
Scheiding
Ging Callenbach daartoe over, het zoude mij treffen en gewigtig zijn, want hij is toch een man van het leven van de nieuwe opwekking. Mijn herte is aan hem verbonden.
W. 10 Mey Bat Handel
In het midden van vele Bataviasche druktens. De zaak neemt een hoger vlugt dan ik immer kon denken. Men wordt er klein onder. Heere help ons, dit mogen wij wel roepen. Daartegen stormt van alle zijde de Crisis op ons aan. Aan de beurs is alles kalm, hoewel het geld gezocht is. De Giro wordt in werking gebragt.
Afsch Kamans
Van Kamans afscheid. Deze gaat na Dordrecht. Ik voelde met dien man wiens loop zoo zonderling is, eerst een der hoofden toen vijand der scheiding nog al deelneming.
V. Hall, Vader Messch [Messchert]
V Hall schrijft lief aan d C [da Costa] zeer zich vernederend en toch er schemert mij eene hoogte in dit alles tegen. Een heer Vader zendt ons een gebed vroeger in de regtbanken gebruikelijk. Messchert is te Rott na zijn zin en zegt nu dat het gehele na Amst ongeloof was.
Ev K Z
Nog al gelezen deze week. Het stuk van de Ev K Z over Antoinette Bourignon was mij hoogst gewigtig de grond van het Mysticismus wordt opgespoord ook over de Amer kerken is belangrijk.
Dond 11 Mey
Br Verk [Verkouteren], Cap [Capadose]
Ik zat aan een stukje over de N S toen op een een brief van Verk mij deed zwemmen in de Millioenen en de duizende kisten lijwade. Hoe kunnen wij aan zulk eene oproeping beantwoorden. Daar kwam op eens een br v Cap zoo geheel anders over dood eeuwigheid toestand der ziel &C. Hoe kan men over die laatste dingen denkende de eersten beheeren. In alles is het duister als wij ons zelve willen onderzoeken ons is het om voort te gaan. De Heere zal zorgen. Liefelijke wisseling v denkbeelden met d C [da Costa].
Barbe huurt in onze nabijheid. Trouwe werkzaamheid van V d Niepoort.
V d H [Van der Houven]
Met V d H lang en ernstig gesproken; hij voelt thans waarlijk den last der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]. Alles is duister voor hem!
Chev [Le Chevalier]
Met Chev over d C. De Hogendorpen [Van Hogendorp] menen het goed, doch begrijpen d C's positie niet. Veel zal er nog vallen, dat vrucht des geloofs schijnt. Wij moeten ontkleed worden!
Rookmaker
Rookmaker aan de beurs gesproken. Zonderling is het dat deze man altijd zoo van zijne vijanden spreekt.
Vrijd 12 Mey Py [Pauly] en Mo [Margo] met de Dilig. omgevallen
De grote gebeurtenis van dezen dag was de aan de beurs ontvangen tijding dat Pauly Margo & Angelique heden na Gelderland vertrokken met de Diligence bij Muiden omvielen; wonderlijk is Margo zonder eenig letsel gered. Py iets gewond maar Angelique is nog al zeer beklemd geweest. De heer H H Klijn zat met de beide dames in den Cabriolet en wierd door het glas dat brak nog al bezeerd. Py was zoo als gewoonlijk. Opmerkelijk was het vaste voorgevoel van een ongeluk dat Margo gehad heeft.
Kaatje Sjonket was heden tot afscheid bij ons. De weg na Rheden is haar zonderling bereid geworden. Zij gaat in de groote diligence van H C West [Westendorp]. Onze lieve zuster blijft nog zwak. Met d C allerlevendigste Correspondentie. Een lieve vrucht des geloofs zag ik nog in hem.
Zat 13 Mey Overlijden moeder van Messchert
De eerste brief die ik heden in de hand nam, was met zwarte randen, en dat van onzen Messchert. Op den 10e vierden zijne ouders nog hunnen 48 Jarige trouwdag; een dag daarna was zijne moeder overleden. Een goede Meniste, tobbende, vrouw. Mess. zegt, waar Genade heerscht, is hoop. Nu zegt hij ook dat zijne gehele reis na Amst ongeloof was. Hij is thans weder geheel Rotterdamsch. Mogt zijn harte eens verlevendigd worden.
Geboorte D bij Campbell
Bij Campbell zijn de juichtonen daarentegen, daar zijn Vrouw gelukkig beviel. Dus wisselt alles, en dit al zeer spoedig af. Heil hem die op de rots heeft gebouwd.
de kinderen
Gerrit na Haarlem. Met de andere Jongens aan tafel regt genoeglijk en opgeruimd. 'S middags met hen een tuin gezocht, 't geen, gelijk ik wel dacht, op niets uitliep.
Bezoek Barbe.
'S avonds Barbe die door Gods beschikking een lief huisje in de Brouwerstraat heeft mogen huren. Ja, waarlijk alles moet leven zijn wat Forstenberg zegt van de zuiverheid der Genade maar ook van de zuiverheid der Zonde is waar maar wij houden altijd tegen wij willen niet geheel zonde worden in onze eigen oogen, zij willen altijd weder oplappen. Heere, doe gij het door Genade.
de Pauly's
Bij Pauly alles beter. Mogten zij deze uitredding uit de hand Gods ontvangen. Ik heb er in dien toon hoegenaamd niet over kunnen spreken. De zaak had mij getroffen, en dat gewone lugtige spreken van Pauly sleepte mij terstond weder mede.
Diligence naar Rheden
De gehele Diligence met Rheders vertrok dezen morgen. Het zal eene vreugde zijn als die allen daar aan komen. Ik had het wel eens bij willen wonen, en toch ik zag er geen weg in. De Heere kan te huis geven wat men ver zoude zoeken. Zijne Genade kan zich aan onze zielen openbaren. Hij doe ons maar stille zijn.
Zond 14 Mey.
1e Pinxterdag.
De dag bleef nog al koud. Ik las de herleving der doodsbeenderen van Ezechiel nog al met opgewektheid.
Preek Huet
Na Huet in de kerk. Het was er mij bedroefd. Redenering zonder einde. Wat er gebeurd ware had er geen pinxter feest plaats gehad &C. Bij de toepassing altijd de hoofdzaak in des menschen hand. Veel wil ik er nu niet meer van zeggen, daar de herinnering reeds is uitgesleten! De indruk was droevig!
Vis. Mimi Gild [Gildemeester] Executeursch v Henry
Bij Mimi Gild geweest. Zonderlinge gebeurtenis waardoor Henry op eens Executeur is geworden bij de oude Mev Johnstone tante van Willem Buse. Slechts twee maal had hij die Mevrouw gesproken en was telkens geleid geworden haar over de belangen harer onsterfelijke ziel te onderhouden. Zij had gezegd ja ik wilde wel iemand tot executeur hebben, die ook over de ziel dacht! Zij liet 's vrijdags ochtends met drift den Notaris komen sprak met veel helderheid veranderde de naam van den Heer de la Cour in dien van Hy Gild & stierf een uur daarna. Wij zijn allen zonde en toch de Heere is getrouw & beloont en kastijdt.
Kees v Doren.
'S midd. bij Kees v Doren die toch goed praat. Ook het spreken met zoodanige menschen is gewoonte. Mogt de Heere mij dan maar in een dier straten nog een weg openen.
Stilling gel.
'S avonds met de jongens in Stilling gelezen. Het is volmaakt Bähler. Belangrijke wenken vindt men hier nog. Wonderlijk hoe de pietisten het zoo weinig met hem vinden konden. De Jongens bleven op. Het was nog al genoeglijk doch ook Daan is moeilijk en hooggevoelende.
Maand. 15 M 2 Pinxt Huisgodsdienst Preek Krumm [Krummacher] Pfingstgemeinde
'S ochtends een brief van Messchert die mijn hart opende. Ik voelde dat hij mij meer lief had dan hij zelve wist. In het gebed voelde ik mij regt opgewekt ook aan de gehele leezing van die Christliche Pfingstgemeinde van Krummacher. Matje Pieters was er, en scheen diep getroffen. Het geheel was mij weder een merkwaardig getuigenis Gods tegen over de koude preek v. den vorigen dag.
Goebel.
Goebel de neef van Huyssen was bij mij den vorigen dag. Hij sprak nog al wel, is een volger der Kerk van Unter Baumen. Krumm [Krummacher] hoorde hij niet. Het is zijn broeder die de relig. Eigenth. schreef. Hij kende de gemeente v. Brussel, en droeg de zaak v Boucher nog op eene andere wijze voor. Hij zag weder op het verschil over de Predestinatie. Philippe B. [Boucher] moet aangekomen zijn en aangeboden hebben om bij zijn moeder niet meer in te wonen en zijn broeder terug te zenden. Dit alles hielp echter niet. Men wilde niet weder vereenigen.
Vis d C [da Costa]
Bij d C. Hij had behoefte mij te zien. Zijne kleine Rebecca was nog al erg. Eerst vond ik er Freyss toen Chevalier [Le Chevalier]. Freyss wilde men zoude bij eenkomen en beraadslagen wat te doen. D C sprak belangrijk, doch veel over personen en zaken; over Rookmaker; over de oorzaak van de haat die men tegen hem heeft. Hij schijnt bijna alleen omte gaan met zoodanige bekeerden die vroeger geheel monsters waren. Hij is sterk Oranje en Koningsgezind. Hij vond de gescheidenen zoo oproerig.
Barbe
was 's avonds bij ons met Steven. Hij zegt grote waarheden individueel krachtig waar, doch nu en dan wenschte men het ook weder door eene zekere tederheid gemodificeerd te zien. Hij is al te levendig. Misschien was ik deze dagen te veel met hem ingenomen daar ik gevoelde dat ook mijne leiding van den beginne af vrij geweest is, uit God niet uit de formulieren. Wij gingen onze geheele kennismaking na. Steven had er regt veel genoegen in. By Sames [Betsy Sames] kwam ook nog een uurtje doch was koel vooral tegen B. Het scheen dat de bergen daar nog niet weggewenteld waren.
Deze dag liet mij een gezegende indruk, ik had nog al gelegenheid voor de Correspondentie het een & ander bij te werken.
Dingsd 16 Mey. Besch d t
Begonnen aan de Besch d tijden. Ik was nu nog weinig opgewekt daartoe. De politieke zijde is moeilijk. Juist op dezen dag kwamen nu de Circ. v Geneve & de Archives over de Jaarlijksche vereenigingen. Secrétan heeft op de Slot vereeniging een gebed gedaan. Ik waadde er doorheen; er is toch nog al eigen kracht, doch alles zal mede werken. Het best beviel mij het disc. v Merle [Merle d'Aubigné].
Neg. kansbill
De Negotiatie wegens de Kansbill. uit. Bij Thijs geweest, die regt broederlijk was. Ik hoop dat hier een weg voor Barbe zal zijn. Door V d H [Van der Houven] was dood zwak. Onze lieve zuster nog sukkelende.
Vis. Mev v d H. [Van der Houven]
Bij Mev v d H veel uit de brief v Nancy gehoord. Ik was niet in de stemming, ik vond er iets egoistisch gevoelig in, iets zoeken naar pijn. Mijn hart was tegen. Veel opbruisching vond ik dien dag gedurig bij mij. Zooveel zag ik toch dat Mevrouw V d H een lieve vrouw is, regt heerlijk door Genade bewerkt wordende. Er is thans zoo iets eenvoudigs daar zij vroeger iets gemanierds hadden.
Gerrit 's av terug. Het deed mij genoegen hem te zien. Het stuitte terstond over boeken. Wat verleiding van allen kant.
Woensd 17 Mey.
Met meer moed aan de Besch. Het wordt mij nu ligter. Onze Steven heeft koorts. Margotje ziet er al zeer akelig uit.
Juf. V d Heyd [Van der Heyden]
Gisteren te huis komende vond ik Jufv Van der Heyden. Wij waren hartelijk zamen maar dat fomulier achtige geeft een grote stijfheid. Ik had Zaturdag als het ware gevoeld dat zij wat nodig had & zoo was het.
Rappt V d H
Gewigtig was mij het Bureau. Na het Rapport van V d H zag ik nu den weg om goed voorttegaan geopend, die mij geheel gesloten scheen voor een week. Ik durfde het nog niet te geloven.
Barbe's Verhuizing
Barbe in zijn huis gezien. Het bevalt mij hem in den buurt te hebben. De Heere leidt elk van ons zoo als het hem best is. Nu had hij ook weder een schok ontfangen om hem te toonen dat ook in zijn geloof veel spreken was.
Dond 18 Mey G v Heel ov Suma. Dumas
Zonderlinge brief van Gerrit v Heel over de Sumatra's bewoners de Zendelingen &C. Blijk hoe vele duizenden in het Christendom opgevoed werden, zonder op den versten afstand te gevoelen wat het is. Verleiding en gif van alle kanten. Gruwelachtig boek van Alex Dumas.
Br uit Brussel Zaak v Boucher
By S [Betsy Sames] deelt ons een brief uit Brussel mede. Boucher zoekt op allerlei wijze het oprigten eener twede Kapel binnen Brussel te beletten, dreigt zoo zij niet weder tot hem overkomen met schrijven in de Glaneur met pamphlets &C. Hij heeft veel geld medegebragt voor de kerk te bouwen, doch het ontbreekt hem nu aan hoorders. Hij noemt zijn broeder een exalté wil dien na Frankrijk zenden &C De proposities gaan er echter niet in.
Zelfmoord v den H Stratenus
Ontzetting gaf heden het geval van den Heer Stratenus die vermoedelijk uit physieke zwaarmoedigheid in zijn venster is gaan zitten en zich doodgeschoten heeft, zoo dat hij natuurlijk agter over moest vallen op straat, 't geen groot opzien baarde. De man was door velen bemind. Zijn Vader & Neef hebben op dezelfde wijze een eind aan hun leven gemaakt. Nu zeggen de menschen dat het een famille ziekte is et tout est dit.
Bericht weg Bähler (ik wil het niet erg opnemen, maar dit alleen aantekenen Bähler blijft Bähler)
Lang bezoek van By S aan Car [Caroline]. De Kinderen der wereld zijn verstandiger dan de kinderen des lichts in hun geslachten. Dit blijkt dan nu weder met onzen Br, wat hij hier had, schijnt zich daar verder te ontwikkelen, de zucht voor kleine zinnelijkheden, het uitgeven van geld & de weinige exactitude in zijn beroep. De ziel lijdt veel, zoo hij niet tot orde komt, kan hij nog in vele zwarigheden geraken.
Br v Cap. [Capadose] Dood Mev Rochat
Een aandoenlijke brief v Cap aan d C [da Costa] meldende dat die Mev Rochat van welke zijne vrouw nog zoo veel liefde ondervond, ook aan eene folterende ziekte van 26 dagen bezweek. Het ontmoeten der beide weduwnaars moet dus allertreurigst zijn geweest.
Door V d H [Van der Houven] Tacke dC [da Costa]
Door v d Houven blijft afnemende. Facke in onze nabuurschap moet zeer ziek zijn. Bij d C is het iets beter. Ik wensch dat hij zich met Gerrit wat vast aan Vergilius moge houden, anders vervliegt dit ook.
Institut V d H [Des Amorie van der Hoeven]
'S avonds in het Institut nog al een en ander horen spreken, maar hoe nietig is alles. Wiselius was verontwaardigd over de Verh van Van de Willigen, bij Teyler. V d H zal ons bij brokken eene Gesch der Kanselwelsprekenheid voorlezen, waarmede hij bezig is.
S d C. [Steven de Clercq] Vertaling
Met veel genoegen met S d C een en ander nagezien wegens eene Vertaling die in de N S komt. Hoe veel moeilijker dan men denkt is toch dat vertalen.
Een dag met grote stof van nadenken. Nu en dan nog al hinder in het ligchaam. Onze ligtvaardigheid is groot! De Heere make ons opmerkzaam.
Vrijd. 19 Mey. Aflopen Desima
Deze ogtend was het weder veel verkwikkelijker. Met eene grote menigte zagen wij op de werf van Meyes de Desima aflopen die regt goed te water ging.
Vis Mev Schoch
Bij Mev Schoch geweest. Zij is in vele moeilijkheden weldra moet zij weder verhuizen na eene andere stad. Daarbij moet zij bevallen. Zij sprak zeer lief wist que tous doit être purifié en nous doch dat zelve zoeken onzer heiligmaking in plaats van geheele overgave, geeft toch altijd een halfheid.
Vis. bij Takke [Tacke]
'S midd bij Takke mijn buurman, geweest een Christen die ik nog nooit opgezocht had & die nu zwaar ziek legt. Betsy Sames gaf er ons de aanleiding toe. Hij lag in zware pijnen. In een oogenblik is de heerlijkheid des menschen verdwenen.
Vis van Barbe
Barbe erkende dat de schok die hij van Thijs ontving hem nuttig en heerlijk was. Hij was naderhand ziek geweest ten gevolge van de vele blijken van deelneming die hij ontving.
Vis M West [Matthijs Westendorp] Gesp met Höveker
Thijs was 's avonds nog bij ons. Treffend was het geen hij verhaalde van een bezoek bij Höveker die het thans alleen in den Bijbel zoekt, en zeide dat hij het met alle die vormen standen en trappen van de gescheidene niet meer kon vinden.
Zaak d Kansbill
Minder aangenaam was hetgeen hij mij zeide dat een zeker iemand vijftienhonderd kansbilletten zoude gekocht hebben. Dit hinderde mij zeer, ik kon het mij niet begrijpen. V d Houven heeft de zaak geweten voor dat dezelve uitkwam, doch ons daarvan niets medegedeeld. Mogt ik in deze zaak niet zelve willen werken doch haar aan den Heere overgeven.
Br v Mess [Messchert] ov. Bähl [Bähler]
Een brief v Messchert die dan ook een uitval op Bähler doet, die zonderling te zamen stemt met het nu gehoorde in deze dagen. Mogt de Heere licht geven. In verscheiden dingen die tot zijne roeping behoorden, moet Bähler dan weder zeer agterlijk geweest zijn. Dat is jammer voor hem zelve want zulke zaken moeten altoos hunne gevolgen hebben.
Br v Davenport aan d C [da Costa]
Da Costa had een brief van de waarde Davenports te Inowraclow [Inowroclaw] zich bevindende. Hij klaagt ten uiterste daar over den staat van zaken en het heerschende rationalisme. Te Dantzig had hij twee regt goede predikanten leeren kennen Ds Knienwel & [Mr. Blech/Bloch?], die hem zoo goed bevallen waren als eenig mensch in Duitschland. De eenige Christenen die hij ontmoet zijn afgescheide Lutheranen, en deze zijn zeer bekrompen en zien meer op de Confessie v Augburg dan op den Bijbel. De zoodanigen zijn voor het Gouv. een voorwerp van gedurige suspicie die ook op de zendelingen overslaat. Dav. is van Lutheranismus beschuldigd alleen om dat hij de persoonlijkheid van den Satan ergens gehandhaafd had (naar hij vermoed). Hij vindt dat men te uitsluitend de Profetien op den Roomsche Paus heeft toegepast, dat ook het Rationalismus alle Kentekenen van Anti-christendom draagt.
Zat 20 Mey. Gesprek met Gerrit &C
V d H [Van der Houven] na Gelderland, een werkzame doch stille ochtend, 's av met Car [Caroline] genoeglijk. Veel met Gerrit bezig geweest. Hij was na de Dietsche Comedie kwam t'huis niet bijzonder weggesleept, en vond een allerliefst briefje van d C [da Costa] hem tot waarschuwing wegens Victor Hugo &C. Er bleef toch wel wat haken. Hij gevoelde zelve dat er veel ontbrak in zijnen ijver voor studie, juist hetzelfde 't geen d C hem opmerkte, dat hij de zaken te gemakkelijk wilde meester worden. Hij beloofde dit zoude beter gaan.
Br Mess [Messchert] d C
Ik las een belangrijke brief van Mess aan d C. Met zijn zwager V Rossum kon hij het zeer goed vinden. Op dezen hadden de brieven v Bilderdijk veel indruk gemaakt.
Zondag 21 Mey
Tijd v Marz [Marzials] uit Rott
'S ochtends verrast door een late tijding van Bat, 23 Jany p Helena & door een pak van Marzials met het bericht dat hij reeds te Rott was. Het trof mij zeer. Ik gevoelde mij bijzonder met hem verbonden, en het uitzigt verkwikte mij.
Preek V d M [Van der Meulen]
Met Car [Caroline] na V d Meulen die indedaad goed preekte over de eerste verkondiging van het Evangelie maar ik verstond niet alles & miste dies van het geheel.
Bezoek bij Barbe.
Wij bezochten Barbe met wie ik allerbelangrijkst mogt spreken. Ja zoo als hij het voordraagt uit het leven begrijp ik die zaken over de zonde die mij dikwijls zoo ergerden.
Alex [Alexandrine van Boetzelaer] bij ons
Verder was Alex. de gehele dag bij ons, en wij hadden het met haar regt kalm en belangrijk. Het was om dus te spreken eene vernieuwing van kennis, een nagaan van geheel onze oude betrekking, een overzigt van alle de dwarswegen die daardoor gelopen hadden. Zij is dan toch waarlijk al zeer lief, en had nu niets van dat onnatuurlijke en opgewondene. Veel belangrijke punten mogten wij te zamen bespreken. De Heere laat ons niet alleen, en na het vertrek van Mess schijnt er van alle zijde uitbreiding te komen.
Maandag. Mey 22. Br. Mess [Messchert] Marz. [Marzials], Bähl. [Bähler]
Alles was deze dag nog al gedrukt bij mij. Ik ontving een brief v Mess. Zijn oordeel over is Bähler al zeer hard. Waarlijk daartoe moet de Reedensche rigting niet strekken alleen om ons met scherpzinnigheid des verstands de gebreken van anderen te doen opmerken, maar om ons ook daarin den weg Gods te doen zien. Wie zal eenen reinen uit die onreinen geven. M. staat op eene hoogte waar hij nog van zal af vallen. Dat hij geheel zijn hart voor den lieven Marzials had gesloten om dat deze die lijst der intekenaren had geplaatst die hem zoo ijs koud liet, dat deed mij leed.
Zaak d Vaccine geeft onrust bij S d C [Steven de Clercq] & mij
Van de beurs af verhaalde mij Steven dat de kinderen der min die bij hem is de kinderziekte hadden gekregen. Dit bragt nog al eenen schok bij hem te weeg, daar hij tot nu toe zijne beide kinderen niet liet vaccineeren zonder echter nog ontrent deze zaak alles diep doorgedacht te hebben. Ik gevoelde hierdoor alles bij mij opkomen wegens het al of niet vaccineeren van den beste Thijs dien ik zoo lief vinde, en ik had geen geloof nog om het te doen, nog om het te laten.
Neerslagtigheid
Deze zaak, gevoegd bij zwakheid des ligchaams, drukte mij zeer ter neder. Ik wist nergens uitkomst te vinden & dien avond was ik neerslagtig en zoo dof dat ik de oogen bijna niet kon open houden.
Dingsd Mey 23
Zoo ik mij eenigzints kenne was ik heden kalmer, mogt de zaak aan den Heere overgeven en zijne beslissing verwachten. Doch dergelijke indrukken zijn kort.
Wandel met Barbe
'S midd Barbe opgezocht, en met hem allergenoeglijkst gewandeld. Zijne kinderen zijn gevaccineerd om dat zijne Vrouw het zoo zeer verlangde; voor zich zelve zoude hij nooit tot eenig preservatief zijne toevlucht nemen. Hij sprak veel dat uit het leven gegrepen was en bijzonder mij treffen moest. Het oordeel over da C [da Costa] en over Kohlb. [Kohlbrugge]
kwam nu ook voor den dag, daarmede kon ik mij minder vereenigen; het gaf echter gene stuiting daar ik mij in mijne hart met hem vereenigd gevoelde.
Fam dag bij Py. [Pauly]
Familledag bij Pauly. Ik kon weinig zeggen, alleen bij het na huis gaan nog een paar woorden aan Gideon. Met Eduard had ik nog al een lang gesprek.
Woensd. Mey 24.
'S ochtends gedrukt opgestaan. Mijne gezondheid, de betalingen der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] in het laatst van het Jaar, de Vaccine, alles lag mij even zwaar op het hart. Ontrent het eerste was er bijzonder uitkomst.
N S Stukken gelezen.
D C [da Costa] scheen mij toe ook sterk nedergedrukt te zijn. De toon waarop Mess [Messchert] met hem omgaat, hindert hem. Het was zijns ondanks, dat hij nog eenige regels bij zijne inleiding voor de brieven voegde.
Twee stukken gel. een van Koenen over het gezag des O T dat wat lang was uitgevallen; een van Gefken vooral tegen de Christ. Mij in Noord Brab gerigt, dat waarlijk al zeer frisch is.
Vis bij d C. gesp Vacc &C.
Bij d C vond ik Ds Roffhack v Gemarke, wel zoo wat in de Richtersche rigting, maar echter een lief man met wien wij toch nog al gegêneerd waren. D C wist eigentlijk niet waar hij het zoeken zoude. Hij wilde wel uitgaan, menschen zien, maar hoe. Hij moet eerst weder mensch onder de menschen worden. God alleen kon hem daartoe brengen. Over de Vaccine spraken wij lang. Wat Bilderdijk & d C in 1824/25 er over zeiden kwam hem nu overdreven voor, en echter hij beschouwde voor zich zelve de zaak nog altijd als ongeoorloofd. In het vorige Jaar toen Cap [Capadose] in de stoomboot trad, dacht hij bij zich zelve of zoo iets ook hier het geval was doch voelde dat het wat anders was. Met hetgeen ik zeide was d C zeer vereenigd, doch uit zijn Coupe de patte tegen Kohlb. [Kohlbrugge] merkte ik toch dat mijne tegenwoordige umgebung hem niet beviel.
Kennis Ds Roffhack v Gemarke
'S avonds kwam Ds Roffhack bij mij, met wien ik tot op eene zekere hoogte zeer genoegelijk sprak. Het is zoo iemand in den trant van Gräber, zeer bedaard. Hij zeide mij dat er niemand onder de vromen van het Wupperdal was, die eenige zwarigheid ontrent de Vaccine maakte. Heere wees gij mijn licht en mijne kracht hierin.
Br Nancy VDH [Van der Houven]
Ik had een allerliefst briefje v Nancy v d H. De banden die de Heere knoopt zijn toch liefelijk. Hare ingenomenheid met L [Laatsman] is groot. De arme Door blijft afnemende. Zij is rijk echter in goede hope. Wonderlijk dat de spanning tusschen Cap [Capadose] & Keetje steeds toenemende schijnt.
Koenen ov V Hall
Koenen meldt dat V Hall hem te paard had bezocht en dat die broeders vertrouwende op hunne regtzinnigheid, thans alleen over het punt der kerk te spreken zijn, en niet zeer teder zijn op de overige waarheden. Zondag avond heeft Koenen eene vereeniging met Lisman en eenige dames.
Permissie voor Bähler
Ik zond aan Bähler zijne permissie in. Het schijnt dat deze zijne reis vervroegt, in het denkbeeld dat By [Betsy Sames?] hier een slegte reuk tegen hem zoude doen opgaan. Ik denk dat die reis ook nog zwarigheden ontmoeten zal.
Zaak d kansbill
De zaak der Westendorpen in de kansbilletten gaat niet door! ten minsten op eene kleine schaal slechts. Die ongeplaatste Millioenen liggen mij nu zwaar op het hart. God alleen kan uitkomst geven. Aan de beurs is alles opgenomen om Van der Hoop te helpen in het betalen der Aandelen in de Negotiatie, waarvoor zijn huis had ingeschreven, zich hebbende laten opwinden door Z M.
Omslaan van den Javaan
Tusschen den 22 & 23 dezer is de Javaan 's nachts in het West Dok liggende, zeer onverwacht omgevallen zoo men zegt dewijl hij niet genoeg onttakeld was. Dit geeft nu terstond veele gelegenheid tot spreken en de maligniteit van het publiek, heeft het vooral tegenwoordig op de famille Kooy geladen.
Lijst v Marzials
Die lijst v Marzials maakt op velen eenen ongunstigen indruk. Het is geheel en al tegen onze zeden & beschouwing. d C zegt men mag geen geld begeeren al was het in een goede zaak.
Donderd 25. Mey Gerrit &C.
Alles was kalm deze dag, het weder was verrukkend en een lentelucht die allerverkwikkendst was tooide de gehele natuur in een nieuw kleed. 'S ochtends geraakte ik met Gerrit in Montigni en Schilperoort verward. Hoe natuurlijk en plezierig is ons dit alles nog. Ook ik ga innerlijk nog na de Comedie. Men kan alle grendels sluiten, maar de vijand blijft binnen.
Br d C. [da Costa]
Een briefje van d C. Woeling van allerlei aart is er bij hem. Mijn omgang met Barbe, Al [Alexandrine van Boetzelaer] &C moet hem hinderen. En echter, ik kan niet anders als de leiding volgen. Zijn personaliteit komt in deze gehele zaak ook in spel. Wij zijn inniger dan ooit met elkander vereenigd, en toch elk heeft zijne roeping.
Barbe & Freyss
Daar was ik bij Barbe. Deze ligt reeds met Freyss over hoop die hem niet meer broeder noemt. Zij hebben eindelijk de preek van Kohlbrugge gevonden als een punt om het niet eens te zijn.
Wij zoeken maar na Schiboleths. Barbe heeft toch iets onrustigs. Alle connectien slepen mij eerst te veel mede, naderhand komt de reflectie.
M West [Mimi Westendorp] 's av bij ons
'S avonds Thijs met (S & Ch) [Steven & Charlotte] die regt eenvoudig was. Zoo als hij over de zaak d Vaccine sprak beviel mij zeer. Hij had het laten doen zonder als een preservatief er aan te hechten. Hij zoude het echter als hij het niet liet doen, niet bij het aannaderen van het gevaar daartoe overgaan, als of men dan eene precautie tegen God wilde nemen. Hij deelde mij nog al het een & ander belangrijks mede, en ik had het denkbeeld dat wij toch ook nog in belangrijker finantieele betrekkingen met elkander zouden komen. Hij is nu met de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] in connectie geraakt geheel buiten mijn toedoen. Mogt het de wille Gods zijn, het zoude mij een groot genoegen wezen. Wonderlijk in alle betrekkingen ligt alles buiten ons. Ik zie Thijs toch weder geheel anders aan als voor eenige tijd. Over Kooy mogt ik ook vrij spreken.
Vrijd 26 Mey Br. Bähler Thijs &C
'S ochtends kwam er weder een broederlijke brief v Marzials sprekende over zijn verblijf te Rotterdam & zijn preeken in de Eng. Kerk. Aan het Bureau kwam daarbij nog een zeer lange brief v Bähler goddelijk voor zoo verre de blijken van leven betrof die zich hier en daar in Belgie beginnen te openbaren, menschelijk met opzigt tot de twisten tusschen Spoerlein & Bähler die elkander thans in het geheel niet meer zien. De lasteringen die B opgeeft als door Spoerlein tegen hem verbreid te zijn, zijn indedaad op eene na allen op eenige waarheid gegrond, en dit maakt de beslissing der zaak al zeer moeielijk. Thijs sprak ik aan de beurs. Hij was bijzonder hartelijk en lief gestemd.
Komst van Marzials
'S avonds aan de thee zittende komt er op eens iemand binnen, die wij in het eerst niet herkenden, en ziet het was Marzials die zoo veel vroeger kwam dan wij vermoed hadden. Het was ons eene grote vreugde elkander weder te zien. Hij heeft geleden in de laatste maanden vermoedelijk van te veel inspanning. Regt gezegend was ons wederzien; ik vond hem zeer toegenomen in de kennis der Genade. Met al wat in Belgie gebeurde liep hij nog niet zeer hoog en zag in alles maar beginsels. Voor Spoerlein voelde hij veel deelneming, en hield hem voor een opregt mensch. Met Gerrit sloeg het terstond weder aan & waarlijk het was als of wij niet van elkander af geweest waren. De zaken wegens de Bouchers gaven hem veel droefheid; hij vond dat zij ongelijk hadden in de zaak zelve, doch de andere wel eens in de practijk. Teddy vond hij een man van onbegrijpelijk veel moed. Op Lourd had hij het minder voor zien. De Heere vereenigde onze harten, en over middernacht zaten wij nog te praten.
Zat 27 Mey.
Deze dag was in vele opzigten aangenaam, hoewel ik na het ligchaam, vooral tegen den avond lijdende was. 'S ochtends verkwikte mij een heerlijk stuk v Koenen over het getuigenis v de H Geest waarin ik indedaad leiding des Geestes vond & veel leven. Het had d C [da Costa] ook zeer verheugd. 'S avonds waren wij na eene kleine wandeling genoeglijk te zamen; ik voelde mij echter gedrukt. Marzials deelde zijne komst mede aan L' Ange [Teissèdre de l'Ange] en schreef een hartelijke brief aan Margo die hij met een fraai boek geschenk af zond.
Zondag 28 Mey.
'S ochtends had het de Heer behaagd alle mijne kwalen weg te nemen. Ik stond bij aller heerlijkst weder verkwikt op. Onze vriend wierd gedrukt door een brief waaruit hij vernam dat een Wisseltje voor de School op America geprotesteerd was geworden, dat men een Colporteur in de gevangenis wilde zetten en een meester op de school niet toelaten. Hij ging met Gerrit uit en hoorde Deleman, zich bedroevende over de preek.
Preek v Krumm [Krummacher]
Met zegen las ik de mijnen de preek van Krum over het bloed aan de deurposten voor. Ik mocht een oogenblik zien op het bloed van Christus. Mogt mijn geloove vermeerderd worden.
Preek Jamieson
Marz vond ik weder bij Jamieson waar wij in dedaad een regt goede preek hoorden over de zekerheid des doods, eene krachtige belijdenis van de verdoemenis waaronder wij alle leggen. Het ging Marz en mij als een straal in het hart en deed hem veel goed.
Vis Alex. [Alexandrine van Boetzelaer]
Wij waren bij Alex die ons lief ontving. Wij kwamen spoedig in dieptens waarin Marz zich indedaad regt goed hield.
Pr. bij Huet
'S avonds bij Huet, allerdroogst. Het gesprek met Lystriers van Paulus, en dat men God ook in de Voorzienigheid moet erkennen. Een droge redeneering een koud pelagianismus, het Christelijke
doelwit, een berg die men moest overschrijden &C.
Vereen bij ons Voorl. Marzials
'S avonds Vereeniging bij ons. Barbe & Schoch lieten afweten. Marzials sprak hoe of alle dingen ten goede moeten mede werken, hoe onze vijanden de wereld, ons eigen hart, en de Vorst der duisternisse zijn, en hoe dat alles ten goede moet strekken. Ik gevoelde nu en dan leven ook weder dofheid en aftrekking gelijk altijd. De gebeden waren weder zoo geheel uit het hart & treffend. Wij zongen Cantiques v Malan.
Gesprek
Ik had het naderhand nog goed met Marzials. Wij gingen diep en hij erkende zaken waarover juist Barbe mij gesproken had, Gods wil boven de wet. Alex [Alexandrine van Boetzelaer] was hem zeer goed bevallen. Waarlijk die Jaren zijn niet vergeefsch voor hem geweest.
Maand 29 Mey Togt na de Keizers Kroon. Onweder.
Heerlijk weder! Grote plannen van allerlei aart. Op eens hevige warmte. Ik kom t'huis om drie uur. Alles wordt donker. Een hevig onweder stort neder. De slagen volgen zich gedurig op. De kinderen denken dat het plan in duigen ligt. 'S midd. is alles beter en weder opgehelderd. Wij gaan met een grote cavalcade & de bokkenwagen na de Keizers Kroon. Aldaar gaat alles regt goed, en wij spreken met onzen vriend zeer genoeglijk.
Av. met Barbe
'S avonds thuis. Barbe komt ook. Hij grijpt Marzials nog al aan, doch deze staat den aanval goed door, en erkent vele dingen waarvan hij dunkt mij voor een paar Jaren nog geen denk beeld had. Het gesprek was belangrijk en alleen daardoor minder levendig, door dat Marzials vermoeid was, en Barbe minder aan het Fransch gewend is. Wegens de
ondersteuning van God in het preken, verhaalde Marzials nog treffende dingen. Wonderlijk is de wijze waarop hij met Gerrit kan omgaan.
Jamieson, Huet
Marzials was heden morgen bij Jamieson alwaar hij het regt goed had, en zeide ons dat deze man waarlijk een man Gods was. Bij Huet was het koel. Deze zeide dat hij hem niets voor zijne school kon geven, daar hij een grote reis ging doen.
Marzials
De hartelijkheid en de opregtheid van Marzials zijn groot en het is een zegen voor ons dien man te bezittten.
Collecte
Voor de school zal de Heere vertrouw ik ook nog een weg openen. D C [da Costa] heeft er eer gister aller krachtigst op zijne vereeniging over gesproken en nog een som van ƒ19/. en een ringetje gecollecteerd. Mijne ziel is nog al stil, wordt nog al daarin gebragt dat bij God de eenige rust is. Mogt alles levendig in mij zijn.
Dingsd 31 Mey Bezoeken met Marzials
De Heere was goedertieren en gaf zegen in velerlei opzichten. Met Marzials was ik bij Oom de Vos die ons regt hupsch ontving & ƒ 25 gaf. Niet minder rond en treffend was het bezoek van le Chevalier die zijne gift van het vorige Jaar hernieuwde. Ook bij Prof v L [Van Lennep] wierd Marz al zeer goed ontvangen die zich lang met hem onderhield. Mounier sprak met hem uit het hart, en zonder eenige gêne. Hij had dus veel reden tot dank die eenigzints wierd getemperd door de berichten van huis dat zijn kind niet wel was.
Aanspraak V d H [Van der Houven]
V d H las ons zijne aanspraak voor, die indedaad regt goed gesteld was. Hij is wel in de zaak in.
Aanbod l'Ange [Teissèdre de L'Ange]
'S avonds waren wij nog na Kooy & V d H. De dag was genoeglijk & het verheugde mij zeer dat L'Ange gekomen was om onzen Vriend
den predikstoel Zondag morgen in de grote Kerk aantebieden. Zoo worden wij weder van allen kanten hij en wij in onze voorbarigheid beschaamd. Wanneer zullen wij er toch eens om denken dat God werkt! Wij hebben niets te doen dan te volgen & te wachten. L'Ange [Teissèdre de L'Ange] was zeer vriendelijk & Marzials nog al confus in het spreken met hem. Wonderlijk is die invloed van den eenen Dominé op den anderen.
Br. Alex v B [Alexandrine van Boetzelaer]
Een lief briefje v Alex die met hare nicht van Boetselaar belet vraagt morgen avond. Alle onze betrekkingen liggen ook buiten ons. Mogten wij dit maar altijd zien.
Inwijd R C Kerk
Heden was de inwijding van de Roomsche Kerk door den Baron Wijkersloot [De Wijkerslooth] vlak achter ons. Dat bouwen van kerken met torens door de Roomsche houdt niet op. Men kwam ons zeggen dat de Paus die kerk inwijdde.
d C [da Costa]
Met d C. was ik dien dag wat in de war door eene opvolging van misverstanden. Hij zegt toch nog in de Keizers Kroon geweest te zijn, doch wij hebben hem daar niet gezien. Die tijden als Vreemden hier zijn, zijn altoos moeilijk.
Woensd Mey 31 Bezoeken v Marzials
Deze morgen genoeglijk werkzaam voor Marzials die het dan weder bij velen goed had, ook bij Dom van der Meulen wel ontvangen werd. Hij zag het schooltje van Mev Momma met veel genoegen. Prof. V d H [Des Amorie van der Hoeven] ontv. hem zeer vriendelijk. Wij waren te zamen bij Gideon, die nog al in den druk was wegens de kinkhoest die zich in zijn huis vertoonde.
V der Poll, Barbe, Zubli
Van der Poll sprak ik heden, die mij de blindheid van Zubli verhaalde, die na Gräfrath moet gaan, ook het lijden van zijn Zoon die een zware ontsteking op de oogen heeft. Barbe ziet nog geene opening voor zich. Deze beide menschen
die elk over het ongunstig accueil te Nijmegen klagen, schijnen er nooit op gedacht te hebben om elkander op te zoeken. Elk heeft zijne theorie van liefde.
M v Hall gedagvaard
Van Fl v Hall hoorde ik dat Maurits zoude gedagvaard worden, daar de Policie Zondag bij hem ingevallen is, en meer dan twintig personen bij elkander heeft gevonden. Hij wilde zich niet bij defaut later condemneeren doch zelve verschijnen. De meerderheid van de Stat Gen schijnt de vervolgingen als inconstitutioneel te beschouwen. Hun plan is nu om een Kerken-orde in dit najaar tevens aan de Koning & de S Gen in te leveren.
Bezoek schip Koning d Nederl
Wij waren ook met Marzials op het schip den Koning der Nederlanden van Van Straten. Hij bewonderde dit indedaad heerlijke vaartuig, en wij hadden een dejeuner waarbij ik improviseerde. Die Expeditien zijn toch altijd verhittend.
Vis Alex [Alexandrine van Boetzelaer] & de wed Boetzelaar [Van Boetzelaer]
'S midd. eene Visite v Alex met hare nicht mevr wed v Boetzelaar geb Calkoen die reeds sedert eenigen tijd verlangd had mijne kennis te maken. Bijzonder was het verhaal van de bekeering van haar echtgenoot die door een ziekte van Vijf dagen wierd weggesleept nog eenige uuren voor zijn dood.
Alex was ook zoo regt eenvoudig! Och mogt ik kunnen danken voor alle de zorgen Gods in alles.
Comite Ecole Norm bij H D Gild [Henry Gildemeester]
Het was een allerhevigste stortregen, onder de welke wij na Hy Gild gingen alwaar wij ook Koenen & V Eik vonden. Het Comité was regt aangenaam. Marzials gaf uitlegging over allerlei bijzonderheden, en wij begrepen dat het best zoude zijn om daar nu Marzials nog al gaven verzamelde, en het Deficit toch maar fr 3000 p Jaar was, nu vooreerst geene oproeping te doen en liever te wachten tot dat op een ander Jaar Marz eens niet zouden kunnen overkomen. Wij waren broederlijk bij een, maar ik had het nog al kwaad met mijn ligchaam.
Juny
D. Juny 1 Bez. v Marzials
Het was een gezegende dag voor Marzials. Ik had vrijmoedigheid om hem ook bij diegene te zenden die niet tot onzen kring behoorden. Zoo wierd hij dan allerhartelijkst door F v Hall ontv & ook bij Trakranen! Deze dag bragt hem ƒ 300 op weinige Guldens na, op. Zoo was ook de gift van ƒ 6 van Neeltje zeer belangrijk.
N S bij d C. [da Costa]
N S gehouden bij d C. Koenen was aldaar. Het was voornamentlijk over het stuk van Gefken. Hij wil het liever niet tekenen, doch schroomt niet zijn naam te geven zoo dra iemand dien vraagt. Eenige te sterke uitdrukkingen werden verzacht. Koenen gaf ƒ 100.
Diner bij d C met Marz, Jufv Sames & By [Betsy]
Gedineerd bij d C met Juff Sames & Betsy & Marzials. DC is toch niet regt te huis als hij geen hollandsch spreken kan. Hij mag zeggen wat hij wil, hij verlangt wat te doen om uit deze positie te komen. Dat dezelve ons alle drukt is waar. Marz zegt Vous vivez comme des payens. En toch die vormen der gescheidenen, dat is het niet. Marz vindt overal veel excitement en gelooft dat hier belangrijke dingen in de Kerk plaats zullen hebben. d C was dan dit maal nogal onrustig. Het spreken in vreemde talen kon hij moeilijk vol houden. Jufv. Sames was zeer ten agteren op Bähler van wie zij niets onmiddelijks hoorde.
Fl. v Hall bij d C, de Gesch.
Fl v Hall was lang bij d C en sprak zeer hartelijk tegen hem vooral over de gescheidene. Appeltern zeide het Gouv vervolgt niet, maar verlangt alleen dat de Gesch de reglementen overgeven; dat willen deze dan zoo het schijnt ook doen.
Belangrijke avond Instituut
De avond aan het Instituut was belangrijk. V d H [Des Amorie van der Hoeven] ontwikkelde zijne denkbeelden over de leertrant van den Heere Christus als type van kansel welsprekendheid. Er wierd daarbij met een eerbied en belangstelling gesproken over de Zaligmaker die mij trof, en ik moest toen voor het eerst zeggen, ja er ligt toch iets in V d H dat niet uit hem is. Er waren nog weder giften gekomen, en ook het besluit v den dag was genoegelijk.
Vrijdag Juny 2
Bij verscheidene wierd Marz [Marzials] weder goed ontvangen. P Huid. [Huidekoper] gaf hem ƒ 40.
Ik nodigde deze dag Jamieson bij mij die echter niet komen kon.
Gebeurde met Averink
Grote verslagenheid v Kooy wegens het gekerm der vrouw & tante van Averink die wij hadden doen zitten, wegens wanbetaling en daarbij gevoegde misleiding. Kooy was geheel uit zijn coutume en zoo mij dacht niet buiten den invloed der genade gods die hem zijne eigene uitredding voor oogen hield. Het is iets verschrikkelijks dat gevangen zetten voor schulden. De man kwam vrij.
Wonderlijk is het in welke zaken men iedere dag komt. De Heere alleen kan wijs heid geven!
Aflopen Nassau
Wij zagen den Nassau aflopen. Voor Marz was het een nieuw & belangrijk gezicht.
Avond bezoeken v Marzials
'S midd was Marz nog bij v Eeghen onder andere. Hij sprak lang met de Pauly's. In het terugkomen had hij een zeer ernstig gesprek met Gerrit, en deed hem bekennen dat hij zich toch niet gelukkig gevoelde. 'S avonds kwam Eduard, ook Steven nog een poos. Wonderlijk is het als men van die afdwalingen hoort in Engeland, van dat lamme Socianismus bij de Kwakers, van dat wilde fanatismus in die kerk van Irving. Heere bewaar onze zielen!
Zaturd Juny 3 Zaak v Marzials
Het weder was allerkoudst. Ik zat op het bureau te grelotteeren, en moest na huis gaan om mij te verwarmen. Marz was bijna bevroren. Hij ontving een lieve gift van de freules v d Burg, ook later nog van V Eik & den Heer V d H [Van der Houven]. Anders had hij minder gelegenheid tot bezoeken, daar mijne kennissen bijna uitgeput waren.
Vr v Campbell ziek te Zwol
Met veel leedwezen ontving ik de tijding dat de Vrouw van Campbell zeer gevaarlijk was aan eene zogkoorts. Mogt zij bewaard worden voor haren echtgenoot die zich op dat Nijverdal in zulk een treurige eenzaamheid zoude bevinden.
Bureau
Aan het Bureau weder gelegenheid genoeg om menschenkennis op te doen, doch ons gebrek aan kennis van ons zelve verhindert ons dikwijls om er gebruik van te kunnen maken. Scene tusschen Krusem [Kruseman jr.] & v Eyck over de Piasters. Lang bezoek van den Heer Baud aan den Presidt. waarbij deze nog al eens wetenswaardige bijzonderheden vernam over het Character van Van de Bosch de Culturen &C.
Diner bij V d H
'S midd bij V d H met Marz [Marzials] & drie onzer kinderen, ook met Van Eik de Pakhuismeester. Wij waren zeer genoegelijk te zamen, en spraken over vele voorkomende zaken zonder dat het eigentlijk diep ingreep. Marz deed een voordragt over Jac 1 die mij zoo wat over het hart gleed, en waarbij ik niet veel gevoelde.
Avond. Nuvoletta met Marzials
Wij kwamen te huis tegen tien uur. Caroline had weder een kagchel doen opzetten want het gevoel van koude was zoodanig als ik het immer in Juny gekend heb. Wij zaten ieder in ons boek zeer aangenaam te lezen en nu begon de Satan zaad te strooien of te doen opkiemen. Er kwam een zekere wreveligheid bij M zoo geheel onverwacht, tegen ons niet na de
Kerk gaan tegen dat Separatisme de fait. Het spreken verveelde mij daarover, daar ik overtuigd was dat hij het bij de Dominés even min uit zoude houden als wij en door het eerste dat hij mij zeide na de preek van Deleman te hebben gehoord ll Zondag dat was, Je con[?] que vous ne pouvez entendre de tels Sermons. Ik meen overtuigd te zijn dat het wegblijven uit de kerk niet buiten de wille Gods is, en geen spruit is van mijnen eigenen grond. In die overtuiging kon ik het woord, vous êtes comme des sauvages niet dragen, en hoe wel ik er niet op antwoordde drukte mij die gehele zaak en zelfs met het gebed dat hij nog deed ging het niet over. Wij waren juist over die zaak der heiligmaking waarover wij elkander anders zoo goed verstaan, is den geest van 1835 gekomen; dan declameert hij tegen het antinomianismus maar daar zit de wonde niet. De Heere zij ons genadig en doe ons in alles onze elende zien.
Zondag 4 Juny Preek Marzials Rom 10 v 10
Zoo heeft dan de Heere alles uit den weg genomen, en wij hadden het genoegen een gezegende Euangelieprediking te horen. Marzials was zeer in de duisternis, niet wetende welke text hij nemen moest. Hij sliep anders goed. Wij hadden slechts weinig onderhoud deze morgen met elkander. De preek is mij regt goed bevallen, zij was eenvoudig niets brillants maar zeer helder. Rom 10 v 10 Met het harte gelooft men tot regtvaardigheid een klein uittreksel van den brief aan de Rom. dan over het geloof, eerst of het het geloof van de opvoeding of het geloof des verstands (l' intelligence) is. Beide werden te ligt bevonden. Het is een geloof dat gave Gods is (don de Dieu), waarvan onderscheidt zich dit geloof in deszelfs oorsprong, gave
van God, deszelfs voorwerp de geregtigheid van Christus, deszelfs vrucht de heiligmaking uit de geloove. Hierop volgde de krachtige vraag Avez-vous cette foi. Belang van die vraag, voorzigtigheid die wij in de wereldsche dingen bezitten, illusien in de geestelijke dingen.
Veel menschen waren er nog al. De tantes en ook Margo waren bij het uitgaan zeer getroffen. Welk een zegen wanneer men zoo in eenvoudigheid het Euangelie hoort verkondigen. Ik was kalm in mijn ligchaam had ik een gevoel van herstel. De Heere zij geprezen in eeuwigheid.
Br Vr de Bruin
Een regt goede brief v Vrouw de Bruin begon heden den dag. Zij heeft toch veel inzigt.
Mollet, Robert
Wij hadden 's ochtends nog verschillende bezoeken onder andere Mollet met wien het vrij kalm bleef, doch ontrent wien de gelegenheid zich opende dat hij Gerrit na Belgie zou kunnen geleiden. Ook was er een Heer Robert een landgenoot van Marzials.
Failliet in Engd.
Aan tafel ontzettende tijdingen van Engeland. Drie uitgestrekte failliten, een van Th Wilson &C met Een Millioen ponden Sterlings. Het trof mij wel wat, doch de invloed wierd echter weg genomen.
G [Gerrit] Westendorp
Marz vroeg aan tafel G Westendorp om ook bij hem te komen 't geen een geheel nieuw uitzicht opende.
Jamieson
'S av bij Jamieson. Hoewel de preek niet bijzonder krachtig was troffen mij ditmaal de gezangen. Lieve Vereeniging aan ons huis. De Tantes waren er en een gedeelte der famille Boissevain. Marz sprak innig over het gezegde uit het Hooglied Mon bien-aimé est à moi et je suis à lui et il paît son troupeau entre les muguets. Er was veel zalving in en verscheidene
woorden die mij in het hart gingen. Steven trof het bijzonder en hijwas er regt mee ingenomen. Ik deed nog een gebed en wij scheidden allen met hartelijkheid van elkander.
Maandag 5 Juny.
Marz na Haarlem. Aan het bureau eerst verslagenheid wegens de zaak der failliten naderhand meer kalmte. De Promessen zijn alle ingekomen (te Rott namentlijk)
Ontmoet v Barbe
Barbe ontmoette ik. Hij zeide nu niet in 't geloof te staan. Zijn vrouw & famille plaagden hem dat hij niet genoeg deed om een aanstelling te bekomen, en nu liep hij overal rond tot dat hij dat pak los was, dat men hem op den rug gelegd had. Hij maakt ook nog al systema's meer dan hij denkt.
Betsy Sames bij ons. Wandeling Hogendijk. 'S av Takke [Tacke] & S d C [Steven de Clercq] bij ons. Marz [Marzials] over Ps. 130. Br. d C [da Costa]
Ziet toen ik te huis kwam daar zat Marzials reeds. Nu was Betsy Sames ook bij ons. Te Haarlem waren de zaken reeds afgelopen. Het was nu heerlijk weder geworden. Wij deden een wandeling na den Hoogendijk & hadden het best. Ik had mij in geen tijden zoo aangenaam gevoeld. Marz sprak nog eenige woorden over Ps 130 en deed het gebed. Ik had ook nog eenige woorden. Takke die geheel hersteld is kwam bij ons. Er was gene onzer meetings die ik zoo in eenvoudigheid in gevoel van iets broederlijks & hartelijks mogt bijwonen. Er was geen apprêt gene uitnodiging niets van dien aart geweest. Steph. kwam ook nog geheel uit zich zelve. De Heere is goed, en zijne goedertierenheid is in eeuwigheid. Onze gesprekken haden iets liefelijks, iets trauliches. Een briefje was er van d C. [da Costa] gekomen dat mij leed deed & niet billijk was, hoewel ik het mij zoo geheel expliceeren kon. Doch ik mogt er over heen gedragen worden. Het spijt mij voor hem dat hij niet in de kerk geweest is.
Dingsd 6 Juny Famille dag bij ons. Uitlegging v Marzials.
Een gewigtige dag of avond die ik hoop dat in duurzame zegening onder ons zal zijn. Marzials had veel begeerte om zich weder op onzen familliedag te bevinden. Ziet, juist waren alle aanwezig dat wij niet gedacht hadden. Zijn aanspraak over een text uit Phil. Verblijdt u in den Heere was krachtig en ik mogt die voor mijzelve en voor andere horen. De vragen die hij bij het slot deed, waren hoogst gewigtig, en de Heere die alle harten in zijne hand heeft, hield alles in stilte, zoo dat er op de genen die nog niet vereenigd konden zijn met zijne voordragt, toch een beslag lag waardoor het woord duidelijk was. Zoo de Heere stilt wie zal beroeren. De hartelijkheid van Marz wierd door allen erkend. Eenige gaven hem nog lieve gaven & eene collecte aan tafel bragt weder ƒ43. op. De Heere heeft het goud en zilver in zijne hand. Marz zat juist naast Margo & hij had nog al gelegenheid om veel met haar te spreken. Er lag als het ware een atmospheer van rust over de geheele bijeenkomst, een pand van verdere zegeningen des Heere over deze famille waaraan hij zoo veel geschonken heeft. De Heere geve ons te loven en te aanbidden. Slechts een kleine nevel was er op dezen dag. Zeker was dezelve ook nuttig voor mij. Ook deze was niet buiten God, want waarlijk zij was mijn zoeken niet geweest. De Heere geve ons den na smaak zijner Gave.
Woensd 7 Juny. Opening v den Raad
Opening v de Raad. Het disc v. de Prest is goed, maar toch wat drukkend en wat al te scherp daar waar hij alleen als echte deelhebbers diegene beschouwt wien het winnen of verliezen met de H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] onverschillig is, en die alleen om het Vaderland dachten. Zulke helden vindt men
tegenwoordig zeer weinig en er was bij het twede horen iets bitters in dit slot van V d H [Van der Houven] die mij niet beviel. Gaarne wil ik dat diegenen die het Vaderland uitmaken brood verdienen, doch ik mag dit voor mij zelve ook verlangen.
Vertrek van Marzials
Aandoenlijk was het vertrek v Marzials die wij om zeven uur na de Diligence geleiden. Ik gevoelde mijne ziel bijzonder met hem vereenigd. Zijn weg was hier al bijzonder gezegend geworden.
Tegenslag
Er was toch weder een schok nodig. Waar God zegen geeft zien wij terstond op menschen. Zoo zag ik de geheele famille en couleur de rose toen Marzial sprak en ik het gevoelde dat God als het ware den wind tegenhield. En nu toch kwam er op eens iets op uit een hoek die ik niet vermoedde. Heere maak ons klein & alleen op u ziende!
Neeltje
Neeltje hoorde ik met veel genoegen spreken. Het is toch eene lieve ziel waarlijk eene Rhede. Zij maakte mij met al mijne wijsheid en inzichten diep beschaamd!
Rijkevorsel [Van Rijckevorsel] bij ons.
'S avonds was Rijkevorsel den gehele tijd bij ons. Het discours liep wel. Vrij gevoelde ik mij niet. Echter de H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] bleef schering & inslag. Welk eene gebondeheid in alles is er toch bij ons?
Dond. 8 Juny. Diner bij V D H met Comm. Imp de lier
Het was heden de gewigtige dag van het Jaarlijksche diner. Aldaar ontbraken de Burgemeester die ziek geworden was, Uitwerf Sterling, die uit hoofde van een andere reden bedankte, en F H Spengler, die wegens het overlijden van zijnen Oom niet had kunnen komen, het geen mij ook voor hem nogal speet. Verder waren er Mogge Muilman als Prest van de Bank & P Hartsen Prest v de Kamer v Kooph, Insinger was dit jaar bij de absentie v Oudermeulen [Van der Oudermeulen] in functie getreden. Het onderhoud aan tafel was nog al zeer levendig. Ik was bijzonder stil & kalm toen ik na het Diner ging, en kwam toen
in een letterkundige & veelsoortige Spraakzaam heid, zoo dat ik tegen het midden van het diner het eeten bijna vergat. V d H [Van der Houven] hield zich regt goed, en toonde betere contenance dan bij het slot zijner aanspraak, die indedaad te nederdrukkend geweest was. Ik improviseerde over de Lier en stelde die in oppositie met het Dividend waarover ik in het vorige Jaar improve.
Toestand bij V d H
V d H is voor zich zelve al in eene zeer moeilijken toestand. Met Doortje gaat het niet beter. Keetje wenscht daarentegen terug te komen. Hij wordt wel van alle zijde geslingerd. Wij hadden heden nog een hartelijk gesprek.
Br v Hall Zijn dagvaarding.
'S ochtends een brief van V Hall, regt lief meldende hij voor de regtbank zou optreden, dat hij in het geloof stond &C. Er was mij in dat alles echter iets gegrepens. Als vriend deelde ik in zijn lot, doch er den Christen in tezien die voor de Heere leed, dat kon ik niet. Het was mij altijd de man die zich zelve tot lijden poseerde. Misschien is het vooroordeel van mij, misschien hoogmoed dat ik die weg niet in wil, ik weet het niet, de Heere make het duidelijk aan mijn hart. Ten uitersten onverwacht was het mij dat het plan van de reis Thijs tot zoo veel genoegen strekte. Hoe weinig kan men de zaken vooruit berekenen? De andere moeilijkheid was nu daarom niet weggenomen. Mogt de Heere daarin ook ligt geven.
Br Mess. [Messchert] aan d C [da Costa]
d C zondt mij een brief v Messchert die zich in zijn isolement behaagt, en zeer weinig in de kerk gaat, zelfs bij V d H (Van der Harst) omdat hij hem te bespiegelend vindt. Alles is redeneering bij hem. Neen dat is het waarlijk niet. Hij zal het later nog wel eens inzien.
B Koenen aan d C
Bij Koenen vinde ik daartegen eenvoudigheid en toeneming in de erkenning van de waarde der zaak. Zijn briefje aan d C getuigde weder van treffende inzigten.
Vrijdag Juny 9 Dividend over 1836 7 pc
Een dag van tijdelijke zegening en uitkomst, zoo als die vroeger wel niet te verwachten was. Het dividend werd heden bepaald en dit wel à 7 pc. Wie had voor eenige Jaren zoo iets kunnen vermoeden? En, wonderlijke wisseling der menschelijke zaken alleen om dat eenige dwazen zonder eenige grond vroeger Dividenden tot 70 pc verkochten, scheen het nu weinig te zijn. Ik wierd maar half gefeliciteerd en vele scheen het niet regt te zijn. Ik had het geluk er niet door geschokt te worden, en te zien hoe wonderlijk de denkbeelden der menschen gewijzigd worden. Allerlei praatjes waren er verspreid geworden over grote discussiën in den Raad; dat de Directie wel meer had kunnen geven &C & van dat alles was ondertusschen niet het minste waar! Welk een voorregt vrolijke gezichten daarentegen om zich heen te zien van hen die men in dien zegen mag laten deelen.
Over de leden van den Raad hadden wij waarlijk grond om regt te vreden te zijn, en zij bewezen ons veel hartelijkheid en vertrouwen.
d C [da Costa], V d H [Van der Houven]. Campb. [Campbell], Schimm [Schimmelpenninck]
Met d C. gaat het dunkt mij weder wat beter. Hij klaagt over zwakte. De fam. Van der Houven is nog altijd in allerlei worstelingen en moeilijkheden. Nu moeten zij weder onmiddelijk na Gelderland, daar Doortje geen doctor wil spreken dan wanneer hare ouders zullen gekomen zijn. Deze morgen had ik een brief v Ainsw. [Ainsworth] wiens vrouw niet bij hem komt. De Vrouw v Campb blijft hoogst zwak. Wonderlijk dat het plaatsen door Campb v zijnen broeder bij Couvreur nu weder een Scheiding tusschen hem & Ainsw. geeft. Welk eene woeling, welk eene onbestendigheid is er in alles. Hoe weinig zijn wij in staat om iets daar te stellen. Het gerucht dat Schimmelpenninck Ambassadeur te Petersburg zoude worden, begint weder meerder vastigheid te verkrijgen. Hij is thans weder na Drieburg. Hij zoekt het ook in veel dingen.
Zat 10 Juny. Barbe, Bahl [Bähler], Kaatje Sjonket. Beauf. [Beaufort] over Krumm [Krummacher]
Een dag die toch ook weder veel gewichtigs opleverde. De zegen had gevolgen voor deze en gene, de arme Barbe zit nog altijd uitziende niet altijd met hetzelfde geloof; aan Bähler zond ik wat, het lag mij op het hart dat hij door finantieele moeilijkheid belet wierd hier te komen. Kaatje Sjonk was bij ons hartelijk, doch niet in andere nuances als de hare Christus ziende werken. D C heeft een brief van Beaufort. Voor deze is het leven ook lijden. Hij was te Elb met veel zegen. Krumm wordt aldaar zoo het schijnt door vele miskend. De laatste levensbijzonderheden van de ouden G C Krummacher [G D Krummacher] zijn zeer belangrijk. In de lijkpredikatie moet F W [Friedriech Wilhelm Krummacher] nog al een & ander gewigtigs over zijn Oom & zijn geheele famille medegedeeld hebben.
Av. in de tuin
'S midd met de kinderen na de tuin van het bureau, waar het genoeglijk was, waar het groen heerlijk stond, en waar St & Ch [Steven en Charlotte] ook nog broederlijk bij ons kwamen.
Gidn [Gideon], Mo [Margo]
Met Gid had ik een goed oogenblik deze dag. Bij Mo zie ik menschelijker wijze veel tegenwerking, alleen God kan het doen doorbreken.
Zond 11 Juny
Laat op; een genoeglijk ontbijt echter de kinderen hadden alles gereed gezet.
Marz [Marzials]
Een brief van V Oort [Van Oordt]. Marz was reeds vertrokken. Nu schreef hij niet uit de Haag, dat mij leed deed.
Preek L'Ange [Teissèdre de l'Ange]. Cat. Wale Weeshuis.
Na L'Ange geweest. Een preek over het gebed, naar aanleiding v de Catechismus. Louter redeneering, zonder een woord van geloof, van kracht, van leven. Zoo iets te horen doet toch eigentlijk niets af.
Lang bezoek bij d C [da Costa]
Vier uur bij d C. Door Gods goedheid stroomde de bron der Vriendschap rijkelijk. De harten gingen open; alles wierd gemeld, verhaald, uitgelegd, en het was mij dan al zeer duidelijk hoe de weg Gods waardoor ik zoo veel en dC
dit maal zoo bijzonder weinig aan Marz [Marzials] had gehad, voor dezen smartelijk hadden moeten zijn. DC [Da Costa] heeft behoefte zich uittestorten, en erkent ondertusschen gaarne dat er veel murmureeren onder loopt, dat Gods uitkomsten in grote en kleine dingen heerlijk zijn, en dat hij alleen te loven heeft. Ondertusschen de weg voor het vleesch is zwaar, vooral in de zomer als alles hem dan ontloopt. Freyss heeft nu een plan de ongescheidene met d C bij een te brengen ten einde dan gezamentlijk voor de kerk te bidden &C. Indien dit alles uit drijving spontanément geschied, vinde ik er iets heerlijks in, doch nu is het mij weder veel arrangement. God zal zorgen. DC las mij een stuk voor de N S uit Nehemia voor, dat mij goed beviel. Zijne zwakte vond ik veel minder maar de drukte der kinderen is groot. Mogt de Heere ons geven om elkander te dragen in alles! Hoe veel meer liefde is er nodig om zulk een man indedaad van nut te zijn. De Heere leere het mij.
Onrustige avond
'S avonds liep alles minder na het zin. De eerste warmte maakte mij dof en slaperig ik had geen lust nog mogeklijkheid om te lezen na den eeten. Toen begon ik met de kinderen, alles liep tegen. Steven was de stokebrand en het duurde tot dat hij in zijn bed lag, eer de zaak weder gezond was. Het was die3s wel ellende doch de Zomersche Zondagen zijn altijd moeilijk. Moge de Heere ons licht zijn.
Br Veenhuizen, vaccine &C
Een brief van Veenhuizen was belangrijk. Hij gaat na Geneve ten einde daar te studeeren. Opmerkelijk was het geen hij van de Vaccine zeide als het Onanismus bevorderende. De Heere zij mijne kinderen genadig. Dit kwam mij deze dag voor. Is de Vaccine niet gebaseerd op eene algemeene wet & algemeene voorzienigheid die men door een algemeen middel wil tegengegaan. De speciale opmerking van Veenhuizen komt mij toch voor vooroordeel te zijn.
Maand. 12 Juny. Weder &C.
Stille dag in werkzaamheid doorgebragt. Alles gaat weder zijne gewonen gang. Mogt ons oog maar op den Heere zijn, maar als er niets gebeurt dat ons schokt, blijven wij zoo onverschillig. Het weder is dan dezer dagen regt schoon! De goude regens de seringen staan nu eerst in bloei, dus een maand later dan gewoonlijk. Heere schenk ons een dankbaar harte. De warmte doet op mijn gestel hare gewonen invloed 's ochtends gaat alles goed, doch vooral na den eeten is alles geagiteerd.
Dingsd 13 Juny. Br Koenen ov V Hall
Verkwikkend was mij een brief v Koenen mij zijne gemeenschap met V Hall mededelende, als ook dat Marz. [Marzials] nog met zeer veel zegen aan huis bij V Hall gelogeerd had. Gods wegen zijn wonderlijk. Marz. die zoo tegen afscheiding is, kon het ditmaal bij den geliefde D C [Da Costa] niet vinden, en daarentegen was hij zoo regt te huis bij den gesepareerden.
Vis aan Mounier
Ik had drijving om Mounier eens op te zoeken die zich in eenen hoogst moeilijken toestand door de ziekte zijner vrouw die dodelijk schijnt, bevindt. De Heere beproeft de ziele in de hitte des vuurs. Als mensch voelde ik mij bijzonder tot hem aangetrokken, meer famillaar was ik nog met hem als immer met Huet! De Heere geve zegen aan zijne ziele, en erkenning der waarheid. Mijn stuk is rondgezonden. Bij Oom de Vos gaf het gelegenheid om zich ook eens over de N S uittelaten.
Toestand V d H [Van der Houven]
Bij V d H. Hij is in een allermoeilijkste toestand. Overal tederheid, hartelijkheid en toch overal alles zeer ingewikkeld. Capadose, Keetje, onzeker over hun komen of gaan; hij zelve niet kunnende gaan
na Zwitserland; Doortje door de koorts ondermijnd. Welke bronnen v. droefheid v moeielijkheid van allen kant? De man houdt zich kras, doch eens, vrees ik, breekt het los.
Gerrit
'S av met Gerrit genoeglijk over letterkunde &C geredeneerd. Er was iets huislijks in het slot van den avond dat mij verheugde.
Dond. 15 Juny Togt na Zomerzorg
Uitstap na Zomerzorg waar Py [Pauly] & Mo [Margo] waren. Ik was verheugd dat de kinderen zoo wel en zoo zoet waren. Verder ging ik in alles mede en was regt te vreden dat Py onze Gerrit over zijn Romantisme zoo doorhaalde. Toen kwam echter een zware migraine op die mij geheel in de war bragt, doch die van achteren gezien een grote zegen en uitkomst van God was, want ik was de vorige dagen als gejaagd geweest. Ik maakte echter voor mij zelven en anderen een onaangenaam figuur.
Vrijd. 16 Juny. Bureau
Mijn plan om na Gelderland te gaan weder verijdeld. Ik kon hier niet uit de zaken lopen. Aan het bureau hangen zware wolken. Mogt ik maar die niet willen doorzien. Nu en dan echter is de indruk van den somberen blik van V d H [Van der Houven] en van de uitvallen van Kooy veel groter als mijn vertrouwen op Hem die tot nu toe zorgde.
Zat 17 Juny Huishoudelijk. Barbe.
Wonderlijke dag. In volle liefde tot de mijne kwam ik t'huis en er had ene scene plaats met Gerrit, waarbij mijn toorn op eene geheel dwaze wijze na buiten kwam. Ik was er zeer van ter neder geslagen en ondertusschen het was juist wat ik begeerd had, gezicht mijner Zonden!
Ik bezocht Barbe nog met wien ik dan regt genoeglijk spreken kan. Hij spreekt mij over de waarheid indedaad practicaal en ik word werkzaam. Hoe jammer dat onze d C. [da Costa] dit niet inziet en klaagt over verstrooying, gebrek aan vasthouden der waarheid in plaats van zich geheel aan den Heere overtegeven. Kenden wij maar den regten aart des Geloofs.
Zondag 18 Juny. de dag, Jamieson
Ik kon op dezen dag bij geen een onzer hollanders gaan. De beschouwing is zoo geheel verschillend! Wij lazen nog al met stichting voor mij zelve Jes 1/2 & Luc 21. Toen hoorde ik Jamieson over de text uit Hosea, Zoude ik u overgeven o Israel die treffend is en 't geen hij regt lief op de geestelijke verlossing toepastte.
Thuis vond ik lieve regels v Marzials. DC [Da Costa] had mij geschreven dat de beschouwing der tijden te kort was, en nu vloeide mij op eens een naschrift uit de pen.
Barbe & Kaatje bij ons.
'S av hadden wij Barbe en zijne Vrouw, met Kaatje Sjonket. De invitatie der laatste om bij ons te soupeeren, 't geen mij vroeger eene hemel hoge berg was, wierd mij nu daar de zaak mij letterlijk van God geschonken werd, geheel weggenomen. Het was minder levendig als anders daar die vrijheid ontbrak die er is als men zoo onverwacht bij elkander binnen loopt 't geen toch maar het heerlijkste is.
Gebeurtenissen der week
Overlijden van de oude Betje bij d C. Hartelijke brieven v Marzials. Werkzaamheid van Koenen zijn stuk tegen V d Willigen. Boekje van Talma uitgegeven. Moed om het uittelezen heb ik eigentlijk niet. V Hall is voor den regtbank geweest. Verder weet ik er nog niet van. Treffend was weder de uitdeling der Extra gaven wegens het Dividend, 't geen een algemeen genoegen verspreidde. Brief v Bähler ziekte v/zijn kind. Voornemen om de volgende week in dit land aan te komen.
Dond 22 Juny. Alg zaken.
De gewone stilte na de Verg v de Raad is gevolgd, doch ik had daarvan thans minder genot, door de moeilijkheden die zelfs nog in de eerste dagen de loop der zaken omringen. Zoo ik niet op God zie, bij de menschen zie ik waarlijk gene uitkomst. Om over de Stemmen te stellen
daartoe heb ik ook gene opening nog. De Correspondentie is geheel aangezuiverd, 't geen een groot pak van het hart is. Verder lopen de dagen kalm daar henen de ijdelheid van dat aardsche is mij steeds duidelijker het Systema dat zich elk maakt is mij steeds vermoeiender. Ik gevoel meer en meer dat de ruste alleen in God is, dat alleen door op hem te zien, wij boven alles heen kunnen zien.
d C [da Costa] aan 't bureau
Eer gisteren hadden wij onze goeden da Costa in den tuin van 't bureau. Eer hij eigentlijk tot rust kon komen, moest hij weder vertrekken. Hij was nog al tobbende; hij wilde zelve vast houden. Mogten wij loslaten, wij zouden losgelaten worden. In de toekomst, zoo wij daartoe geraken zie ik vele moeilijkheden. Onbeperkt op God te zien is het eenige.
Br Mess. [Messchert].
Een brief v Messch. sloeg mij nog al ter neder. Dat individualisme waarin hij zich wikkelt, die kennis van het verderf in alles dat hij slechts als een zwaard bezigt om alles mede ter neder te vellen bevalt mij niet. Dat ik er door lijde, is alleen door mijn hoogmoed! Deze is eigentlijk de bron van alle de onaangenaamheden die wij ondervinden.
Bähler, Spies, Nicolet, Groen [Groen van Prinsterer], V Hall, Sally Hulk
Bähler's komst is nog uitgesteld. De toebereidsels tot de reis v Gerrit begonnen. Spies vraagt belet. Treffend was mij de tijding dat Nicolet te New Orleans bij het niet gelukken zijner zaken zich voor het hoofd had geschoten. In de kring is alles stil. Van de Groens hoor ik al bijzonder weinig. Van Hall gaat nu ook de gemeentens in Rotterdam organiseeren. Zoo ik niet op God mag zien zal het met hem ook nog weder een storm geven als ik daar kom. Sally hulk schrijft lief over hare ondervindingen in Engeland en de Missionary Spirit die daar uitgestort is. Heere leer mij alleen klagen over mij zelve, en van U alles verwachten.
Warmte
En nu wat zullen wij zeggen. Het is eene liefelijke gezegende warmte, die echt voor onze gestellen nog al drukkende is. Tot nu toe heeft de Heere bewaard!
Br. d C [da Costa] Meerder helderheid (Zie br 23 Juny).
De Vrucht van dC zijn in de tuin was toch gezegend. Hij schreef mij een briefje zoo helder, als ik in lang iets van hem zag, en waarin hij bleek weder in eene en andere aanraking te zijn geweest die hem nog al tot opwekking waren.
Vis v den Rev Baird
Vrijdag ochtend vis van den Rev. Baird met een rec v Sec [Secrétan]. Marzials sprak van hem. Hij heeft een geschiedenis der matigheid gezelschappen geschreven in verscheidene talen vertaald. Hij reist nu na Petersburg om den Keizer ook van het nut dier Gezelsch te overtuigen, en dan zijn boek in het Russisch, Grieksch & Poolsch te vertalen. Verder moet hij voor Americaansche rekening opmerken wat voor het Christendom in Europa gedaan kan worden, en heeft daartoe zijne woning gevestigd te Parijs alwaar hij de zittingen der Soc. Ev. bijwoont. Hij zegt dat er nu meer dan 2/m dier gezelschappen in America zijn & zij overal den weg voor het Evangelie hebben voorbereid. De Kroonprins v Pruisse spreekt volgens hem geheel als een broeder. Tweeerlei soort van Genootschappen in Pruissen total abstinence en moderated use. Het laatste zegt hij dat een faux principe is. De man beviel mij wel. Dat hij mij echter vroeg om opgave wegens de Genootschappen hier te doen, en ik dit niet wel weigeren kon, hinderde mij. Dat geheele genootschaps wezen heeft iets dat mij stuit. Ondertusschen men kan niet loochenen dat er goeds door deze zaken gesticht is. Elk handele gelijk hij geroepen is.
Avondmaalviering bij l'Ange [Teissèdre de l'Ange]
Ik had geen inzigt over het Avondmaal. Vrijdag wierd het mij duidelijk dat toch het Avondmaal des Heeren wierd uitgedeeld, en hetzelve door
de verkeerdheden van de leeraars zijne kracht niet verloor. Vrijdag avond ging alles het hart in en mogt ik ook uit het hart spreken en bidden. Sedert heb ik wel een & ander gelezen gebeden en gevraagd doch het was niet het gegevene van toen. Gisteren had ik nog een indruk van het gewigt en de waarheid der profetische waarheden, en kon mijn tegenwoordig zijn in gedachte opgeven. In de kerk had ik wel aftrekking, maar toch in de preek van l'Ange [Teissèdre de l'Ange] Je puis tout par Christ qui me fortifie, was nu en dan waarlijk veel goeds en behoefte aan volmaaktheid buiten ons, maar het Semi Pelagianismus is overal. Onze wil begint alles en de wil Gods komt ons te gemoet. Autrement ce seroit une tromperie. Si Dieu nous ordonnoit et que nous ne pouvions pas. De val wordt geignoreerd. Aan tafel sprak hij ook ontzettend lang wel twintig minuten, en veel dat er niet bij behoorde maar gelukkig was het einde hartelijk en ik mogt er mij mede vereenigen. Mijne lieve Vrouw had het goed gehad, en wij waren vereenigd en zoo ik hoop lovende met el kander. En nu wat zullen wij zeggen. Wij zijn ons zelve niets bewust. Heere, volbreng het, doe gij alles in ons. Open onze harten. Doe uw werk!
Al. [Alexandrine van Boetzelaer] Bureau Steven.
Al heden gezien. Zij was afgevallen. Ik had haar wel nog intiemer willen onderhouden, doch zij kon slechts kort blijven, en is zeer gebonden. Deze week liep alles rustig. Ik had te huis nog al veel zegen, ook het ligchaam was veel verligt. Iets op het papier te brengen voor de N S dat gelukt nog niet. Het nommer van July schijnt maar niet vol te willen komen. De wandelingen op de Dijk gaven nog al veel verfrissching des avonds. Aan het bureau liep alles nog al zeer bedaard & rustig. Onze Steven viel gisteren van den bok af op straat, en had een groot ongeluk kunnen hebben, dat echter weder gered schijnt.
July
July 1 Z Terugk. Bureau &C
Terugkomst. Genoeg werkzaamheid gevonden. V d H [Van der Houven] bij de Min. De kleine Arnold Schoch was bij ons. Zijn Vader de trouwe krijgsman kwam afscheid nemen. Hij moest na Reijen. Gelukkig wie het Jok vrijwillig op zich neemt.
Met mijne lieve Car [Caroline] had ik het zeer genoeglijk. De gehele dag was ik met de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] bezig, en daarover nog zeer bezwaard.
July 2 Z. Bezoek bij V d H. Br Camp [Campbell]. Zegen bij Jamieson. Vis d C. [da Costa].
Dag van veel uitkomst. Vroeg werd ik opgewekt om V d H te gaan opzoeken, en ziet nu waren juist vele bezwaren weggenomen, en de hekken geheel verhangen. Een brief v Campbell was mij verkwikkend. Beterschap zijner Vrouw, en herinnering toch aan het goede van onze gesprekken. De lezing v een preek van Krumm [Krummacher] was mij belangrijk. Doch bij Jamieson over Enoch was het mij liefelijk. De sluizen des harten werden geopend; ik gevoelde iets van de oneindige liefde Gods. Ik wilde dit zoo warm bij d C overbrengen maar het gelukte niet. Onze lieve Vriend wittert overal de Reedensche Kring. Hij plaagt er zich zelve mede. God zal het wegnemen op zijnen tijd. De gehele dag was gezegend. Er was iets overgegevens iets rusten op hetgeen buiten mij is. God zij geloofd.
July 3 M Vis Barbe. Herinnering aan het bezoek v Kohlb [Kohlbrugge] & V d Heydt.
Weder een dag geheel aan het bijwerken op het bureau gewijd. 'S avonds zag ik Barbe nog die opregt sprak over zich zelve. Hoe zwaar is het niets te doen te hebben. Hij was zeer getroffen geweest juist een week geleden toen Kohlb & V d Heydt v Elberfeld bij mij kwamen en hem niet opzochten. Wonderlijk was het weder dien avond. V d H. beschuldigde Barbe
van te grote losheid in het spreken over de vrijheid in Christus & Barbe zeide mij een half uur later dat hem dit voor twee Jaren zoo in V d H [Von der Heydt] gehinderd had. Wanneer wij op de menschen zien, geraken wij telkens in verwarring. Heere leer mij op U zien! Ik sprak toen met beide Heeren niet veel, voelde echter mijn hart aangetrokken tot Kohl [Kohlbrugge] meer dan de vorige maal.
July 4 D V d M [Van der Meersch] Doortje V d H [Van der Houven]
Aan 't bureau veel werkzaamheid. V d Meersch is terug. Nijverdal beviel hem bijzonder.
Doortje V d H steeds verzwakkende, maar naar den geest gezegend gestemd.
Bovet
Van Bovet vond ik een briefje te huis dat mij zeer beschaamde. Hij schijnt hier meer ontvangen te hebben dan ik dacht, en er is meer in hem dan ik vermoedde. Alle onze oordeelen zijn altijd verkeerd.
Jamieson Engels
Jamieson was gedurende mijn afzijn bij mij.
Engels biedt zich aan als lid van de Fij het is wel iemand geloof ik die geschiktheid heeft.
Messch [Messchert]
Mess. heden geschreven. Hij redeneert en sophistiseert veel en houdt dit voor geloof. Het belet zijn geloof niet, maar het wordt daardoor overkorst.
Vr v Barbe jarig.
Veel bezig met de Vrouw v Barbe die jarig was. Wij gaven haar een zijden kleed. Is dit goed ik weet het niet. Het was niet mijn oogmerk hun hoogmoed te vlijen maar hen nog iets te geven in dien stand waartoe de vrouw behoorde en waar God hen toch nog niet uitgebragt heeft.
July 5 W
Des Heeren goedertierenheden waren groot. Met mijn ligchaam ging het beter. Er helderde zich bij het spreken met V d H nog al het een & ander op.
Hy Gold [Henry Gildemeester] & Mimi bij ons.
Allergenoeglijkst waren wij te zamen met onze lieve broeder & zuster Gildemeester. Zij zouden al lang reeds een middag bij ons
gegeten hebben met al de kinderen. Dit had nu plaats met zulk een rust, met zulk eene eenvoudigheid dat het grote vreugde gaf, en wij mogten bedenken hoe groot de zegeningen Gods waren. Ik voelde mij met hun geheel huishouden zeer vereenigd. De liefde der kinderen onder elkanderen is eene grote gave.
Gerrit
Gerrit is weder t'huis. Ik kan weinig tot zijn hart komen. Die kleine aanmatigingen over alles kan ik niet goed dragen en dan knor ik 't geen geheel verkeerd is. Met zijne Mama is hij echter nog al zeer vertrouwlijk en toont zelfs veel liefde. Alleen om haar zou het hem leed doen, zoo het niet goed met hem afliep. Hij wil een man van genie worden anders kan hem niets scheelen. Naar de natuur is hij Karel von Hohenstausen maar ons oog zij op God.
Thijs West [Westendorp]
Thijs is weder terug. Mijn hart trok zeer toen ik hem zag. Heere bevestig gij het mij om op geen menschen te zien en niet in hunnen strijd te komen, maar U te zoeken. Heere wees gij genadig. Wees in deze 14/d nu ik meer alleen sta, mijne kracht. Wees ook met de Van der Houven op hunnen zwaren togt na Gelderland. Heere maak alles tot waarheid in mijn binnenste.
Do 6 July West. bij ons.
Westendorp kwam 's avonds bij ons. Wij spraken genoeglijk over de jongens en hunne reis. Zonderling dat hij Marzials niet eens gezien heeft. Hij was lief gestemd. In zijn hart kan hij eigentlijk nooit regt reedensch worden.
V. 7 July. N S
Ik zat dezer dagen 's ogtends aan een stuk voor de N S bepaaldelijk dat over de prediking doch kon er niet mede klaar komen. Ik had slechts een begin.
Niep. [Van der Niepoort] & Kr [Kruseman] over Gerrit.
Niepoort en Kruseman waren nog bij ons 's middags ook om afscheid v Gerrit te nemen. Zonderling
is dat kind. Menschelijker wijze zoo God niet helpt diep ongelukkig want hij is reeds door alles heen. Zoo deze reize hem niet eene verandering geeft weet hij niet wat hij worden moet. Hij gevoelt zijn gebrek aan assiduiteit. Ondertusschen zegt hij dat als hij geen man van genie wordt hij diep ongelukkig is. Dan wilde hij maar op zee. Hij heeft geen denkbeeld meer om Dominé te worden. Echter zegt hij alles kan nog veranderen. Neem ik eens de Bijbel aan zegt hij, dan neem ik hem geheel aan, want die laffe Neologie geeft niets. Maar te geloven dat ik uitverkoren ben zegt hij, en een ander niet, dat is mij onmooglijk. 'S avonds had ik een zwaren strijd over hem. Ook d C [da Costa] hoewel hem hartlijk lief hebbende, moet bekennen dat hij hem wat heeft willen leeren, maar dat het ook weder mislukt is. Hij kan niemand boven zich houden op den duur daar hij wezentlijk het oordeel & inzicht van een man heeft. Hij voelt dit nu en dan en wil onder een gebod staan. De liefde tot zijn Mama is een allerliefste trek die zich bij hem begint te ontwikkelen. Hij zeide deze week dat niets hem meer smarten zou dan iets te doen dat haar ongelukkig zoude maken.
Z. 8 July
Barbe, de reedensche rigting.
Veel voorbereidingen tot de reis. Portefeuilles benodigdheden &C gekocht. Gerrit was onder dat alles nog al zeer wel. 'S midd was Barbe bij ons met wie ik boodschappen deed. Bijzonder welkom was dat verjaarsgeschenk bij zijne Vrouw geweest. Het leven in hem bevalt & treft mij niet de school. Wanneer daarvan iets doorbreekt gevoel ik het zoo als van avond toen hij zeide dat wanneer wij de zonden niet voelden wij ongerust moesten zijn. Er is wel wat waars aan en toch niet Bijbelsch.
Zo. 9 July.
'S ochtends veel geschreven voor de reis v Gerrit aan Marzials, Bähler &C. Die laatste is nog daar
zoo als mij bleek uit een brief die ik ontving. Hij leeft nu daar in een logement. De preek v Luther die ik de mijne voorlas, over het zalig worden door een vreemde verdienste trof mij.
Pr Jamieson.
Toen met Car [Caroline] naar Jamieson. Het was minder frappant zoo over de voortreflijkheid der Eng. Kerk, toen Wij zijn de besnijdenis en met dit alles het was toch niet liefelijk geklank der waarheid waarna ik zoo verlang. Ziet geheel onverwacht vond ik daar d C. [da Costa]. Dat gaf gelegenheid tot uitstorting in een briefje dat hij mij zond en nu kon ik hoe dan ook regt openhartig melden hoe ik met de Reedensche vrienden sta, hen als broeders liefhebbende, maar dat het daarin tusschen beide desniettemin is of er misschien zonder hunne bewustheid, een angel ligt.
Ev K Z f 297. Koenen. & Lisman Hofstede de Groot.
Dit wierd mij zeer levendig bij het lezen in de Ev K Z f 297 [Mar]
DC [Da Costa] zond mij brieven v Koenen. Lisman wil hier een tak der Soc. Ev. oprigten. Smissaert heeft nog maar geen lust om Domine te zijn. Wat positie voor de ouders! Opmerkelijk is de brief van Hofstede de Groot die aan Koenen de broeder hand biedt doch op eene zonderlinge wijze als aan lieden die befangen Joodsch &C denken. Ik voelde daarbij geen schok, eerst de rots dan de broeder hand. Die de waarheid lief heeft, moet altijd hard schijnen. In de Arch. las ik wegens de Alg. Verg. te Geneve. Hun medegevoel voor de Hollanders was mij treffend.
Bewaring aan ons huis.
'S avonds had er nog bijna een groot ongeluk plaats gehad. De jongens wilden de wekker verzetten, trokken aan de grote klok en die valt om. Het was een ontzettend geweld, doch gelukkig niemand was bezeerd. De Heere redt gedurig, maar wij zien zoo weinig. Gerrit was gek deze avond, doch had echter iets goedigs.
Maandag 10 July Vertrek der beide Gerritten.
Om half Vier waren wij op. Riekje was opgebleven om te roepen. Alles was zeer in orde en Gerrit nam hartelijk afscheid van zijn Mama. Wij haalden West [Westendorp] en Gerrit af. Het was een schone ogtend. De zaak was aandoenlijk. Ik was ondertusschen minder dan ik gedacht had bewogen. Alles ging zeer snel. Gerrit was in een oogenblik in den wagen.
Toer des middags. Lange ogtend.
Nu moesten de andere ook eens verrast worden, en dit bestond in een rid naar Zeeburg en Frankendaal dat hen goed beviel & ook voor Car [Caroline] aangenaam was. De ogtend van Vijf uur af was zoo lang geweest om te werken. Ik had het stuk voor de S met nog een & ander afgemaakt. Het beviel mij goed, doch verhitte wel wat.
Antw v d C [da Costa] Sy Hulk [[Sally Hulk]. By Sames [Betsy Sames]. Thelwall (Zie br da Dosta)
Te huis komende vond ik een paket van d C hij had de zaak regt goed opgenomen. De brief die hij zendt is belangrijk.
Ook vinde ik nog in de bijgevoegde brieven een & ander dat mij treft. Een brief v Sally Hulk die op het punt is Engeland te verlaten. Zij is regt ingenomen met hare bestemming. By Sames schr zeer hartelijk en voelt regt veel overeenstemming des harten met d C & zijn Vrouw. Thelwall schr. als Secretaris van de Trinitarian Bible Society belangrijk onder andere over de opening voor het Euangelie dat zich in Portugal vertoont en over het voornemen om al daar een nieuwe vertaling van den Bijbel te verspreiden die van Almeida die in de 18e eeuw in Amsterdam uitkwam, tot grondslag nemende.
Dingsd 11 July.
Sollic. v Dordrecht. Van Eyck, Schenk Goudswd [Goudswaard].
Veel ondervinding bij die zaak van het Agentschap v Dordrecht, waarop een gedeelte onzer geemployeerden regt meent te hebben. Men meent dat wij F v Wageningen toch zeker het gehele Agentschap niet geven zullen. 'S ocht. had ik V Eyck die zeide dat ik door
deze benoeming hem gelukkig zoude maken. Toen kwam Schenk. Als men deze hoort zoude men denken dat hij indedaad al zeer ongelukkig bij de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] diende. Het meest verwonderde mij te hooren dat Gouds [Goudswaard] er ook een worp na deed. Dit hinderde mij. Ik sprak er lang met Goud over. Deze dacht zoo meer rust, meer gelegenheid tot opvoeding zijner kinderen &C te vinden. De mensch is uit nature ondankbaar. Dat Gouds in zijn werk nu een verhindering in de werkzaamheden voor het eeuwige leven vond, hinderde mij. Wat slaan wij toch altijd de versenen tegen de prikkels. Uiterlijk was bij G alles beschaafdheid en overgegevenheid. Dieper ligt wat bij ons allen ligt. Ik zou denkelijk wel het zelfde doen als hij, en toch in een ander bevalt het ons niet. V Eyck vertrekt nu na Gelderland.
Aank Vr de Bruin
Vr de Bruin was aan het bureau. Ik heb haar lief en toch het is mij eerst altoos een pil om door te bijten. Veel vertelde zij over de zielsaandoening van de Bruin ter harent. Ik vond mij terstond goed met haar!
Aank Spies
Daar was Spies ook gekomen. Zoo iets geheel anders. Treffend hoe hij Vrouw de Bruin daar aan het Bureau ontmoeten moest.
Aank Becker
Daar kwam ook nog Becker met een recommandatie v Dirckinck [Dirkinck] die in die tijd een kind ook zijn vrouw verloor en nu op het punt van hertrouwen was. Wat gaat alles in een punt des tijds.
Bezoek Spies
'S midd. was Spies bij mij. Treffend hoe God in al de zijne werkt, en hen tot ontdekking bragt. Hij was bij eene oude kennis gelogeerd had met zijn Christendom niet voor den dag durven komen, en beredeneerde dit nu op allerlei wijze, hoe hij toch niet anders had kunnen doen, terwijl zijn geweten het hem anders zeide.
Vr de Bruin 's av bij ons
Daar was Vr de Bruin al weder en toen ik eens door den schrik door was, hoorde ik haar den geheelen avond spreken, niet zonder vermoeienis der zenuwen, maar het was mij toch goed. Er komt dan zulk eene reelliteit in de omgang met God als men deze menschen hoort spreken. Er is wel hier en daar wat, daar men zich niet mede vereenigen kan, waar het ik vooruit komt, maar gelukkig als men dat kan laten leggen en de kleine die in Christus geloven niet ergert. Er is bij die Vrouw eene diepe menschenkennis. Men leert er altijd van en is er beschaamd over. Er is eene frischeid die ik bv bij Kaatje Sjonket niet vinde. Men deelt zoo in alle hare zorgen en uitkomst. De behandeling van de zielen is zoo liefderijk & uitlokkend. Zij komt tot de erkentenis van geheel zonde te zijn doch op eene zoo geheel anderen weg als Kohlbrugge. Vele zijn gedurig hare beproevingen. Nu komt zij hier met hare dochter die waarschijnlijk de Cataract heeft en geopereerd zal moeten worden. Deze dient bij Mev Schümann. Zij bleef met hare dochter bij ons een boterham eeten, 't geen onze Riekje geloof ik tot ergernis was. Dat is maar waar, wij doen geen daad des geloofs, al is die nog zoo onogenschijnlijk of wij stuiten en ergeren en de wereld ergert ons. Nu het was mij goed met haar, doch er is toch ook weder rust nodig.
Verhalen over de Scheiding
Ik vergat nog mijn gesprek een dag vroeger met Kamerling over de Scheiding. Kam die Goedhartige turfdrager is overgegaan, om dat hij het onder een oefening van Couprie goed gehad had, maar men heeft hem aangenomen zonder belijdenis des Geloofs te vragen. Obbes moet voor een groot gezelschap gezegd hebben dat da Costa ook de regte man niet was daar hij de grooten de waarheid niet durfde zeggen. Obbes zou zeggen het aan de hand te kunnen voelen, of iemand vroom is.
Woensd 12 Jy D Becker dineert bij ons.
Dezen dag had ik een aangenaam onderhoud met Dr Becker die een opregt man schijnt te zijn. Twee dingen bevielen mij zeer in hem, ten eersten dat hij zoo veel moeite gedaan heeft om Hollandsch te leeren; voorts dat hij zoo veel liefhebberij voor boeken heeft.
Wij spraken ook veel over Denemarken. In de [onl] Danemarc moet ook nog al opwekking zijn. Grundvig heeft zeer de gevoelens van een high church man, ziet op het levende Woord in de Kerk, en is zeer tegen alle Bijbel & Tract Gen &C.
'S avonds Maria Huyssen bij ons met de fam Delius. De vrouw is eene regt lieve Christen die ik in het vorige jaar te Cleve gezien had. De Man was zeer in de zaken verdiept. De tijding van een Zoon van hen te Barmen bij Dr Wetzler, die ziek geworden was ontrustte hen zeer vooral de moeder. Ik had deze dagen door het zien van die menschen al mijne vroegere Deensche betrekkingen, mijne reis &C geheel voor oogen. Ik was vermoeid opgestaan, de gesprekken en wandeling met Becker deden mij goed.
D. 13 July Huisselijke toestand. Eerste tijding v Gerrit (uit Antw). Ochtend in de Nederlanden.
Het plan van N S bij mij te houden, mislukt. Ik ben met alles bij meer dan in lang geschiedde, en dit geeft wel eens wat apathie. In het godsdienstige een stil gevoel. Het spreken van Vr Br [de Bruin] was mij toch goed. Bruin schijnt krachtige ondervindingen en worstelingen te hebben, doch ik weet het niet het is mij altijd nog zoo hoog in zijn hart. Ik kan niet met hem als tot een eenvoudige spreken. Opmerkelijk is de gulheid waarmede zich Vr de Br tegen Mensert over de oogen harer dochter uitliet, en de hartelijke wijze waarop deze haar behandelde.
Heden was een lang beloofde Ezelpartij voor de Kinderen in de Nederlanden. Ik ging
ook derwaarts, maar de Zon hinderde mij nog al. Eene grote Vreugde was ons de ontvang van de eerste brief van onze Gerrit uit Antw. De Heere heeft hem geholpen tot nutoe ofschoon hij hem niet zoekt. Het schijnt dat de reis met Marz. [Marzials] spoediger beginnen zal. De Heere doe het alles tot zijn tijdelijk en eeuwig heil strekken. Wij verlangen al weder nadere tijding te vernemen. Met Gerrit en met Daan ben ik wel bezig, nu zij niet in ons midden zijn. Wat een gevoel. Reeds twee kinderen op reis. De Heere vereenige onze harten in Hem. Met mijne Vrouw is het mij gezegend. De Heere heeft in den laatste tijd veel liefde gegegeven, en mijn gemoed ook stil gemaakt, zoo dat ik niet op kleinigheden val, hetgeen een grote zegen is. In de Nederlanden liep alles zeer goed af, alleen wierd de Vreugd gestoord door een schreeuwbui van Matthijs, waarvan men de oorzaak niet kon bevroeden, en die wel een uur duurde.
Avond Instituut ov het Toneel.
'S avonds nog al belangrijk in het Instituut. Er waren maar weinig leden, maar de Vries proponeerde om zich aan het Gouv te wenden ten einde het schandelijke der tegenwoordige toneelstukken te doen opmerken. De lezing van de Chambre Ardente deze dagen te Haarlem vertoond, had hem daartoe aanleiding gegeven. De zaak is goed, hoewel de Vries de diepte van de geest des tijds niet inziet. V Lennep de zoon, deed nog al eens een uitval. D Juan de Maraña, de Vampyr en vele uitbroeisels, van den geest des tijds wierden bij deze gelegenheid behandeld. Er wierd nog al met vrijheid gesproken.
Vrijdag 14 July V d H [Van der Houven]
Ook weder een belangrijke dag. Hartelijk schrijven van den Heer V d H. De kloppingen bij Doortje
gaan nog voort. Ik vond een zachte stemming in den brief.
Mev de Witt
Mev. de Witt deed ons een bezoek, en sprak met mij over de tulle fabriek, 't geen ik met belangstelling hoorde.
d C [da Costa] & Spies eeten bij mij.
'S midd hadden wij D C & Spies bij ons. Het was mij regt genoeglijjk onzen geliefde Vriend eens bij ons te zien. Ik vond hem nog al levendig, vooral aan tafel toen er veel over de persoon van den Heere gesproken werd, over Irving en over de waarheid die er toch in zijn gevoelen ligt, dat Christus wel een twede Adam als Verbondshoofd geworden is, doch daarin toch ons vleesch en bloed zoo geheel heeft aangenomen en daarom in alles verzocht geweest zijnde, dengene die verzocht zijn tot redding kan wezen. Hoe nader de menschelijke natuur van Christus aan de onze verwant; hoe meer troost en kracht. Ik had het er regt goed bij & caught a glimpse hoe alles door de Heer verworven was, alles uit zijne hand.
Voor den eeten waren de boekjes van Groen [Groen van Prinsterer] gekomen 't geen ons ook nog al zeer trof. God heeft hem bijzonder het pand vertrouwt om met kracht en toch met zachtheid te kunnen spreken. Ik verlang het te lezen. DC vond het ook een regt gewigtige zaak.
Komst Vr de Bruin
'S av. kwam Vr de Bruin en Becker. De eerste sprak weder zeer veel, maar het was toch regt goed. God heeft aan die vrouw eene diepe menschenkennis gegeven. Haar verhaal wegens hare ontmoeting met Van Oordt aan de Schie was treffend. Meer en meer brengt God haar ook tot de overtuiging dat zij geheel Zonde is, en toch er is een balsem, eene teerheid des harten die zoo geheel tegen dat ruwe van het antinomiaansche strijd.
Die erkenning dat wij uit de dood niet anders dan doode werken kunnen voortbrengen, ja hoe wij tot alle gruwelen bekwaam zijn en dan toch de dankbare erkenning dat God uiterlijk bewaard heeft, is iets liefelijks. Dat verhaal van haar schoonzoon hoe die bekeerd wierd, door het gebeurde aan zijne dieren, van dat Neefje die van een geweldig tegenstander nu zoo ijverig was geworden voor de waarheid, die opmerkingen over den vrij hevigen strijd van onze Bruin [de Bruin] dit alles was waarlijk geest en leven! Marietje was weg. Het eene oog was verloren ten zij het dan naderhand geopereerd wierd. Het andere zocht hij nog afte leiden. Dit kwam dan gedurig op de text die haar in schoot bij het begin dezer ziekte, Het is beter een oog te verliezen, dan met de twee oogen in de helle te gaan. Over het onderscheid tusschen geheiligde kennis en waarachtige ondervinding, sprak zij ook nog zeer goed.
Bezoek Becker
Onze Becker zat ook braaf te luisteren, en kon er op het laatst dan toch wat van rooyen. Hij beloofde berichten over Denemarken & Zweden zeide dat de Letterkunde van dat laatste land zeer origineel was. Hij had toch ook regt gevoel wat God aan die eenvoudige menschen leeren kan. Ik vinde veel bonhomie in hem, en verheug mij ons zeer dat hij ons heeft opgezocht.
Stev[ Steven] & Gideon
Het geen mij heden bijzonder trof waren de antwoorden die Steven & Gideon bij hunne schijnbare onverschilligheid heden over het eerste Kapittel van de eersten brief aan de Corinthen gaven. Zij gingen waarlijk mijne verwachting te boven. Toen ik vroeg wat of ergeren was, zeide Steven met veel eigenaardigheid, dat het was iets niet te kunnen veêlen.
Zat. July 15
Gisteren regte eenheid des harten; heden van vele kant tegenwerking.
Br W v Hogendorp
Een zonderlinge brief van W. Hogendorp in grote drift geschreven over de zaak van d C [da Costa]. Wat hem eigentlijk zoo vertoornt weet ik niet. Ik schreef terstond terug, ik voelde behoefte dat deze zaak uit de werld kwam.
Zaken van de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Dat schrijven in de Arnh Courant waarbij ambtenaars der H Mij van kwade trouw in het delen in den windhandel verdacht worden, hinderde mij zeer. Daarbij weder een bedroevend verhaal der ontmoeting van Ainsw [Ainsworth] te Deventer, daarbij de zonderlinge visite v Prev [Prévinaire] en v Jac [Jacobson], alles werkte mede (Zie Conf aant. 1837) om nog al een schaduwzijde te vertonen. Ik schreef aan V d H [Van der Houven] openhartig over dit alles.
Br d C.
Verkwikkend was daarentegen een briefje van d C wien het hier gisteren goed geweest was. Wonderlijk zijn de wegen Gods! Hij schreef regt hartelijk.
Boekje v Groen [Groen van Prinsterer]
Allertreffendst was hem het boekje van Groen geweest & dit was het nu mij ook. Welk eene helderheid welk eene kracht om met eenen zachten vorm de sterkste dingen te zeggen. Ik las het met diepe aandoening en moet bekennen dat door de hardheid en eigengeregtigheid der Gescheidenen ik dikwijls niet met hen deze meewarigheid gehad heb, die toch pligt was. Ik vertrouw dat het boek indruk zal maken, doch men zal het zelve aan Groen niet vergeven. Die vrijmoedigheid is Gods gave.
Afsch Becker.
'S avonds nam Becker afscheid. Ik gevoelde mij toch hartelijk aan mij verbonden.
2e Br Gerrit
Heden de 2e brief v Gerrit met goede tijding uit Brussel. Hij heeft Bähler met veel genoegen in Antw gezien.
Zondag 17 July. Tijd V d H [Van der Houven]
'S ocht. te laat opgestaan. Een brief v V d H. Doortje blijft allerzwakst. Zij kan bijna niets meer gebruiken.
Preek Ball
Niet zonder zegen aan de mijnen de preek van Ball over de Schat in den Akker en de parel voorgelezen. Echter, hij durft de zaak nog niet overgeven aan den Heere. Het woord blijdschap dat ik in den text vond, doet veel af.
gehoord Jamieson
Gehoord Jamieson over Judas. Deze beviel mij nu veel minder dan de beide vorige keeren. Ik had er weinig indruk van. Het deed mij goed bij mijn vertrek Olden weder te zien, den chief printer van Wilson. Voor weinig weken moet hij zeer sterk over den Sabbath gepredikt hebben, ten gevolge waarvan drie leden zijner Gemeente hunne plaatsen in die Kerk opgezegd hebben.
Verdere dag, huisl. zegen
Te huis door warmte &C wat ongadelijk. Ik kon weinig lezen, kwam aan de Annot van 1818, doch had het daarbij goed zag de weldadige hand Gods, en voelde mij zeer vereenigd met mijne lieve Vrouw. Ja God zij er voor verheerlijkt dat wij in geen Jaren die eenheid die lieflijkheid ook in de kleine dingen hadden als in dezen tijd.
Zendelings zusters
'S midd. bij Mimi waar de twee zendelings zusters waren eene Caroline de andere Sophie; een bruid v Barnstein, de andere van Bergen; de eerste op Borneo, de twede op Java. Beiden kende ik hier. Die Vriendin v Bergen kende Bausum [Van Bausum] zeer goed; de andere was lang bij Binterum geweest, logeert bij Müller. Wij spraken genoeglijk, zeer diep ging het niet.
Uitlegging bij d C [da Costa]. Ps 34.
Ik kwam met hen bij D C, daar was Vr de Bruin en Jufv v d Heyden, en Neviant. Mijn hart ging open. DC was zeer getroffen geweest over het boek v Groen [Groen van Prinsterer]. Hij had het goed gehad met Vrouw de Bruin. Die had 's ochtends krachtig
aan Smissaert & Dom Schuylenburg hare Scheiding medegedeeld. 'S ochtends waren er 28 bij Höveker bij een.
De Gesch. gestoord
Daar kwam nu de Policie en dreef hen uit elkander. Men had tegenstand van Vr de Bruin verwacht, doch die gaf het eerst Signaal om op te trekken.
Verdere loop bij d C [da Costa]. Gebed.
Ik schrikte bij d C tegen de warmte. Men gaf mij een stoel in de agter kamer. Ik was eerst zeer opgetogen en wilde bidden. Naderhand wierd ik flaauwer, hoewel ik geen denkbeeld van slaap had. D C was regt gemoedelijk. Hier en daar een Coup de patte tegen het oude Reedensche, doch er was veel heerlijks over Ps. 34 in, onder andere wat het is den Heere te loven, namentlijk hem te kennen en over den text dat er geen been gebroken zal worden. Het was er vol, maar waarlijk de Reedensche Vrienden hadden dit zoo gerust kunnen hooren. Toen het uit was vroeg DC mij om te bidden, en ik deed het gaarne. Er kwam eerst eenige Confusie, om dat de oude Mevr da Costa schrikte toen zij een andere stem hoorde en het rolde nu over zoo alles heen. Ik had een gevoel, dat er zoo geen menschen meer tusschen kwamen.
Vr de Bruin
Ik rolde nu met Mimi na huis & Vrouw de Bruin, die het goed gehad had. Door de goedertierenheid Gods ben ik nu toch famillaar met haar, ten minste vrij wat meer dan verleden Jaar.
Vis D Schuilenburg
Mijne lieve Vrouw had een regt ernstige brief aan Margo op haar Verjaardag geschreven. Zij had in dien tusschen tijd Smissaert & Ds Schuylenburg bij haar gehad. Deze had er nog al na gekeken dat de kinderen met centen als jetons op het Vaderlandsch loterijtje speelden. Hoe zal men met hen op dien dag handelen. Ik heb er geen inzigt in.
Maandag July 17.
Vroeg op. begonnen aan de Besch d tijden. Het duurde lang eer de pen vlot was.
Br V d H [Van der Houven] Br Campb [Campbell]
Br van V d H die door mijne beide tijdingen zeer getroffen was, en wien het leed was dat de rust zoo werd gestoord.
Br Campb [Campbell]
Campbell's brief was mij regt aangenaam, wat de opheldering van het misverstand bevatte! De toestand van zijne Vrouw blijft nog drukkend.
Bureau
Aan het bureau vloden de uuren om, hoe weet ik niet. Met Goudsw. [Goudswaard] was ik over de zaak v Dordrecht te openhartig. De Heere beware de uitgang mijner lippen.
Vis Van Someren
Van Someren kwam deftig met zijn vers De Vader kwam! Het is mij wat gezwollen en hard. Een spotter heeft in de Haarl Ct doen stellen dat hij Z M in verzen aangesproken had.
Ziekte Bruin [de Bruin]
Bruin is erg ziek, er schijnt toch wel geestelijke woeling bij te zijn. Maar het is een zonderling mensch, die bij de buralisten het zeer verbruid heeft.
Vis. D Molenaar
Bij mijne Vrouw was de Hr & Mev Molenaar geweest. Hij sprak zeer streng tegen de Gescheidenen zoude de door hunne leeraars gedoopten met moeite als zoodanig erkennen. Of de Leeraars zijn wettig aangesteld, en dan zijn ze ook wettig afgezet of zij zijn onwettig; van daar hun regt als leeraars. Ik heb deze zaak nog nooit regt onderzocht. Ik zie geen solutie als in dat hetwelk het denkbeeld van uiterlijke Kerk bijna geheel omverwerpt.
Br v Merle [Merle d'Aubigné] ov. Marzials
Zonderling was weder die brief v Merle, die aanmerkingen vooral wegens Marzials, dat hij het Arminianisme zoude invoeren. Neen bij hem moge het Systema zijn, maar in de Practijk is hij niet Wesleyaansch! Het Irvingianisme schijnt uittesterven in Geneve; ondertusschen geloof ik toch maar met D C [Da Costa] dat er heerlijke denkbeelden, die tevens regt waar zijn, in Irving gevonden worden.
Vis Rijder
Deze jonge schilder kwam afscheid nemen. Ik vond hem veel ontwikkeld. Hij was nu in huis bij die Jufv met wie hij godsdienstig gesproken had. Men las den Bijbel & sprak er over. Hij had er ontmoet die voortsukkelden, maar was het met die niet eens. Hij wilde er gaarne de zuivering van het hart bij hebben. Wonderlijk tussch. Nomisterij] en Antinomisteri slingert alles.
Dingsd July 18 Drukte Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] Fam. dag bij S d C [Steven de Clercq]
Een dag geheel Mij. reeds van 's ochtends af toen de komst van den de Ruiter mij geheel onverwacht was. De brieven waren gewigtig bragten mij in een zee van berekeningen wegens de fabrikaten, den oogst v 1836 &C. Ik wierd er eigentlijk zenuw achtig door en had een moeilijke dag. 'S avonds waren wij nog op de familledag. Ik las eerst nog al wat voor, ook uit het boekje van Groen, 'tgeen eerst op Gied een onaangenaamen indruk scheen te maken. Wij kwamen toen in de Anecdotes; ik had geen kracht om het tot iets anders te brengen, en liet mij eigentlijk mede gaan.
Woensd July 19 Hogend [Van Hogendorp] Br Gerrit uit Namen, Jufv V d H [Van der Heyden]. Barbe &C.
Toen wegens de N S aan het werk. Een brief v Hogendorp beschaamde mij eigentlijk. Het was grote gevoeligheid dat ik zoo antwoordde. Een brief v Gerrit uit Namen. Hij is geen halve dag als ik wel begrijp in Rijssel geweest. Waar wij iets van verwachtten, daarvan komt nu niets. Het gehele verblijf bij Marzials schijnt nu weg te vallen. Wij moeten de zaak overgeven. Ondertusschen is er begeerte naar onze brieven bij hem, en Caroline schreef hem een regt moederlijke brief. 'S midd. Juf Van der Heyden. De band die uit God is bestaat, maar er is toch veel vleesch dat voor geest wordt gerekend. Ik wandelde naderhand met Barbe den dijk nog om. Hij was in het spreken zeer levendig. Ik kreeg nog al menig schok, en vele afgoodjes die ik in de laatste dagen had gekoesterd, moest ik weder overgeven. Met dat al de losheid van Barbe krijg ik nooit. Elk heeft zijne leiding.
Donderdag 20 July Bijeenk. Boissev. [Boissevain]
Deze dag was de famille Boissevain (wat de Heeren betrof) op Gideon na, bij ons vereenigd. Het was mij een zegen hen zoo te kunnen zien. Geestelijks wierd er niet veel gesproken.
Vrijdag 21 July. Daan. Vr de Br [de Bruin]
West. [Westendorp] kwam bij ons. Onze Daan heeft wat heimwee, dit was ons niet onaangenaam. Van Vrouw de Bruin namen wij hartelijk afscheid. Zij heeft haar oude mensch gelijk wij allen, en toch het is een innige gelovige. Met Henry had zij het dan allerbijzonderst goed gehad.
Zat. 22 July Overdenking
Het is thans avond. Heden was V d H [Van der Houven] weder in de vergadering. Het liep al bijzonder goed zonder eenige stuiting. Naderhand wilde ik de kinderen genoegen doen & wandelde met hen na de plantagie, doch het was zeer warm geworden en ik gevoelde mij afgemat. En toch, de Heere zorgt. Ik zit nu weder en ben niet bijzonder opgewekt. Mijn ligchaam is nog gedrukt. Tegen morgen gevoel ik dat er behoefte aan de Kerk is & zie geen gelegenheid. De zaak der Gescheidene stond mij met Vrouw de Bruin minder tegen, doch nu is juist Van Hall hier in de stad gekomen, en ik gevoel dat zijne strakheid mij hindert, en ik er niet tegen aan kan. Van den anderen kant gevoel ik dat ik niet kan nalaten eens na Gelderland te gaan, en uit een paar woorden van V d H & eenige gezegden van Barbe over Kohlb. [Kohlbrugge] bleek mij dat het toch eene Coterie is of liever dat er twee Coteries zijn. Wij bruischen tegen alles op. De reis na Schiedam voor het schip Eendragt maakt magt, de reis na Gelderland liggen mij als lood op het hart, en ondertusschen zij zijn in Gods weg. Terwijl ik dit schrijf wordt mij alles reeds lugtiger om het hart. Mogt ik alle mijne bezwaren maar voor den Heere neder leggen. Uit hem en tot hem zijn alle dingen. Zijne genade is ons genoeg. Heere, trekt gij, wij zullen nalopen. Zoo wij geloofden dat gij met ons waart, zoude alles goed zijn.
Zondag Jy 23. Preek Jamieson Bezoek v dezen
Een niet ongezegende dag. Wij lazen een preek v Roffhack over Jezus bij de Put te Sichar. Het geen er mij in beviel was de voorstelling van de wijze waarop de Heer alles geeft, ook het levende water; de wijze waarop de Heere de zielen behandelt. Bij Jamieson was het dit maal voor mijn hart minder treffend, hoewel de preek de verdediging van de Godheid des Heeren regt levendig was. Hij sprak mij echter te rad, ik miste veel. Naderhand kwam Henry, die Zaturdag avond door een invallende mist nog al in gevaar op het IJ was. Henry is toch eenvoudig ik ben er altijd beschaamd over. 'S middags kwam Barbe die mij wat veel gentleman like was. Het is een zonderlinge pretensie om alleen uit zijn bijbelvertaling te willen gesticht worden. Ziet daar stond op eens Jamieson voor mij. De man beviel mij uitmuntend, beter nog dan zijne preken. Ik vond hem regt hartelijk over de zaak van Christus. Ik hoop hem meer te zien. Een preek van Banning, Wir sind vollkommen in Christo deed mij regt goed. Wij waren zoo geheel vertrouwd met elkander, Lina [Caroline] & ik het was een gezegende kalmte des harten.
Maandag Jy 24 Avond bij Gild. [Henry Gildemeester] met V Hall.
V d H [Van der Houven] weder in de Verg. Ik had geen geloof voor de 370/m balen. Het wierd nog uitgesteld. Het ontbreken der tijding v Gerrit en het wegblijven v Daan deed ons geen genoegen. Hy zag Van Hall 's avonds en had ons ook genodigd. Ik zag er zwaar tegen op, doch wierd geheel beschaamd. V Hall was regt lief, zeer tegen de wettische rigting gekeerd. Het is het zelfde gevoel dat in Kohlb. [Kohlbrugge] is & in Laats [Laatsman] het gevoel der nieuwe opwekking doch weder in andere eigenaardigheden uitgewerkt.
Ook in de Scheiding tonen zich al de nuances van het hoogste wettische tot het geheel antinominiaansche. Te Rotterd een ouderling afgezet die de menschen gezegd had zij mogten zoo lang de wet niet dood ware niet begeeren na Christus. Hoogte der Scheidenden overal. Moeilijkheden van Van Hall door velen beschouwd als geheel zonder genade te zijn. Lange brief v Golverdingen om hem te bewijzen dat alles wat bij hem is weg moet. Scholte preekt krachtig tegen het maken van een voorbereidend werk. Boosheid van sommigen dat de Bijbel in de vereenigingen gelezen wordt. Vereenigingen van meer als twintig mits niet tot de gescheidene behorende, vrijgelaten. En nu onze band is uit de Heere. Hij zal bewaren eeuwiglijk!
Dingsdag Jy 25.
Deze dag was kalm. Na het ligchaam is er steeds meer of min strijd bij mij, doch de Heere zorgt. Na de uitkomst van de vorigen dag was er nu weder gedruktheid. Als die wettischen eens gelijk hadden! Doch ik kan niet anders als de Heere mij leidt. Hij heeft mijne Ziel aangeraakt, hij zal mij niet verlaten in eeuwigheid. Heere vermeerder ons het geloove. Dat Daan niet gekomen was, dat wij niets van Gerrit wisten maakte ons wat uneasy.
Zeem hoop
Ik was nog op de Zeemans hoop om van Jufv Caroline Schouten[?]en Sophie Kugler[?] die na O I als Zendeling zusters vertrekken, afscheid te nemen, doch vond beide niet.
Groen [Groen van Prinsterer] voor. 4e deel
'S avonds las ik met de grootste instemming en bijzonder genoegen de voorrede van het 4e deel van Groen. Waarlijk het is vol van wijsheid en bezadigdheid geschreven. Een treffend man. Dikwijls acht ik hem veel te weinig. Belangrijk is het geen d C [da Costa] meldt dat de Koning het Manuscript van Groens werkje over de Gesch zoude gehad
hebben en dat Donker Curtius er over zoude gerapporteerd hebben (zie br d C [da Costa]). Thijs kwam 's avonds en was lief gestemd. Het uiterlijke verscheelt veel met V Hall. En toch, het is een grond!
Tijd. van Bähler
Daar kwam nog tijding v Bähler. Hij is op hollandschen grond. Spoedig wordt hij hier verwacht. Ik zie hem wel met genoegen te gemoet, doch vinde dat hij nog al hoog staat. Gevaarlijk is de positie waar hij zich in bevindt. Alles schijnt geestelijk, en toch hoe veel wereld is er nog on the bottom. Alles ontwikkelt zich en elk komt meer & meer op de plaats hem door God aangewezen.
Alg. Consideratien
V. Hall, Bähler, Groen [Groen van Prinsterer]. Bij sommigen schijnt iets stationnairs plaats te hebben, zoo als bij d C waar alles nog woeling & schijnbaar agteruitzetten is.
Ik noteer maar enkele zaken die mij treffen. Men zoude met meer uitgebreidheid over zich zelve en andere kunnen spreken, doch de volgende dag toont reeds dikwijls de ijdelheid van de oordeelvellingen van den vorigen. Voor mij kan ook dit jaar nog gewigtig zijn, mogt echter maar het zwaarste alleen zwaar wegen en ik uitluitend op den Heere zien. Hij zal alles wel maken. Hij heeft tot nu toe bewaard. In het geestelijke is er innerlijk verlangen na meer overgave, uiterlijk na meer aaneensluiting met anderen. En toch, God geeft ieder dag alles wat nodig is, ook tot verkwikking, ook tot opbeuring. Het is ons zonderling onze twee oudsten te missen. Ik verlang wel na hen. Met mijne goede vrouw is het kalm, wij hebben genoeglijke avonden. En nu ons oog zij op de Heere. Hij zal ons leiden door zijn Raad.
Woensd Jy 26 Daan & Gerrit
Onze Daan terug. Goede tijding v Gerrit. Hij was te Chaufontaine. De Gouverneur viel hem hard. Zij reisden regt economisch. Ik vind het opmerkelijk dat hij nu juist onder discipline kwam.
Diner d C [da Costa]
Bij d C 's middags gegeten, ons hart uitgestort over vele punten. Hij is toch regt lief & broederlijk gestemd. Ik had het best met hem!
V Hall
V Hall was bij hem geweest, doch had hem als het ware gedwongen tot disputeeren. De eenheid van Maandag avond berouwde hem. Nu was het weder ik ben niet getrouw geweest. Nu zeide hij dat onze eenheid met hem in de Stemmen gesimuleerd was; dat wij tegen hem moesten strijden &C. Hoe ongelukkig is die leiding bij V Hall. En toch men kan het duidelijk begrijpen.
Kaatje Sjonket
'S avonds met Kaatje Sjonket nog al vertrouwelijk en hartelijk over vele punten. Zij sprak, en draafde niet zoo door!
Thijs
Thijs was aan de beurs regt hartelijk, doch viel weder zoo met zware artillerie op het lijf. Ik was ontzettend warm, geechauffeerd &C doch de Heere bewaarde!
Bähler & de Pr v Or
Bähler vonden wij alle wat hoog. DC had een briefje van hem dat hij den Prins v Oranje over de zaken v Belgie dacht te spreken. Is het voorzichtig ik weet het niet. Veel zag d C er niet van te gemoet. Zoo ik het bericht in de Courant wel begrijp, moet de Prins vertrokken geweest zijn.
27/29 July na Rott. & Schiedam
Zat 29 July. Trouw feest
Treffende terugkomst. Allerliefst wierden wij door onze kinderen verrast, die verzen gemaakt hadden. Ik voelde mij zoo regt gelukkig met hen en was geheel vervuld van vreugde en zoo ik hoop ook van eenige dankbaarheid. Nog tot verhoging van dit feest was de aankomst van Bähler.
Ik was regt blijde hem te zien, en wij hadden reeds terstond explicatie over al het geen dat ik tegen hem had, het geen hij mij gedeeltelijk uit legde. En toch, wij blijven alle zondaars & elendigen. Ik stelde hem voor mede na Gelderland te gaan!
Z. 30 July 1837. Gerrit Avond bij d C [da Costa] over Bähler.
Ik gevoelde mij bijzonder vereenigd met Gerrit. Zijn brief uit D[onl] trof mij. Van Rotterdam had ik hem terstond geld gezonden. In de toon van de brieven was iets dat nog nimmer tusschen ons bestaan had. Die ogtend las ik met de mijne het lied van Mozes. Het was mij goed. Ik had veel verlangen na d C te gaan. En toch het viel mij af. Hij bragt alles op Bähler te huis en behandelde het paasch feest van Hiskia, maar ik vond het te gedwongen. Het was te geestig. Ik geloof wel dat die zaak van Bähler uit God is, maar toch dat het alles nog geheel anders moet worden.
Augustus
Aug 1 & 2. D & W. Voorbereiding tot de reis.
De twee eerste dagen geheel voorbereiding voor de reis. Kleine dingen van allerlei aart kwamen op en toch de Heere gaf dat ik geleidelijk alles mogt af doen. Wij zouden Paulientje & Margotje bij Pauly brengen. Daar zoude Steven ook logeeren & Gideon bij ons zijn. Het was voor Caroline eene grote zaak Karel Ed en Thijs achter te laten. Echter de weg lag nu zoo open. Na zoo dikwijls onze komst in Gelderland aangekondigd te hebben, konden wij niet wegblijven. Wij hoopten op eenen zegen. D C was dan ook allerliefst over de reis.
Aug 3/ tot 14/.
Aug. 15. D. Teurgk. famm d.Togtje na den Valkenberg
(Zie afzonderlinge Aantekeningen)
Ang Pauly
Angelique Pauly was iets jonger dan hij, een zeer stil mensch, doch altijd even hartelijk en wel belangstellend in goede verkondiging. Ik zoude toch wel durven hopen dat er bij haar iets goeds was omgegaan. Op den Berg nam zij nog met veel vriendelijkheid afscheid. De helft van het vermogen der beide tantes behoorde aan haar. Zij stierf zonder uitersten wil. Sedert lang was zij niet gezond. Klaagde veel over Maagpijnen. Zij was met de famille Boissevain al zeer verbonden. Pauly was natuurlijk bedroefd.
Bähler
Bähler is kwade Vrienden met Spoerlijn gebleven en heeft hem toch lief maar hij schijnt een wispelturig mensch te zijn, steeds door iets anders medegesleept, en die zich te spoedig aan zijne indrukken overgeeft. Zijn methode van onderwijs moet zeer goed zijn. Voor het Catholicismus gevoelt hij altijd nog veel, en denkt altoos dat er een algemeen Christendom zal komen, en dat dit een verbeterde Roomsche Godsdienst zal zijn.
Rheede ov. Groningen
Veel heeft men te Rheede op met het Journaal der Professors te Groningen. Een stuk over God en Christus had vooral de opemerkzaamheid getrokken. Men vindt het zoekende menschen.
Aug 3 tot Aug. 14 Gelderland
Aug. 15. D. Terugk. fam. d. H & G [Henry & Gerrit]. d C [ da Costa]
Wonderlijk geleid, staan wij daar weder in ons huis. De briefjes van d C. waren regt goed, een groot verlangen is er bij hem, om dieper te komen, om voor zich zelve meer leven te hebben, en toch de Heere alleen kan en zal het doen. De zaken vielen mij op het lijf. Weinig was er gebeurd, doch nu kwam er weder veel. 'S av. famille dag. Ik was lijdende na het ligchaam en sprak echter nog al open. Henry was rijk niet arm uit Gelderland teruggekomen, en dit gaf stuiting. Met Gerrit ging alles wel.
Aug 16 W. Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]. toest. Mess [Messchert] Kam. [Kamerling]. Barbe. Bahlr. [Bähler]
De warmte hinderde mij ontzettend. De zaken der Mij, het na pluizen der koffij monsters, het gedurig gekrieuw tusschen Amst & Rott ware mij walgelijk. En toch de Heere ondersteunde. In het geestelijke stond ik verkeerd, tegengekant de brief van Carol [Caroline] na den Valkenberg hinderde mij. 'S midd. wierd mij alles weggenomen. Ik wierd kalm tegen het einde v de avond. Met Kamerling sprak ik belangrijk. Ook met Barbe! Gevoelt hij juist wat er bij Laatsm [Laatsman] als theologant omgaat. Mij dunkt ik zag wat licht voor hem in het uiterlijke schemeren. Bähler vond zijn lieve Vrouw met een miskraam. Dit zal hem weder in al zijne voornemen sterk terug houden. Messchert was hier gisteren. Zijn inzigten zijn belangrijk, maar hij is er voor hem zelve te koud onder. Bij hem is alles te objectief. In ons huishouden gaat het waarlijk deze beide dagen beter dan ik had kunnen denken. Wat ik voor den N S doen moet, daarin zie ik nog geen licht. De moeilijkheid van het leven zie ik meer in dan ooit. Mogt ons oog maar op den Heere gerigt zijn!
Aug 17. D Zaken der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Eene zware hitte, ik herinner mij dezelve nooit bijna groter. En toch de Heere bewaarde. Het was een dag vol van moeilijkheden van allen kant. Die zaken met de Fabrikn bezwaren mij. Wij worden van vele kanten bedrogen, en het regte kluwen kan ik toch niet vinden. Freyss ziet al te veel kwaad. Ik mag zijne werken toch niet verzuimen. Ik bleef den gehelen avond nog met de Mij bezig. Toen wierd het helder in mijne ziel en ik zoude nog over andere punten hebben kunnen spreken. Veel dat er persoonlijks tegen de Rheders zat scheen weggevallen, en ik kon voor hen bidden en gevoelde mij vereenigd.
Aug. 18 V. Mess. [Messchert] bij mij. Geb. onder de Afg. te Rott.
Dezen middag at Mess. bij mij. Regt genoeglijk waren wij, doch het kwam niet verder dan gewoonlijk. Hij beredeneert de Reeder Kring regt goed, maar gevoelt niet altijd de betrekking met dezelve. Hij bragt een belangrijk stuk mede van die man dien men te Rotterdam als Antinomiaan heeft afgezet. Het stuk is wel hoog en hier en daar in eenigzints mystieke uitdrukkingen gesteld, gelijk meer de gewoonte van zoodanige menschen is, doch in den grond heeft hij toch maar gelijk en wil Christus laten werken in plaats van zich zelve. Zulk een man zou ik niet hebben kunnen veroordelen dunkt mij als ik in de plaats van Scholte en Van Hall gestaan had. Zwanenburg is met dien man die wel zegt dat hij een Sabbathschender is, doch tevens teder leeft, nog al ingenomen. Ook Kohlb. [Kohlbrugge] begint bij sommige in achting te winnen en men leest zijn preek. Vrouw de Bruin had gezegd dat zij het met dit stuk eens was en van Scholte af was. DC [Da Costa] stelt dit stuk te laag, en heeft ook misschien om der consequentie wille er niet te diep in willen gaan.
Aug. 19 Z Diner Bähler bij ons Zijn gesp met d C.
De zware hitte blijft voortduren. Ik had gehoopt d C 's midd. te zien, doch dit mislukte.
Bähler was bij mij. Hij had het met d C
zeer goed gehad. Deze had een groot verlangen gehad om wat van onzen togt na Rhede te horen. Hij had de overtuiging dat wij daar een zegen zouden hebben, ja had zelfs iets buitengewoons verwacht, doch toen was de strijd opgekomen bij hem hoe dit ten gevolge zoude hebben dat wij ons misschien in Jaren met hem niet zouden verstaan! Nu had B [Bähler] wiens indruk dan nog altoos zeer levendig blijft, veel met hem gesproken en hij ziet ook regt vele zaken die daar zijn goed in, tevens opmerkzaam makende op dwalingen en gevaren daarmede in verband staande. De systemaloosheid vindt hij ook een systema, doch dit werd te Rhede reeds opgemerkt. Nancy was in het geheel met de Reder zaken niet vereenigd, en kon niet begrijpen wat wij daar gevonden hadden. Bij Bähler blijft de indruk bij voortduring levendig en als met eene geheele omzetting gelijk staande. Voor mij ik ben mij zelve niets bewust, ik weet niet wat ik van daar medebragt. Met Thijs schijnt mij nog eene klove te bestaan. Aan de anderen voel ik mij aangetrokken doch zoo geheel helder staat het niet. De warmte drukt mij ontzettend, en 's avonds na tien uur ben ik geen mensch meer.
Huishoudelijk
Heden aan tafel liet ik mij in het een en ander gelden dat geheel verkeerd was. De harmonie met Gerrit was veel minder. Van zijne oude nukken zag ik weder. Het geen ik daarvan aan tafel zeide ware veel beter gezwegen geweest. Mijne zonde is vooral de Zonde van te veel te spreken.
Charl Bäh [Charlotte Bähler] Kaatje Sjonket
Met de miskraam van Charlotte loopt alles nog al wel af. Kaatje Sjonket was hier ook verschriklijk lijdende van de warmte. Ik kon met haar wel vereenigd spreken. De zaken van 't bureau hinderden mij deze week, doch gisteren gaf de Heere nog al licht en doorzigt. De Aanloop van armen & bedelaars is mij moeilijk, hoe moet ik daarin doen. Plan van een Journaal door Kallenbach, V der Hoest, Dijkhuizen &C.
Zondag 20 Aug
'S ochtends t'huis, de warmte bleef drukkend. Ik las onder anderen met eenige uitlegging Joh. 6 voor.
Gerrit.
Gerrit kwam er ook bij dat mij verheugde. En toch met hem gevoel ik zoo duidelijk dat in den middelijken weg niets indruk kan maken Alleen de hand des levendigen Gods.
Pr Jamieson Wet
Gesleept door de brandende hitte naar Jamieson doch daar werdt de moeite beloond. Zijn preek over the right use of the law was regt goed. Zuiver en eenvoudig, alles afgesneden kort, maar doordringend.
Verkoeling. Gideon.
'S midd. kwam er eenige verademing. De lucht verkoelde, er vielen onweersbuien. Gideon was met onzen Gideon na buiten geweest. Ik had het toegestaan dat niet goed was. Hy [Henry] gevoelde het ook. De zonde omringt ons van alle kanten als een kleed. Wat zullen wij zeggen?
Av bij Steven.
'S av. bij Steven. Gemoedelijk en ernstig nagepraat over alle de gebeurtenissen en gesprekken op den Berg. Ik las hem nog mijnen aantekeningen voor. Dien indruk hadden wij beide gehad, dat er een grote orthodoxe hoogte in ons was, en dat dit vooraf opgevatte denkbeeld niemand kan zalig worden als wie die leer heeft, ons in de practijk tegen vele menschen zeer dwaasselijk hoog maakte. Van den andere kant gevoel ik dagelijks dunkt mij duidelijker dat het geen op den grond van deze dogma ligt, ja het geheel der dogma's zelve uit God is. Minder gevoel ik mij iedere dag vereenigd met het gelijkluidende van alle uitdrukkingen dat Laatsman in de Bijbel vindt; & met het afbreken zoo veler zaken. Na een & ander wenk die ik dezer dagen had komt mij met Laatsm dien ik toch dunkt mij zeer lief blijft hebben alles duidelijker voor. Zij schijnen daar in practijk de gevaren van het in de hoogte leven buiten de practijk ondervonden te hebben, en dat geeft ligt overslaan aan de andere zijde.
Maandag 21. Aug. Drukking
Nog steeds drukking in mijn gestel. Drukking ontrent de waarheden, en daarbij dringen die in allerlei verkeerde gedachten des vleesches. De drukte met den Hartjesdag waarvan ik iets op straat zag gaf mij walging, en toch huppelde mijne ziel als het ware van het eene beeld op het andere. Heere vestig mijne oogen op U. Ik heb niets.
de ogtend
De ogtend gaf nog gesprekken genoeg en ik gevoelde mij ondersteund. Lang met Prev [Prévenaire] gespr. Zal het nog iets voor Karel worden? Heere geef mij uw licht. Hy [Henry] was weder zeer wel te spreken, St [Steven] broederlijk. De weldaden Gods zijn van alle zijden om mij. Heere trek ons harte tot U. Mogt ik eenvoudig zijn!
Bähler
Met d C [da Costa] kan het nog maar niet tot een zien van elkander komen. Bähler was dezen morgen bij mij. Hij vertrekt na 's Hage. Het denkbeeld van de zegeningen te Rheede is nog heerschend bij hem. Hij zegt dat hij zich nooit zoo vrij van banden gevoeld heeft, dat er eene levendige overtuiging & overgave gedurig in zijn hart heerscht. Bij mij is de zaak dood zoo het schijnt voor het oogenblik.
Avond.
'S avonds genoeglijk het een & ander geschreven bij mijne Vrouw. Ik ben nu weder met het meeste bij. Tusschen beide komen alle bezigheden mij zoo bijzonder nietig voor, en ik gevoel ondertusschen hoe nodig ik dezelve heb. De wereld leeft toch in ons. Heere geef mij het licht uwes aanschijns. Toon mij genadiglijk waarom ik dit alles heb moeten horen.
V d H [Van der Houven] terug
'S avonds Dd Hr & Mev V d H terug. Ik zag dat men op den Valkenberg brieven van mij had verwacht. De Heere geve mij wijsheid in het schrijven. Laatsm. [Laatsman] heeft Zondag over Ps 1 gepredikt doch 's middags niet door de hitte.
Dingsd. 22 Aug. Stemming
Het is duisternis op mij. Physiek moreel van allen kant. De vruchten van Rhede zijn mij wrang. Zulk een man als Laatsman aan het twijfelen over zoodanige gewigtige punten. En toch, wat systema is moet vallen, maar wat blijft er dan van de waarheid! God alleen kan redden en licht geven. Nu en dan was er wel eens een lichtstraal in mijne ziel, maar het geheel bleef duister. Het stort zich minder uit na buiten; daarin worde ik tegen gehouden, maar het is een pijn. In de zaken der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] heb ik geen inzicht en geen moed! God zal zorgen!
Steven van den Cheribon gerigt.
Dezen middag wierd op de werf v Nieveen de steven gerigt van den Cheribon, die door Capt Van Braam zal gevoerd worden, en waarvan Klein boekhouder zal wezen. Daar wij vernamen dat de oude Heer M C Van Hall eenige waarde aan deze plegtigheid hechte gingen wij derwaards, en vonden ook nog eenige menschen, doch in het geheel was er weinig aan te zien.
Tinveiling
De Tin veiling liep heden na omstandigheden waarlijk nog al zeer wel af, hoewel wij er 25 pc op verliezen; wij bedongen nog ca ƒ 45.
D C [Da Costa] & de N S
DC heb ik nog niet kunnen zien hoewel ik er zeer na verlang. Mogt ons bij een komen in de kracht Gods zijn tot versterking van onze zielen. Onze schriftelijke communicatie blijft levendig. Zijn stuk in de Stemmen van Sept over Daniel en Esther is belangrijk. En nu wat zal het met die Stemmen; ook dit is mij geheel duister. Dat altijd voortgaande van de Journalen is toch iets ontzettends; die rosmolen waarbij nimmer eenige rust is. Nu, Hem die alleen alles kan zij alles aanbevolen. Gelooft alleenlijk.
Woensd. 23 Aug Tijd v Sames.
Bijzonder nedergedrukt was ik in alles; toen kwam op eens een gewigtige brief van Sames Zij verheugde en verkwikte mij. Ja, het is toch waarheid God is onveranderd. Veel trof er mij in. Het gaf ook weder strijd. Zijn vijandigheid tegen onze regeering als het Christendom vijandig. Voorspelling dat wij alles verliezen zullen. Wij hebben het verbeurd maar hij spreekt hier als Engelschman, het is niet zuiver. Dit [onl] der Bijbels laten drukken kan & zal ik hoop ik niet, daar men met al de bijzonderheden bekend moet zijn, doch mogt het mij gegeven worden er aan den Min over te schrijven. Hoogte is er wel bij Sames en toch God leidt & is hem genadig.
Br Mev Tuyl [Van Tuyl]
Lieve brief van Mev van Tuyl. Zij geeft ƒ 20 voor de Ecole Normale. Hoe vloeit alles buiten mij toe.
Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] Ba [Batavia]
In de Mij was alles drukkend van allen kant, de tijdingen van Bat tot 27 April ondertusschen verheugend. Ja, ik gevoel dat ik dat alles moet kunnen opgeven, het gehele uitzicht mijner kinderen, alles dat ik aan God genoeg moet hebben. Doch ons harte houdt zich aan alles vast wat buiten God is.
Vis Mev Schoch Vis bij d C. [da Costa]
'S midd. met Car [Caroline] eerst na de goede Mev Schoch gereden, die ons weldra verlaat & toen na da Costa. Dat was ons eene Vreugde elkander weder te zien. De Heere had het bereid, en wij mogten ons hart ook geheel voor elkander uitstorten. Zonderling dat hij met dezelfde zaken als ik die laatste veertien dagen bezig was geweest. Ook hij voelt geheel van het Systematische af te zijn, niets dan God in Christus. Van den andere kant is hij ook bang om de kern met de schil weg te werpen. Zeer was hij met Irving bezig, en die gedachten over de menscheid des Heeren hielden hem bijzonder werkzaam. Hij zag ook op de dingen die van alle kant komen moesten. Zonder bepaald licht van hem [onl] wierd het rustiger in mijn hart toen ik mij uitstortte.
Aug 24 D. Viering van 'S Kon. Verj.
Zoo het werpen van voetzoekers en zwermers, liefde tot het Koninklijk huis aanduidt, is het gisteren een heerlijke dag ten liefdebetoon geweest, want de straten waren ontoeganglijk! Met den openlijke dienst voelde ik mij niet vereenigd en bad voor den Koning en las een preek over Elias op Horeb in mijn huis, niettegenstaande hevige tegenstand onder mijne Jonge lieden. Op een dag die geen Zondag was een preek te hooren, dat is tog wat erg.
Verkoeling
Het weder is kalm en zeer koel. De gestellen komen tot rust. Ik mogt na de ziele ook meer rust genieten, en had eene kalme berusting. Met het ligchaam ging alles ook veel beter.
Instituut
'S av. na het Instituut, niet zeer belangrijk. V d Hoeven [Des Amorie van der Hoeven] & Wis. [Wiselius] alleen tegenwoordig. De eerste had Parijs veel minder onzedelijk gevonden als men verhaalde. Victor Hugo wierd niet geacht door de modder gesleept. La Martine [Lamartine] was er niet. Hij had Dubouchage gehoord in de Pairs. Minachting die het publiek overal jegens de vorstelijke famille toont.
Danl [Daniel] & Louise bij ons. Terugblik op Rhede.
Te huis waren Danl & Louise die wij gevraagd hadden, en met wien wij de avond genoeglijk doorbragten, vele zaken behandelende. Daan kwam v Gild [Gildemeester], bij Laatsm [Laatsman] had hij het goed gehad, over de Coterie verhaalde hij nog al zoo het een & ander die er het menschelijke van lieten zien, en ondertusschen de waarheid Gods blijft. Dit zie ik wel dat ik deze keer niet bijzonder bevallen ben. En wat zou het nu geweest zijn, kon ik al die twijfelingen en wegwerpingen maar in eens aannemen om dat Laatsm het zeide. Het valt mij pijnlijk, want ik hebbe hem lief. De Heere beware mijne ziele voor bitterheid. Afgoderij voor L., zoo veel vrouwen bij elkander, gebrek aan werk. Zie daar vele klippen! Die gehele huwlijks geschiedenis waarvan ik verder niets wil aanstippen, is mij ook nog duister.
V Aug 25
De vreugde jegens de Koning is door Voetzoekers kond geworden. Een Vijf en dertig tal zijn gearresteerd geworden! Eigentlijk is er hoegenaamd geen wet tegen maar het mischief kende nu geene grenzen.
Van de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Aan de Mij alles rustig, en toch ligt alles mij als een berg op het hart. Zoo te worstelen als wij thans doen valt zwaar. En echter wij staan toch weder op de eve of the veilingen & kunnen zeggen Tot nu toe hielp God.
Vis bij d C [da Costa]
D C heeft nog geen copij genoeg en wilde nog iets over Sames hebben. Ik ging zelve naar hem toe om daarover met hem te spreken. Wij spraken broederlijk. Alles is in werking en de Heere zal ter zijne tijd in het licht laten komen wat nodig is. Hij wenscht er maar van bevrijd te worden om te spoedig te formuleeren. De zaak is dat er een stelsel is uit den mensch, maar toch ook ene waarheid die van God is onder dien vorm gehuld, en dat eigentlijk de geloofsbelijdenissen historisch dat zijn wat God aan zijne Kerk geleerd heeft. Ook zeiden wij nog Ja protest in de Kerk maar wij zijn reeds te veel gescheiden om dit te kunnen doen. Wij hebben ons zelve reeds te veel uit het leven van de Kerk gebragt om met opregtheid te kunnen protesteeren, en daarom komt het ook niet.
Vis Oom d V. [de Vos]
Daar kwam 's middags Oom de Vos mij zijn portrait brengen. Het was mij genoegelijk eens met hem te spreken. Ja waarlijk er liggen nog meer banden dan het schijnt. Ik weet het niet maar er is toch iets opregts in de man dat mij altijd bevallen heeft. De Heere leide ons in zijne waarheid, en geve dat wij Hem kennen.
Zaturdag 26 Aug Belangrijke brief v Bähler uit 's Hage
Eer ik dezen morgen nog vertrok na Zaandam ontving ik een gewigtige brief v Bähler die veel te denken gaf. Ziet geheel met de Redensche denkbeelden vervuld, en denkende bij Van Hall te gaan logeeren zijn het Koenen & Hogendorp [Van Hogendorp] die hem aan de Diligence, daar zij hem in het voorbij gaan zagen, opwachten, en hem verzocht toen Hog. om dat Van Hall nog uit bleef bij hem te logeeren. Hij vindt in den Haag vooral veel belangstelling. Allerlei adressen worden hem opgegeven. Elk neemt deel, ook Sec [Secrétan] die juist eerlang Spoerlein bij hem verwacht. God schikt de dingen zoo geheel anders als wij het zouden doen. Wij willen alles afzonderlijk houden. De Heere vereenigt wat wij onvereenigbaar achten. Op hem te zien is het eenige, hem te volgen de voorsmaak der Zaligheid. Wonderlijk dat Sec aan Bähler de reis na Engeland zoo zeer afraadt en daarentegen juist aanraadt om te Geneve te gaan studeeren. Dit dacht mij is de sleutel van de toekomst van Bähler, daarmede vereenigt zich mijn hart. Sec moet op 's Konings verjaardag zeer krachtig hebben gepredikt.
Gesprek met Prof. S Müller in den Zaandammer
Belangrijk was het gesprek met Pr. Muller in de schuit, hoewel mij nog veel ontrent zijn standpunt duister voorkomt. Hij heeft een afschuw van [onl] van Vicor Hugo [Victor Hugo] &C, van het Rationalisme, van het Oostersch ongeloof van Roorda Hamaker &C en ondertusschen hij scheen het boek van Strauss als eene gewigtige verschijning te beschouwen, en had daarmede nog al op. Tholuck moet een gewigtig & dik boek tegen Strauss hebben geschreven Strauss tegen Eschenmeyer & Hengstenberg & Menzel als drie fanatike schrijvende. Grote achting v Müller voor Koopmans zijne diepe geleerdheid, zijne inzichten &C. Het inzicht van Muller wegens de voortreffelijkheid van de blik van Grootje de Vos hoewel hij zeide nooit bijna een theologisch, en nimmer een godsdienstig gesprek met hem te hebben kunnen houden begrijp ik niet. Met Groen's [Groen van Prinsterer] boekje had hij
bijzonder veel op, zelfs al was het alleen maar om te tonen wat er van wierd, als de Staat invloed op eene Kerk had.
(Zie togtje naar Zaandam)
Zond. 27 Aug. Dag v afmatting
Geheel vermoeid en afgemat ben ik dezen morgen opgestaan. Ik hoopte Jamieson nog te horen, maar daar was geen denken aan. ik las nog voor de mijnen, doch zonder bijzondere indruk. Caroline was bij Huet, waar zij ook veel woorden doch weinig kracht vernam. Een bezoek van Steven, wien ik mijn wedervaren mededeelde verkwikte mij. Ik las met veel genoegen in Richter over Jesaias, en kwam zoo geheel in den Profetische Geest der Schrift in. 'S avonds was het waarlijk nog al genoegelijk met de jongens. Ik had het stil voor mij zelve, over het algemeen afgemat, en toch niet onaangenaam en vereenigd met mijne lieve Vrouw.
M 28 Aug Alg Verg. Instituut. Diner Doelen. Imp Uitdroging Haarl. meer.
Dag van zorgen en tobberij aan de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] in het midden van de heerlijkheden des Instituuts. Mijn ligchaam nog zenuwachtig, en dus mijne ziel nog reizbar. Alles toont mij elende in mij. De Rapporten van de 3e & 4e Classe hoorde ik met veel genoegen aan het Instituut, en zag vele personen die ik in lang niet ontmoet had, zoo dat ik mij als in mijne vorige geschiedenis verplaatst vond. Ik had dan ook alle vrijmoedigheid om na het Diner te gaan. Ik trok naast Van de Hoeven [Des Amorie van der Hoeven] en Royer de beeldhouwer. Met den laatste die nu sedert een half jaar hier woont werd ik weldra kennis. Hij is Roomsch & Katholiek maar ik herinnerde mij het beeld van Christus door hem gebeeldhouwd, en ik geloof dat deze herinnering mij meer en unisson met hem bragt dan met V d H dien ik dan dezen middag al bijzonder koud vond en wiens toon van
badinage met dien armen Kinker die eenige plaatsen van ons af zat, mij dan geenzints beviel. Kinker toen hij maar een paar glazen wijn had gedronken deraisonneerde, stelde conditien in over de hereeniging van Belgie & Holland, en was daar waarlijk fanatiek over. Daarbij kwam dan gedurig dat hij Remonstrant wilde worden. Het was zot en bedroevend. De aftredende Voorzitter Maur Corn v Hall & de nieuw benoemde H H Klijn zwaaiden elkander met hartelijkheid den gewonen wierook toe. Ik kwam aan het improviseeren over het droogmaken v de Haarlemmer meer na dat er elendige onderwerpen vrijheid & oppermagt &C & andere opgegeven waren. Ik had er nog al geluk in maar zoude veel liever een ander onderwerp gehad hebben. Ik eindigde met opmerkzaam te maken op den storm die van allen kant naderde, en waarin God alleen redding kan geven. Het waren nog de juichtonen van de vorige tijd. Ik bleef kalm nog al. Hoe men meer die geleerde kent, hoe minder men er van weggesleept wordt. De genen die ik dien dag sprak waren de volgenden, Müller die regt open was. H. H. Klijn herinnerde aan de Improvisatie aan zijn huis. 1816. M C v Hall altijd hartelijk in zijn uitdrukking. Prof. v Hall. Fremery [de Fremery] van Utrecht met wien ik kennis hernieuwde. In geen twintig Jaar zagen wij elkander! Spandaw die ik sedert 1823 niet zag. Kinker die zich aan mij waarlijk met meer eenvoudigheid herinnerde als ik aan hem gedaan had. Roorda die ik voor de eerste maal zag, en die over het improviseren sprak. J.C. de Jonge herinnering aan kennissen &C. Delprat van Breda niet gezien sedert 1827. Van Beek van Utrecht kennis gemaakt. Mazel nieuw lid kennis hernieuwd. Tydeman altijd wipperig. Humbert de Superville ook niet gezien in 14 à 15 jaar. Bake kennis gemaakt,
lang over den Giro gesproken. Bodel Nijenhuis. A de Vries.
Disc. met de Jonge. Gerrit.
Van al de gesprekken deed mij het laatste het meeste indruk. Het was met de Jonge die mij verhaalde hoe de uitspattingen van zijn neef Evertsen de Jonge in verband staan met die beginsels des Satans die alles omverwerpen. Toen ik nu te huis kwam sprak ik lang met Caroline die met Gerrit een zeer gewigtig gesprek over alle die zaken gehad had, waarin van de eene zijde beginselloosheid van de andere toch een heimlijk geloof als het ware doorstraalde.
M Aug 29 Nederdrukking
Onder die indruk te ruste gegaan had ik een ongeruste nacht. Ik stond met een geheel ontstemd zenuwgestel op. Ik was vol nog van den strijd over Gerrit, schreef aan hem en ook nog aan d C [Da Costa]. Aan het Bureau was genoeg te doen, maar alles drukte mij vooral de koude atmospher zonder eenige warmte die wij deze dagen hebben. Er is geen Zonnestraal. Ik gevoelde mij diep zwaarmoedig. Dat drukke der aandeelen, dat drukke in alle artikelen die finantieele worstelingen der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij], dit alles drukt mij ter neder.
Vis D. Slotemaker
Na den eeten was ik ook dof om na de familledag te gaan, daar had ik geen moed toe, en ziet daar kwam nu Ds Slotemaker. Zijn komst was mij verre van welkom, ik voelde iets tegen hem, en echter wij spraken met genoegen ik geloof dat de man opregt is, hoewel hij zeker ook wel door vleesch en bloed, door begeerte tot promotie &C. tot vele onopregtheden wordt verleid. Het gesprek met hem had mij geheel levendig gemaakt, en ik mogt de avond met Car [Caroline] regt genoeglijk besluiten. Als ik zoo ben is er zoo veel strijd in mij, ik weet niet of het zwakte of nederdrukking is, God zal zorgen.
D. Aug 30 Vis Koenen
S ochtends was Koenen bij mij. Ik sprak hem maar een oogenblik. Hij gewaagde van de N S. Ik duwde hem toe Hoe zal ik iemand onderwijzen op een oogenblik waarin ik zelve aan al de dogma's twijfel.
Gesprek V d H [Van der Houven]
Sombere dag. Allerlei woelingen. Tegen beurstijd met V d H gespr. Of hij nog geen denkbeeld had over de verdere loop der zaken. Deze was regt hartelijk; zeide dat de onzekerheid of ik hem zoude opvolgen alleen zijn verlangen na rust zoude kunnen stremmen. De Mey, Schimm. [Schimmelpenninck] V d B. [Van den Bosch] hadden alle geoordeeld dat mij de decoratie toekwam. Hieraan zoude zeker gevolg gegeven worden. En ondertusschen er kwam niets. Dit kon nu ook wel met het Pres. zoo zijn. Ik wierd nu regt levendig over deze zaken, en vroeg hem zijn gevoelen over het al of niet continueeren der Stemmen, daar wierden wij juist gestoord!
Diner bij Oom de Vos
'S middags bij Oom de Vos. Hoe zonderling om mij daar de eerste maal in zoo veele Jaren weder te bevinden. Ik vond er M C van Hall, H H Klijn, S. Ipz Wiselius, Dr Luber, C Moyet, Humbert de Superville, Büchler, Prof Müller, W de Vos, de Hr de Gijzelaar, Prof. T Forell, prof. Vrolik zijn Zoon de Dr., Dr Gillisen. Het gesprek aan tafel nog al levendig. Treffende belijdenis van Wiselius, van zijn Christelijk Geloof. Zijn gunstig oordeel over de preek van Laatsman. Hij verdedigt dien tegen Clarisse. Dispuut met dezen over de interne bewijzen des Christendoms. Gesprek over ontdekte spokerijen &C. Na den eeten afzonderlijk en genoeglijk met Muller gesproken. Over het geloof der Kananeesche Vrouw, over V d Hoeven [Des Amorie van der Hoeven] & het plan v zijn werk. Overeenstemming met Muller ontrent verschillende opmerkingen die gedaan waren ook over het denkbeeld dat de leerwijze van Christus geen type voor onze welsprekendheid kon
zijn. Muller als mensch veel geloviger dan Zaturdag ll. als theologant. Vele punten van aanraking.
Voorstel Humbert.
Humbert draagt zijne denkbeelden voor over de Bijbel gesch naar aanleiding van de Loges v Raphael, hoe men met de minste trekken eene zaak uit kan drukken.
Adam 1)
Adam & Eva, het beste onderwerp de verdrijving uit het paradijs. Voorstelling uit de 12e eeuw, een latere, van Michel Angelo zijn voorstelling. Adam en Eva komen na ons toe. De smart in Adam de passie v de Vrouw uitgedrukt. Geen Engel maar een soort van schrikbeeld voorgesteld.
Noach 2)
De geschiedenis van Noach. De Zondvloed het moment. Deze altoos als Watervloed voorgesteld, dit zelfs bij Poussin. Schilderij van Pater Uccello die alleen het uitgaan der vogels uit de ark tekent. Denkbeeld van die voortestellen die de straf verdienen. Een text uit Jezus Syrach spreekt van den ondergang der geweldigen. De laatste der geweldigen, de laatste levende door de bliksem getroffen. Stort agter over. Men ziet alleen zijn beenen. Daarbij drijft de Ark Gods door den Cherub beschermd. Het effect is heerlijk.
Mozes. 3)
Niet minder is zulks in de Mozes als Godlijk wetgever beschouwd. Hij wacht in diep recueuillement de nadering der Godheid en deze schrijft met een bliksemstraal op zijne tafel Ik ben de Heere uw God. Er is veel stilheid en verhevenheid in de Mozes.
Opmerkingen
Veel aanleiding tot spreken over dit alles. Verwondering na huis gaande over deze D/dag. Muller daarin 3 maal gezien? Wat moet dit alles. Heere gij weet het 1816, 1823, 1830
waren mij allen Jaren van voorbereiding. Het was mij alles als een droom. Vrees en angst als ik van alle kanten om mij heen zie. Alleen te vertrouwen op God. Daarbij zenuwachtig de geheele week door ieder oogenblik. November, koude & natheid. De Zomer als weggevlogen in een oogenblik. Strijd over Gerrit. Strijd over de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij].
D. 31 Aug
De laatste dag dezer gewigtige maand. Alles staat in verband. Zonder het zijn te Rheede was deze geheele laatste week onmooglijk, en toch voel ik een klove met Rheede.
Gesprek V d H [Van der Houven] ov de N S
Nu de Stemmen. Ik haalde V d H af en nam afscheid van Van Oordt. Treurig is daar alleen Doortje nog zwakker. Alles kloppende aan haar lijf. Capadose in het midden der weemoedige herinneringen. Met V d H naar het bureau gaande verhaalt hij mij hij er over nagedacht heeft over de N S en mij aanraden moet er van af te zien. Ik heb toch werk genoeg, het eene zou het andere kunnen stremmen. Gemoedelijk? onderzocht hij de zaak, maar zeker er zoude een struikelblok weggenomen worden &C. Ik kwam er zeer in, vond het veel gemakkelijker en twijfelde niet of mijn Vrienden zouden er de billijkheid van inzien.
DC [Da Costa] & K [Koenen] bij mij. Over de voortgang der N S.
Om drie uur komen wij bij elkander. Ik wilde mijne zaak van de hunne afscheiden en draag mijne bedenkingen voor. Het behoefde toch niet dat ik St schreef. Een ergernis kon daardoor weggenomen worden. Het was nu lang genoeg,wij waren uitgepraat &C &C. DC gaf niets toe hoewel alles inziende. Hij zag er genoeg tegen op, zou zijn hand niet verleggen om mij voor de voortduring der St te winnen, en kon echter mijne consideratien niet anders dan als vleesch en bloed beschouwen. V d H hoe best en hartelijk ook, kon gemakkelijk het kind opgeven, waarvan hij de Vader niet
was, even als het preeken van Cap [Capadose]. Men zoude mij moeten nemen en gebruiken even als tot nu toe, wanneer het de wille Gods was, ook zonder mij lief te hebben, ook met die ergernis, die niet in de St maar in alles zat. De Koning heeft Groen [Groen van Prinsterer] wel moeten gebruiken, die hem in de zachtste vorm het bitterste aandoet, wat zich denken laat. Wat nu over het dogma &C in mij woelt geleidt maar tot eene uitstortingen vroeger of later. Er is een publiek voor de St. Er zijn menschen die mij voedsel uitdeelen. Eerst als wij daarmede ophouden zal het blijken wat het geweest is. Nu horen wij het onaangename de reflectie doch dan zullen wij de verwijten horen van niet voortgegaan te zijn, en diep zullen die pijlen dringen, zoo wij die niet op het schild des geloofs kunnen doen afstuiten. Het is en blijft toch een getuigenis. En nu, de Neologie gaat voort, de bestrijding moet voort gaan, der[?] is het werk van Koenen nog niet afgelopen dat van D C [da Costa] Beschouwing van de Bijbel houdt nooit op, het mijne besch v de tijd begint eerst. Zoo God het wil dat de zaak ophoude, een ween en het is genoeg, het houdt op, doch nu zouden wij het uit redeneering doen om iets uit den weg te nemen. Als er een nieuwe époque is, grijpt zij ons midden in de oude, niet als wij eerst bedaard de oude afgedaan hebben. Alles is ge[onl] niet nieuwe Schepping. In het midden van dit alles gevoelde ik Ja het kan niet anders. Er is nog geen wenk tot uitgaan gegeven, maar ik wilde die maken, ik wilde met een conscientieuse reden de pen nederleggen. Ik voelde hoe onvoortzigtig ik gedaan had om bij V d H [Van der Houven] te raden te gaan, hoe ik eene beschutting had gezocht bij hem, en nu in de moeite kwam om
juist tegen zijn advies te handelen. Doch het kon niet anders. God had ons bij elkander gebragt, en wij waren nog niet gescheiden! Zoo bleef het daar ook.
d C [da Costa] & Koenen eeten bij mij.
Genoeglijk gesprek aan tafel. Mededeeling van het geen mij voorgekomen was. Gerrit verdedigt de romantische school tegen da Costa, echter met bonhomie.
Gesch aan V d H [Van der Houven]
'S avonds aan V d H geschr. Ik kan niet anders. De Koning heeft den Secretaris à contrecoeur genomen, zoo zal het met de Presidt ook moeten zijn. God zal zorgen. Ik gevoelde mijn geweten gerust!
'S avonds vermoeid. Lange questie over Van Dooren & zijne Vrouw, waarin ik waarlijk geen licht zag.
D. Hogend. [van Hogendorp]
Mededelingen over Hogend. die in vele opzichten veel meer mêegaande is. Met de zaak van Bähler is hij zeer ingenomen.
September
V. Sept 1.
De Heer V d H is na 's Hage. De ogtend is vrij stil, de moeilijkheden zijn van allen kant groot.
Vis Mevr Windgassen
'S avonds zeer onverwacht bezoek van Mevr Windgassen te Wilich bij Bonn met wie ik voor eenige Jaren bij Cap [Capadose] was. De IJzerhut ging zeer gezegend. Het verheugde mij haar weder te zien.
Kol. Schoch bij ons.
'S av. Schoch bij ons. Hij indedaad een Biederman. De goede Vrienden gaan na Boxtel. Wij spraken indedaad als oude bekenden. Hoe veel moeilijkheden overal in het leven.
Z. Sept. 2
Zaken der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
'S nachts diarrhée, 's ochtends nog zwak. Het Rapport van V d H was geenszints aanmoedigend. Al die praatjes ontrent de Mij doen het hart pijn aan.
Z. Sept. 3
Nog al vermoeid stond ik op, doch het een ander trof en verheugde mij. Verkwikkend was mij een brief van Vr de Bruin. Ontzettend zijn die vervolgingen in Silezie.
Jamieson.
De preek van Jamieson die ik met S hoorde was weder regt goed. Ik was nog al afgeleid doch het denkbeeld om met alles na Christus te gaan en geheel door de wet veroordeeld te zijn was mij levendig.
Voorb. Verjaardag
Met veel vreugde zag ik die werkzaamheid der kinderen voor hunne lieve moeder. Zelfs maakte ik nog met veel levendigheid een vers.
Av. bij Schoch Preek Huet moeilijke togt.
Wij zouden bij Schoch de avond doorbrengen daar hun Ferdinand gedoopt werd. Het was wat spoedig op den eeten. Huet preekte over eenige verzen uit het begin van Jac 1. Het was redenering op redenering gestapeld, ik vond er geen vonkje leven in. Daarbij wierd het zo donker in de kerk. Ik kon om niets anders denken en kon niet om die preek denken. Mijn gehele zenuwgestel was in de war. Dit ging klimmende op onze reize na Schoch. Toen ik in de Joden buurt was kon ik niet meer. Het was een benaauwdheid die mij belette voorttegaan; ik wist niet wat er gebeuren moest. En toch! de Heere redde weder en wij kwamen aan. Die lieve Schochs hadden alleen ons & V Eyck. Gelukkig dat wij niet weggebleven waren. Zij hebben vele moeilijkheden gaan na Boxtel geheel onder Vreemden, en hebben wel een druppel laafnis in den beker nodig. Wij waren zeer genoeglijk met elkander pratende. Alles liep bijzonder goed af. De Heere leidt ons door angsten en moeilijkheden, bij hem is de uitkomst eeuwiglijk. Heere vermeerder ons het Gelove. Heere wees met ons.
M Sep 14
Verjaardag Caroline
Regt gezegende morgen. Het regende verzen & Cadeaux. Caroline was dan bijzonder te vreden, ook met het vers, dat nog al indruk scheen te maken. De goede Kaa Sjonket die veel aan kiespijn lijdt, was er ook bij. Het liep alles best af & zij hadden elkander regt goed geholpen. Op het vorderen van den dag was het wat moeilijker daar de jongens niet regt wel waren & hun ideaal der gespannene verwachting van zoo vele dagen, niet vervuld werd.
Brief Gr. [Groen van Prinsterer]
Een lieve brief van Groen. Ik dacht wel dat de rapporten van Gevers over Laatsman ongunstig zouden werken. Bähler nog steeds in 'S Hage.
Koffij Veiling
Aan het Bureau alles voorbereiding tot de Koffij veiling. Van Henri Gild [Gildemeester] nog al een drukkend briefje. Echter scheen er toch weder verlichting te komen. Jacobson zeide zoo veel hebben wij geleerd dat wij voor de Quantiteiten niet bang behoeven te zijn, al was het 500/m balen.
'S middags hadden wij St & Ch [Steven & Charlotte] met V d Niep [Van der Niepoort] & Kops. Tegen den avond bezocht ik de brakke grond nog eens. Alles liep boven verwachting. Wij hadden de goede Java koffij op 23c wllen houden doch men dreigde met 21c en 22c was onze Limit geworden. En ziet, nu was het reeds weder 23c geworden. Op onze veilingen maakt elke cent ƒ400/m onderscheid.
Barbe & Gerrit
'S avonds Barbe bij ons. Gerrit komt thuis heeft zich bij Marten geabonneerd, is regt wild. Barbe gaat geheel met hem mede, doch toont hem tevens hoe hij stuiten zal. Gerrit is bij den horoscooptrekker geweest, die hem toch dingen gezegd heeft die hem treffen, hoewel hij over alles heen praat. Hij analyseert Cicero's bewijzen voor de onsterflijkheid, zegt dat die armzalig zijn, dat de onsterfelijkheid nooit logisch bewezen kan worden. De toon van Barbe was regt goed voor hem. Ik hield mijn hart vast, en toch gevoelde ik, hij is in Gods hand.
Sept 5 D Dubié. West [Westendorp]
Herinnering aan den feestdag, en aan den goede afloop der koffijveiling. Veel aan het bureau bijgewerkt. Voor mij zelve was ik zoo zenuwachtig en gedrukt. 'S ochtends sprak Dubié mij waarlijk krachtig aan & het deed mij goed. 'S midd was Thijs bij ons en ik vond mijn hart zoo open tegen hem als gedurende ons gehele verblijf ten zijnent het geval geweest was.
Sept 6 W Ky [Kooy] Verl. Zaak v Nijkerk.
Gebleven is de zaak der fabrijkaten, het gevoel nog zoo zenuwachtig, daarom Kooy verzocht na Rotterdam te gaan. In alles gevoelde ik mij belemmerd, doch het schrijven ging nog het best. Om iets voor de St optestellen, daartoe kwam het nog niet. 'S middags met de kinderen na de Kramen. Begeerte gaf het mij niet, wel verveling! Opmerkelijk was mij de zaak van een weverij te Nijkerk voor drie dagen aan de beurs opgekomen met Jacobson. Dit gaf mij aanleiding aan Callenbach te scrhijven.
Sept 7 D.
Beter opgestaan, meer helderheid, eenige indruk van het bericht der Mij van Geneve N 25. Over de verdrukkingen te Nice!
Br v Kohlbr [Kohlbrugge] over de N S &C.
Bähler komt opeens een bezoek geven onder het ontbijt en de bode brengt een brief van Kohlbrugge. Deze brief hartelijk en toch geweldig uit de hoogte. Alles verworpen. Wat men uitbreiding van het rijk Gods noemt, alleen hoogmoed. Dat de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] bedreigd wordt & de bijl aan den voet des booms ligt, is omdat ik aan de N S blijf werken en de schrijvers dier N S niet bekeerd zijn tot den levendige God. Het sloeg mij niet ter neder, en toch maakt het mij een wonderlijken indruk. Hij ziet veel waars doch mij dunkt zijn hoogmoed trekt
de lijnen door en brengt alles tot consequentie. Hij is onbillijk! God geve mij wijsheid om te antwoorden en te behartigen wat zulks verdient. In alles is hoogte, doch moet daarom alles ophouden.
Terugkomst v Bähler
Zonderlinge weg van Bähler. Hartelijke ontvangst bij Hogendorp [Van Hogendorp]. Verandering in den vorm van vele zaken bij hem. Wel orde maar geen vorm. Zijn hartelijk spreken over Laatsm [Laatsman] & Rhede. Zijn vertrouwen dat er eens eenheid komen zoude. Hoe hij de zaak wegens de Remonstr. preek uitlegt. Bähler door velen zeer vriendschappelijk opgenomen, bijv. bij Dermout, Van Royen, Jufv Bochem. Van Doorn zeer hupsch en godsdienstig sprekende. Twee Conferentien bij V den Bosch. Deze verwijst hem na Jansen die hem over alles uitvraagt en zegt dat Lourd zeer goed bekend is. Hij vraagt ook na 't gebeurde in de Kapel van Boucher. Van alle kanten geeft men geld en belooft meer tegen het volgend Jaar. d'Yvoy en Ragay raden af om den Koning direct te adieeren. d'Yvoy belooft om aan den Prins & Princes van Oranje mededeeling te doen. Bähler gedurig in angst en vrezen als hij na de menschen toe gaat, doch als hij bij hen is zeer moedig, bidt den Heere om hem te leiden, vreest eerst dat er een adder onder ligt, doch bemerkt dat men wel een tegenwigt wenscht tegen den zeer sterk toenemende invloed der Roomsche in Noord-Brabd.
Sec [Secrétan] neemt de zaak met veel ijver op, belast zich met het Correspondentschap en raadt hen om Bähler volstrekt niet te haasten. De zaak kwam mij wonderlijk voor. Mogt ik niet vooruitlopen maar zien wat God doet.
Bezoek Walkenhorst
De Tischler Walkenhorst die door Hopfensack bij mij geintroduceerd werd, kwam met een briefje van dezen. Nog eenigzints onder den indruk van den brief v Kohl [Kohlbrugge] was mij het bezoek
niet aangenaam. En toch! de man was een brief Christi zoo eenvoudig, zoo snedig en helder in zijne antwoorden, een bewijs dat men niemand onder de menschen nodig heeft, om tot Christen gepromoveerd te worden.
Instituut
'S avonds. Instituut zeer onbeduidend. Van Kampen was niet regt te huis. Zeer wierd er geklaagd over het besluit van Z M waarbij aan de Professors de weduwtractementen waarop zij beroepen zijn, ingetrokken worden, en alleen eenig pensioen beloofd, na 31 dec 1837 zo zij dan 1/4 van hun tractementen laten staan.
Sept. 8 V. Kohlb [Kohlbrugge] Walt [Walkenhorst]
In strijd en drukking opgestaan. Kohlb. geantw. bitterheid was er niet in, doch eigenheid zeker nog al wat.
Waltersdorf [Walkenhorst] bij mij. Aan mijne Vrouw beviel hij dan ook regt goed.
Barbe aangd (ov Rheede)
Aan 't bureau Barbe bij ons met de tijding Zijner aanstelling. Het trof mij nog al. Ik mogt hem gaarne krachtig over Rhede gesproken. Hij viel op eens uit. De zaak is dat zij met hunne speculatien niet aan de Godheid van Christus geloven. Juist dat viel mij daar van het hart zoo is het. Hoe veel gelijks met Irving en toch zoo geheel verscheiden.
(d C [da Costa] 9 Sept)
Zeer belangrijk briefje van d C. Barbe had er ook met Thijs over gesproken. Er moet daar te Rheede een bom losbreken, dat gevoel ik duidelijk.
Irving & Rheede
Gelezen in de K.Z. de zaken ov. Irving. Hij is te ver gegaan, doch de Vrienden van Geneve begrijpen hem niet, (zie weder d C)
Land d herrl.
gelezen over das Land der Herrlichkeit heerlijk en verkwikkend.
Ref. V Hall
In de Reformatie wachtte ik een schok en
juist vond ik de recensie van Groen [Groen van Prinsterer] zeer frisch. Wat de N S betrof kon ik geheel toegeven. In de brief van Golverdinge ook veel goeds, alleen dat kettersche dat hij hen aanvrijft hinderde mij zeer.
Bez Jansen v Londen
'S avonds nog bezoek van een Heer Jansen door Marzials gezonden, een bienfaiteur de l'école. Zeer diep ging hij niet, doch wij spraken nog al belangrijk. Over Irving sprak hij nog al gunstig.
Later was de avond aangenaam & werkzaam. Mijne drukking zeer opgehouden.
Z. Sept 9. N S
Zeer gedrukt opgestaan. Ik wilde voor de N S. schrijven. De pen viel mij uit de hand. Ik had een overtuiging dat wij niet tot het November Nommer zouden komen. Ik schreef veel aan d C. [da Costa].
Reis
Campbell verwacht ons. Doch hoe nu met de reis. Ik heb er geen inzich in. Ik durf niet of ik moet volle overtuiging hebben.
De fabrikaten Freyss
De ogtend liep wel af. De moeilijkheden van allerlei aart werden steeds groter vooral met de fabrikaten, na de ontdekking van de levering van het slegte goed v Poelman. Freyss & de Bruin waren heden hier, zij kunnen slechts drieduizend stuks in een week onderzoeken.
Bähler. Bericht d C.
'S midd was Bähler bij ons. Hij bragt mij zeer wellekome tijding van d C. met wien hij allerinnigst gesproken had. DC was zoo ver dat hij zelfs over de uitdrukking v Kohlbrugge dat de schrijvers van de Stemmen bekeerd moesten worden, niet geergerd was, erkennende dat er voor hem eene twede bekeering nog nodig was, dat alles wat speculatie was leven bij hem worden moest.
Walkenhorst
'S midd kwam Walkersdorf [Walkenhorst] die het dan met de preken van Krumm [Krummacher] goed had kunnen vinden. Hij sprak weder regt goed en beviel ook best aan Bähler zoo dat wij te zamen waren, of wij reeds sedert zeer lang bekend waren geweest.
Bähler. Bethm Hollweg [Bethman Hollweg]. Zaken in Belgie.
Bähler was regt vrij gestemd. Hij zeide dat hij mij alleen de resultaten van zijn reis in 'S Hage had medegedeeld, doch dat hij in dit alles vol van strijd was geweest. Liefelijk waren zijne mededeelingen over de hartelijkheid van Hogendorp [Van Hogendorp]. Hij had brieven v Goedkoop. Men wilde van de eene kant een Comité vormen in Belgie, doch Goedk waarschuwde hen dat men er dan Spoerlein, Schmidt & Twent niet buiten kan laten en dat dan hij Bähler er geheel zoude uitgeknikkerd worden. Spoerlein wordt nu hier verwacht en Sec [Secrétan] schijnt grotelijks met hem ingenomen.
B. had Bethma Hollweg [Bethmann Holweg] gesproken dien dan het gebeurde op zijne berigt zeer gehinderd had. Hij zoude misschien hier nog komen. Zonderling is dit toevloeien van Vreemde na Holland. Arugo & Oaillon Bariot waren hier ook dezer dagen.
Gerrit
Het overige van den avond vloeide rustig daar henen. Gerrit kwam vroeg t'huis, begon weder over letterkunde te spreken, en er was een geheel andere geest in hem. Wanneer de driften niet loeien, is zijn oordeel gezond. Hij had nu Chamisse gekocht, vondt het ultra-romanticq, doch begreep wel dat dit alles maar voor een tijd was.
Barbe
De Heere gaf weder uitkomst, verlichting in alles deze dag. Hij zal verder leiden. Wij waren bij Barbe, die druk in het Italiaansch boekhouden zat 't geen mij genoegen deed. De mensch zonder arbeid is toch in eene abnormale staat.
1837 Sept 10 Z
Eerst gedrukt opgestaan gaf de Heere eene verruiming waarvan ik sedert dagen geen denkbeeld had. Het stuk voor de N S lag mij op het hart. Moest het nog iets worden, ik weet het niet. Na 's ochtends gelezen te hebben ging ik daar weder aan.
Eng Kerk
Met St [Steven] wandelde ik genoeglijk na de Eng Kerk, en hoorde daar van een Vreemd Leeraar een regt lieve preek over het gebed van Mozes om Kanaan nog te mogen zien, toegepast op het hemelsche Kanaan met een gemoedelijke aanspraak in aller aanlokkend Engelsch.
Alex [ALexandrine van Boetzelaer] Mev Windgassen
Bij onze terugkomst vond ik Alexandrine en juist had Mev Windgassen belet gevraagd. Dit hinderde mij eerst nog al, en echter alles liep goed af, en ik werd getroffen dat de tijd zoo spoedig om was. Ik had nog al gelegenheid met Alex. te praten. Het ging indedaad beter dan ik verwacht had, en zij kwam dunkt mij met meer stellige overtuiging terug dan men zou kunnen verwachten van iemand die op dit oogenblik zulk een volle teug uit de Rheedensche fontein gedronken heeft. Laatsm [Laatsman] had haar geraden om vooral veel te lezen alle nuances vooral de Bijbel in zoo veel talen mogelijk, en dan de Ev. en Alg. K Z, de N S, Ref, en het Journaal van de Dominé's. Mevrouw Windgassen verhaalde veel van hare ondervindingen, en van de wonderlijke wijze waarop zij in hare zaken gered was geworden. Teves verhaalde zij van twee allerwonderlijkste ontmoetingen die zij in haar leven had gehad, de eene daarvan was eene zekere optrekking in den geest waarbij zij haar gehele levensloop had aanschouwd en dit met zeer vele bijzonderheden. Ik laat deze zaken daar ik heb geen maatstaf om te beoordelen of zij waar of niet waar zijn. Voor God zijn alle dingen mogelijk. Zoo iets moet toch zeer treffend zijn voor die het ondervindt.
N S
'S avonds nog met de Jongens gelezen. Getroffen geweest door de eenvoudigheid van Genesis. Onder tusschen de reis lag mij op het hart. Steven wil dol graag mede. Ook het stuk werd gereed. Het is het resultaat van mijnen strijd maar zal het iets voor de N S zijn. Ik weet het indedaad niet.
Maandag 11 Sept
Deze morgen zoo vroeg, zoo helder opgestaan als in lang het geval was. De zaak der reize moet zich nog ontwikkelen.
Dingsd 19 Sept. Terugk. Brieven Bethman Hollweg
Zij heeft zich ontwikkeld. Ik ben terug. De Heere heeft van stap tot stap geleid, verkwikt en gezegend. Niepoort [Van der Niepoort] was mij als een broeder allerhartelijkst. Daan was lief. Ik was echter toch bijna al te verheugd de mijne weder te zien. Met de kinkhoest was het nog waarlijk al redelijk; met Steven zeer wel na omstandigheden. Thijs nog al aangegrepen. 'S avonds kwamen Barbe & St [Steven] nog, doch ik zat nog in de zaken verward. Barbe sprak lief over zijne reize. Kohlb [Kohlbrugge] moet dan al zeer belangrijk en liefelijk met hem gesproken hebben. Hem had het coterieachtige op Rhede nog al getroffen. Ik vond een belangrijke brief uit New York bij mijn terugkomst, voorts van Werth, Secrétan, Talma. De Heere geve mij kracht dit alles ter zijner tijd te beantwoorden. Aan het bureau veel gewigtigs, vooral de brieven van Batavia. De zaak over de keuring wordt hoogst bitter daar Freyss het nu ook met Wilson & Ainsw [Ainsworth] bedorven heeft. Dat is maar waar met alle zijne trouw & hartelijkheid wat Ainsw van hem zegt, he will take no advice. In mijn afzijn was Prof. Bethman Hollweg bij mij geweest, die aan Bähler zijn leedwezen over het gebeurde te Reineck te kennen had gegeven. Gerrit was nog sterk in zijne kermis ijver voortgegaan.
Sept 20/23 Alg toestd
Drukte aan het bureau. Afdoening van vele zaken. Moeilijkheid van al de opwekking van drift, naar aanleiding van de beschuldigingen en ontdekkingen van Freyss. Gedurige worsteling na het ligchaam met eene kwaal die diep drukte.
Bededag der Gescheidenen
Woensdag 20 was de bededag der Gescheidene. Zij wierden weder gestoord. Ik gevoelde er hoegenaamd niet voor, wierd eerst laat gewaar dat het die dag was. De eigenheid blinkt mij overal zoo verschrikkelijk door dat ik niet meede kan gaan. Wij gescheidenen zeide dezer dagen de meid van V d H [Van der Houven] zijn zoo naauwgezet dat wij zelfs bij anderen het kwaad niet kunnen dulden.
Av. met Coquerel
Den 20 's avonds bij D Broes met Coquerel. Hij was gelijk altijd vriendelijk en zeer geestig maar het geestelijke als het ware afsnijdende op alles uit de hoogte nederziende en was een grote voortgang van het protestantismus door raisonnable overtuiging sprekende. Hij verhaalde ons van de vele afwijkingen en stelsels in Parijs onder anderen van het Fournierisme ([Fourierisme] volgens hetwelk de menschen in Phalanxtères moeten gaan wonen. Een gedeputeerde zoude ƒ300/m voor de oprigting van zulk een gebouw gegeven hebben.
Av v d C [da Costa] bij ons
22 's av allerliefste uurtjes met d C die bij ons kwam. Het was juist een der avondjes van 1823. D C komt dan maar als verfijnd goud uit alles uit. De preek v Kohlb [Kohlbrugge] had hij nu nog eens gelezen en zoo zeer als de brief v Kohlb hem gehinderd had zoo zeer was hij met de preek, op een enkele uitdrukking na ingenomen. Ja dat divorceeren met de wet, daartoe moet het komen. Antinomie vond hij bij Kohlb in 't geheel niet de enige Vrees die hij had
bij Kohlb is dat hij zich met God zoude identificeeren en dan God gebruiken om de ongelijken v Kohlb [Kohlbrugge] te wreeken. Nu de Heere zal in alles voorzien. Het Reedensche punt is het eenige dat d C [da Costa] troosten kan in zoo vele moeilijkheden die iedere dag aangroeien bij de uitbreiding v zijn huisgezin.
Lohr v Cassel
Lohr v Cassel waarvan Groen [Groen van Prinsterer] mij sprak is bij d C geweest echter in tegenwoordigheid van Albrecht, die het hooge woord had.
Vis bij Jamieson
23 bij Ds Jamieson die mij een lieve preek had gezonden, die hij te Haarlem deed en die op de hoofdpreek neder komt. De man was bijzonder hartelijk. Zijn verhaal wegens de oppositie die hij onder de werklieden van Wilson gevonden had. De eene printer zeide Give me a sole argument for the existence of that being whom you call God.
Aanvallen op Bild [Bilderdijk] &C
Grotere aanvallen weder op de Bilderdijksche School na het uitkomen van het boekje van Groen [Groen van Prinsterer]. De Arnh. Courant trekt weer tegen de factie op. Het Journ d l H verdedigt de Cesaropapie.
Huisselijke omstandigheden
In ons huis gaat het met de kinkhoest tot nu toe gezegend. Met Steven is het slechts eene kinkhoest die zeer dragelijk is; onze beste Thijs lijdt er zeer onder.
En nu sedert mijne thuiskomst muizennissen van allerlei aard, ook draaierijen en logens in huis. Caroline regt lief moederlijk vrouwelijk. Ik zelve door het wonderlijke zenuwachtig bloedrijke was in het geheel als het ware afgescheiden van het genot dat de uiterlijke dingen geven zoekende rust in God. Donderdag avond opwekking en liefelijk gevoel van Gods goedertierenheid, gister bij Jamieson overtuiging van waarheid, en nu de Heere zij nabij.
Zond. Sept 24. Preek Coquerel
Na Coquerel geweest. Zijn preek Jezus Christus is dezelfde heden & gisteren & in eeuwigheid tot text nemende, was alleen het bewijs que le Christiansme n'avait pas encore dess[onl] en dit was dus eene franche objection franche opgelost. Er waren brillante stukken in, doch het liet mij geheel koud. Het was een terrein daar ik volstrekt niet te huis behoorde. Er was niets in voor ons geweten.
Preek Jamieson
Naderhand nog lief bij Jamieson over de wet, hoewel hij niet geheel tot den bodem drong.
Kaat. Sj [Sjonket]. Gerrit treurige avond.
Kaatje Sjonk ontzettend zwak. Muller ontmoet die mij zeide dat hij de vorm van Coq. had bewonderd, doch dat hij veel van het Xnossis weinig van den levenden Christus had gesproken. Car. [Caroline] had gedacht dat Coq Gerrit nog treffen zoude, doch dat was geheel mis. Deze vondt het alleen declamatie, en eigenlijk als bewijs niets afdoende. Dat spreken van Gerrit aan tafel die diepe ongelovigheid zijner uitdrukkingen dit alles hinderde mij zeer, en toen naderhand het lezen met de jongens in de war geraakte, toen was ik ook geheel ter neder geslagen. De Bijbel ja elk godsdienstig boek was mij als geheel gesloten. Eene koele onverdraaglijke onverschilligheid gevoelde ik voor alles. Mijne goede Vrouw had niets om mij mede tedeelen. Op eene andere dag red ik mij door eene gewone bezigheid, doch op Zondag durf ik dat niet te doen, en daardoor wordt het dan nog erger. Het ligchaam leed ook, en dood vermoeid ging ik na bed.
Prof Nitsch verwacht
Ik vernam van Mevr van Bergheim dat Prof Nitsch in de eerste dagen dezer week tot ons zal komen. Moge het tot zegen zijn.
Groen [Groen van Prinsterer] Verdediging
Groen zond a very able exposition of his book in het J d l H waardoor nu juist ten gevolge der oppositie, de zaak zoo veel verder bekend wordt.
Ding 26 Sept. Fam d bij ons, Barbe, Chev [Le Chevalier]
Een stille dag. 'S av famille dag. Ik was zenuwachrig. Goed had ik het nog met Barbe die aan het verhuizen is, lief gestemd en die met helderheid tot mij sprak. Hij heeft toch eene vastheid tegen over dat geheel losse der Reedenschen. Ook een briefje van Chev trof mij. God zorgt. Zalig wie dit gelooven mag.
Huish. Kinkh Ontrouw
Het loopt in ons huishouden allergezegendst met de Kinkhoest. Bij Steven blijft het zeer ligt. Bij Thijs wel zware buien, maar toch het kon veel erger. Daarentegen onrust waar wij die niet verwacht hadden. Uit onze wijnkelder is nu ook stellig wijn genomen, hetgeen na al het draaien en liegen van de vorige week alles met opzigt tot de twee beneden meiden nog ongunstiger maakt. Moge de Heere ons wijsheid schenken!
Gerrit
Met Gerrit is het ook veel strijd, gedurig over het geld &C. De menschen verwonderen zich dat hij zoo veel vrijheid heeft. En echter ik gelove nog steeds dat dit het eenige middel met hem is of liever de weg die voor ons ligt. Ik vernam heden dat die horoscooptrekker die hem zoo veel gezegd had, dat indruk bij hem gemaakt had, hem voorspeld had dat hij in zijn leven een groot ongeluk zoude hebben.
Geruchten van het aftreden van V d H [Van der Houven]
Het zonderlingste van deze dagen waren de geruchten wegens de aftreding van V d H eergister reeds sterk, maar nu nog sterker. De Aandelen waren er op gedaald, daar men van de eenen kant vreesde dat er een ministerieel persoon in zoude gesteld worden. Van den andere kant noemde men mij reeds President, en Bienfait tot den nieuwen Directeur. Guépin was in de Societeit gekomen, en had gezegd dat men zeker kon wezen dat den Heer V d H zijne demissie verzocht had. Hoe dit gerucht nu in de wandeling komt, weet ik niet. Men had vernomen in 's Hage dat V d H Ter Noot niet meer verhuurde, en dit gaf de eerste aanleiding zoo 't schijnt.
Sept 27. W Prof Nitsch dineert bij ons met Prof Muller Koopm [Koopmans], D Huet & d C. [da Costa].
Onder het ontbijt was Prof Nitsch reeds daar, de bezadigde Theoloog, die alles beproeft en onderzoekt en dien Holland toch getroffen had. Wat mij de vorige dag nog een scherts toescheen, wierd mij nu duidelijk. Ik kon Huet, Koopmans, en Muller! vragen en d C er bij. Waartoe dit strekken moet weet ik niet, maar het werd gegeven! Het was alles als of het van te voren afgesproken was en niemand vreemd kon schijnen. En toch had d C Huet in geen zeven Muller in geen Veertien jaar gezien. Het gesprek was zonder opwinding, zonder twist of hevigheid, maar als tusschen mannen die elkander kenden en waardeerden. De leiding van het gesprek aan tafel werd door Koopmans gegeven die zijne beduchtheid over de voorgangen en drogredenen der Catholiken te kennen gaf. Nitsch als een staatsman met zijn Ordersband sprak deftig zeer wissenschaftlich, zeer geleerd doch helder. Nu kwam men in de geschiedenis der eerste Christen Kerk wat Cyprianus had gemeend, naderhand over de Kath Kerk in Duitschland, over Möhler's Symbolik, over Rothe's gesch der eerste Christen Kerk over het Hermesianisme &C.
Van tafel opgestaan hadden er onder de Vrienden nog gewigtige gesprekken plaats. Huet ligt gedrukt onder al die geleerdheid en men gevoelt dat hij meer ontvangen heeft, en hoger behoefte heeft. Koopmans was dit maal meer de geleerde, en sprak veel minder geestelijk dan op dien avond bij Huet. Muller kwam minder uit dan toen bij oom de Vos. De wijze waarop alle met d C waren, getuigde van het gevoel van eene innerlijke eenheid. Voor een half jaar ware mij zulk eene vereeniging onmogelijk geweest. Het was het gevolg van den strijd & al het gebeurde in Gelderland. De Heer leide in alles. Nitsch kwam wat het hart betreft, weing na buiten. God zegene deze dag ook in de gevolgen. Hij leere ons zijnen weg in alles gaan.
Dond. Sept 28. Br [Bähler] Croll, Vr de Br [Vrouw de Bruin], Barbe, Walkenhorst
Ik had een brief van Br, nog steeds zeer gevoelig over het stuk v Gefken die hij wel raadt, belangrijke mededelingen van Croll thans te Damanzar beroepen. Vr de Bruyn [de Bruin] schrijft regt zusterlijk, zendt de eerstelingen van hare appel boompjes. Walkenhorst is gereed tot vertrek. Nu kwam het mij zonderling voor iemand na America te zenden, daar men niemand nodig heeft. Barbe bereidt zich tot zijn vertrek, ik gevoelde mij broederlijk met hem. Hij sprak regt goed.
Muller Gerrit
Muller nog aan het bureau om over Gerrit & zijn Pieter te plaatsen. Gerrit staat op den rand van alle afgronden, en toch ik geloof dat God hem nog meer bewaarde dan ik mij zelve op die ouderdom had kunnen bewaren.
de Padang
De beurs ontzet wegens het verlies van den Padang. Dezelve zeilde de 23 uit, was de 24 verbrijzeld. Het schip was geheel voor Van Straten bevracht.
V d H Terugkomst Cap [Capadose] & Keetje
De geruchten wegens het aftreden van V d H [Van der Houven] nu weder door dat bericht vervangen. Deze goede Vriend kwam 's avonds terug. Hij had Dingsdag tot 's nachts te drie uuren de Stoomboot verwacht die juist vast zat. De eerste ontmoeting was hoogst aandoenlijk geweest. Cap [Capadose] had echter het Astma & was dus wat moeilijk in het spreken. De kinderen waren bloeiend. De toekomst voor V d H blijft donker. Ik geloof echter niet dat hij aftreedt. Hij staat te levendig in de zaak.
Vrijdag 29 Sept. Marz [Marzials]
Eindelijk een brief v Marz. Hij bekent zelve dat in die ongelukkige (menschelijk gezegd) reis alles in de war geholpen, en alle plannen verijdeld zijn geworden. Het verheugt mij dat hij het erkent.
Conf met V d H aan 't Bureau
V d H 's midd bij ons. 'S avonds een gewigtige Conferentie. Overlegging wat wij in 1838 doen
konden. Het is zoo, niet meer kan er gedaan worden. Het zal een strijd geven om het zoo ver te brengen!
Sept 30
'S avonds met Barbe en zijne Vrouw te zamen. Wij waren broederlijk bij een. Ik heb veel nut van Barbe gedurende zijn verblijf alhier gehad. Zijn geloof was levendig, en hij had in de practikale dingen bv. in de Opvoeding een treffend inzigt. Het vrouwtje was met onze vrouwen regt vertrouwd geraakt. God gaf en nam ook weder in dezen.
October
Zondag 1 Oct Ochtenddienst
God gaf kracht deze dag in velen. Dat Gerrit onder de lezing zat was mij verkwikkelijk. Alles was mij regt helder. Ik las de geboorte v Christus, maar ik zag en gevoelde alles. In lang had ik die levendigheid niet. De preek v Jamieson viel nu af (over Daniel).
Bez bij d C [da Costa]
Ik vond d C nog al neergedrukt. Veel over de opvoeding gesproken. Veel over het Vorwort voor de nieuwe N S. De oude nuance weges Groen [Groen van Prinsterer] komt op. Die vrijheid van de Kerk zegt d C die Groen begeert is er nooit geweest. Hij vindt dat Groen te edelmoedig is en zich geheel voor de scheiding Sacrifieert. Denkbeeld dat het de tijd is, om ook wat bij de Gescheidene verkeerd is aantewijzen.
Avond te huis
regt huisselijk en tot zegen in zoo verre dat Gerrit die deze dagen weder aan het lezen geweest is, nu met veel meer vrijmoedigheid over het een & ander uit kwam. Hij heeft toch indedaad een scherpe blik. De Heere brenge dezelve onder de gehoorzaamheid des Euangeliums. De dag was mij aandoenlijk, hoewel in veel zwakheid des ligchaams.
Oct 3/7
Reis na Rott. & 's Hage
Oct. 7 Z Terugkomst
Terugkomst. Van schrede tot schrede heeft de Heer geholpen en uitgered. Ik was in de Diligence, wat het innerlijke betreft zoo kalm geweest doch mijn bloed was door het rijden echter geagiteerd. Ik vond onder andere een brief van Barbe de bijzondere uitkomst behelzende die hij ook wegens het huis weder ondervonden had bij zijn aankomst, en hoe dit uit den mond van zijn kind, zoo krachtig gekomen was. God is groot en wij begrijpen hem niet.
De kleine Thijs was nog al hevig een paar nachten aan het hoesten geweest. Nu is het door Gods grote ontferming beter. Over Gerrit was Caroline ditmaal zeer te vreden.
Div. berichten
Er was veel natezien hoewel ditmaal van minder belang dan de vorige keer. Steven was regt hartelijk. Bij V d H [Van der Houven] was het wel, maar niet zonder eenige stuiting scheen mij. De brief van Couvreur of wij Freyss wilden loslaten kwam mij al wonderlijk voor! Van dit enkele woord over Nijkerk wordt nu partij getrokken als of ik iets zocht daartestellen & op andere invloed te hebben. Doch de zaak was niet in mijn belang en de Heere zal er mij niet in verlaten. Jegens mijne Vrouw & kinder voelde ik mij zeer beminnend gestemd. God had bewaard in alles. Hier was een treurig overlijden van de jonge Mev Engelbers Beets. Paulientje Gildr [Gildemeester] was een nacht zoo ziek aan een stik zinking of iets dergelijks geweest, en had toen de nacht veel over de dood gesproken zeker denkende te zullen sterven. Cap [Capadose] was die dag bij d C [da Costa], en die laatste was innig getroffen en beschaamd over veel van 't geen hij van zijn Vriend hoorde.
Oct 8 Zo Ochtend dienst
Ik stond er, en was zelfs besloten om na Huet te gaan, alwaar bediening des Avondmaals was. Het was echter meer het denkbeeld van gewoonte dan van bijzondere drang. De kerk heeft mij thans iets afstotends. De nacht was echter zeer onrustig. In het laatst kon ik niet slapen, niet leggen, ik wist niet hoe mij te houden stond dood vermoeid op en toch redde God weder.
Gerrit bleef weder. Ik las eenige Kapittels met minder opwekking voor mij zelve dan voor 8/dagen, doch naderhand deed de gang naar Ekron van Krummacher mij groot genoegen. Dit is toch maar het ware Jesus alleens. Geen afgoden. Mogt ik dat zoo levendig gevoelen als onder en na het lezen. Alles was mij van het hart weggeworteld.
Verwelkoming van Capadose
Daarna bezoek bij Capadose. Het verheugde mij zeer hem weder te zien, doch mijne tranen konden bij de eerste aanblik niet vloeien. Naderhand wierd alles levendiger aan mijn harte. Dit zag ik wel dat hij meer tot de scheiding nog dan tot Rhede genaderd is. Van Gaussen Malan Merle [Merle d'Aubigné] Pottavel verhaalde hij veel. Hij zeide dat de zaken der scheiding daar ook levendig waren, doch dat de liefde werkzamer was. Het nieuw uitgekomen boek van Rochat over de organisatie der Kerk had deze questien weder verlevendigd. Men weigert aan Malan het preeken in de afgescheiden kerk te Vevay [Vervey]. Malan preekt een paar malen in de nationale Kerk. Hij nadert tot het Oratoire dat echter nog al tegen hem opziet. Toenemende haat tegen het Oratoire te Geneve. Nuances tusschen Geneve het Canton de Vaud & Neufchatel. De laatste plaats wel dood maar zeer met ons land overeenstemmende voor 1793. Het adres betekende volgens Cap [Capadose] weinig. Het was reeds door Honderd twintig leeraars getekend.
Indruk boekje bekeering van Cap. Gezegende avond.
De Heere had nog een zegen dien dag. Ik las 's middags het boekje over de bekering van Cap. door Pottavel uitgegeven. Het herriep vele zaken in mijn gedachte. God is werkende. Daan gaf mij door eene vraag aanleiding om het naderhand
aan de drie jongens te vertellen, en toen kon ik met eene vrijheid met hen spreken gelijk ik niet weet ooit gedaan te hebben. Het was mij alles ziel en leven. Ik voelde eene kracht om alles aan den Heere te kunnen overgeven. En nu [Here Here/Hem Hem?] zij de lof eeuwiglijk. Ik wil dit alleen als een gedachtenis van de geheel verbeurde goedertierenheid Gods over deze dag aanstippen.
M. Oct 9 N S Nov bij mij
Aan werkzaamheden ontbrak het niet. Wat men verder wenscht te doen moet uitgebroken worden. Met de N S gaat het daarentegen moeilijk. De dagen vlieden om, en er is al weer copij nodig. 'S av. kwamen wij bij een bij ons. Ook Cap [Capadose] kwam daar. Het gesprek was hartelijk. D C [Da Costa] was niet bijzonder gestemd, hoewel hij zich met Cap al zeer vereenigd gevoeld had. Mij liggen de S als een zware band op het lijf die mij vervolgt, en ik kan er ondertusschen niet af. De verhalen van grote ergernis bij iemand als broeder bekend en met lof, waren mij regt leed, en troffen ook Cap bijzonder. De berichten over de Wahlverwandschaften te Rhede en dat men daar opentlijk gezegd heeft, dat al was men hier met zijn Urbild[?] niet getrouwd, het in den hemel nog teregt kwam bevielen mij ook niet. Koenen levert stukken genoeg, doch de Stemmen draagt hij eigentlijk niet.
Luber schreef mij het wandelen voor. Ik deed dit, hoewel niet zonder verveling. De kring voor de S. kwam mij nu nog kleinder voor.
D. Oct 10
Walkenhorst
Walkenhorst nam deze dagen afscheid. Op het laatst kwamen nu nog kleine zaken weder voor. Hij vroeg geld aan Henri Gild [Gildemeester] om nog het een & ander aftebetalen. Indien iemand op de Voorzienigheid als het ware leeft, kan er dan nog geld vragen te pas komen.
Fam. dag bij S d C [Steven de Clercq]
'S av fam d. bij S d C. Py [Pauly] en Mo [Margo] waren er weder. Ik had Angelique in 't geheel niet gemist. Met Pauline & Eduard sprak ik nog al. Veel bijzonders was er niet. Met Margo kon ik niet aan de slag komen, en die treurige tijdingen van Christene drukten mij ook.
W. Oct. 11
Bezoek Decima
Wij waren op het schip Decima bij C H de Vos. Alles was er volmaakt in orde. Het ging er mij nog al wel, maar 's avonds had ik beginselen van Migraine. Den gehelen avond wijdde ik verder aan de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]. Er zijn brieven van Batavia, zeer belangrijk weder over Manufacturen waarin ik geheel verzwolgen was.
Finantien
Ik hield mij voorts bezig met het afdoen van alle mijne finantieele zaken, van het remitteeren van al de Collectes &C 't geen met de daarbij gevoegde Correspondentie veel tijd weg nam. En echter tot dat gereed is had ik geen rust.
Bähler
Dat Bähler 8/d in stad is zonder mij te komen op zoeken hinderde mij, ook dat hij met By[Betsy] nog niet weder verzoend is. Wonderlijk hoe nu het Character van zijn vader geheel voorkomt. Nu hij meer zelfstandig wordt, verdwijnt ook die ootmoedigheid die hij uiterlijk had. Verre ben ik echter om het met M [Messchert] eens te zijn, die zegt dat hij op de weg des Satans is. Ik geloof dat Mess wel eens wat diep in zijn hart mag grijpen. Het schijnt als of zijn Christendom thans alleen oppositie tegen de Dominés is.
D. Oct. 12 Oesterpartij
De gewone oester bezending kwam. Dat gaf 's avonds eene vereeniging bij ons met Py [Pauly] Hy [Henry] & Mev V d H [Van der Houven] die genoeglijk was. Dat wettische van den Zondag is al zeer sterk bij de afgescheidene. Neeltje wilde op dien dag geen sleê bestellen om Mimi na de Kerk te rijden. Wat klippen van allen kant.
Walkenhorst.
Walkenhorst vertrok nu. Mijn hart is aan hem verknocht, en toch hoe onvolmaakt zijn alle onze banden.
Gerrit.
Met Gerrit nog al een sterke storm op tafel, daar hij zoo uit de hoogte over godsdienstige zaken sprak. En toch ook hierin weder beschaming daar dit aanleiding gaf tot een gesprek tusschen Caroline & hem, waaruit bleek dat er waarachtige overtuiging op de grond van zijn hart ligt.
Overlijden H M de Koningin.
Onverwacht en treffend was het bericht van het overlijden van H M de Koningin. Zij heeft sedert lang geleden. Als een lieve Vrouw was zij bekend, en hoewel men bijna nooit iets van haar hoorde, was dat iets toch altijd gunstig. Vele mogen nu nog al voor de Koning veel voelen. Zoo als d C [da Costa] mij gister zeide Het is toch een vaderlijke band.
V. Oct 13
Een stille dag. D C opgezocht. Hij was als in barensnood. Twee stukken waren in zijn hoofd geschreven maar hij kon die maar niet uit brengen. Ook hem hinderden vele zaken, doch over het algemeen beviel hij mij wel. Met Gerrit kon hij het dan regt goed vinden en zij lezen te zamen Victor Hugo met veel overeenstemming. Ik had het met Gerrit dien dag ook zeer goed. Hij was buitengewoon gezellig. 'S avonds Maan eclips bij allerheerlijkst weder. Van den eenen kant ben ik volkomen gezond van de andere kant nu en dan ontzettend gedrukt. Heere leid gij mij, wees gij mij genoeg.
Z Oct 14.
Strijd Lichaam N M [Nederlandsche Handel-Maatschappij] & N S.
Goedertierenheden Gods, en toch gedrukt op veelerlei wijzen. Vooreerst in het ligchaam. Innerlijk echauffement tinteling, de gehele ochtend niet regt op mijn verhaal, 's middags kalmer en beter.
de Mij! V d H [Van der Houven] terug. De brief van V d B [Van den Bosch] aan hem beviel mij niets. Waar moet het met die gedurige worstelingen na toe. Ik zie geen licht.
Eindelijk de N S. D C zendt mij 's avonds nog zijne Inleiding. Het is wel goed beredeneerd doch juist op het terrein der redeneering zijn wij zwak tegen de Afgesch. Ik heb geen geloof voor eene polemiek tegen menschen die reeds hun besluit genomen hebben, en niet wêer terug kunnen gaan.
Z. Oct 15 Vis d C [da Costa]
Ik wilde ter kerk gaan, doch het kwam er niet toe. Ik was als tegen gehouden en las de mijne een paar Cap uit Lucas voor. Met Caroline had ik het regt goed. Ik begon het stuk over Cap. [Capadose].
D C bezocht ik; hij was nog al zeer nedergedrukt over de N S v Nov. Wij schenen niet voort te kunnen en echter wij konden er ook niet uit. De brief v Geneve wierd ons toch nu gezonden ter plaatsing. D C voelde zelve dat de toon van het laatste gedeelte der inleiding niet goed en te week tegen de scheidende was. Hij haalde nu echter alles op gaf mij ook de sleutel van mijn eigen character hoe ik sedert jaren Reedensch was doch hoe die beweging geschiedde op een grond van waarheden die de Heere in mij had doen bezinken. Het gesprek was belangrijk, maar hij voelde zich zeer in de diepte. 'S avonds had hij het op zijn Zondag met Cap [Capadose] die de voordragt deed, zeer goed.
M. Oct 16. Preek v Coquerel
De vorige avond was aangenaam geweest. Met de Jongens de geographie van het heilige land behandeld. Veel druk echter ook na het ligchaam. Deze dag stil, het stuk v Cap afgewerkt.
Zondag heeft Coq. gepredikt. Grote beweging daar door in de famille. Hij preekte welsprekend, doch met zijn geheel ongegronde algemeenheid. Stuiting daar over tusschen Hy [Henry Gildemeester] & Gideon [Gideon Boissevain]. Ook Margo tot mijne verwondering geheel eens met Coquerel. Ik had reeds lang zoo iets verwacht een Vrede zonder grond kan niet duren doch ik had gemeend dat Margo op onze zijde zijn zoude.
D. Oct 17. Bijeenkomst bij ons met Cap
'S avonds genoeglijke bijeenkomst bij ons. Cap was daar met St [Steven] & Ch [Charlotte], V Eik [Van Eyck] & Bähler. Ik had deze laatste eens geschreven. Zijn plan om van alle zijne Vrienden onder voorgeven het zoo druk te hebben weg te blijven was mij zonderling. Ik was die avond in eene stille overgegevenheid des herten en grote deelneming in 't gesprokene.
Belangrijk gesprek over Gaussen's gevoel ontrent de zielenslaap. Over de viering v de Zondag. Bijzonderheden weg Malan, Merle [Merle d'Aubigné], Rochat &C.
Belangrijke ontmoeting v Cap [Capadose] op de Stoomboot met een Israelitisch meisje. Cap ziet veel in, doch de positie v Kohlb. [Kohlbrugge] & wat die wil begrijpt hij niet. 'T geen Bähler van L. [Laatsman] verhaalde was allerverschrikkelijkst.
Dond Oct 18
Mev B.[Bähler], Saln [Salomonson], Bischofsheim, V Lenep [van Lennep]
Een brief v Mev Bähler beviel mij geenszints. De zaak v Salomonsen was mij moeilijk op 't bureau. Die propositie v Bischofsheim om nu de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] zelve de wissels op het Ministerie te doen disconteeren was zonderling. Richd v Lennep stond op eens voor mij dat mij verheugde.
Schuyl.
Schuyl sprak ik lang. Hij meent het regt goed, en toch wij staan niet geheel op hetzelfde terrein. Hij had nu op zijne reis die geheele Brakel nog eens uitgelezen.
Vis d C [da Costa]
D C bezocht. Hij was uit geweest. Mev Koenen had innig met hem gesproken. Er was meer leven bij hem, dat ook in zijn wezen des Christendoms te zien was. Ik geloof toch dat veel van 't geen hij duisternis noemt, ziekte is.
Gerrit
'S midd met Gerrit weder [onl] geworden, en gemoedelijk willen aanspreken, dat verkeerd was.
Intr d H Busk
'S av. kwam een Heer Busk met een Introductie van Ds Bosworth van hem & zijne Vrouw die in de foreign Quarterly schrijft. Zijne Vrouw moet dan toch dunkt mij litterarischer zijn als hij er uit zag. Het scheen een grote en dikke ccampagnardl].
Gespr met Car [Caroline] Br [Bähler] & By [Betsy]
'S midd veel agitatie in het bloed. Later op den avond was alles beter. Nog veel met Car. gesproken. Wij gevoelen ons in deze oogenblikken al zeer vereenigd. Links & rechts moet men thans niet zien, alleen op God. Zonderling is die wijze waarop zich in Bähler zijdens van 't character ontdekken die wij nimmer kenden. Groot blijft die spanning tusschen Bähler & Betsy. Het is nu besloten dat Doortje V d H [Van der Houven] van den winter te Middagten blijft.
Vrijd Oct 20
Een dag van veel bemoeying veel woeling, en ziet de Heere was toch in alles nabij. Waar ik moeilijkheden vreesde zag ik die weggenomen. God zorgt. Ook weder in het schrijven van Barbe zag ik dit bevestigd. Wonderlijk heeft de Heere voor hem gezorgd. Hij woont nu regt lief heeft zijn werk, en ziet op den Heere. Hartelijke medewerking van den een & ander, ik kon ƒ 55 aan Talma zenden.
Diner Rich v Lennep
'S midd. Richard v Lennep het verheugde mij hem weder te zien, en met leedwezen vernam ik zijn spoedig vertrek. Py [Pauly] & Mo [Margo] die vroeger hun verlangen te kennen gaven van hem te leeren kennen, waren er ook benevens Jansje van Oort [Van Oordt]. V Lennep sprak met een uitmuntende toon doch ging niet tot in de diepte der zaken door. Van Victor Hugo had hij veel ongunstigs vernomen, toen hij te Parijs was. De avond was na zijn vertrek genoegtlijk uit hoofde van de liefde die de kinderen voor Py & Mo hebben. Ik voelde mij niet genoopt om te spreken over de zaak v Coquerel's preek. God geeft het spreken op zijne tijd.
Brief Jufv v d Bosch
Ik ontving een briefje van een Mejuff Van den Bosch uit Goes, die mij een brief van de waardige Serbt [Serb] medebragt en onze kennis wenschte te maken.
Zat Oct. 21. Doopdag d C [da Costa]
Het deed mij zeer leed gisteren den doopdag van d C vergeten te hebben. Juist had ik bij het lezen van Capadoses bekeering geschiedenis mij zelve zoo beloofd van er om te denken. Gister zijn Cap. & Chev. [Le Chevalier] bij d C geweest, en schijnen het zeer genoeglijk met hem gehad te hebben. Voor 8/w/u/m? sprak Cap. bij d C ov Ps 133. Het moet veel genoegen gegeven hebben.
Brief Bähler
Bähler schreef mij een zeer lange brief ten antwoord ten deele op hetgeen ik hem over de zaak van Betsy geschreven had. Hij neemt de zaak al zeer hoog op, en ik ben te weinig met de bijzonderheden bekend om hem daar te kunnen volgen.
Vis. Jufv van den Bosch
Vader, Taylor
Dezen avond kwam Jufv van den Bosch. Het is altijd moeillijk om iemand aftewachten, ten einde Christelijk te spreken, doch het ging waarlijk al zeer wel en ook deze leiding was uit God, en geheel buiten mij. Het zoude schijnen als of ik de mensch aantrok, en ziet de Heere zond dezelve. Juist was het nu op een oogenblik waarin ik aan de beschouwing der tijden had moeten werken, en ziet het liep geheel anders. Deze Vriendin had in hare jeugd met de Vrouw van Bovet eine gebohrne Munn school gegaan te Neuwied, en had nu door een bijzonder aanleiding iemand vergezeld naar Ems, van daar Francf bezocht en het in de kring van Bonnet &C regt goed gehad. Zij is een nichtje van Ds van der Meulen doch kwam mij voor veel tact te hebben. Het werkje van Groen [Groen van Prinsterer] had zij met veel genoegen gelezen (dat over de beginsels). Zij had zeer veel eenstemmigheid met eene zwager Vader genaamd, die op een naburig eiland woonde, en die die gene is die in het Voorjaar geloof ik dat gebed voor de N S overzond. Zij had op hare terugkomst eene zeer belangrijke reize met een (waarschijnlijk professor) Taylor uit Cambridge gedaan, die een zeer christelijke man moet zijn & die nu van Lausanne kwam. Bovet was nu weder na Zwitserland vertrokken. Bonnet houdt nu ook 's winters des Woensdags een voorlezing voor den brief aan de Romeinen.
Diverse berichten.
Wij hebben heerlijke schone herfstdagen. Alles is het dunkt mij stil. Capadose sprak Scholte en had het nog al wel met hem. Er is voorleden Zondag een grote opschudding te Rotterdam zoo ik hoor geweest, waarbij de afgescheidene aangevallen of bedreigd zijn geworden. De begravenis van H M is op Donderdag den 26 dezer bepaald. De Couranten deelen ons mede dat 's Gravenweert zich in het laatst v Sept. te Odessa bevond. De Speculatie in Aand. Spoorwegen is eene dolheid geworden. Spoorweg Haarlem 161 do Rott 132 pc.
Zondag Oct. 22 V d M [Van der Meulen]
'S ocht was Car [Caroline] na V d M en hoorde een goede preek over het vertrouwen op God, hoewel steeds in zijn Cirkel.
Huisdienst
Ik las genoeglijk aan de mijne voor en las naderhand met Gerrit een Kapittel in het Grieksch. Zal dit verder nog iets geven? Het was mij toch aangenaam.
Jamieson.
Bij Jamieson over den Zaaier. Het ging niet diep genoeg. Bij de uiterlijke tekens bleef hij te veel staan, niet bij Hem die de grond bereidde! Cap [Capadose] was er.
Truitje W [Westendorp]
Met Car na Truitje W. Bij al de niet in de gevoelens maar ontrent het personeele antiredensche indrukken zag ik op tegen dit bezoek. En ziet de Heere nam alles weg. Ik gevoelde mij met haar & Alex [Alexandrine van Boetzelaer] zeer vertrouwlijk.
Spoorweg.
Met Car de beginsels van den Spoorweg gezien. Wat zal er nog veel ten gevolge van deze schijnbaar nog onbeduidende werkzaamheid gebeuren.
Krans Gerrit
'S av t'huis. Gerrit had zijn krans er werd gespeeld. Het schokte mij niet, want of het bij mij of bij een ander aan huis gebeurt is het zelfde, en wat kan hij doen zoo lang hij geen begeerte voor hogere dingen heeft.
Begonnen de Besch der tijden waarin terstond opening kwam. Deze dag was regt kalm & liefelijk ook naar het ligchaam.
Maand Oct 23. Stormen, Kamerling, Stemmen &C
De stormen begonnen na een allerheerlijkst najaar. Ook in mijn ligchaam stormde het. Aan de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] drukte genoeg. Het opstellen der besch. ging bijzonder vlug. Zoodra God de zaak geeft, bemerkt men niet dat men er tijd aan besteed. 'S avonds had ik na het souper nog een verkwiklijk half uurtje gelijk in vorige Jaren. Heere geef mij uw licht! 'S avonds had ik nog een zeer eenstemmig gesprek met Kamerling die ik zeer goed verstaan kan. Voor de armen is toch de strijd zwaar.
Dingsd 24 Oct Gevoel aan 't bureau
Een vrij sombere dag; ik was gedrukt door de nattigheid. Het bureau was somber en de rescriptie v den Min. over de ƒ 400/m benevens het rekest v Salomonson, waaruit de grote invloed bleek die men aan dezen had toegestaan, bevielen mij hoegenaamd niet.
fam. d. Gideon
'S av. familledag. Voor mijn gestel eene uitspanning indedaad. Over het geestelijke te spreken wierd mij geheel afgesneden. Men stond op een Waalsch territoir alles roemende. Ik wist niets te zeggen. Veel wordt er gesproken over de rouw. Ik wil mij niet uit monsteren maar nu zijn juist V d H [Van der Houven] & Kooy beide in de rouw, en dit zoude dan doen denken dat ik er anders over dacht. Om echter geheel mede te gaan vinde ik eene dwaasheid. Over de begrafenis is veel te doen. Heden bereidt het weder er zich geensints toe.
Luckhoff (Bez) ov Heyer, Valkenhorst &C
Broeder Luckhoff was hier, een beminnelijk mensch op het uiterlijk. Zijn broeder is zendeling te Africa. Het Genootschap schijnt op Heyer ontevreden te zijn, die in America predikant bij eene Duitsche gemeente is geworden. Ook Valkenhorst die mij regt hartelijk schreef is uit de Schule gelaufen zoo het schijnt, en heeft zich niet laten uitzenden door het genootschap.
Br Messch [Messchert]
Een brief v Messchert verkwikte mij. Hij was in Gelderland geweest, had Laatsman juist nog al mis gelopen, was getroffen geweest door den toestand van zijn Zager Van Rossum en had dunkt mij voor zijne ziel wel zegen in het klein worden ontvangen. Ook Van Halteren zag hij, die op den goede weg schijnt te zijn.
d C [da Costa]
D C schijnt nog al gesterkt. Het nommer van Nov. is niet alleen gereed, maar wij hebben overvloed. De betrekking tusschen de broeders uit Israel dC & C [Capadose] thans innig.
W 25 Oct. Aanst begrafenis H M
De Stormen loeien voort. V d H [Van der Houven] heeft een oproeping Zaturdag bij Z M te komen. Dit ontslaat ons misschien van de geforceerde doorloop op aanstaande Maandag. Van alle zjde schijnt men zich na de begrafenis te begeven.
Gift Py [Pauly] & Mo [Margo]
Verrassing van eene lieve gift van Py & Mo aan elk onzer om er een gedachtenis voor Angelique van te kopen. Dit was regt goed gezien en geeft weder een vermeerdering van band jegens hen in de famille.
Vis v Bähler
'S midd las ik een lange brief v Bähler toen hij juist kwam. Onze gesprekken waren hartelijk. Hij had, ik weet niet waarom, tegen mij opgezien. Wegens By [Betsy] moet ik de zaken wel laten zoo als die zijn. Het gaf mij toch al inzien in de diepte v 't Magnetismus en de invloed waaraan de zoodanigen onderworpen zijn, die zich daaraan overgeven. Uit dit gesprek v B trok ik weder meer achting voor Koenen & Hogendorp [Van Hogendorp], de laatste gevoelt ook de pijn om zich in een wereld van ongeregtigheid te bewegen,
Huisl. bijzonderheden
In 't gezin alles wel. Mijn ligchaam geeft mij veel strijd ik begrijp het niet. Mijn oog zij op den Heere alleen. Gerrit is mij tusschen beide zeer moeielijk, bv. onder de gebeden, maar hij is toch weder veel huisselijker dan hij geweest is. De ame Karel Eduard is van de trappen gerold, doch bijzonder bewaard, zoo dat hij geen letsel hoegenaamd had. Gedurig nieuwe uitkomsten, gedurig nieuwe vergeetachtigheid van onzen kant.
Deze dagen zijn in zoo verre nog al kalm dat ik nu zoo aan 't bureau als in mijn part bijna met alle werkzaamheden weder bijgekomen ben, zoo dat ik thans met kalmte de toekomstige werkzaamheden te gemoet zie. Het schrijven valt mij nu en dan moeilijk.
Do. Oct 26. Begrafenis van H M
Dag der begrafenis. Het weder was waarlijk niet ongunstig. Kooy die de Suikerveiling te Rott beheerde, die weder regt goed afliep schrijft dat te Rott alle diligences vol waren, en er geen paarden meer te verkrijgen waren.
Miss. bl Hoop op Java
Onder het ontbijt veel in de Miss. bladen gelezen. Treffende indruk van het lezen over Sourabaya en overtuiging zoude ik zeggen dat dat de aanvatting is, waardoor God Java wil aangrijpen. Begeerte des harten dat ik nog werkzaam moge zijn voor de uitbreiding van het Rijk Gods op Java.
Vis bij Cap [Capadose]
Borgtogtelijke geloof van den Heere
Ik was bij Cap. die weder aan zijn astma leed. Zonderling is de grote indruk die zijn leven bij vele in Zwitzerland heeft gemaakt. Dit trof mij dat de zendeling in Straatsburg er ook drie Exemplaren van had geschonken aan Ratisbonne een van die Joden onder Bautain bekeerd die Cap. juist gezien had.
Cap had een lieve brief v Messchert. Daar moest hij hem echter op antwoorden op het borgtochtelijke van het geloof dat hij vooruit zet. Neen Christus heeft niet voor ons geloofd, maar is het voorwerp onzes geloofs. Wij geloven in de verzoening door zijn bloed. Daar kon hij niet voor ons in geloven. Men neemt wel eens wat af van de heerlijkheid der zaken als men er wat bij denkt te doen.
Gild. [Gildemeester] & Neeltje.
Gild's positie met Neeltje wordt steeds moeilijk. Zij is een lieve ziel, maar staat ontzettend hoog. De Scheiding, gelijk alle verdrukte partijen, revengeert zich, door zich zelve in het geestelijke hoog te stellen en waarlijk ik geloof dat er weinige onder hen zijn, die de diepte der zonde en het practicaal gebruik maken van de geregtigheid Christi kennen.
V. Oct 27 Herinnering aan de Begrafenis van H M.
De tijdingen van gisteren melden dat alles zeer naar wensch is afgelopen, met weinig of geene ongelukken. De toevloed van menschen moet dan ontzettend groot zijn geweest. De pracht en de somberheid moeten met veel smaak vereenigd zijn geweest. Schenk had de zaal nog gezien alwaar het lijk gestaan had, en was over deszelfs pracht verwonderd. Paarden en koetsen waren zoodanig met floers omhangen dat men geen pooten of wielen zag. De Koning moet zeer aangedaan zijn geweest. Ware er meer ceremonie geweest, dan zoude de Koning niet mede hebben moeten gaan & dat wilde hij niet zeggende dat hij als een burger man zijn vrouw ten grave wilde vergezellen. Overal waar de trein doorging heerschte eene plegtige stilte.
Werkzaamheden.
De ochtend liep zeer snel voorbij door gesprekken van allerlei aart ook lang met Prev. [Prévinaire] die zeer veel scherpzinnigheden heeft. Jacobson moet dan een ondraaglijke trots openbaren.
Diner van Arntzenius bij ons. Imp op de dood v de Koningin
Ik had beloofd aan Arntzenius dat als hij hier kwam ik hem eens met jonge lieden zoude vragen en moest nu mijn woord houden. Dit liep waarlijk al zeer goed af, en ik gevoelde mij veel meer op mijn gemak dan ik gedacht zou hebben. Het denkbeeld dat Gerrit genoegen had was mij ook aangenaam. Protesteeren tegen eenig denkbeeld van terug gaan en krachtig de kinderen tot bekeering te vermanen, en toch daarbij hen een & ander genoegen te bezorgen, dit is dunkt mij nu de weg, daar ik ook rust bij had en kalmte. Ik was 's ochtends niet aangenaam in mijn gevoel geweest doch tegen de avond liep het beter. Ik wierd nog verzocht om te improviseeren, en deed dit op de begrafenis der Koningin niet zonder indruk voor mij zelve.
d C. [da Costa] schreef mij. Hij had behoefte aan een zamen spreken. De brieven van B. [Bähler] hadden hem zoo 't schijnt over de zaak v By [Betsy] niet overtuigd.
Z. Oct 28
Stille dag. V d H [Van der Houven] na den Haag, en 's avonds terug komende. 'S ochtends weinig afwisseling.
Dudoc Bousqt [Dudoc Bousquet]
'S midd vis v Bousquet. Ik wist dat hij kwam dus was ik er eenigsints op voorbereid, het geen nimmer goed is. Wij waren hartelijk met elkander, spraken zonder over de Scheiding te redetwisten, maar uitstorting des harten ontbrak er toch.
Besluit na 's Hage te gaan
Ik had gedacht dat V d H na den Haag geroepen zijnde, voor ons de etiquette van de Condoleantie zou kunnen afdoen, doch ik had bij meer nadenken kunnen inzien dat die verwachting verkeerd was. Ik had ook de geheele week voor mijn Costuum kunnen zorgen, 't geen ook verzuimd was. En ziet daar ontvang ik om elf uur het berigt van V d H, dat het voegzaam zoude zijn dat wij alle drie gingen, het lag mij als lood op het hart. Na dat het laatste rijden mij min of meer slegt beviel, zag ik er dan al bijzonder tegen op. Ik mogt V d H die zoo veel droeg den last niet alleen laten dragen en zoo sliep ik zeer bezwaard in. Verder bemoeide ik er mij niet mede, daar V d H mij schreef dat Kooy voor de degens zoude zorgen.
Zo Oct 29 Preek v Huet
Alles ging vrij wel deze ogtend. Wij hoorden een zeer vermoeiende preek bij Huet die een reformatie preek zijn moest en waarvan de text was Houdt wat gij hebt. Door alle echter aantespreken als wat hebbende, ging de gehele pit verloren, en alles was redeneering en amplificatie. Hoe Jammer!
Voorbereidingen reis na 's Hage
Bij V d H was nu alles in oproer wegens die costumes, daar Krul er bij was wierd er meer wind van gemaakt dan nodig is. Ik gevoelde er mij op eens in en was er verdrietig onder. Cap [Capadose] zat bij dat alles te zuchten en zeide dat het erg was dat er meer
om den Koning dan om den Koning der Koningen gedaan wierd. Dit was toch niet waar. Ik voelde geen vrijheid om uit scrupule nu niet mede te gaan en de last op de andere te brengen. Het speet mij regt dat het zoo gebeurde, ik gevoelde ja dit is ook zonde, doch de Koning had vroeg genoeg gewaarschuwd het was mijne onoplettendheid waardoor ik tot dit moeilijk punt kwam. Was het op dat oogenblik levendig geweest ik had nog het een & ander kunnen vermijden. Dit alles gaf veel moeilijkheid dien dag. Ik kwam daarover nog in Correspondentie met Capadose & da Costa.
De nuance van beiden was weder duidelijk. Cap. kan zich niet in den toestand stellen van iemand die eenig uiterlijk belang in de wereld heeft hij ziet nog niet de diepte van de zonde overal in. d C is billijker en gevoelt wat een ander voelt. Neen het is geen verontschuldiging om te zongtigen maar het is toch maar waar onze weg gaat door de Zonde, en zal nu de Christen als hij die door Genade ziet, zich dan buiten het kindschap gevoelen, en te vreden zijn als hij bij zich zelve rust heeft. De Heere leere ons aan & af wat wij nodig hebben, en leere ons om ons met alles wat wij zijn, voor hem neder te werpen. Tot veel oefening was deze dag. God leere voorzigtigheid en om onze broeder niet te ergeren. Met Cap blijft het toch zoo als altijd. Hartelijkheid, overeenstemming en toch betappen. Ik sliep in na eenen vrij vermoeiende dag door dit alles. Bij ons aan huis ook veel onrust, doch met de drie jongens had ik waarlijk nog een half uurtje van vereeniging des harten gehad.
Oct 31 D. Br By Groen [Betsy Groen van Prinsterer] Keetje V d H [Van der Houven] terug
Veel druktens, het Bureau gaf bezigheid tijdingen van Ba tot 22 July. Alles was daar wel. Ik vond een zeer hartelijke brief van By Groen meer in bijzonderheden als sedert lang en waarlijk in de vereeniging geschreven. Ik zag Kee v d H terug dat mij regt verheugde. Ik vond zij had iets zwitschers iets meer gedecideerds. Zij was geheel in de Rede Coterie verwikkeld doch ik vond niets dat mij stuitte. Cap [Capadose] beoordeelde zij nog al scherp, hoewel zij den weg Gods in het boekje geheel erkende. De Storm begon optesteken. Niepoort [Van der Niepoort] was in Gelderland; ik had Vaillant bij mij. 'S avonds schreef ik geheel uit het hart eens aan mijne lieve zuster Maria die ik zag dat daaraan behoefte had.
November
1. Wg. Bezoek bij Cap (Rhede)
De Storm zette door, hoewel de hoek minder gevaarlijk dan in het vorig jaar was.
Ik bezocht Cap die waarlijk regt broederlijk na mij toe kwam, zoo dat de zaak van ll Zondag geen angel achter liet. Veel gespr ov. Rheede. Zonderling dat de betrekking v Doortje met Sec [Secrétan] nog voort duurt. Iemand had gezegd Doortje alleen begrijpt mij! Wonderlijke vereeniging van den zegen die uit God is, en de woeling van de slang.
Vijfde deel Bild [Bilderdijk] brieven.
Het vijfde deel v Bild kwam. Zoo is dan dat werk volbragt, dat door vele beoordeeld en veroordeeld zal worden, en dat toch in den weg Gods is geweest. Te Rheede hoor ik vindt men Bilderdijk thans een zeer ordinair mensch.
Stille avond
'S avonds grote zegen Gods, kalmte alleraangenaamste uitstorting met de kinderen, ook nog gezellig onderhoud met Gerrit. Met opruiming des harten mogt ik Betsy's brief beantwoorden.
Nov. 2 Do Veenhuizen Mev Schoch.
Veenhuizen wil het boekje van Groen [Groen van Prinsterer] vertalen, en is daar met Koningsberger aan begonnen. Ik geloof niet dat het hunne zaak is. Mev. Schoch is allerhartelijkst, het gaat hen te Boxtel gezegend. Het jongste kindje is zeer aangekomen. In het geestelijke is het zeer dor. Treffend is de bekeering van haren broeder Oboussier die tien jaren in Lima was. Ook zijne jonge Vrouw is voor haar overlijden tot de kennis van Christus gekomen.
Pauly's
Nat bleef het weder van alle kant. Ik bezocht de Paulys. Wij spraken nog al. Zonderling dat het debiet van Laatsman hen zoo gehinderd had, zelfs Margo wie de zaken goed bevielen. D C zegt uit zijne natuur is Laatsman een acteur zoo dra nu de natuur te Rheede de bovenhand heeft is het Comedie.
Eduard.
Zonderling blijft de toestand aan het huis van W [Westendorp?] wegens Eduard. Dit is een zaak waarvan ik niets begrijp.
Instituut.
'S avonds gereden na het Instituut. Juist toen ik binnen kwam was men bezig over Bähler te spreken en dit waarlijk met veel bonhomie van de kant van Wiselius en Van Lennep. De Vergadering tot voorbereiding van de Openbare Verg. is nog al gewigtig. Grote voorraad van Vragen was er niet. Niemand had behoefte en men vroeg om dat men moest vragen. Het Instituut is niet na Z M geweest, daar men zeide dat gene deputaties opgewacht werden.
Steven d C [Steven de Clercq]
Steven kwam 's avonds nog en wij hadden een hartelijk gesprek. Met veel genoegen had hij de preek v Koopmans gehoord, die dan toch wel over het innerlijke werk des geestes heeft gesproken.
Inhuring huis 1 Jaar ƒ1000
Ik vond volkomene helderheid in mijn huis nog een Jaar weder intehuren. Er wierd verhoging gevraagd, doch de zaak op ƒ 1000 toegeslagen.
Nov. 3 V. Zaak d fabrik Berkhout
Wonderlijke dagen aan het Bureau. Nieuwe ontdekking van bedrog bij P.[Poelman] Moeilijkheid daar in te dringen. Ik bid God om licht en daar komt nu op eens die Berkhout weder voor mij, wiens geheele persoon mij zoo tegen staat, die zaken verhaalt die ik niet aannemen, en die ik niet verwerpen kan. Ik maakte mij driftig toen hij mij zeide dat zijne denunciatie de bron van zijn ongeluk was. Ik had toch medelijden weder met hem.
Ontmoeting Dassevael.
Aangenaam was mij in zoo ver de ontmoeting met Dassevael daar ik in de gelegenheid was, zijn zoon van nut te kunnen zijn. De man moet wel excentricq & omslagtig wezen, doch heeft veel voor anderen steeds gedaan. Hij is Secr. van de Rekenkamer.
Wandeling met Bähler.
Gewandeld met Bähler. Wonderlijke opening van alles voor hem. Wel ontvangen bij Broes, Wildschut. Prof v Lennep, Wiselius, Ingram, Mack Intosh, L'Ange [Teissèdre de l'Ange], Mounier, Huet, V d Hoeven [Des Amorie van der Hoeven]. Alle beloven medewerking. Het is een voorspoed waarvan men schrikt. Ik had vrijmoedigheid om mijne gave aan Bähler te zenden. Wij spraken broederlijk over vele zaken. Die wegens de Utrechtsche straat is niet in orde. Juist kwam 's midd Betsy bij ons. Wat zoude ik haar over die zaak zeggen? Ik zeide mijne opinie aan Bähler en moet het nu overgeven.
Vis By [Betsy] Sames
By verhaalde van de reize die zij in de baden deed. Kennis met Olshausen die in de vereenigingen wel een gebed deed maar geen uitlegging. Kohlb. [Kohlbrugge] legt in Nijmegen. Op 20 uit als reeds geschied. Hij verzoekt zijne groeten aan mij, aan d C [da Costa] nog niet. Van Ln. [Laatsman] zegt hij hij gaat zijnen weg en ik de mijne. Schuts[?] zegt tegen de V d P's [?] dat hij bijna niets meer leest, en niet anders doet als visschen.
Nov. 4 Zat. V d H [Van der Houven], Kops.
Hartelijk gesprek met V d H. De promesses van 1834 nog eens voorgelezen. Hoe is in die zaak der Mij. [Nederlandsche Handel-Maatschappij] toch alles gedurig worsteling geweest? V d H schijnt nu toch besloten een huis te zoeken. Kops kwam over, wij zochten alles te beramen om P [Poelman] meer op de handen te zien. Moge het gezegend worden. Deze at 's middags bij ons. Ik las naderhand nog al met veel genoegen in de Horae Belgicae. Er is toch een trek na Jezus in die Middeleeuwsche poezij.
Nov 5 Zondag. Preek Jamieson.
Ik wierd geleid om te huis te blijven, las Matt 8. met de uitlegging van d C. [da Costa]. Jamieson preekte. Wat zijt gij meer dan de andere. Herinnering aan het Gunpowder plot in 1688. Wat de Protestanten naar het licht dat zij hebben konden zijn, en wat zij indedaad zijn, stelde hij goed uit een. De warmte hinderde mij om veel genot te hebben.
Bezoek bij d C Zijn betrekking met Cap [Capadose]
Bij d C allerinnigst gesproken. Ik vond hem versterkt, en zoo levendig als ik hem in lang niet zag. Hij was nu niet klagende maar roemende in de goedertierenheden Gods. Veel zegen heeft hij van het boekje van Cap. gehad. Hij zag daarin het werk van God, ook in zijn gehele betrekking met Cap waarin hij nog nooit die zalving had gevonden. Opmerking dat wij te spoedig vlekken zien in 't geen ons nabij is. Wonderlijke leiding Gods. Jeanne als ter offer na Zwitserland gevoerd, menschelijker wijze gesproken. Zij deed het blijmoedig doch met dat zelfde denkbeeld van opoffering dat bij de andere V d H wordt gevonden. De vertaling van het boekje geeft veel band tusschen d C & Chev [Le Chevalier]. Briefje van den Heer V d H of de vertaling ook voor Mevr Cap hinderlijk zou kunnen zijn. Gezegende viering v de 20 Oct.
Betrekking huis v Oranje
Meer hervinden van zijn vroegere weg bij d C [da Costa]. Zijn band aan het huis van Oranje sterker dan ooit, maar hoogst pijnlijk. Dat er die band nog bestaat voelt hij duidelijk. Er is iets waarlijk vaderlijks in de Koning, en iets afschuwelijks ten deze in zijn Gouvt. Er is eene oppositie die regtmatig is tegen hem en eene oppositie die uit den bozen is.
Cap
Cap staat op aan tafel bij hem zeggende Ja ik lijde veel maar ik weet dat er een God is en dat hij mijn God is.
Rheede.
Vrees voor Rheede voor een eindigen met het Vleesch, voor het speelen met waarheden, voor geestelijk overspel.
Gerrit
Veel gespr. over Gerrit. Hij erkent Gerrit als een Genie als iemand die regt veel inziet. Hij & zijne Vrouw kunnen zich met zijn Character zeer goed vereenigen. Gerrit zegt er zijn maar twee systema's het onze of het zijne. D C. geeft hem toe het Victor Hugosche denkbeeld van de schuld van de Maatschappij, doch toont hem dat hij dan tevens deel aan die schuld heeft. Hij vindt bij Dumas &C ook het denkbeeld van den Wahlverwandtschaft. De moordenaar zegt Hij die mijn geliefde bezit zonder waarlijk het voorwerp harer Liefde tezijn, hij is de overspeeler!
Finn.
Moeilijkheid in zijn finantieele positie. Zal hij nu uit de stad gaan wonen? Zonder bijzondere werk wat kan hij anders doen dan zijn huis weder inhuren.
N S
Met de N S. gevoelt hij dat wij weder over de brug zijn. Hij gevoelt nu als het ware, de gehele stof voor 1837/1838 reeds voor hem liggen. Er zijn tot nu toe maar twintig afzeggingen geweest. Meer en meer ziet hij dat er zich een werk in de Kerk voorbereidt, en kan niet begrijpen, hoe de afgescheidenen zoo bekrompen zijn dit voorbij te zien.
Maand 6 Nov. Spoerlein Barbe.
Vele brieven die mij verheugden. Van Spoerlein waarlijk belangrijk. Bevestiging van 't geen in Belgie geschiedt. Van Barbe gewigtig, doch ook daar ligt de slang weder in dat 1 pc. Met V d N [Van der Niepoort] eene hartelijke wandeling, veel over zijn betrekkingen gehoord.
4e trouwdag S d C [Steven de Clercq] gevierd.
'S avonds regt broederlijk bij S d C zijn vierjarige trouwdag gevierd. Wij stonden geheel open ten minsten van mijn kant voor elkaar & de avond vlood weg in een oogenblik.
Dingsd 7 Nov. Br Maria W [Westendorp]
Aangename brief van Maria. Lees ik de brieven eenvoudig weg, zoo schrik ik minder van Rheden.
Fam dag
De fam dag bij Py [Pauly]. Mijn hart was nog al verstrooid. Hy [Henry] las een brief van Leentje voor over de dood der Koningin, die nog al kras was maar men nam het niet op.
Nu en dan ben ik eenigzints levendig, doch in mij is altijd zoo veel afdwaling.
fabriek.
de fabriek van V Vlissingen met veel belangstelling gezien. Zij strekt tot het vervaardigen van machines ligt aan het [onl], en is sedert den brand een Jaar geleden die al de modellen vernietigde, zeer uitgebreid. Een waterperspomp die voor de inpakking der Tabak moest dienen en welke de Mij. besteld had, werkte regt goed.
Woensd 8 Nov V. Hall
V Hall schrijft hartelijk, maar toch weder met een sneer op de niet scheidende. De Heer leere ons ons zelve beproeven. Ik antwoorde terstond, warm maar niets opgewonden jegens hem.
d C [da Costa]
De Kapiteelen van Java bij Lanney gezien. Van daar na d C die lief gestemd was. Er was meer huisselijke rust bij hem dan ik in lang zag.
Dond. 9 Nov. Gerrit's Verjg
Gerrit jarig een zonderlinge dag, en dan 's avonds zijne vereeniging die kalm afliep. Hij was wel en nog al te vreden gestemd. Wij mogten nog al met hem bezig zijn. Waarlijk er zijn toch oorzaken van Vreugde. Heer geeft gij de regte oorzaak.
Bahl. & Charl. [Bähler & Charlotte]
Bähler was bij ons geheel op de ouden toon 't geen mij wel deed vrezen hij in een & ander oud zwak zoude vallen. Hij is reeds ongesteldheid van het vele lopen op de natte straten.
Rhede
Doortje v d H [Van der Houven] bijna op sterven liggend laat zich de Symbolik des Traumes voorlezen, en heeft er veel genoegen in. Er is toch iets unheimliches daarin.
Vrijd. 10 Nov Bureau
Opmerkelijke zaken aan het bureau. Onderzoek van de fabriek v Poelman. Plan van een nieuw Contract. Genoeg zaken van alle kanten. Steeds toenemende aanraking met vele.
V d Meulen.
'S midd Van der Meulen van St Omer die mij dan toch zijdelings deed gevoelen, dat ik nog niet van God en van vertrouwen op Hem konde spreken. Het schokte mij. En toch ik mag immers geloven.
Zat. 11 Nov. Komst Secrétan Bähler
Secrétan op eens daar. Ik zag het met veel genoegen. Hij is toch hartlijk en ernstiger in veele zaken. Onze gesprekken 's avonds waren broederlijk ook over eene famille zaak die hem na aan 't harte lag. Bähler kwam nog. Hij was zeer nedergedrukt, hij zag nergens opening, overal pligten onmooglijk te volvoeren.
Zond 12 Nov Preek l'Ange [Teissèdre de l'Ange] Vis bij d C [da Costa]
Een allerellendigste preek bij L' Ange gehoord over Davids geschiedenis daar hij van de mantel van Saul afsnijdt. Niets dat na het Euangelie geleek. Wij kwamen juist bij d C aan, toen hij aan zijn famille gebed was. Dat deed mij goed. Sec drong er op dat er iets gedaan moest worden, en wist eigentlijk toch ook niet wat. Onder dit spreken wierd mij dunkt mij de positie in de Kerk duidelijker.
Sec 's midd & 'S av
'S middags was er een allerbelangrijkst gesprek tusschen Sec & Gerrit over de nieuwe fransche school waarbij Sec mij bijzonder beviel. Zijn beide uitleggingen deden daartegen hoegenaamd geen indruk op mij. In de vrijheid der kinder Gods die Luther zoo heerlijk daarstelt heeft hij geen inzicht. Ik zie het wel in, maar mogt het mijn leven zijn.
Maand. Nov 13. Vertrek Sec. [Secrétan]
Ik voelde mij van ogtend versterkt in het ligchaam & opgewekt na de Geest. Ik las Eph 6. Sec badt op eene wijze die mij nog al trof als of wij maar alleen uit verrassing zondigden. Ach wij blijven geest & vleesch. Maar wat baat mij de kennis. Mogt ik het gevoelen.
Afscheid Cape. [Capadose]
Met Sec afscheid bij Capadose genomen die met zijne kinderen heden vertrok. Hij was lief gestemd. Veel nog over het uitdelen van de Bijbel door Colportage gesproken.
Allerlei bemoeyingen die mijn hart gelijk gewoonlijk aftrekken. En toch met vrouw & kinderen ging het regt goed. Heere trek mijn hart tot U.
Nov 13/19
Zond. Nov 19
Weder een week vervlogen hoe weet ik waarlijk niet. De drukte in alles neemt toe. Veel optetekenen is ook ijdelheid. Derhalve slechts eenige woorden.
Bähler a) Belg. zaak Kamerling
Het bezoek v Bähler. Zatg & Zond. bragt mij nader bij de Belgische Zaak. M [Messchert?] schrijft mij dat ik de geestelijke werkzaamheid nu buiten zoek. Ik geloof het niet. Dingsdag ochtend zocht Kamerling mij op en gaf zijn begeerte te kennen op het lezen der Stemmen opgevat om in den zaak der Evangelie verkondiging werkzaam te zijn. Bähl zag hem en hij beviel hem wel. Ik geloof waarlijk dat de zaak uit God is.
b) Aanneming v. Mounier & Koenen van 't Ag.
Opmerkelijk & treffend is het mij dat Mounier zoo geredelijk aangenomen heeft om met Koenen het Agentschap van Belgie op zich te nemen. Mogten wij maar zien op het geen de Heere doet!
c) Moeilijkheden (personeele) van Bähler
Bedroevend is mij daarentegen die reeks van lasteringen die tegen B. opgeworpen worden. Hij heeft wel meer dan voorheen iets hoogs, dat gebroken zal worden, doch is toch de zelfde lieve deelnemende broeder. Ik woonde een onaangenaam oogenblik voor hem bij d C bij en sedert is dat nog voortgegaan. Bij zijn eerste brief uit Noord Braband had ik wel eenige teleurstelling van hem verwacht, doch nu wordt juist de
zaak gezegend, en zijn persoon aangetast. Wonderlijk dat zijn verdriet nu uit de Kring der gelovige komt.
Instituut Broes, Lulofs. 'S av bij V d H [Des Amorie van der Hoeven] Imp.
Zonderling was die dag. Broes hoewel er wel een steekje aan was, hoorde ik met veel genoegen het was vol genie en geest. Bij den onverwachte aanval in het vers v Lulofs lachte mijn hart en was ik in een transport dat ik mij sedert Jaren niet herinner zoo gekend te hebben. Ik wilde improviseren ja ik weet niet al wat. Nu moest ik op deze avond bij V d Hoeven souperen ook met hen. Daar komende was echter al die kracht weg, en het verheugde mij nog eene defensie te kunnen geven, in eene Imp. over Constantine. Ik had het nog al wel die avond, voelde wel waarheid, doch ben en blijf verleidbaar in vele en zulke toenaderingen moeten slechts zeer enkel zijn. Mev V d H zag ik die avond het eerst. Ik vind haar zeer beleefd, meer weet ik er niet van te zeggen.
De volgende dag een ontspanning tegen over de spanning v Donderdag. Groot gevoel van ontevredenheid waartoe de elendige Intrigues in het werk der fabricaten & eenige kleine teleurstellingen tot voorwendsel moesten strekken. Wij blijven zondaars in alles. 'S avonds bij d C. helderde zich alles op, en schaamde ik mij. Het onderhoud was over het stuk van Appeltern & had veele belangrijke punten. Er was eenheid des gemoeds. Wij zijn niets dan ondankbaarheid. De Heere is goedertieren. Een brief van James over de N S was zeer opwekkend. Er was indruk op een Dominé die bij het Ginniken woont; ook bij D Schotel aan de lage Zwaluwe inzigt in de waarheid naar aanleiding van het boekje v Groen [Groen van Prinsterer].
Gisteren onze Steven jarig. Hij verkreeg een horologie dat hem zeer verheugde. Met St & Ch [Steven & Charlotte] broederlijk bij een geweest. Op het laatst des avonds kwam er meer leven in mij.
Huet Preek Libera nos a malo
Er waren regt veel goede elementen in, iets geheel anders dan voor 8/d daarom stichtte mij echter het geheel niet om dat het een pyramide op zijn punt is. Het is altijd nog de mensch die voorop treed, en niet God. In het gebed was zeer veel dat van een getroffen gemoed getuigt.
Campbell
heeft weder eene geliefde zuster verloren. Hij is regt bedroefd, doch waarlijk ik gevoel een meer dan aardsche band aan hem! Heere bevestig deze. Met V d Niep [Van der Niepoort] had ik het deze weken minder goed. Het is als of er iets tusschen beide gekomen is.
Varia
V d H [Van der Houven] Falck Freyss
Bij V d H alles nog even droevig. Mevrouw in Gelderland. Doortje zoo mooglijk nog meer afnemende. Keetje met Cap [Capadose] vertrokken. Hier nog geen huis. Falck vraagt niet om het huis ter Noot nog voor een Jaar inte huren & gaat in de stad wonen. Freyss gaat over bij Couvreur. Wonderlijk Barbe & Freyss bij Couvreur & Vrede. Dit is waarlijk mijn werk niet. Bij onze kinderen beterschap. In alle opzigten reden van verootmoediging. Mogt de Heere mijn oog op Hem rigten.
By Sames
Veel had ik gedacht te schrijven, alles mislukte. 'S ocht. By Sames, nog altijd bedroefd over de miskenning van Bähler. Wie gelijk heeft is niet met een woord te zeggen, maar de zaak is mij leed. Ik had nog hoop dat op een briefje van By Bähler tot haar komen zoude.
Bosscha
'S av. kwam zeer onverwacht Bosscha. Veel genoegen was het mij hem te zien. Hij wordt door allerlei werkzaamheden gedrukt en in een gedurige rei van Examens ingewikkeld. Wij spraken als oude Vrienden. Verder ging het ook niet, gelijk het ook met spreken nog nimmer gegaan is.
Gerrit.
Gerrit sprak gister over de R[onl] met zoo veel wijsheid dat ik er hem als onbekeerde eigentlijk niets op tegen werpen konde. Een zonderling kind nu en dan staat hij als de man van genie dan is het weder de kinderachtige Jongen.
M Nov 20 Drukte Ba, V d B [Van den Bosch], Mess [Messchert].
Grote drukte vroeg brieven van Batavia tot 5 Aug. Het volk op de Stoomboot gered. De tijdingen niet ongunstig, maar toch meer en meer breidt zich de kring uit. Daarbij een uitgebreide maar listige brief van van den Bosch dien ik niet zeg in alles te kunnen volgen; daarbij de banvloek van Ainsw [Ainsworth] tegen Fredriksoord, het pas uitgekomen boekje van een zekere Waardenburg tegen de kolonie, en nu eene brief van Messchert vol waarschuwingen half waarheid en half hypocondrie; dit was genoeg om mij het hoofd onaangenaam te vullen. En toch ik wierd bewaard, maar voelde 's avonds eene geneigdheid tot opwinding en toorn waartoe deze ogtend misschien ook wel medewerkte.
Vis Kamerling
'S midd. Kamerling. Regt genoeglijk met hem gesproken. Ik kan niet anders zien of deze man heeft omgang met God. Mogt het mij gegeven worden voor hem te bidden. Mogt mijn ooge maar op Hem zijn.
Art N S
'S avonds werkzaamheid voor de N S maar het was als of het er niet uit wilde. Allerlei tegenkantingen kwamen er en nu een twist onder de kinderen die ik mij veel te veel aantrok. Zonderling! schijnbaar is het mij of dit stukje alleen maar tot bladvulling is, en ondertusschen indien het een boodschap is die tot den eenen of anderen gebragt moet worden, dan kan het grote gevolgen hebben.
Br [Bähler], By [Betsy Sames, Chev. [Le Chevalier]
De zaak tusschen Br & By schijnt niet ten zijn bijgelegd. Ook tusschen Chev. & Br heerscht thans verwijdering, 't geen ook vele moeilijkheid voor d C heeft. Dat gekibbel hindert mij zeer mogt ik toch maar bedenken dat mijn eigen hart ieder oogenblik door dezelfde stormen beroerd wordt, zoo God het niet bewaart. Laat ons den dag op den Valkenberg gedenken.
D. Nov. 21 Ba, Bähler
De berichten van Ba minder cheering. De Vraag is zouden er ook te veel schepen Kunnen gezonden zijn? Banjol ook 31 July nog niet over. Goudswaard zeer door het wegkwijnen van zijn kindje gedrukt. Van Bähler hoorde ik niets als dat By vertrok zonder dat hij haar gezien had. Veel ergernis ontwikkelt zich weder uit deze zaak. DC [Da Costa] schrijft er op een zeer gedrukten toon over. Die goede ziel heeft veel te dragen.
Fam dag Magnetismus
'S av fam dag. Open en hartelijk met elkander met Eduard nog een broederlijk woord gesproken. De door de Magnetiseur Meyer met zoo veel ophef aangekondigde bevalling van de Vrouw van Klijnveld den makelaar is uitgebleven, en heeft veel aanleiding tot gepraat gegeven.
Mazelen
De mazelen zijn bij Ouwersloot & in het huis van Karel Westendorp.
Nov 22 W. Barbe, Luther
Verkwikkende brief v Barbe aan Steven. Ja, waarlijk dat is uit het leven. God is met hem en toch is het nog of er een schijnbare rust eene nadere explosie voorbereid. 'S avonds las ik met innige zamenstemming dat stuk v Merle [Merle d'Aubigné] over Luther te Worms. De zaak is te heerlijk om door eenige reflectie opgeluisterd te kunnen worden. De indruk van den dag was kalm.
Nov 23 D. Bezoek Mevr Boetz [Boetzelaer]. Mev Koenen.
Wij deden deze dag een bezoek bij de Jonge weduwe Boetzelaar. Juist was hare moeder er ook bij. De toon was allerliefst en toch met dat godsdienstige de haut ton in Amsterdam, dat hele lieve zonder stuiting kan ik mij zoo moeilijk vereenigen. Mevrouw Koenen is toch een regt knappe vrouw. Bedroevend zijn daarentegen die zaken met Bähler. Hij zond mij 's avonds alle zijne brieven, doch ik moet bekennen dat in alles wat hij schreef zulk een hoge toon heerscht dat het ieder moet afstuiten. Verder is de zaak een doolhof daar niemand door kan zien. De goede da Costa is er ook te gevoelig over. Mogt ik wijsheid in deze zaken ontvangen.
V. Nov 24. Wand met B [Bähler] Chev [Le Chevalier] bij d C [da Costa] gez
Gewandeld met Bähler. Hij erkent in vele zaken verkeerd gehandeld te hebben, vooral in het sterk schrijven, maar blijft toch nog verbitterd. Gedrukt ging ik na d C. en vond daar juist Chev. De Heere schonk kalmte, en toen bleek het mij dat er veel werk des Satans en veel misverstand in dit alles was. Wij mogten de zaak den Heer overgeven. Hij zal zorgen dachten wij want alles was ontzettend verward geworden. Toen wij heen gingen wierd aan d C een brief van V Hall overhandigd! Met de Stemmen hebben wij weder overvloed voor het Nommer.
Avond met H & M [Henry & Mimi]
'S avonds eens H & M dat in lang niet gebeurd is. Wij waren broederlijk bijeen. Hy wordt zacht geleid door den Heere. Neeltje staat hoog. Het wordt nu een relletje bij die afgescheide meiden. Zondags geen boodschappen. Alles is krank.
Z Nov 25.
Brief v Campbell uit 's Bosch. Hij is nog zeer gedrukt. V d H [Van der Houven] is na Gelderland. Ik wenschte hem geluk wegens zijn Verjaardag die hij thans daar zoo geisoleerd doorbrengt. Ook schreef ik aan Spies. Ik moet over de zaak v Lisman iets zeggen.
Bah. & Chev.
Bähler ontving mijn briefje over de ontmoeting v de vorige dag zag een groot misverstand en ging tot Chev en de brieven lagen op het vuur. Naderhand kwam er een incident dat de zaken wat stremde, doch God zal zorgen.
Br d C aan het Journ d l H
'S avonds zendt mij d C de brief van V Hall die hem oproept om zich te verdedigen wegens een misbruik dat van onze uitdrukkingen in de N S gemaakt is. De brief v Van Hall is broederlijk, en toch met een haak. DC heeft terstond met getrouwheid aan V Hall en ook aan de Red der J d l H geantwoord. De Heere leide ons in alles, en doe ons getuigen naar Zijne wil.
Z Nov 26 Preek Huet, Chev [Le Chevalier], d C [da Costa], Al [Alexandrine van Boetzelaer], Reyer, C de Vos, Avond
Bij Huet een straal v licht Bénissons Dieu mon ami en toute chose. Het slot het remedie was verkeerd doch de ontdekking der kwaal van ondankbaarheid heerlijk, en met kleuren, niet van fantaisie maar indedaad uit het hart. Bij Chev rustig nagepraat. Na den storm was daar lieflijke kalmte. Ook bij d C vreugde over de uitkomst. Hij was zacht gestemd. Alex is nog ziek. Reyer vond ik t'huis. Zijn spreken beviel mij regt goed. Eigen kracht was het niet. Bij Cato de Vos die herstellende is, geweest. Niets belangrijk gezegd, maar ik was toch vrijer.
'S avonds met de jongens gelezen, zonder bijzondere opwekking. De Mee[?] begonnen. Met veel genoegen Merle [Merle d'Aubigné] over Zwinglius gelezen. Het is minder opgepronkt dan wat hij v Luther zegt.
M Nov 27 V d H [Van der Houven] terug. Bähler. Plan v Marzials Kinderen. Ds v Staveren.
De ochtend was kalm. Verheugd was ik V d H weder te zien die dan regt hartelijk over mijn brief was op zijn zoo dikwijls te zamen gevierde Verjaardag ontvangen. Te Middagten was alles treurig. Doortje zeer lijdende vol tegen zin tegen de doctor & de Medicijnen. In den Kring zijn Magnetismus, Geesten [histerie/historie?] &C aan de orde des dags. Zij waren toch zoo ver niet als wij het er waarlijk voor hielden. Bähler zag ik bij S d C [Steven de Clercq]. Dat zal toch niet waar zijn dat Boucher hier voor Marzials zou komen collecteeren! Ik hoop het niet. Mogten wij maar alleen op God zien! Met Chev & zijn vrouw beide was het dan best geweest. Br wilde ook aan By [Betsy Sames] schrijven. Ziele gelooft alleenlijk. Gerrit sprak heden zeer verstandig en gedwee over zijn toekomst dacht of het ook maar best was om zich aan de H Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] toetewijden. Daar zaten deze avond onze Daan & Karel West [Westendorp], de eene in Sylla de andere in Jongejans beide voor een verhandeling te studeeren. Freyss is terug van Huyzen[?] & Nijkerk, en heeft goede uitzichten. Ds van Staveren maakt hier veel opgang. Kooy was er zeer door getroffen. Het besluit van deze avond was nog regt liefelijk.
D. Nov 28
Een allertreurigst weder. Overal vloeide het nat en er was zeer weinig opwekkelijks. V d H [Van der Houven] was terug, en had Doortje geenszints beter verlaten.
Middag bij d C [da Costa]
Bij d C vond ik Bähler met wie thans alles weder geheel in order was. Hij was echter niet uitstortende. Koenen kwam instuiven, doch was droog. Met d C verdeelde ik de bus, en wij waren indedaad zeer genoeglijjk zamen allerlei punten behandelende, doch er is nu niets in de herinnering dat mij bijzonder treft.
Br. v Messch. [Messchert]
'S ochtends had ik reeds een betere brief van Messchert, indedaad ultra Menist, vol van aanhaling uit boeken, daar hij anders alle boeken verwerpt. Hij prees mij Molenaars Duitsche preeken aan. Ik las er een van, en die was indedaad voortreflijk.
N.S. Dec.
D C trekt zich veel zaken nog te veel aan. Mogt hij zich geheel aan zijne God overgeven. Het Nommer van Decr is nu eindelijk ook nog in orde gekomen.
Introductie van Dr. Langenschwartz
Caroline melde mij met een woord dat de Heer Dr Langenschwartz de duitsche Improvisator die met Ciccione & Pradel een wedstrijd had bij ons aan huis was geweest (met eene recom. van G E Muller Jr. uit Petersburg[)] & weder zou komen des avonds. Ik haastte dies mijn vertrek zat in pleno te wachten, doch de man kwam niet opdagen.
W. Nov 29 weder Br v Messch
Weder een brief v Mess. Hij grijpt nu het hoge aan in Krumm [Krummacher], wil zich daaraan geheel vasthouden. Dit deed ik hem opmerken dat hoewel dat alles consequent waar is de Schrift het zoo in het abstracte niet voorstelt, maar juist alles in practijk in het leven brengt. Ik mogt hem met uitstorting des harten schrijven.
Br Barbe
Barbe schrijft weder heerlijk. Zijne brieven doen mij altijd goed. Zijn punt is treffend en waar, en
toch in de toepassing op anderen tast hij weder mis, en draaft door.
Vrees Mazelen
Onze Gideon is sedert Dingsdag avond niet wel. De mazelen waren op school, en het is dus te vrezen, dat zij zich ook bij ons zullen vertonen. Mogt ons ooge maar op God zijn, en niet op de uiterlijke verschijningen.
Berichten Rheede
De berichten van Rheede zijn niet verkwikkend. Die lijn, die ik deze zomer bespeurde, schijnt door te gaan. Nancy V d H [Van der Houven] zeide Onze onvastheid is onze vastheid. Waar is het, bij het hoogste geloof, doch elendig wanneer het arme volk de troostelijke objective waarheden onthouden worden, en alleen eene veranderlijke subjectiviteit opgedischt.
D. Nov 30.
Ik had den Heer Improvisator den vorigen avond weder verwacht, doch op nieuw vergeefsch, en toen brieven geschreven. Heden was de dag helderder en er wierd nog al het een & ander afgedaan.
Instituut
Artikel Stilstand
'S avonds Instituut al zeer nietig. Ik wierp de questie ontrent het drukken van oude schriften nog eens op. Prof v Lennep zal er over rapporteeren. Wonderlijk is het hoe Wiselius tegen alles is wat er eens wordt voorgesteld. Het H B had heden avond een Artikel genaamd Stilstand over de half afgebroken poort, de half onttakelde beurs, de half uit geboorde put en eindelijk ook over het Instituut, en men moet alles toestemmen. Op eene vraag werd mij heden geantwoord dat alles wat er in de 2e Classe v 't Instituut bij de Openbare Vergadering gesproken werd, gedrukt moet worden, en daarmede was nu de verdere questie over Vondel ook afgelopen.
Jufv Leurs
Veel opgang maakt het Proces v Jufv Leurs
eene kostschoolhouderesse beschuldigd van valsche B billetten te hebben uitgegeven. Zij werd vrij gesproken 't geen een groot gejuich gaf.
Behalven deze zaak spreekt men thans over Spoorwegen, en over het doortasten van den Koning van Pruissen jegens den Aartsbisschop v Keulen.
En nu deze avond was ik vrij dor en droog. Heere vergeef onze zonden. Mogt uw licht in onze duisternis schijnen.
December
1. V.
Art Ref over de Scheiding
Reeds was het dof in mij de vorigen avond, 'S ochtends kwam daarop de conversatie met Prev [Prévinaire], de zaak v Bruinsma die mij bitter was. Toen hoorde ik bij Mev V d H [Van der Houven] dat er een kras stukje over de N S in de Ref stond. Mijne verbeelding ontvlamde zich. Loodzwaar lag mij alles op het hart. Onder het eeten was het mij verschriklijk. Ik wilde niet aan het stuk beginnen. Is het Conscientie, wat is het. Is de N S eene roeping Gods of een bedrog van den Satan. Ik nam de Ref mede na het Bureau maar stortte daar mijn hart over de zaak v Bruinsma uit. Een gevoel van liefde voor de ziel v Gerrit was mijn eerste lichtstraal. Bij Stev [Steven] had ik eenige verademing. Ik kwam t'huis en las. Ik was kalm en las in de grootste ruste. Ik lag het stuk naast de Stemmen. Er is daar toch iets ge[onl]leerds, hier iets consequents. V Hall spreekt ontzaglijk sterk. Alles wat voor de Scheiding kan gezegd en gevoeld worden gevoelde ik met ontzettende kracht. Ik had geen verstand om in de zaak te zien, ik bad God om licht te geven om mij te doen onderkennen of het eene roeping van Hem of een menschelijk doordrijven is. Twee zaken kwamen er naderhand op. Kan het uit God zijn eenen broeder de zonde van Ananias op het hart te leggen, alleen door overdragtelijke toepassing en verder. Is het niet zijn ideaal van de Scheiding in plaats van de wezentlijke scheiding die Van Hall daarstelt. De Heere beslisse genadiglijk.
Z. Dec 2 Nadenken zaak v V Hall Br Vr de Bruin
Een dag van veel meer kalmte na den storm. En wat is de slotsom. Het is mij dunkt mij helder dat God uitkomst zal geven en zijne wil zal openbaren. Bij het nadenken kwam het mij toch voor dat V Hall verder gegaan is dan hij mogt. Mogt hij alle die texten zelfs overdragtelijk zoo danig op ons toepassen. Heeft hij niet een Ideaal voorgesteld? Is hij billijk? Wanneer gescheidenen of Reeders geheel op onze Conscientie vallen, wie zal dan wederstaan? Dan moeten wij alle tot erkentenis der schuld komen, doch zijn daarom alle de redeneeringen waar, die tegen ons worden aangevoerd. Ik schreef aan V Hall, en hoop geheel buiten beschuldiging te zijn gebleven. Ook aan Barbe & Callenbach stortte ik mijn hart uit. Zeer had ik verlangd d C [da Costa] te spreken, en te weten wat indruk het op hem gemaakt had, doch ik hoorde niets van hem en eene vrij dikke mist belette mij hem op te zoeken. 'S ochtends was er een brief van Vrouw de Bruyn [de Bruin], regt hartelijk, die ik met grote instemming las. Ook over de Scheiding schreef zij met veel wijsheid.
Mazelen bij Gideon.
Het is nu gebleken dat Gideon de mazelen indedaad heeft. Het kind is regt geduldig. Dit geeft nu alles weder een geheel isolement aan ons huis. God zal zorgen.
Z. Dec 3.
Preek Mol [Molenaar] Cr [Crefeld]
Eerst woeling, naderhand gezegende stemming eene kalmte zooals ik die in lang niet kende. Gerrit liet ons eerst lang wachten bleef toen echter nog onder het gehoor van een treffende advents preek v Molenaar v Crefeld.
Preek Jamieson gehoord
Jamieson gehoord, ook advent. I send my messenger uit Mal. [Malachi] waarlijk Christus verkondigd. Hij sprak rad en mijn ziel dwaalde wel eens af, maar het was waarlijk uit & tot het hart.
Vis H D G. [Henry D. Gildemeester]
Bij Henry de vier kinderen ziek. Onze harten waren vertrouwd, en uitstortende. De broederschap werd zoo regt gevoeld.
Preek van Van Staveren gehoord
'S av. van Staveren gehoord, over de vierde bede. Er was wel hier en daar een regtzinnige klank, maar toch het is het Euangelie niet dat wij verlangen geen volle wet, geen volle Christus; aanbeveling van Pligtsbetrachting en dan op het laatst zoo iets van het bloed v Christus gesproken. Heere laat uw licht lichten. In de beginne had ik goede hope maar ik bleef als een steen. Neen het was niet uit den grondtoon.
Br & Bez bij S d C [Steven de Clercq]
Gezegende avond ook door een briefje van Steven die ik nog opzocht. Hij had Koopmans met zegen gehoord. Mogt ons herte maar op dien God zien die die schijnbare uiterlijke verwijdering, zoo als nu met de mazelen weder tot zoo veel inniger zamenstemming doet mede werken.
Heere U zij lof en dank in eeuwigheid.
M Dec 4. Jacobson, Banjol, Diligence
Het bleef nog rustig, ook in het na het bureau gaan maar daar kwam allerlei onrust. Hoe diep de intrigues & betrekking tusschen Jacobson & den Minister gaan zag ik uit een gesprek met hem. Toen kwamen deze tijdingen uit Java. Banjols inname verheugend, maar het verbranden der diligence zeer ongelukkig voor de beurs. De gehele dag ging zoo met alles weg. Ik had alleen nog een innig gesprek met Kamerling dat mij in vele opzigten verkwikte.
Corr. met d C. [da Costa]
De Corr met d C gisteren beviel mij niet bijzonder. Hij staat niet geheel vrij in de zaak van V Hal [Van Hall] zoekt altijd reden van klacht, en om verschil tusschen ons te vinden in zulke oogenblikken. En toch zijn wij niet een? Gaat hij tot den Heere, deze zal hem toch gene woestijne zijn.
Overlijden van Geert Bekker.
Daar hoorde ik nu onverwacht aan de beurs, dat Trui Bekker onze getrouwe kindermeid overleden is. Hoe heeft zij niet voor ons gezorgd met eene waarlijk moederlijke tederheid. Veel was bij haar veranderd; ik hoop dat zij bij den Heere is. Toen ik de laatste keer haar bij ons zag, spraken wij nog veel over haar aardsche inwoning. Heere doe ons steeds het einde bedenken.
D Dec 5
Viering van den St Nicolaas dag
Dit was een dag vooral aan de voorbereidingen van den St Nicolaas avond besteed, waarmede het best afliep. Gideon was weder zoo ver hersteld dat hij in zijn bed het geheele feest kon bijwonen. Ik was indedaad afgemat hoe weet ik niet door al dat wachten waartoe ik niet behoorde, dat lekkers dat voor mij niet bestemd was, & die winkels waar ik niet intrad. Daarbij kwam nog eene herhaling van de scene van 1834. Steven had nu een grens gekocht. Gerrit vond het de foi naive der kinderen. Ik wilde niet weigeren om niet meer ongemak te verwekken doch ziet het liep weder mis, de arme Thijs schreeuwde vervaarlijk toen Daan als de kleine St Nic verscheen. Juist was Kruseman tegenwoordig, doch het einde was blij de cadeaux heerlijk van Margo gezonden.
Wonderlijk ik kon maar niet tot God opklimmen als toen dit alles was afgelopen. Ik had toen nog een gezegend oogenblik, doch de nacht was niet rustig.
Br Dr Langenschwartz
Daar kwam een brief van Dr Langenschwartz zeer betreurende dat hij nog niet bij mij geweest was en mij nodigende op zijne Vertoning. ik had wel veel lust hem te horen, doch na de comedie te gaan, daarvan had ik nu eens afgezien, en mogt het ook niet doen. Iets moet ik toch doen, en bood den man mijn huis aan. Wat zal er nu van worden?
Br. da Costa
da Costa was iets meer bemoedigd. In den aanval van V Hall vond hij niets nieuws, in hun gehele houding wel iets revolutionairs. Zij willen zeide hij de ontwikkeling van den tijd niet volgen, en worden meer dan zij het weten door de eeuw weggesleept. Er kan denkt hij nog wel eene eenheid bestaan (elk van ons op zijn standpunt blijvende) maar niet verenigd in een uiterlijk geheel.
W Dec 6
Zaken N H M [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
De indruk dezen morgen aan het bureau was
al zeer droevig, zoo door een brief van Van den Bosch die onze verontwaardiging moest opwekken, en die geheel met zijne plegtige verzekering streed, als wegens onaangename berichten weder over de Belgische fabrikanten door Wilson medegedeeld (Zie de uittreksels N M [Nederlandsche Handel-Maatschappij]). Men zoekt de Mij uitteputten, en dit met eene bitterheid, met eene verblindheid die diepe neerslagtigheid verwekken moet. V d H [Van der Houven] was er dan ook zeer door getroffen. Mijne verbeelding was aan het werken, en het was als of ik er zoo op eens uit zoude loopen.
Veel ongeloof is er in dit alles. Goudswaard deed het mij ook broederlijk gevoelen.
Margo Pauly
Margo was 's avonds bij ons. Het was als of er een koperen muur opgerigt was. Ik kon er niet door heen.
Improvisatie v D Langenschwartz door Gerrit medegedeeld.
Gerrit verhaalde ons des avonds de ongelukkige afloop van de Imp van Dr Langenschwartz. Het begin, de invulling van de boutsrimés was nog al toegejuicht geworden. Het twede stuk echter over de Prins v Oranje had zeer slecht bevallen. Hij had allerhande nadere bijzonderheden gevraagd, was met allerlei gestes over het toneel gelopen, en was op maat en lengte der verzen geheel niet vast geweest. Tot overmaat van ongeluk was zijne vrouw hoegenaamd niet bevallen als chanteuse en men had haar half uitgefloten. Langenschwartz had dit hoog opgenomen was in altercatie met het publiek geraakt, had gezegd dat zijne vrouw nog maar 22 Jaar oud was, en was daarop in een Improv vervallen over degene der keine Ohren hat & der lange Ohren hat waarin hij ongelukkig de zaak zijner Vrouw weder had gemengd, zoo dat alles op eene zeer zweydeutiche Weise geeindigd was. Na het gehoorde moesten wij met dien armen man die tusschen beide zeer in de verlegenheid gestaan had, groot medelijden hebben, en het deed mij veel genoegen dat Gerrit toch ook een dergelijk gevoel gehad had.
Die Muzikalische maat waarin hij zoude improviseren moet een kinderachtige Cadence geweest zijn. Zijne vrouw moet niet uitgemunt hebben, en de scene met Jeanne Gray weinig betekend hebben. De aanval schijnt gekomen te zijn van de Duitschers die ontevreden waren dat hij in den franschen Schouwburg sprak. Reeds voor het begin der vertoning moet hij anonyme brieven hebben ontvangen. Ik ben nu waarlijk verlegen hem te zien.
Dec 7. Do Freyss. Fam dag
Vermoeid na 't ligchaam, vrij donker na de ziel 's ochtends bij het lezen levendig, doch Gerrit zeer vijandig. In die zaak der Cambricks zie ik geen licht.
Ainsw [Ainsworth] weigert Freyss de intrede van Nijverdal.
'S avonds genoeglijk op de Familledag. Gerrit leest een paar verzen voor dat nog al indruk maakte. Zeer hupsch was hij bij het naar huis gaan.
Goede reflectie in de K Z. die op mijne te grote subjectiviteit bij het lezen van alle dingen slaat. Koenen was bij mij. Hij is dan regt hartelijk over d C [da Costa]. Dikwijls oordeelde ik verkeerd over zijne wijze van geven. Overal zonde.
Dec 8 V
Hogend (D) [D van Hogendorp]
Een brief v Hogend aan Bähler die ik las, is innig. Ook deze miskende ik dikwijls. Dat is waar Christelijk gevoel.
Br Campbell
Een brief v Campbell was mij een lichtstraal. Neen de Heere zal ons in dezen ook niet begeven nog verlaten & regt en geregtigheid voor het licht doen komen. Mij dunkt ik zie een kluwen dat zich verder ontwikkelen zal.
Steph onwel.
Steven is ook zeer ongesteld & wij vrezen bij hem voor de mazelen. Caroline is heerlijk in alle die kleine zorgen, ik ben dikwijls beschaamd.
Dec. 9 Z
Deze nacht bijzonder rustig. Ik mogt dankbaar opstaan en bij het lezen van het Cap uit Jer. was mij alles bijzonder levendig. Ik had allen die ik lief had ja allen tot wien ik sprak, tot Jezus willen brengen.
Br v Barbe
Ik had hem in den eersten indruk van v Hall's aanval geschreven. Sedert wierd ik zoo geheel anders gestemd. Zijn brief is waarheid, ofschoon hij niet in den strijd zijnde moeilijk uit denzelfve kan spreken.
Ov. mij zelve
'S avonds nog bij S d C [Steven de Clercq] doch de gehele avond was mij wat verstrooid. Ik had geen levendig inzicht, telde Guldens en woog bedenkingen.
Het was een week van strijd, en ik zie nog meer daarvan te gemoet. Veel werd er geeludeerd 't geen tot beslissing moet komen. De Heere is onze steun & kracht. Die ontdekking v Campbell te Helmond is uit God. Hij zal ons niet verlaten nog begeven. Hij blijft, schoon in ons zoo veel zwakheid, toegeven en zonde is.
Zondag. Dec 10
Herinnering aan Dec. 1836. Terugzigt op de heerlijke ontfermingen Gods.
Preek Mol [Molenaar] v Cref
Gelezen een preek v Molenaar over C[?]. Hoe Christus begon zijne heerlijkheid te openbaren regt goed.
Preek Jamieson gehoord
Met Steven gehoord een Advent predik v Jamieson Text v Jesaias, Nahum &C. Allerhartelijkste aanspraak en aansporing om te onderzoeken of wij in den gelove zijn.
Condol. Becker [Bekker].
Met St Becker gecondoleerd. De uit gang v Trui trof mij. Zij had in die week veel papiertjes gelegd bij gebeden voor stervenden &C. Na den aanval der beroerte heeft zij niet meer gesproken. In de Noorder Kerk ligt zij begraven. Met Becker kan men niet zeer ver komen.
Vis d C [da Costa]
Bezoek bij d C. Vele zaken van de dag besproken waarbij hij veel waars zeide en van genie als het ware petilleerde. Voor zich zelve scheen hij rustiger te zijn.
Staat v zaken in huis
De dag was mij gezegend, zij was mij een rustdag, en ik had eene lieflijke overtuiging in mijn hart. Onder lectuur, het schrijven eeniger brieven &C vlood de avond voorbij. Onze kleine Margo ging dezen avond ook leggen voor de mazelen. Gideon leed aan de oogen. Bij Steph. zijn de maz. nog niet uit.
Dec 11. M Strijd in de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij]
Dag van strijd in de Mij. Diepe neerslagtigheid bij het zien van het net dat van alle kanten over onze hoofden getrokken wordt. Een lange visite van Wilson bragt het zijne ook daartoe bij, zoo dat ik er den geheelen dag mee bezig was (zie ann. Mij). Eindelijk weder verademing.
Av met Bähler
Bähler kwam nog bij ons. Ook hem is zijn weg duister. Bijzonder wierd hij in Haarlem geaccueilleerd en toch had hij er zwaren strijd. Alles gaat mede van den eenen kant, en hij gevoelt de meeste geestelijke afgescheidenheid van velen die hem het hartelijkst ontvangen. Die zaak die Barbe over hem schreef, trof hem toch. Op Kamerling is thans weinig uitzicht het Vlaemsch & hollandsch moet in de practijk nog al verschillen.
Br. Alex [Alexandrine van Boetzelaer]
Alex weder beter schreef een zusterlijk briefje.
Barbe
Barbe schrijft weder sterk aan Steven en toch het is waar, gedurig & in alles zoeken wij ons zelven.
Mazelen
Het blijft Gasthuis, bij Steven zijn de Mazelen doorgebroken; bij Margo is het nog onzeker. O groot is de ondankbaarheid bij zoo veel uitredding.
Dec 12 D.
Ik voelde mij nog al zwak deze dag. Onze Stephen was regt ongesteld. De moeilijkheden der kinderkens word groter. De avond was waarlijk stil en aangenaam. Caroline zal waken.
Dec 13 W
De zaak der fabrijken houdt mij nog zeer bezig. Dezen avond grote Conf met Ainsworth.
Met Steph. gaat het beter, daarentegen is onze Thijs nu zwaar aan het hoesten. De Heere zij het lieve kind nabij.
Bij Mimi G [Gildemeester] alles weder beter gevonden behalven Paulientje die nog in het begin der ziekte is.
Een grote vreugde dat W Boissevain aan de Mij zoude komen. Dit geeft weder een nieuwe betrekking.
Van de morgen had ik een lieflijk gevoel, het oog op de Heere. Verder kwam er nog al afleiding.
Dec 14 D Aank Sylph.
Hoewel gezond van harten deze dag zoo zenuwachtig dat ik bijna niet staan kon. De drukte wegens den Sylph gaf nieuwe agitatie, doch was mij echter in het algemeen weder bemoedigend. Mijn hart was nog al verruimd.
Mazelen.
Bij Thijs en Margo braken de Mazels door. De eerste hoestte minder, maar was echter zeer neergeslagen. Margotje is tot nu toe de vrolijkste van allen. De positie van Steven is nog al moeilijk, daar hij nog al zwak van de koorts is. Karel Ed is nogal hoestende. Caroline is met haar geheele hart op die kamer.
Institut commissie v Maerlant
'S av Institut. Zonderlinge loop v zaken met opzigt tot den geestdrift die er over Maarlants druk na het Rapport van Van Lennep kwam, en hoe toch nu maar weder die gegevene impulsie voortwerkt. Ik vind het al wonderlijk hoe ik daar met de twee Van Lenneppen in een Commissie kom. En toch ik gevoelde dat het weder in de leiding lag.
Ainsworth
Lang bij V d H [Van der Houven] met Ainsworth geweest. Er is een schemering van dag, maar het is nog geen volle licht.
Resultaat
Een brief van Mie aan Steven regt goed en toch wij hebben nog iets meerder als de overtuiging dat alles bepaald is; wij komen hen in de hemelen tegen wien wij zeggen Abba lieve Vader. Mogt dat maar leven zijn, wat zal ons dan ontbreken?
Dec 15 V Klacht Prof V d H [Des Amorie van der Hoeven] over het haagsche Pietismus
Een zonderlinge aanspraak van oom de Vos over de wind van V d H die hem in de Haag gemeld had dat het Pietismus aldaar zulke verschrikkelijke voortgangen maakte, onder de gemene lieden door Molenaar en onder de fatsoenlijke door Secrétan, wat daar toch in gedaan moest worden &C. Men had hem dien uitval kwalijk genomen, en het was dan uit andere gesprekken gebleken dat het zoo niet was. En toch geloof ik dat V d H gelijk had!
Mazelen.
Aan de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] was het kalmer. Op de kinder kamer waren Thijs en Karel Ee nog al zeer onrustig en hoestende. Bij Karel Ee de mazelen nog niet uit Margotje was regt vrolijk en Steven wierd verbed.
Gesch d Partijschappen
De avond was rustig. Het stuk over de vroegere partijschappen uitgekomen las ik met veel belangstelling. Het is de liberale kleur en toch er is veel waarheid in. De Bilderdijksche Geschiedenis behandeling is eene reactie die eerst moest plaats hebben maar nu de beide Systema's tot ad absurdum doorgevoerd zijn, kan men weder onpartijdig beginnen te zijn.
Overzigt in 1837
Ik las mijn terug blik op 1836 met veel genoegen en toch ik was bang voor het Voorzienigheidje spelen, dat wij gedurig willen doen en daardoor de leeringen die God ons door de gebeurtenissen geeft, voorbij zien. In die stemming begon ik den blik op 1837.
Dec 16 Z. Mazelen
Met de kinderen gaat het waarlijk regt goed. Alleen onze arme Karel Ee moest veel hoesten en was zeer benaauwd. De overigen zijn beterende, zelfs Thijsje. Heere schep in mij een dankbaar hart. De mazelen regeeren sterk, geheele familles zijn aangetast.
N S bij d C [da Costa]
Bij d C geweest. Ik vond hem nog al in een meer opgewekte stemming dan voorheen, ook met ijver voor de werkzaamheden. Zijn stuk over Romeinen & Galaten scheen hij met veel genoegen bewerkt te hebben. Het boek over de partijschappen had hij ook met een bijzodner genoegen gelezen. Wij mogten ons hart over alle onderwerpen vrij en geheel broederlijk uit storten. DC is druk in Goethe en ziet hoe deze met zijn Pantheismus veel tot een zekere hoogte konde vereenigen, hoe hij zelfs de Bijbel aannam, maar niet God in de Bijbel.
Stille avond.
'S av. de partijschappen uitgelezen, met Groen [Groen van Prinsterer] vergeleken &C de avond vlood spoedig om. Er was kalmte, de lieve kinderen beter, en de Contracten storm ook niet zoo erg, als het begin der week dreigde. V d H [Van der Houven] huiverde.
Dec 17 Z
Alles laat. De lieve kinderen niet erger. Gerrit vooral laat, moest echter gedurende zijn ontbijt mijne aanspraak over Johannes den Dooper horen. Mij was het helder!
Kerk Jamieson
Bij Jamieson. Dat was toch waarlijk Evangelie, innig, hartelijk de ziele aangrijpende. De text was uit de Brief Juda. De Heere komt. De twede komst bij de naderende viering van de eersten. Mijne ziel ging zoo veel niet mede dan de vorige week, en toch het was regt goed. Met Steph terug, broederlijke uitstorting.
Br & ber Schubert
Verkwikkend was mij Schuberts brief en ingezonden Journaal. Alles was mij leven. Ik stond aan de oevers der roode Zee en op de Sinai. Door de platen die ik dikwijls gezien heb, was ik met de omstreken vertrouwd.
Ainsw. [Ainsworth], Corr.
Ainsw stoomt na Engeland. Aan Campbell schreef ik nog omstandiger. Cap [Capadose] verwelkomde ik in 'S Hage.
Br fransche Kerkenr
Het lag mij op den hart dezen avond den brief aan den Waalsche Kerkenraad optestellen. De zaak was mij duidelijk.
Dec 18 M Margo. Mazelen
Margotje jarig. Welk een stof v dankbaarheid. Karel Ee ook beter. Er zaten er weder drie aan tafel. Heere ik wensch te danken.
Zaturdag bij den Vorst had ik het allerheerlijkst gevoel van gezondheid, nu weder eenigzints zenuwachtig. Het was zeer druk aan het bureau & toch weder veel uitkomst.
Dec 19 D. familledag S D C [Steven de Clercq]
'S avonds famille dag bij Steven. Aldaar met groot genoegen het verhaal van de Schipbreuk op de Lucipara's eilanden voorgelezen. Het gaf eene elektrieke schok. Wij waren deelnemende in elkanders lotgevallen. Gideon stelde nog eene lieve conditie op mij in bij gelegenheid van den koers. Ik voelde mij zeer te huis bij de famille.
W. 20 Dec Migraine
Met migraine opgestaan. Het had zich reeds voorbereid. Het duurde lang. Ik gevoelde mij elendig. Het eeten met zeer weinig smaak 's middags ging alles weder beter en ik mogt nog de beschouwing d tijden afmaken.
Br Mess [Messchert]
Mess schreef mij largo, nog al vittende, waarlijk toch niet billijk. Hij vond dat de Ref. bijzonder gelijk had tegen ons. Dit hinderde mij toch den gehelen dag. Ik wenschte het over te geven, maar het werd mij niet afgenomen.
De uitzigten dat elk der mazelende kinderen op die kinderkamer vier weeken blijven moet, trof ons ook nog al heden. Het gaat anders gezegend.
D 21 Dec Bureau. Wilson
Allerslapst stond ik op en sleepte mij na het bureau, maar waarlijk het ging gedurig beter. De ogtend was nog al moeilijk. Wilson kwam knorrig, even als of wij in de vorige week geen confidentieele Conferentie gehad hadden. Ik begrijp het niet. De contracten waar over de stormen zoo hevig waren, waren juist dezen dag dat ik niet aan het bureau was gekomen. Een hartelijk schrijven v Schimm. [Schimmelpenninck] deed mij genoegen.
Ds Mounier vraagt mij als ouderling.
'S midd thuis. Mounier had belet gevraagd en ziet terwijl mijn brief aan den Kerkenraad gereed ligt om overgeschreven te worden, draagt hij mij daar de benoeming tot ouderling op. Wat is dit wat is de bedoeling Gods. Ik heb er hoegenaamd geen licht in. Dat kan ik immers niet worden. Het is immers onmogelijk die roeping aan te nemen. Had ik het wezentlijke geloof dat ik in die kerk te huis behoorde, dan mogt ik immers niet weigeren.
Mev Schumann.
'S avonds kwam Mev Schumann. Het is toch een lieve ziel, door God bewerkt, en die wel een zware weg heeft. Ik mogt er dan ook mijn avond aan geven. Wij waren lief te zamen, hoewel altijd op mij de schuld ligt dat ik meer zou kunnen zeggen. Gerrit kwam uit de Comedie & was ver van vriendelijk, dat mij leed deed.
Dec 22. V. Huish.
'S ochtends nog ongesteld. 'S avonds beter. De kinderen veel beter rijke zegeningen Gods, en toch toen ik te huis niet wel komende, de zaal zag schoon maken, ontevredenheid.
Carolientje Verj.
Caroline's eerste verjaardag, wij konden het lieve kind niet zien. De gewisselde briefjes waren zeer hartelijk. Een band te meer met Steven.
Ouderlingschap.
Zaak v. Ouderlingschap nog onzeker. Ik schreef aan Mess [Messchert] & d C. [da Costa]. d C antw tegen het aannemen van het ampt zie ik niets, tegen het weigeren veel. Eerst dacht ik dat dit aanbod de brief moest doen intrekken, nu zie ik er dunkt mij een verband in. Moge ik wijsheid ontvangen.
Dec 23 Z. Bediendens
Aan het Bureau nazien der Tractementen. Alles liep zeer rustig en aangenaam af. Met G. [Goudswaard] is de zaak moeielijk, daar alles een einde toch moet hebben. 'S midd schreef ik nog daarover op, doch voelde toch des middags het ligchaam bezwaard, en dan die ongelukkige drift die mij zoo jagen kan, de woorden van Campbell waren mij verheugend.
Overl J v Walré
J v Walré overleed 78 jaar, een man van veel vernuft en kennis, waarbij toch altijd iets onvolkomens was. Veel hartelijkheid heeft hij mij altoos bewezen en was ook nog in den laatste tijd liefderijk jegens mij gezind.
Ouderlingschap.
Ik had dezen dag wegens het Ouderlingschap weinig zorg en was er koel onder. Dit was mij duidelijk dat het geen ik eerst aan d C schreef als of de benoeming een plan Gods was, 't geen mijn plan van den brief verstoorde, niet waar was, maar dat er een verband tusschen de benoeming en die brief was, dat zij elkander aanraakten maar niet uitsloten.
Bähler terug. Zijn ontmoeting met Kohlb [Kohlbrugge]
Bähler terug die te Utrecht, te Zwolle geheel andere toneelen had bijgewoond. Heringa gaf hem een zeer getimoreerde[?] recommandatie mede. In zijn terugkomst was hij lang bij Kohlbr
die indedaad broederlijk met hem sprak, doch hem alles weg sloeg en in zijn weg alleen het afdwalen van God zag, en het verkeerde van de eeuw om overal in eigen kracht te staan. Bähler had zich dan nu ook alles laten afnemen en stond zoo vereenigd daarin met Kohlb [Kohlbrugge] als vroeger met Hog [Van Hogendorp], en nog vroeger met Laatsm [Laatsman] in dat zelfde Jaar. En ik nam het maar weder van hem over!! Het is een fijne eigenliefde om het zoo met ieder eens te kunnen zijn.
Zondag Dec 24 Vis bij d C
Windrig opgestaan. De mist en het geheel zachte weder maakten het onder weg veel erger. Ik kwam dus niet bij Huet maar voor het bed van d C met wien ik drie uur sprak. Toen bij Henry die lief was over de Ouderl zaak. Deze wierd mij duidelijk. Eerst den brief te zenden en dan te zeggen maakt dit geen zwarigheid dan ben ik de uwe.
Brief aan den Kerkenraad gereed
Ik schreef de brief kalm over, even als toen aan de Meniste Kerk en nu ligt hij daar gereed om aan Mounier te worden gezonden. Belangrijk waren zijn gesprekken, wat zoude ik er in weinig woorden van kunnen zeggen.
Protest d C tegen Kohlb.
Dit blijft waar protest tegen de Scheiding Kohlb & Mess [Messchert]. Zij willen eene Evangelieverkondiging zonder zonde. De Kerk is altijd in zonde geweest. Wat Kohlb wegens de wegen dezer eeuw zegt is waar, en toch dit belet niet dat God er mede werkt. Als men wilde konde men op dusdanig eene wijze alles bij Luther op natuur en Deutscheid terugbrengen.
Goethe. Molenaar
Belangrijk spreekt d C ook over Goethe & Molenaar. Deze eerste doordringt hij nu, en dit is eene operatie die hem veel strijd kost. Naderhand heeft hij een preekje v Molenaar tot balsem nodig. Het is toch eene opregte ziel. De dag was toch rustig voor mijn hart, schoon het ligchaam hinderde. Wij mogten weer met onze lieve kinderen op de Voorkamer theedrinken.
Maand Dec 25 Eerste kersdag. Ainsw. [Ainsworth] Car. [Caroline]
Ik was nog niet regt wel. Treffend was de brief v Ainsw en de bevestiging van de ontdekking v het bedrog, daar voelde ik Gods hand wel in. Met Car. nog genoeglijk gesproken en gelezen. De zaak was mij helder. In Olsh. [Olshausen] zag ik twijfeling zonder er door geschokt te worden. Ik gevoelde dat men met het harte aangrijpen moet.
Brief v Mounier
Treffend was mij 's avonds het antwoord van Mounier. Ik voelde er leven bij. Mij dunkt er komt uit dit alles iets. God zal zorgen. Op hem alleen gezien!
Bähler
Met Bähler nog genoeglijk nagesproken. Hij ziet nu dat Kohlb [Kohlbrugge] toch uit de hoogte spreekt, en zich boven allen stelt.
H [Henry] & M [Mimi] & Ed [Eduard] bij ons
'S avonds Hy & My & ook Eduard met wien wij genoeglijk & opregt spreken mogten. Het was een broederlijk te zamen zijn.
div berichten
Volgens Bähler had Mounier deze morgen kragtig de Godheid v Christus verkondigd. Goede berigten over Deleman's werking te Zwol, over de brief die L'Ange [Teissèdre de l'Ange] aan hem schreef, over de hartelijkheid van D. Hoogstraten & Montijn te Utrecht. Innigheid van de Vrouw v Ds Meerens.
Jufv v d. Heyd. [van der Heyden]
Jufv. V d Heyden kwam ook. Wij raakten tedere punten aan en toch door 's Heere goedheid ging alles vrij en hartelijk.
Dingsd. Dec 26 Twede Kersd. D Molenaar Crefeld 's preeken
Ik wilde ter kerk gaan doch het ligchaam liet het nog niet toe. Aan de kinderen las ik een preek v Molenaar voor. Regt lief doch het was echter vooral voor hen die verstonden het geen hij meende, anders bleef er wat onbestemds.
V der Horst
Aan 't Bureau lezing der stukken, te huis gekomen kwam Van der Horst gewezen Gouv. v Westendorp nu te Baanbrug, aan alles als het ware afgestorven. Hij heeft de Redensche rigting schijnbaar gedeeld en voelt dezelve toch niet. Dit wist hij toch echter
wel te zeggen dat er een grote verandering in de preken v L. [Laatsman] plaats had.
Weller
Th J Weller kwam. Hij is vroeger bij de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] geweest nu Secretaris van een rondgaande regtbank op Java. Veel zelftevredenheid heeft hij even als toen.
Mermod.
De goede Mermod kwam na een absentie van twee Jaren mij ook eens weder opzoeken. Bij Kohlbrugge beviel het hem maar zeer matig want hij zocht er stichting, en vond er alleen polemique.
Sch. de Blauw.
'S middags nog een schippertje die zijn schip verloren had, nu geld bij waarheidsvrienden zocht, dit echter als eene grote vernedering beschouwde, om dat hij zijne eerste liefde verlaten had, als twede oorzaak mij bedankende. Bij die goede menschen is alles waarlijk wet en philosophie! Waar spreekt God ooit van tweede oorzaken. Ontfang ik als broeder dan dank en erken ik in Christus.
Krumm. [Krummacher], Elisa
'S avonds gelezen in de Elisa van Krummacher veel Excentricqs, maar toch ook veel treffends, de Evangelische zending v Eliza regt goed uiteengezet. Dat b[onl] boek door Messchert aangehaald is toch waarachtig, maar hij bederft het door te veel wiz.
Antw Syn Com na Zwits.
'S ochtends le Narrateur religieux ontf. daarin dat elendige antwoord v Dermout waaraan regt gedaan wordt.
Capadose.
Een brief van Cap aan d C [da Costa] gelezen. Jufv Abraham is geengageerd bij hem. Er is altijd toch iets Capadosiaansch. Hij approbeert de Stemmen als Christus verkondigende, niet als eene Kerk kunnende denken zonder belijdenis! Hij heeft V Hall half doen bekennen dat hij tegen ons te sterk gesproken had.
Gideon.
Onze Gideon weder voor het eerst beneden. Zijn gezicht was eenigzints smal geworden.
Woensd 27 Dec Bonnet
Bonnet zendt mij zijne preken, 't geen mij als blijk van hartelijkheid en aandenken veel genoegen doet.
Brieven v Messchert
Brief v Mess aan mij. Hij had verwacht dat ik dat besluit wegens het ouderlingschap zou nemen. Hij ziet er een weg tot uitgang in, berust, doch kan niet nalaten een gemelijken uitval te doen. Treffend daarentegen was de brief v Mess aan d C [da Costa] die mij deze laatste zond. Deze was uit een Christus behoevend harte geschreven. De Koningsmantel van den gelovigen blinkt toch door alle onze lappen van eigengeregtigheid, ook van eigenwijsheid heen.
Capadose's bekeering
Dit verhaal kwam uit. De voorrede van Chev [Le Chevalier] is belangrijk, zal nog al den een & ander stoten, zoo wegens de grote verdediging van d C en Cap als wegens zijn in bescherming nemen de Genootschap. Mogt het ons maar gegeven worden elkander te dragen.
Bureau.
Heden verdeling der Extra giften. Alles liep regt goed, over het algemeen veel tevredenheid, de oppositie van Bauer was meer een Caricatuur dan wezentlijk leed doende.
Campbell
'S avonds vond ik Campbell bij mij tehuis. Het gesprek over vele gewigtige zaken was belangrijk. Zeer trof mij wat hij van het gedrag der gescheidene ontrent de Vrouw v Steets melde, het regt dat zij zich op alle kinderen der gelovige volgens hen zelfs der volwassenen aanmatigen. Hoogte v Wormser ontrent de N S. Neen zoo wordt toch Christus Kerk niet weder opgebouwd.
Carolientje heden gespeend!
Over het besluit v den Paus wordt veel gesproken.
Dond 28 dec. Instituut.
'S ochtends de brief aan Philémon. Wat contrast met de afg. op Nijverdal.
'S av Instituut. Tydeman wilde ook protesteren tegen het vers van Lulofs, doch men antwoordde hem even als aan mij, dat de klasse voor
het geen in deze verg. gesproken of voorgedragen wierd, hoegenaamd niet aansprakelijk was. Zie daar dus een dubbel getuigenis.
Maria Louisa
Zijn verh. over Maria Louisa was eigentlijk een persiflage van Siegenbeek. Boekenkennis heeft hij veel. Bij die zaak over Lulofs was v Kampen de eenige die vuur vatte.
Boek partijsch.
Over het boek der partijschappen wordt veel gesproken. Men heeft het aan V den Hull en aan Falck toegeschreven.
Brugmans verhaalde mij nog veel bijzonderheden over de Van Harens & de Hogendorpen [Van Hogendorp].
V d Hoev [Des Amorie van der Hoeven] & Walré
V d Hoeven gedacht als Voorzitter aan Walré. Het was vago en deed aan het Elysium van waar uit Spinrag [onl] geweven denken. V d H kwam ook nog uit bij de Lulofsche zaak, en zeide dat Bilderdijk wel wie hij wilde had kunnen lasteren. Tyd[Tydeman] antw. maar niet in 't Instituut.
Brand in de Warmoesstr.
Schriklijk was een ontzettende brand heden nacht in de Warmoesstraat waarbij een moeder met drie dochters onder andere verbrand zijn. Zes lijken in 't geheel. Ontzettend! Heere gij alleen bewaart.
Vrijd 29 Dec Diner van jonge lieden bij ons.
Ik was nog al gedrukt. 'S middags Campbell en eenige Jonge lieden v 't bureau bij ons. De baars met roet was een droevig incident. Campb meende het goed maar was wat al te deftig 't geen daar door zijn indruk mistte.
Terugk fam Westendorp
'S av de famille Westendorp verwellekomd. Ik gevoelde mij zeer met hen vereenigd, doch vond Maria nog al vermoeid, en gevoelde wel dat zij uit eene andere atmospheer kwamen.
Gerrit.
Gerrit terug, wat hij van Studenten en hunne wijze van leven gehoord had, was niet zeer opbeurende.
Krum. [Krummacher] Eliza
Het laatste uurtje was nog aangenaam, en de lezing van de preek over Elisa's vermenigvuldiging der Olij, regt verkwiklijk.
Zond 31 Dec
Het treffendste bij het slot van dit Jaar is de preek heden bij Huet gehoord over Hebr. 4 wat de ruste Gods was, wat het lot van hen was die buiten deze ruste bleven, en wat de weg tot die ruste was. Het was krachtig en zoo duidelijk en helder als ik het nog ooit in de fransche kerk hoorde. Het waarschuwen voor alle illusions was sterk, het gebed que personne de nous ne se trompe et ni te trompe vurig en de verklaring dat het onmogelijk was dat God zonder bekeering zonder komen tot Hem zalig kan maken, al moest de waarheid tegen alle die daar waren getuigen, plegtig. Ja waarlijk hij is in den weg Gods.
Wat Steven mij v Koopmans schreeft is ook treffend. Dat is personeel geestelijks. Bij Huet is het als het ware de weg van Calvijn.
Kamerling bij mij. Behoefte heeft hij om het Evangelie te verkondigen en zoo als hij dit doen wil is het geloof ik het ware. Toen Gild. [Gildemeester] kwam sprak hij wat uit de hoogte. Fransch leeren kon hij nu niet meer. De brief van Goedkoop beviel mij maar half.
Zeer verheugend was het berigt wegens Ds van Rossum die bij het preken op de twede Kersdag zeer bijzonder tot ruimte moet gekomen zijn en met volle helderheid Christus heeft kunnen verkondigen.
En nu het slot nadert reeds. Heere wat zullen wij zeggen. Woorden heb ik niet. Ontferming Genade was alles. Heere gij alleen kunt het doen gevoelen wat het was, hoe ik
bewaard en doorgeholpen wierd bij de zwakheid van een ligchaam, dikwijls door zenuwe wonden en wat dies meer zij geschokt, en bij het gevoel nu en dan van zwakte drukking en innerlijke opzetting van bloed en verstopping, bij de toenemende moeilijkheden in de Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] en de worstelingen met het Ministerie die niet ophielden en door de plaats hebbende intrigues verzwaard werden; bij de gedurige ebbe en vloed in de Kerkelijke zaken de Kamp der beide rigtingen, de schokken dan eens door Van Hall dan door Kohlbrugge gegeven, in het kort bij alles wat ontrusten en folteren kan. Bij God was de kracht en deze moet er reeds in den eerste dag van January zijn. De zaak der Haarlemse fabrijken en die des ouderlingschaps staan reeds aan de poorte. Veel zegen was er in alles. Ook in het huisgezin allen behouden door kinkhoest en mazelen heen, inniger dan ooit was de betrekking met mijn lieve Vrouw, met Gerrit alles gedurig moeielijker en toch hope, toch uitzigt en vertroosting.
In het geestelijke dikwijls onverschilligheid en opstand, doch ook leven, ook in de laatste maanden gevoel van die vaderlijke betrekking van God, en nu Heere, alles is in uwe hand. Zoo wij geloven, wat zal ons van u scheiden. Daar sta ik met mijn zevental. Heere maak allen u ten eigendom. Heere herinner ons het eindeloos tal uwer weldaden. Heere rigt onzen blik op Christus. Vermeerder het geloove. Maak alles waarheid aan de ziele. Amen
[leeg]
Uitstapjes van 1837
1) Feb 16 - 18 na Rott. voor de Tin veiling.
[leeg]
Eerste uitstap na Rotterdam
16 - 18 feby
Feb 16 Do
'S ocht 7 uur vertrokken dilig met Gerrit, Keetje van Gennep met ons, ook Janus van Oordt, voorts Plate compagnon v Balguerie, vroeger supercargo voor St Martin eerst na Brazilie; de twede maal na Rio & P[onl] op welke laatste plaats hij zijn broeder bezocht. Witkamp. Een kruidenier uit Dord, een jonge V der Hoop. Gesprek onder andere over Napoleon of de Godsdienst iets anders dan verhoogd gevoel is, gelezen Bulwer over Geneve &C. Aankomst ½ 3, gegeten bij Van Oordt, de avond vlood heen. Keepsakes gezien. Janus v Oordt kwam met zijn vrouw. 2 Pet. 2 geëxpl.
Feb 16 [17] Vr
'S ocht vis V Heel. ½ 11 bij de Agent. Verraad van Blussé die al het gebeurde in de Vergadering in de Dordrechtsche Courant plaatst. Ter Veiling alles tot ƒ 46 à ƒ 47 verkocht. Met V Oordt het nieuw werk omgewandeld, allerheerlijkst weder. Gereden na Delfshaven, het bassin &C gezien. Gerrit wandelt na Schiedam. Beurs bezocht. Bij Rueb nog de suikermonsters gezien. Schone schilderijen v Schotel Schelfhout &C bij hem. Diner bij Browne, Van Oordt & Betsy ook aldaar. Mev van de Ende uit Londen. Genoeglijk gesprek met Betsy. Imp. over de Metalen. Gerrit leest zijn ode aan La Martine [Lamartine]. 'S avonds nog een Capittel uit de Hebreén geëxpliceerd. Veel gespr. met V Oordt over zijn broeder, wiens zaak steeds meer en meer verward is. Ontzettende slapte van het Suiker Artikel.
Feb 16 [18] Z
'S ochtends V Heel & V d Mersch [Van der Meersch] nog gezien. Hartelijk afscheid. In de Dilig. spreekt niemand. Ik lees in Ellis Polyn. Researches met veel
genoegen. Komst bij Groen [Groen van Prinsterer]! Griep bij velen gevaarlijk. Mevr. Elout (St Georges) zeer erg. Zegen op d C [da Costa] Vrijdag. Zijn krachtig preken tegen de vervolging. Je désire être compris. Recensie van Schlosser in de Heidelb. Jahrbucher van de Archives zeer gunstig maar allervijandigst wat het Christelijke betreft. De R C stemmen sterk ten gunste der vervolgden. De aanschrijvingen jegens hen nog allerhevigst. Ranke's Fürsten & Völker zeer geprezen door Gr. ook een werk van Moreau. Aan het einde van het Diner gevoelde ik mij zeer vereenigd met By [Betsy] doch wij hadden geen gelegenheid regt uittepraten. Die Stina van Mev Bylandt ten uiterste te vreden bij Hogp [Van Hogendorp]. Niemand vinde ik verder t'huis. In Den Haag komt toch opwekking van vele kanten. Onder de fatsoenlijken is daar dunkt mij, toch meer beweging dan te Rotterd. Om half uur in de Diligence. Ik zat meest stil herkaauwde en bewonderde het landschap bij den heerlijke maneschijn. Gerrit wierd regt levendig met een gezelschap dat voorin zat. God geleide ons gezond weder, in het midden van een gezond gezin!
Heere, Uw naam zij geloofd in alles!!
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
1837
Twede uitstap
Maart 1/3
Reisje na Rotterdam tot beheer der koffijveiling
[leeg]
Reisje na Rotterdam voor de Koffij Veiling
Mt 1 (Woensd)
Vert. Dil v 10 uur. Van Aal, Fortike, Reynders, de oud burg v der Poll. Vernieuwde dijkbreuk overal water. Gespr ov. de zaak der Makelaars. Gel. het belangrijk Vorwort in de K Z Jany over den zelfmoord van den jonge Hohenhausen. Werkzaamheid met Gerrit. Een half uur gewacht in 's Hage. Vr de Bruin komt op eens in de Diligence. Aank bij V Oordt, zeer stille avond. Geëxpl. een Cap uit Johannes.
Mt 2. Dond.
V. Zuylen [Van Zuylen van Nijevelt] bezocht. Lijden zijner zuster. Zware melancholie. Ondervindelijk zien van de bezetting. Zijne zuster kent volkomen de waarheid, maar zegt het is niet voor haar. Er komt nu en dan eenig licht. V Z stond regt lief. In Christus ligt alles. Zoo wij vertrouwen op onze gestalte is het verkeerd. Die hangt van onze stemming, ja van eene goede nacht, van het goede weder af.
Met Steven de boheemsche glaswerken bezocht. Na de Agenten, beter moed voor de Veiling.
Bij D. van der Ham. Hij was nieuwsgierig na alles gespr. over de Scheiding daarin ziet hij nu niets; over de Polemiek van le Roy in de Kat Stem ov la Mennais [of de Lamennais] Affaires de Rome. Hij is te veel beschouwende ziet alleen de verwarring, ziet niet God in die verwarring werkende.
Er kwam een man uit Vlissingen Domisse een kruidenier bij wien Kehler gelogeerd heeft met zijne Vrouw. In Vlissingen scheen het stil te zijn. Hij was met Ter Nooy Apel ingenomen.
Ik nam dezen mede na Van Oordt alwaar Mev Schuurman & Vrouw de Bruin waren. Deze
sprak veel, was nu wel voor de Scheiding, maar tegen de gescheidenen. Zij is tweemaal gedagvaard voor haren Kerkenraad, eens, om dat zij eene zekere belofte niet was nagekomen; eens omdat zij een gemeentetje in haar huis houdt daar zij zich niet aan de wet der 19e kon onderwerpen. Zij heeft bij Scholte gelijk willen hebben, doch is tegen dien gestuit. In den Haag is zij tot ½ 4 met Golverdinge, en de Wed Nieuwenhuize, ook met den lampenist van de Kroonprins. Klacht tegen V Hall, dat hij te veel omhaalt, alles aan banden wil brengen; dat men niet meer voor den oefenaar van Noordwijk mag collecteeren &C. Klacht der meiden van V Hall. Zij sprak nu weder in den geestelijken band der liefde. De Heere bewaarde mij dat ik mij niet liet streelen door dat declameeren tegen de Scheiding van haar. Ik zag wel hoe het Phariseismus in de Scheiding ontdekt wierd, doch tevens bemerkte ik bij nadenken den volgenden dag, hoe de ikheid van Vr de B de oude Adam hier bloot lag.
Beurs, 's avonds de Veiling tot half 10 ik wierd gesterkt in dat nommertjes invullen, dat mij altijd vermoeit. Naderhand zeer stil bij V Oort. Jes 53 uitgelegd.
Mt 3 Vrijd.
Om 10 uur na de Dilig. Hoboken nog gezien met veel genoegen in de K Z over Rachel Varnhagen [Rahel Varnhagen] gelezen.
Ik kom aan te 's Hage, zie bij Groen [Groen van Prinsterer] alles gesloten. Wegens zijn Vaders ziekte had hij reeds geschreven mij er niet te kunnen verwachten. Ik trok toen na V Hall, waar ik bleef eeten. Hij kwam van het hof, was lief gstemd, niet
opgeblazen maar sauveeren willende wat gered kan worden. Voornemen zich bij defaut te laten condemneeren. Zijn pogingen tot hervorming. Ontdekking van vele gebreken bij de Vromen. Zij beschouwen het werk des dags als eene ijdelheid, en geloven daarin dies na den gang der wereld te mogen handelen. Hij wil dat alles in orde geschiede. Hij wil niet dat er voor geld geoefend worde doch heeft de man v Noordwijk lief. Betrekking op de Scheveningsche afgescheidenen. Pinkrederij door hem opgerigt.
Treffende stemming v Scholte. Zware toestand waarin hij in zijne ziekte verkeerde. Zijn krachtig schrijven aan die v Amst. Oppositie v alle kant. Helsche vervolging van Van Raalte. Lang gesprek met Van Hall over d C [da Costa]. Toen hij te Amst was, was hij getroffen door de voordragt in het Museum, doch vond dat d C er niets voor zich zelven uit mede bragt.
Molenaar's jaloersheid weg de Scheiding. Gebeurde met Schneitter. Sec [Secrétan] spreek ik nog even. Zijne verontwaardiging dat er geen stem in de Kerk gehoord werd. Alles zoude op desorde en ontbinding uitlopen.
Met de Dil van ½ 5 na huis. Ik was meer in gedachte, sprak nog al genoeglijk met Steven. Vreugde was het mij al de mijnen zeer wel te vinden. Aandoenlijk was het mij bij Van Hall. Zijn positie is toch reeel en dat God de zonden na buiten brengt, bewijst niet tegen de Scheiding.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
1837
Derde Uitstapje
Reisje na Rotterdam
Beheer der 3e Suikerveiling
27/30 Juny
[leeg]
3e Uitstap na Rottr
voor de 3e Suikerveiling 27/30 Juny
D. Juny 27.
Vertrek Dilig v. 7 uur. Indifferent company. Heerlijk weder; na Haarlem had ik het regt goed. Gerrit met mij. V d H [Van der Houven] gecroiseerd bij mijne komst te Rott. Hij had de goude bruiloft gevierd van 's Grav. [Storm van 's Gravensande]. Bij de V Oordt alles wel behalve hij zelve die hoestende was. 'S midd bez de Agenten de geheele Veiling bij Rueb gezien. Nooit was dezelve fraaier. Janus v Oort[Oordt] bezocht. Hij was in de drukte van schoon maken. Mess. [Messchert] was met al zijne redeneeringen nog bijna diaken geworden, ware het niet het gemaal met de Attestatie geweest. Mess. was niet te huis. Zijn kamers aan het einde v de nieuwe haven regt fraai. Bij V O was het weder genoeglijk.
W. Juny 28.
10 uur veiling. Merkwaardige uitkomst. Opdrijven der witte soorten door Orders op Petersburg tot ƒ 10 boven de taxatie. Van de beurs af gereden na Hoboken. Mislukte beklimming der Sara Lydia[?]. Bij Hob. alles regt in orde. Verhalen wegens den Genl. Verveer en de Ashantijnen. 'S middags bij heerlijk weder over de Maas aan boord van Capt Niesen (de Canton vroeger Ortelius) gevaren. Vis aldaar van de Generaal de Stuers die in het gedrang te Parijs was geweest.
Do Juny 29
Lieflijke ochtend, heerlijk weder. V Oort ongestd, ik blijf bij hem buiten. James schr de bevalling zijner Vrouw. Aan hem & aan Marz [Marzials] &C gesch. Ik moet op den brief v V d H Vrijdag avond weder te huis zijn. Talma kan ik dus niet opwachten die komen zoude. Dit ga ik aan de Vrienden
Schey verhalen, die zeer goed met mij sprak. Ik gevoelde mij ook vrij en kon nog al geestelijk spreken, doch dat bedierf mij spoedig weder, en bragt mij 's avonds aan het opponeeren tegen de V Oordts. Hendrik & Janus die niets anders verhaalden dan uittreksels uit preeken van V d Ham.
Toen ik bij de avond uitlegging met het minste ijver sprak, had juist V. O geloof ik er het meest aan.
Trotsheid is overal en gedurig bij ons.
Vrijd. 30 Juny.
Mess. [Messchert] zag ik den vorigen dag. Ik begreep zijn persoon beter dan zijn brief.
Hob.[Hoboken] was druk kwam mij afhalen, na De Hendrika brengen die bij de komst van Z M moest geillumineerd worden, bragt mij toen in zijn huis, en daar moest ik veel van het oude meermalen gehoorde, vernemen. En echter geloof ik weder dat onder de leiding Gods, dit bezoek weder niet onnut is geweest.
Tot aan 's Hage op de Dilig. met Amst makelaars. Het liep alles nog al wel. By Groen [Betsy Groen van Prinsterer] even gezien en Mev v Bylandt die bij haar was, en die ik vindt dat een belangrijk uiterlijk heeft. Gehoord dat Sec [Secrétan] de baden moet gebruiken voor een steek in de zijde, en dat Groen over de vervolgingen schrijft. Te Rijngeest afgestapt. De plaats is lief. Het huishouden van K[onl] beviel mij zeer. Mev Smissaert was er maar dunkt mij zachter als anders, ik gevoelde mij meer met haar vereenigd. Goede tijding van Mevrouw d'Escury [Collot d'Escury] & Van Heikes [Heykens]. En nu de Heere geleid mij weder huiswaards. Bij mij was beschaming maar het was mij toch in vele dingen regt goed geweest.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
1837
Vierde Uitstapje
27/29 July
naar Rotterdam & Schiedam
1) Conferentie weg. de Makelaars
2). Aflopen Eendragt Schiedam
[leeg]
Togtje Rott & Schiedam
Donderdag 27 July
vertr. met de Dilig v Surig[?] met Steven 10/uur, gelezen Q R. Van 's Hage na Delft hadden wij Zimmermann & z/vrouw. Dudoc Bousquet recipieert mij. Gesprek over de Scheiding. Hij kan niet begrijpen men er niet toe overgaat.
½ 8 Conf bij V Heel met de Agent. over de verandering wegens de Makelaars. Ze zijn niet zeer te vreden, maar onderwerpen zich. Bij Van Oordt groot souper de famille Van Gennep Mev Modena Haar Zoon met een W I meisje gehuwd Jufv Reitz hare zuster. Gesprek weinig beduidend. Keetje V G met genoegen gespr. Met Mevr. over de fam V d H [Van der Houven].
Vrijdag 28 July.
Om tien uur met een Kales waarin de Agent na Schiedam. Dreigende Orkaan bij Overschie. Schone huizen te Schiedam. Receptie vrij koel. Loopuit interessant, Knappers, Nolet &C bevielen mij niet. Dreigende bui afgedreven. Heerlijk gezicht. Aantal menschen vereenigd. Zeer eenvoudig koffij drinken. Wij bedanken voor het diner aan de Zwed.[?] Geen dames gesproken. Schone zolders voor de benodigdheden.
Twee uur terug te Rott. Vernemen deze treurmare van Bousquet die ik aan Van Heel mededeel. Diner met Messchert. Hij verhaalt van zijn Belg reis, van Goedkoop van de Bijbelverspreiding, alles niet zoo opgewekt. 'S av bij Van Oort Chabot. Jufv Vermeulen leeren kennen, een lief mensch maar mij wat soppig. Zulk een geheel rond gezicht.
V d Ham sprak belangrijk over de Zondag. Hetzelfde Element als in Laatsman is wel in hem maar hij durft het niet uitbrengen. Dit is ook wel M Van der Ham vous m'avez mis la main sur la clef, et je n'ai fait qu'ouvrir. Men begrijpt hem niet die vleitoon ontrent de Dominés is bedroevend,
Zat. 29 July.
De reis begon in grote verwarring. Wij waren met Jufv. Reyss en kwamen te laat aan de Dilig. Ik mogt los laten, en alles liep best af hoewel eerst alle talen te gelijk tegen ons los braken. Eene Jufv. uit Dordt dochter van een Zilversmit was zeer vriendelijk alles liep best af.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
Vijfde Uitstap
Reisje na den Valkenberg
1837 Aug 3 - 14
[leeg]
Togtje na den Valkenberg
Donderdag Aug 3
Het had veel in met alles gereed te komen, van de kinderen afscheid te nemen &C. Bähler was bij ons. Ik had veel drift in het voortjagen der geheele famille vrezende het te laat zoude worden. Alles was op zijn tijd gereed. De Gildemeesters bragten hun Paulientje en namen een teder afscheid. Wij hadden twee banken geheel beslagen met eene Mev Wassenbergh, die zeer vriendelijk was. Het was mij eerst niet aangenaam, ik gevoelde mij sterk zenuwachtig doch eens Utrecht door ging alles beter. Met Bähler had ik veel te spreken over Spoerlein, over zijn gehele geschiedenis te Antwerpen &C. Zeer toevallig maakte ik kennis met een man die agter mij zat, en die ik bevond te zijn een zekere Rohrdamm Candidaat in de Theologie uit Denemarken, die kennis van Becker en Holm bleek te zijn, en mij nog al veel van de opwekking onder de mindere classe in Denemarken & Noorwegen verhaalde. Hij vertrok nu na de baden van Ems. De schone gezichten op den weg verkwikten mij nu en dan zeer. De eenige hindernis was het wagenziek zijn van Gideon. De arme jongen had het hoogst benaauwd. Met spreken wierd het stilder.
Wij zagen eindelijk het huis op den hogen berg liggen. Thijs kwam ons reeds beneden regt hupsch te gemoet. Te Velp waren de andere kinderen namentlijk Margotje Pauline & onze Steven afgehaald geworden. Het was reeds bepaald dat Bähler op den Valkenberg zoude blijven. Wij vonden er de weduwe ten Cate van Almelo eene regt lieve Vrouw die in eenvoudigheid hoort. Wij liepen nog het bosch rond waar met een storm zeer veel hout gevallen is, en eenige
gedeeltens omgespit zijn moeten worden. De avond liep onder eenige gesprekken daarheen, maar alles nog al gegeneerd.
Aug 4. Vrijdag Wij hebben een kamer die niets te wenschen overlaat. Het gezigt op de balcon is heerlijk. Wij deden een togt door de Middagter Bosschen die allerliefst was. Mie zat op den ezel en wij wandelden er naast. De gesprekken waren vrij levendig. Bij Nancy V d H [Van der Houven] vonden wij alles nog op den vorige voet. Zij was lief gestemd en hoogst zorgelijk ontrent Doortje wier toestand nog geheel dezelfde blijft. De docter kwam. Een reeds bejaard en deftig man uit Doesburg. Hij weet er weinig van te zeggen.
Bij Trui West [Westendorp] vond ik de Vier Hogendorpjes [Van Hogendorp] toch indedaad regt hartelijke meisjes, die ons reeds waren komen opzoeken. Het verheugde mij hen weder te zien. Wij bleven verder te huis. 'S avonds vooral is het gezicht op die heerlijke door den IJssel bespoelde vlakte allertreffendst & het licht is dan heerlijk over den agtergrond verspreid. Ondertusschen bereidden zich alle brandstoffen allengskens. Thijs is gewoon zijne minste begeertens vervuld te zien, heeft zijn eigene strijd en verstaat die van een ander hoegenaamd niet. Zijne practische natuur stuit telkens tegen mijne vago poeetische wijze van beschouwing. Er is geen zaak bijna die wij op dezelfde wijze kunnen bezien. Daarbij lag die zaak van Bähler Thijs geweldig op het hart. Hij begreep daaraan niet te mogen geven, als zijnde het een zaak des vleesches, als doende Bähler het niet in het geloof &C. Hij meende nu dat ik bijzonder met dien togt van Bähler ingenomen was, en zag in alles eene toespeling waarbij zijn hart geweldig op kwam. Ik had behoefte om veel met Bähler te spreken, en dan deelden wij elkander onze indrukken mede over het geen wij zagen dat ook zeker slechte gevolgen had, en verkeerd
[verder met doc. no 200.2]
[vervolg van 201.1]
uitgaan der kerk Bähler geheel in dezelfde stemming als ik. Ik ontliep Mev Gevers, van Werve, die hier ook was, en die toch wel ook dit een en ander gevoeld zoude hebben. Tegen mijne wil kwam ik met de gehele rei bij Dominé. Ik schrikte er voor, maar eindelijk ik kon het toch niet bij mij houden en ging tegen over Dominé op de Canape zitten. Daar kwam het er uit. Ik weende bijna en was diep aangedaan. Hij had het verwacht; hij kon niet anders preeken als het geen God hem gaf. Waar volheid van genade en liefde in de Bijbel stond, moest hij die ook voordragen &C. Niet in de banden van een systema kon hij de waarheid laten binden &C. Met een bloedend hart trokken Bähler en ik op, bezochten nog Zwakenberg. Toen kwamen wij bij Truitje W [Westendorp] die bijzonder te vreden was geweest, doch zeer wel had gevoeld 't geen mij stuiten zoude. Het liep vrij hoog, doch zij kon mij in liefde dragen, merkte alleen op dat ik nu niet in het gelove stond. Ik zeide van ja, en wij waren het niet eens. Na de kerk terug kerende hoorde ik daar eene zeer drogen Catechismuspreek van vorige jaren, zonder vuur voorgedragen. Ik meende dat alles bij mij in rust was, doch bij het terug keeren met Thijs barstte op eens alles los. Ik werd woedend driftig als onvoorziens. De hoogte waaruit hij sprak was mij onverdraaglijk. Alles brandde en kookte in mij. Ik stoof naar mijn kamer. Ik had alles gegeven, om dit oord te ontvlugten. Ik haatte het in den volsten zin des woords en echter mijn consciëntie verbood mij om te vertrekken. Het leven scheen mij onverdraaglijk. Ik had van niets bewustheid als van een tot op de grond getergde hoogmoed. Daar kwam men ons aan tafel roepen. Ik konde niet gaan, niet weg blijven. Mijne lieve Caroline leed er onder. Aan tafel leed ik verschriklijk. Eeten kon ik niet. Ik had eene overtuiging als of ik voor altijd allen die om mij heen waren ongelukkig maakte. Het brak eindelijk los. Thijs bood mij de hand aan ik kon die niet aannemen, en liep de kamer uit. Thijs mij achter na. Nu was alles gebroken. Hij had de liefde van een kind van God voor mij. Ik kon alles uitstorten, de broeder hand was gegegeven, en van dit oogenblik was de Valkenberg en het moeilijke der betrekking met Thijs van mijn hart afgewenteld.
[vervolgen met doc. no 197.1]
[Vervolg van doc. no 196.2]
Trui Westendorp kwam 's avonds ook Laatsman, en alles was nu overeenstemming, en hartelijkheid. Doch nu had V d H [Van der Houven] mij met eenigen drang aangeboden om langer te blijven. Ik had hier 's ochtends vooral in de preek grote onzekerheid over gehad, doch nu gevoelde ik, wij moesten blijven. Het was de weg van God. Na de diepe vernedering in die zaak van 's middags was het ook voor mij weggenomen, doch mijn lieve Caroline was er zwaar tegen in. Zij wilde niet vragen of het de wille Gods was. Al was het die wilde zij zich niet daaraan onderwerpen. Zij wilde hare kinderen weder bijeen zien. Ondertusschen wij konden niet weg.
Maandag Aug 7. Niettegenstaande dit alles, de uiterlijke strijd blijft voortduren. Thijs bleef gevoelig over de zaak van Bähler, en deze toonde aan het ontbijt zoo veel nonchalance, zoo weinig kracht dat het ergeren moest. Hij scheen niet te begrijpen dat het hem niet gevraagd werd, om zoo veel langer te blijven. Daarbij kwamen er brieven van de jongens waarvan de inhoud ons maar weinig beviel. Wij hadden gemeend zoo goede voorzorgen ontrent hen te nemen en daar reizen zij nu alleen geheel onafhanklijk aan den Rhijn. Scott heeft zelve geld van hen moeten leenen. Het is mij onbegrijplijk. Thijs nam het echter regt goed op dat mij verheugde. Wij reisden na Arnhem. Pitloo vond ik terstond. Hij is bakker en was zeer over het sterven van zijnen broeder getroffen. Hij hoorde het van den Heer Gevers, een der personen in dien brief genoemd, en deze was nu juist in het logement waar wij afstapten te huis. Ik vond hem daar, en sprak met hem nog weder over de preek die ik uit het standpunt van Laatsman verdedigde doch het kon er niet in gaan. Voor de kinderen van Pitloo wordt eene tentoonstelling van schilderijen geopend. Wij reden na den Lichtenbeek, doch er was niemand te huis. 'S middags was het vereeniging bij de Hogendorpen [Van Hogendorp]. Daar sprak ik veel met Laatsman en meende hem nog al wel te verstaan hoewel alles zich
[vervolgen met doc. no 199.2]
[vervolg van doc. no 200.1]
iets menschelijks te vertrouwen. Bij Trui West [Westendorp] zag ik Laats. [Laatsman] eenige oogenblikken. Toen kwam ik te Ellekom bij Ds Van Rossem. De man heeft niets innemends en schijnt spoedig onthutst te zijn. God leidde het echter zoo, dat het geen hij zeide mij sterk trof. Het was alles zoo geheel anders als Laatsm maar geheel in miniatuur, toch dezelfde strijd. Hij heeft alles verloren wat hij meende te hebben. Hij sprak zoo openhartig dat het bij mij doorging. Hij geleidde mij nog tot aan de Steeg. Met den ezelwagen van Trui West. reed ik na de Berg. Daar was de famille Laatsman. Ik was zeer vrij met hen aan tafel. Na den eeten spraken wij. Het was dezelfde worsteling over 't systema, dezelfde inwerpingen als vroeger. Laats. zegt de Schrift kent geene abstracties. Alles is voelen en weten te gelijk voor elk die het aangrijpt. Ik kan niet meer alles veroordelen en verketteren, de Schrift kent geen geloof dan aan den historische Christus. Ik verliet hem een oogenblik en het was mij als of er vurige pijlen des Satans in mijne ziel waren afgeschoten. Alles was mij duister zoo als ik het bijna nimmer ondervond. Ik zat neder geheel verslagen, kon geen woord spreken, ik voelde hoe zulk een positie tot wanhoop kon brengen. Ds Van Rossem zeide mij dat hij gewenscht had gek te worden. Ik gevoelde de diepste bitterheid der ziele. Laatsm. proponeerde de lezing des woords & en dit was waarlijk heerlijk. Elk zat in een kring met zijn bijbeltje. Wij namen 1 Joh Cap. 1/2 & dit ging zoo liefelijk zoo eenstemmig zoo regt broederlijk van de kant v Laatsman, dat ik nimmer zoo iets bijwoonde.
Maar naauw waren wij weder aan tafel of Laats sprak uit het ongeloof uit de vleesche en het deed bij mij de geheele vijandschap ontwaken. Ik zat neder onbekwaam om te spreken. Laatsm. zeide bij 't heengaan Ik geloof dat dit onder de verdrukkingen behoort waar door wij tot het Koninkrijk der hemelen moeten ingaan. Wrevelig zeide ik misschien. Ik ging in een regt droevigen toestand na bed.
Donderdag 10 Aug Ik stond op, meer versterkt na het ligchaam, als in een dezer nachten, na de ziel als een steen, geheel onverschillig, wenschende te ontvluchten, en het verderf in het
[vervolgen met doc. no 198.1]
[vervolg van doc. no 197.2]
verstand niet te zien. Mie was jarig. Ik kwam beneden en daar gaf Thijs twee verzen uit Ps 42 op. Het was van God, het was een antwoord op de bittere klacht mijner ziel. Mijn hart stroomde over. Zulk een invloed heeft een psalmvers nooit op mij gehad. Ik gevoelde nu wat Vrouw de Bruin meende. Thijs las uit Job. Ik gevoelde wat Job in zijn opstand tegen God uitstortte.
Toen met Carolien gewandeld. Zij was allerliefst. Mijn hart was nog dor, maar er brak nu en dan een lichtstraal door. Wij zaten bij Kwaakenberg aan den IJssel nog neder en spraken met de dochter, vroeg bekeerd!
De kinderen zijn in de vreugde en blazen bellen. Daar zit ik dit alles neder te werpen op het papier & daar komt Caroline met een briefje van Margo aan wie zij, niet zeer gerust of het met de kinderen weder in orde was, had geschreven. En ziet het is eene treurmare. Angelique heeft een zwaar toeval gehad en ligt buiten kennis. Het is allertreffendst. Wij gaan er naar toe. Thijs & Mie zijn allerliefst willen al de kinderen hier nemen. Heere hoe wonderlijk zijn uwe leidingen. Heere bereid ons harte!
Wij kwamen bij Pauly al waar het droevig gesteld was. Angelique lag bewusteloos in stuipen neder. In een oogenblik was zij nedergestort en door eene zware beroerte getroffen. Zij waren ontzettend geschrikt. De gehele nacht door was er getobt, maar vergeefs bleven alle de uitwendige middelen. Bij onze komst stormde alles los bij Py en Mo [Margo] die zeer naar ons verlangd hadden en verlegen waren met de kinderen. Hoe nu te doen! Het Resultaat van alles was dat Caroline daar zoude blijven en ik Steven na den Valkenberg zoude mede nemen. Thijs had aangeboden om alle de kinderen bij hem te nemen, doch nu Paulientje & Margotje Caroline zagen waren zij te vreden. Toen ik te huis kwam, vond ik de famille van den Ligtenbeek. Ida was dan aller hartelijkst, en herinnerde
[vervolgen met doc. no 198.2]
[vervolg van doc. no 198]
zich nog zeer aan al het vroegere.
Na hun vertrek wandelden wij na Rheden waar de Vrienden verzameld waren. Allen waren nog al zeer stil, behalven Laatsman die spraakzaam & regt op zijn gemak was. Wij zaten neder in den tuin, en ik improviseerde nog eenige regelen. Laatsm had ook nog al strijd gehad. Hij zeide dat echter zijne rust in God geheel onafhanklijk was van dat wroeten over het bestaan en de wezenlijkheid van zoo vele dingen. Ik stortte uit het geen de vorigen dag met mij het geval was geweest. Verder had ik niet veel.
De sterrenhemel was heerlijk. Met Truitje West [Westendorp] wandelden wij in de duisternis terug. Het was mij eerst wonderlijk, maar ik gewende er aan. Langzamerhand begonnen de bliksemen de lucht te verlichten, en toen wij te huis kwamen had zich een zware bui te zamen gepakt. Naauw waren wij een uur in bed of deze barste allergeweldigst los. Het was een voortdurend weerlicht en donder zonder ophouden. Hagel, regen, alles te zamen. Alles liep wel af.
Thijs was regt hartelijk op den weg geweest. Het geval van Angelique had mij ook nog al geschokt. Heere help ons wij vergaan, dit is de zaak gedurig. In het hart moet God gevoeld worden, zullen wij geloven.
Vrijdag 11 Aug Stille dag, na Rozendaal geweest. Py [Pauly] was meer bedaard. Ik keerde met Thijs terug. De hitte was brandend. Ik zag het een & ander in mijne nieuwe bladen & na. 'S avonds waren wij nog na Beekhuizen. Deze dag leverde gene gemoeds bewegingen. Thijs was innemend en voorkomend. Het was mij zonderling buiten Caroline. Eene nieuwe on weerbui pakte te zamen en barstte 's nachts uit, met minder geweld echter dan de vorige.
Zaturdag 12 Aug Goedertieren is de Heer, ook op dezen dag geweest. Er was een nieuw onweder, dat de nacht ontrustte, dat minder hevig was dan het vorige doch echter alle de opgehoogde paden weder deed instorten. De post bragt een
[vervolgen met doc. no 199.1]
[vervolg van 198.2]
brief van Gerrit uit Meintz d 8 Aug. Zij zouden de 11 's avonds te Keulen zijn, doch dan misschien nog het Bergsland bezoeken. Wij gevoelden hoe geheel dit alles tegen onze bedoeling & verwachting was, maar God alleen kon in deze uitkomst geven. Naatje ter Borg had bij alle liefde voor de Vrienden geen moed op den Valkenberg te komen, zij vreesde ontdekt te worden. De warmte was zwaar, er was bijna geen ontkoming aan. Een half uur later kwam een loper van Rozendaal. Ziet Henry was aangekomen en mijne lieve Vrouw was weder gereed om te rug te keeren. Met Maria West [Westendorp] reden wij derwaarts. Dat zoo bekoorlijk huisje was nu gesloten. Een lijk stond in het zelve. Heere breng gij zelve uwe roepstemmen aan ons hart. Het was niet gemakkelijk de kleine Margo van hare Mama te doen scheiden. Zij was er geheel niet mede te vreden. Op de Valkenberg was alles kalm. Thijs ontzettend door de warmte aangegrepen was veel rustiger. 'S avonds was het heerlijk. Toen wij voor het huis nederzaten, hield eene diligence op, en ziet het was Bähler. De Heere had hem geleid op dit togtje, en nog al Genade in veler oogen doen vinden. Opmerkelijk waren zijn ontmoetingen ook nog in de weinige uuren, die hij te Arnhem had doorgebragt. Bij Bakker Behrens had hij het vrij moeilijk, de horologiemaker Froween en Van den Broek waren hem bijzonder bevallen. De avond viel, de maan scheen allerheerlijkst. Mijne zuster West en ik wij zagen nog al eens na het dal, bij ieder rijtuig dat wij hoorden, doch het was vergeefs. Juist toen wij alle gedachte opgaven onze kinderen te zien, en na bed wilden gaan, wordt op eens een rijtuig gehoord, en alle roepen als uit een mond Daar zijn de jongens. Dat was een gevoel dat mijn hart doorstroomde!
God heeft het gedaan, dat was de volle overtuiging mijner ziel. Hoe anders had dit kunnen zijn. Het was treffend de jongens te hooren, hoe moeilijk dikwijls hunne positie was! Welk een oordeel toonde Gerrit! Heere geef ook het heil der onsterfelijke ziel!
[vervolgen met doc. no 201.2]
[Vervolg van doc. 197.1]
in mijn hoofd als het ware omkeerde. Het is de oude zaak steeds met een nieuwe vorm. Zoo komt het mij voor. Het was eerst zoek uwe geregtigheid in God toen doe dat met uwe heiligmaking toen doe het met uwe kennis. Ontvang elken dag van God frisch uit de Bijbel wat hij u schenken wil, wil niets met uw verstand vasthouden. De Bijbel is dieper dan alle systema's. De verborgenheden blijven in de zaken zelve, het hoe is nergens geopenbaard. God in Christus dat is de zaak. Spreek over hem in texten en ik geef alles toe. De eenige kenmerkende zaak is de liefde. Deze is de band niet de eenheid van 't systema. In haar kunnen zich de verschillende rigtingen vinden. In het kort Laatsman heeft ingezien de heilig heid Gods, de heilig heid die hij bij de zijne te weeg brengt. Hij ziet dat het doel Gods is om zedelijkheid te bewerken durft uit dat oogpunt alles aangrijpen deugd & ondeugd noemen en zelfs over bijzondere deugden prediken. Hij beweegt zich als het ware in het Element van den eersten brief v Joannes ziet gelijk die ziet en heeft op dat oogenblik als zulks hem leven wordt geen Rom. 7 tot aanvulling nodig. Van de eene kant was er bij mij niet dan siddering voor de afgronden van allen kant. Ik was gaarne dit alles ontvlucht. Ik zie toch waarheid in alle de leerstukken. Van de anderen kant mag ik mij zelve niet ontveinzen dat wanneer ik mij onderzoek er iets blijvends is waarop ik rustte en dat dit blijvende is mijne orthodoxie waarin alles aan elkander past, mijne verstandsbegrippen die ik van alles heb. Val ik eens uit mijn geloof, het is als een net dat mij in het vallen tegenhoudt. Dit opgeven kan ik niet. Ik bruische er tegen in. Van de andere kant in mijn gehele leiding in de eerste frische gesprekken met da Costa over de Bijbel, in zijn latere bedenkingen over vele punten, in eenige gesprekken met Secr [Secrétan] heb ik veel van dien aart gezien.
Wonderlijk dat mijne Vrouw & Bähler geheel omgezet wierden dien avond & de laatste nog al in gesprek met Thijs. Bij mijne Vrouw was dat levendig, en waarheid wat mij zoo in worsteling bragt. Met Bähler scheen het ons die avond nog
[vervolg doc. no 200.1]
[vervolg van doc. no 199.2]
napratende als of er een nieuwe bedoeling kwam, die welke in de laatste tijden beloofd was, en onmiddelijk geleerd zijn van God. Wij gevoelden beide toen zoo duidelijk wat er aan de geheele beschouwings wijze van D C ontbrak. Wij dachten konden wij hier maar een uur spreken. Mijne Vrouw was levendiger en geheel anders dan in Amsterdam.
Dingsdg Aug. 8. Eindelijk ging Bähler nu aan het doel dat hem voorgesteld was beantwoorden. Ik bezocht Nancy V d H [Van der Houven] & Truitje W [Westendorp] was welgemoed, sprak lang met haar, deelde hen veel van mijne opmerkingen mede, maar arrondisseerde misschien reeds weder te veel. Ik zag Doortje die eenige woorden sprak. Over de versjes spraken wij ook en ik gaf Nancy mijne overtuiging te kennen, dat ik geloofde dat er veel vleesch in dezelve was. Truitje ziet diep. Zij is veel minder doorziende & helder dan Antoinette, doch begrijpt nog veel beter wat Laatsman gevoelt. Twee zusters van Laatsman zijn bij haar gelogeerd.
Aan tafel was Thijs regt spraakzaam deelde zijne gehele leiding mede over dien berg, hoe hij daartoe gekomen was, welk een strijd het hem was &C. 'S midd kwamen Py [Pauly] & Mo [Margo] met onze kinderen. Angelique was zeer gevoelig. Pauly was hartelijk en eenvoudig. De arme Steven viel in de dorens. Met de kinderen was op het laatst veel strijd die ik niet eens opmerkte. Zij wilden vooral Margotje zoo gaarne bij Mama blijven. Het kostte nog veel haar weder te laten vertrekken.
'S avonds kwam Bähler terug. Hij had veel te vertellen. Hij had Mev Hooglant & de Gravin v Wassenaar te Dieren, Ds van Rossem en de Gravin van Rhede bezocht. De laatste had hem al zeer heusch ontvangen. Ik vreesde dat dit een & ander Thijs zou hinderen, doch hij was daarentegen regt lief, en zij waren die avond zoo broederlijk als nog het geval geweest was.
Woensdag. Aug. 9. 'S ochtends vertrok Bähler met Thijs. Niepoort [Van der Niepoort] schreef mij hartelijk. De Heere zij met zijne ziele. Ik bezocht de famille Gevers. Wij spraken nog al genoeglijk doch dat zoeken nu van een Orthodox Dominé voor Rijswijk was mij hinderlijk. Ik zag er het ijdele van in om zoo op
[vervolg doc. no 197.2]
[vervolg van doc. no 196.1]
was doch ik kon het tusschen beide niet uithouden. Den berg met alle zijne heerlijkheid lag mij zoo geheel op het hart. Ik kon het niet nalaten afte keuren dat een Christen zoo iets liet maken, en zoo rijk meubileerde. Dit alles gaf gedurige botsingen, die hoogst pijnlijk waren, hoewel zij tot geen uitstorting kwamen Ook met opzigt tot mijne Vrouw, was dat gedurig zamen scholen met Bähler, die gehele herleving onzere vroegere betrekking verre van goed. Carolien bleef doodig, Bähler en ik raapten steentjes op. Wij lazen 's avonds nog wat uit de brieven van Bilderdijk voor dat wel belangstelling doch geen bijzondere wêerklank vond. Ik zelve vond alles minder kras dan toen ik het op schrift had gezien.
Zaturdag 5 Aug. 'S ochtends vroeg op, met Bähler gewandeld. Wij spraken onderhoudend met elkander, doch aan het ontbijt brak de zaak weder los over de Collecte, waartoe het besluitelooze & het raad vragen ook het hunne medebragten. Tegen half elf reden wij na de vrienden Pauly die ons zeer hupsch ontvingen, en waar wij onze lieve kinderen zagen. De Valkenberg had hoegenaamd mijne begeerlijkheid niet opgewekt, doch hier was het iets geheel anders. Dit was alles even liefelijk, even schijnbaar eenvoudig, en ziet zulk een pavillon zoude mij wel kunnen bekoren. En toch, het is alles ijdelheid. Pauly was zeer in deftigheid over zijn huis en terrein, doch echter allervriendelijkst tegens Bähler 't geen mij bijzonder aangenaam was. Wij wandelden nog op Roozendaal, waar de oude waterwerken thans geheel vernietigd worden, op en klein overblijfsel na. Wat veranderingen in korte Jaren. Alles verdwijnt.
Wij reden bij brandende hitte na Velp en bezochten de Dames Hogendorp [Van Hogendorp]. Met Antoinette kwam ik nog al levendig in gesprek. Dit had nog meer plaats toen zij 's avonds bij ons kwamen. Eerst bruischte het weder op met Thijs toen
[vervolg doc. no
[vervolg van 200.2]
ik eene aanmerking maakte. Het was als of wij elk een stuk geschut in ons hart droegen, dat gedurig ontplofte. Ik liep toen nog met Antoinette & Bähler alleen, en stond versteld over hare helderheid in de uiteenzetting. Ik was er van getroffen gevoelde de waarheid, doch was het mij nog meer tot genoegen de Reeder Kring, naar ik dacht, te kunnen begrijpen, en mij een helder denkbeeld van hare wijze van zien te kunnen maken. Ik kwam na Thijs toe, in een oogenblik waarin ik diep getroffen was, reikte hem de hand en meende ook dat alles geheel uit de wereld was.
Zondag. Aug 6.
De vorige dag was er een brief van Spies gekomen die mij niet bijzonder trof. Een van Campbell was er ook waarin ik toch bemerken moest dat licht door schemerde. Wilson schreef over de dienst van de Eng. Kerk te Haarlem. Bähler was dien dag zijn eerste bezoek gaan doen bij de Freules Van den Busq van Spieringshoek[?] en was daar wel ontvangen en met eene ruime gave beschonken. Wonderlijk is het nu dat deze dames verzocht hebben aan de Hogendorpen om hen nooit weder een woord over geestelijken zaken te schrijven. Na het gebeurde der volgende dagen kon ik mij dit even als de positie tusschen Capadose & Keetje duidelijk voorstellen. Kerkgang. Ik had in het midden van de gehelen strijd met de Valkenberg behoefte om iets voor mijn hart te horen. De text was 2 Cor. 5. 18 - 21 en trof mij. De uitlegging beviel mij echter hoegenaamd niet ik wist niet wat hij hoorde. Waar hij over de aart van het verzoenings werk sprak zeide hij dat wij door Christus met God verzoend waren dat God niet behoefte te worden verzoend, en ook geen toorn tegen Christus had gehad. Waar hij van de uitgebreidheid gewaagde ging het zoo ver dat hij de gehele wereld in de weldaden van Christus liet deelen. Ik weet niet welk gevoel ik had, maar er was eene stem in mijn binnenste, welke dat weet ik niet. Ik droomde schier en zeide wat preekt Laatsman algemeene genade. Ik was diep bedroefd, en vond bij het
[vervolgen met doc. no 196.2]
[vervolg doc. no 199.1]
Zondag 13 Aug.
Avondmaalsviering te Rheede
Welk een drukte in huis. Het geen men Voorbereiding noemt, was onmooglijk. De jongens waren al bijzonder druk! Ik ging toch in stil vertrouwen op. Alles was nu melody voor mijne ziel. Maar waarlijk het was ook anders dan voor 8/d geleden. Een tex uit een Psalm, Ik wasch mijne handen in onschuld*
*Ps 26 v 6/8
ik ga om uw altaar[,] was heerlijk in verband met de vereeniging met Christus en deszelfs gevolgen. De avondmaalsviering was regt eenvoudig. Broederlijk onder de broeders zat Laatsm [Laatsman] neêr. Ik had hem lief. Ja het avondmaal moet iets anders zijn dan onze pompe. Dringend waren zijne uitnodigingen tegen zijn gemeente die meest agter bleef. En toen eindelijk nog een vrouwtje uit den hoop drong en hij zoo herderlijk naast hetzelve zat, was het treffend. Ik was zonder grote gemoedsbewegingen innerlijk van de wezentlijkheid van dit alles en van mijn betrekking tot hetzelve overtuigd. De middag preek over de vruchten des geloofs, was zuiver als glas, maar de hitte drukte mij*
*1 Thess. 4 v 7/8.
'S midd was mij een bezoek bij Nancy en bij Trui bij welke laatste ik Laatsm vond nog regt welkom. Het afscheid met deze was regt hartelijk. Hij toont alles wat hij heeft. Ik voel mij vereenigd met hem, en ben toch niet zonder schroom[?] en waarschuwing. Op den berg was het wel en toch ik gevoelde mij gegeneerd ik weet het niet ik kon niet uitkomen. Alles scheen de uitstorting tegen te werken. Ds van Rossem kwam daar.
Maandag 14 Aug. Terugreize
Ik gevoelde mij allergedrukst na het ligchaam. Hoewel het rijtuig, gezelschap &C regt goed was, voelde ik mij zoo zwak in mijn beenen zoo wankelend dat ik niet wist hoe ik te Amst zoude komen. Dit ging
[vervolg doc. no 202.1]
[vervolg van doc. no 201.2]
steeds toenemende tot Amerongen waar het zeer erg wierd, doch ook daar gaf de Heere uitkomst en nu klaarde alles op. De overtuiging dat wij veel later zouden te huis komen dan wij gedacht hadden, gaf nog al angst aan Caroline.
Bähler was zeer opgewekt, bleef de indruk van Rhede behouden en zag nog meer geheel in dit alles dan ik. De vertellingen van Jufv Sterep ontrent dat losse en dolle dat nu en dan in den Rheder kring nog voorkwam hinderde mij meer dan het had moeten doen. Het is een verkeerde opvatting. God die hen licht schonk zal het weg nemen! Ik weet niet. Ik had hartelijker wenschen afscheid te nemen dan ik dezen morgen deed. Ik heb mijn broeder en zuster lief en toch er is eene hoogte die zelfs door die grote explicatie niet is weggenomen. De berg blijft mij een berg. Gerrit was zeer eenvoudig en beviel mij goed. De laatste loodjes wogen zwaar. De sluizen gaven bekommernis. Wij liepen op het einde zwaar geechauffeerd en zenuwachtig kwam ik aan & toch de Heere heeft geholpen. Daar waren onze Vrienden onze Karel Eduard nog zoo wel te spreken. Paulientje was t'huis bezorgd. Daar was het geheele gezin weder bij een! Heere gij hebt gered en bewaard. Wees gij nabij leer mij de bedoeling van dit alles; dat het mij toch maar tot U moge brengen.
[einde reis naar de Valkenberg; verder met doc. no 204.2]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
Uitstapje naar Zaandam
Aug. 26. 1837
[leeg]
Uitstapje naar Zaandam
Zaturd 26 Aug.
Een zonderlinge dag en echter de voetstappen Gods in liefelijkheid. Ik had sints maanden tegen deze dag opgezien, en echter het lag in den weg; ik kon het Zwaardemaker in billijkheid niet weigeren. Ik gevoelde dat het ongeloof was. Ik vertrouwde meer met den Vasten Grond, dan met de Stoomboot onder mijne voeten. En echter God is in de Stoomboot, gelijk als Christus in het bootje.
Ik was niet genoeglijk bij het opstaan, hoopte nog heimelijk dat er iets in de weg zou komen, doch daar waren wij aan de N S Herberg en er was juist geen stoomboot. Deze moest na Pampus iets verrigten. Daar lag de zeilschuit nog erger. Ik meende te zeggen Neen dan ga ik niet. Maar ziet, sints Gelderland verlangde ik zeer Prof Müller eens te zien en te spreken. Bij hem aan huis gaan konde ik toch niet goed dan mistte het doel. Nu moest hij eens komen. En ziet daar staat hij voor mij om na Wormerveêr te gaan. Nu was het de weg Gods in de schuit. De wind was pal zuid. Het proeste er door. Binnen een uur waren wij te Zaandam. Het was mij erg genoeg in het hart, maar ik wierd bewaard door het belang dat mij het gesprek met den Prof. inboezemde. Ik gevoelde toch dat wij eigenwillig geene banden kunnen verbreken, die God gelegd heeft. Ik ten minste mogt mijn hart jegens hem uitstorten. Wij spraken over vele zaken. Ik vond niet alles wat ik verlangde, maar toch de band bestaat & is uit God! Hij doet alles
op zijnen tijd. De bijeenkomst op dat uur en wijze was mij gewichtig. De Zwaardemakers waren aan de Dam. Bij Hendrik ontbeten wij. Veel zouden wij gezien hebben, maar het weder veranderde, en wij hadden allerzwaarste stortregens werden ofschoon met Parapluien gewapend door en door nat en ik had al de kwalen, die bij mij gevolg van natte voeten zijn. Wij zagen echter nog Peters huis, de kerk met het schilderij van de overstroming van 1825 en een papiermolen van Van Gelder Schouten. Zaandam was het Eldorado van de industrie der 17e eeuw toen wind in plaats van stroom de kracht was. Veel is er toch in die dertien jaren veranderd. Alles wordt Amsterdamsch, alle provinciale onderscheidingen vallen weg. Overal zag men nu boekwinkels, overal winkels met Manufacturen en zelfs een Paleis à la Sinkel met Kolommen.
Alle kracht van eenvoudigheid, van zedelijkheid uit de mensch, verdwijnt voor den geest des tijds. Wij bleven badende in dat nat en nog eens beproevende om uittegaan tot aan eetenstijd. Aan tafel had ik het goed; ik vond bij Zwaardemaker meer dan ik verwacht had. Ik sprak uit de waarheid zoo ik die zag en sprak met texten. Dit gaf een instemming en een punt van vereeniging dat waarlijk gene illusie was. Neen ik zag in alles, en ook in dit togtje den weg des Heeren, en mogt rustig zijn in hem, hoewel ook het denkbeeld der terugreis mij nog niet helder was. Wij reden nog tot aan Zaandijk & zagen den beroemde Kralen tuin, 't geen voor de jongens belangrijk was. Noordholland
verder op moet in alle opzigte al zeer dood zijn en Alkmaar weelderig als een Belgische Stad. Hier te Zaandam is eigentlijk de houthandel nog het bloeiendst. Allergrootst is de onverschilligheid voor Godsdienstige zaken voor 't geen in het land gebeurt, hoewel ieder trouw in zijn eigen kerk op komt. Zwaard [Zwaardemaker] prees zeer de Meniste Leeraar Mouwe en zeide het een groot onderscheid met Wieling was.
Tegen zeven uur kwamen wij aan de Stoomboot en namen afscheid van onze Vrienden. Een paar Heeren bevonden zich aldaar. De oudste was de Heer Westeneck oud tabaks koper. Hij zeide dat hij liefst met de Stoomboot ging daar men dan zeker was van het uur der aankomst. En ziet weldra bemerkten wij dat de machine er wel werkte, doch de boot maar heen en weder ging en de Kop niet los wilde uit de Modder. Er was zoo weinig water dat men niet voort kon komen. Na een half uur tobbens werden de planken weder gelegd, en wij waren en bleven te Zaandam. Nu namen wij met de beide Heeren van Amst een rijtuig dat ontzettend stootte, en dat ons in een groot uur aan het Tolhuis bragt. Door Gods goedertieren beschikking, was de wind wat gaan liggen hoewel nog vrij forsch blijvende, en de regen iets opgehouden. Er bleef niets anders over dan in een open zeilschuitje om half tien na Amst. te stevenen iets dat al zeer weinig in mijne liefhebberij valt. Daarbij was ik sedert eenige dagen van de gal geplaagd. Het hossen en de bewegingen van dezen dag bragten alles in beweging, en lijdende onder een zware Migraine, was ik overtuigd dat ik ieder oogenblik zoo ziek kon worden dat de overtogt voor eenige uuren onmooglijk werd.
God bewaarde! Daar zaten wij in het schuitje dat zoo schuins ging als ik immer bijwoonde, maar ons dan ook pijl snel aan wal bragt. Ik snelde na huis en toen ik daar juist aangekomen was brak de benaauwdheid op eens verschriklijk los en ik was zoo zwak en afgemat dat ik bijna geen woord kon spreken. En echter ik had bij alle de moeilijkheden de vaderhand Gods als het ware gevoeld en getast. Hij alleen weet waartoe dezelve zal moeten strekken. Gideon Daniel en Gerrit waren mede. De eerste toont eene gruwelijke vijandigheid tegen alles wat van God en echter ik zie een Voorbereiding in zijn binnenste waardoor als het ware de punt van elk dier gevloekte pijlen verstompt wordt. Steven mogt niet mede gaan wegens eenige ongesteldheid, en stond ons intusschen met Willem Boissevain & Van der Niepoort reeds over het uur te wachten. Caroline was reeds eenigzints ongerust toen de boot niet kwam, en toch leerde deze dag weder in alle deszelfs bijzonderheden hoe dwaas alle ongerustheid is, en hoe wij niets tot onze lengte kunnen toe doen. Een is er die zorgt. Hem zij de eere. Hij bereide ons door alle beproevingen, door alle ondervindingen tot zijn eeuwig Koninkrijk.
[leeg]
[leeg]
Zesde Uitstap
Reis naar Nijverdal
Sept 12 - Sept 19
1837
[leeg]
Uitstapje naar Nijverdal
Sept 12. D.
½ 7 vertrokken met Van der Niepoort & Daniel regenachtig weder gereden over Weesp. Ontbijt te Soestdijk. (Hilversum bijzonder toegenomen, 's Graveland). Te Voorthuizen opgehouden. Het Diner was uitmuntend goed. De weg na Apeldoorn onder de allerverschriklijkste regen. Vermoeide aankomst aldaar. Men nodigt ons te blijven. Het logies is regt goed. 'S avonds stil & aangenaam. Gelezen in Capt Bonneville.
Sept. 13 W.
Vroeg op. Lieve wandeling in Apeldoorn. Aanwas van huizen & buitentjes aldaar. ½ 9 na Deventer. Omstreken van Twello sierlijk. Ontbijt in den Moriaan. Gereden den grindweg na Raalte ontzettende volte aldaar wijl het kermis was. En die menigte bewoog zich onder een zware regenbui. Om ½ 3 zagen wij in de effen vlakte een huis en ziet het was Nijverdal. Vlak over staat de fabrijk v Ainswh. [Ainsworth]. De indruk was mij zonderling. Campbell paradeerde voor zijn huis. Van binnen alles even net en clever. Ainsworth verscheen niet. Arntzenius hield voor het huis op met een huzare officier zoo ik geloof Bruce genaamd, die een regt goede toon had. De twee zusters v Campbell bij hem. Heerlijke maneschijn. Huisdienst bij Camp. gehouden.
Sept. 14 D.
De dag op Nijverdal doorgebragt. Eerst het Magazijn, het kantoor &C gezien, toen de Modelweverij, het Tafelgoed door [onl] geweven, de Sijthoff's v Goor, de Sterkerij bewonderd. 'S midd. met Campl. bij Ainsw gegeten en 's avonds regt genoeglijk over de zaken der Mij [Nederlandsche Handel-Maatschappij] gesproken. Wormser zeer ijverig zijn huis gezien. Ainsw. nog op den Eversberg bezocht, die er zeer vervallen uit ziet.
Sept 15 V.
½ 9 na Almelo. Toenemende welvaart, aanbouw div. gebouwen Looyerij &C. Nieuwe Spinnerij v. Hofkes, de schoorsteen gereed. Te Hengelo even opgehouden. Weefhuis CDM gezien. Aank. te Goor. Ainsw. [Ainsworth] bleekerij bezocht. Den fransche Ainsw. kennen geleerd
Buchler aldaar gezien die zich met Ains. associeert. Doesschate gespr. en de baron. Het Knapenhuis geheel opgebouwd. Gereden na 't Weldam, de Heer Amshoff & zijne Vrouw gevonden. Ruime vertrekken en gulle ontvang. Opening der jagt op dien dag.
Sept 16 Z.
Rid naar Diepenheim. Hartlijke ontvangst. Kennis met Grevel den Opziener. Aanspraak v Arntzenius. Mijne rede tot hem. Gereden na Deventer over Goor. Te Holten de fabriek nog gezien. Mevr. Schimmelp. [Schimmelpenninck] nog bezocht te Deventer. Bij ten Haef een goed diner gevonden. Het was een aangename rid tot Zutphen. Van daar wierd het wel wat donker. Aank in den Engel. Daar stil gebleven, onder het rijden veel gelezen in de Vie du Midshipman. Aisé van Capt. Marryat.
Sept 17. Z.
Te Rheede in de Kerk. Krachtige preek over de zachtmoedige wijsheid Jac. 3. 13/18. Barbe ook tegenwoordig. Hartlijke handedruk met Laatsm. [Laatsman]. Truitje West [Westendorp] bezocht. Middag preek over de Voorzienigheid liet mij koeler. 'S midd gegeten op de Valkenberg met Maria W [Westendorp]. Jufv Steup & Naatje ter Borg. Genoeglijke gesprekken. 'S av t'huis. In de Engel, maar redelijk te vreden.
Sept 18 M
6 uur op de been, de heer V d H [Van der Houven] nog gezien. Rid na de Greb. Wandeling na den tafelberg, na Doorn. Denkbeeld daar te blijven verijdeld na Rijzenburg, goede ontvang. Wandeling
in het Bosch. Aangenaam Middag eten, 's avonds gedicteerd het Rapport.
Sept 19 D.
Heerlijke rid na Utrecht bij uitmuntend weder. Daar nog eenigzints de stad doorkruisd. Om vier uur t'huis. Ontzaggelijk verheugd de mijne weder te zien. De Kinkhoest in dien tijd uitgebroken.
Gedrukt vertrok ik tot deze reis. God bewaarde van stap tot stap. Alleen dat hinderde dat het reyden mij zoo echauffeerde. Met de nachten ging het goed. Niepoort [Van der Niepoort] was een aangenaam reisgenoot vol van zorgen. Te Nijverdal had ik het regt goed en gevoelde een bijzondere betrekking op die plaats. Te Rhede was ditmaal alles al zeer kalm.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
Zevende Uitstap.
Reisje na Rotterdam & 'S Hage
Oct 3 - 7
Beheer Najaars Specerij veiling
5. Uitstap na Rottm
[leeg]
Uitstap naar Rottm voor de Specerij Veiling
Oct 3. D
Met de Dilig. na Rott vergezeld door Pieter Kops, ontmoeting v den Kol. Lucasse, van Mejuff Henriette Scholte. Bij V. Oort [Van Oordt] gedineerd met Mess. [Messchert]. Deze bezocht & met hem na V Zuylen [Van Zuylen van Nijevelt] die regt hartelijk was. Thuis vond ik Heykens die nog nooit in Rott geweest was, in alles vervallende behalve in het geestelijke.
Oct. 4 W.
7 uur, veel gespr met Heykens. Specerij veiling goed afgelopen. Te huis gevonden. Mev Schuman [Schumann] met haar man, den doove Kolonel. Jufv Abrahams & Jufv Schey. Gewandeld na de beurs, daarna na Kerkhof [Kerkhoff]. Verdwaling, door een Heer Veder te regt geholpen. Diner bij de Agenten ½ 10 thuis.
Oct 5 D
Dil. v 10 uur na 's Hage. Groen [Groen van Prinsterer] gevonden, die echter logeert te Voorburg. Wandeling in 't Bosch. Gezien de schone verandering, & 't paleis v den [M]. Ik ontmoet de Jonge de Arch die mij te logeeren vraagt, gegeten bij V Hemert, de oude lieden gespr. Secret [Secrétan] & de adv. de Jonge & Vrouw bij V H. Toon van gesprek onveranderd. Hartlijke woorden met Matje.
Oct 6 V.
Aangename rust & ontbijt de Jonge leest 1 Cor 15. Vis Gefken. Over Vaccine scheiding &C gesp, bij V Hall. Oogenblik van gezegende zamenstemming bij Ho. [Van Hogendorp] gespr over d C [da Costa] & ov Rhede, bij Groen Dames Comité v By [Betsy Groen van Prinsterer], bij V Hemert. Klacht dat Groen zijn boekje te vroeg uitgaf, eer de Koning kon antwoorden; bij Mev. Uitenb [Uyttenbogaart] ov Velp gespr ov Krummr [Krummacher] nieuw schepsel &C, gedineerd te huis. 'S av. bij Sec [Secrétan] over de laatste verzen v Jacobus, eenvoudig, het gebed hartelijk; daar ontmoet
Hog [Van Hogendorp], V Hall, fam Byland [Van Bylandt], Gefken, Jufv La Savraz, Mev Uitenb [Uyttenbogaart], Mirandole [Mirandolle] 's avonds nog bezocht.
Oct 7. Z.
Wandeling om mijn oude huis heen bij heerlijk weder. Met C J de B Kops [de Bruyn Kops] p dil v 10 uur na Leyde. Veel in de Memoires Duc de Raguse gelezen. Alles wel gevonden.
Ook op dit reisje had ik veel ondersteuning. Alle mijne herinneringen aan de Haag werden weder levendig. Bij Groen [Groen van Prinsterer] vond ik ook Elout, die dunkt mij met meer overtuiging dan voorheen sprak. Hij had te Londen een regt aangenaam bezoek bij Mev Money afgelegd. Met Heikens [Heykens] was het mij ook goed eens zamen te zijn. Lang zou het niet kunnen gaan.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
Oct 30 1837.
Uitstap naar 's Hage
ter Condoleantie van Z M
[leeg]
Uitstap na de Haag
30 oct 1837
'S ochtends om 7 uur afgereden; het weder niet ongunstig; genoeglijk gesprek over de zaken der N H M [Nederlandsche Handel-Maatschappij]; van paarden verwisseld [onl] de Geleerde Man. 12 uur in Den Haag. Bij den Heer Van der Dussen door Krul geintroduceerd en aldaar onze costumes aangedaan. Half een op de Zaal van 't paleis, ontzettende drukte, veel uniformen. Na een uur begon de stoet zich te bewegen. Alles was onveranderd, maar de Kamer waarin Z M en verder op de Prins stond was zeer duister. Ik zag den Koning & den Prins zeer goed, niet Prins Albert & Alexander, die verder op stonden. De Koning scheen neergedrukt, het was een zware post voor hem. Toen wij beneden kwamen, stroomden weder nieuwe bezendingen naar boven. Om twee uuren reden wij den Haag weder uit, zagen de veranderingen bij ter Noot, kwamen te Lis om half vijf, aten aldaar regt vertrouwelijk en open met elkander en reden zes uur weder af. Een hevige storm stak op het werd slegt weder, maar zonder eenig letsel waren wij om half tien terug. Krul had meesterlijk de rol van Majordôme gespeeld.
Ik gevoelde wel iets bij den Koning doch alles liep zoo snel af dat men zich van zijne indrukken moeilijk rekenschap geven kon.
Gesproken of gezien op 't Paleis
Hoboken, Resema, Vonk, V Rijkevorsel [Van Rijckevorsel], v Rott, Kops [de Bruyn Kops] en de verdere deputaten v Haarlem, Ben de Lange Sec, Cramer burg v Amst, Insinger Raad, Bakker Secr, Loopuit [Loopuyt] v Schiedam & de overige Heeren, deputaten van Dordrecht, Pols, de Salis, de Jong v Redenburg, Gevers,D Chaufepié, Ds Molenaar, Ds Secrétan, Lisman, V Alphen.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
1837
Jan 5
Santhagens komt bij mij om te dringen op eene decisie in de zaak der Giro, biedt mij de Statuten & de Voorrede v het werkje aan. Ik vinde zijne denkbeelden helder & spreek gaarne met hem. De volgende week komt hij ter zelver einde terug, ook Brugmans spreekt er 12 Jany. van op het Instituut.
Jan 23
Het boekje komt nu uit & wordt publiek gemaakt. Veel wordt er over de zaak gesproken. Men vreest dat zwendelarij in den Goederen handel er het gevolg van zal zijn. Alle de geldzakken zijn er tegen en zien er niets dan insoliditeit in. Hope doet er terstond een request tegen circuleren. Koch en David Borski weigeren te tekenen. Oom v Heukelom valt er mij sterk over aan. V d H [Van der Houven] onderzoekt de zaak, doch kwam nog tot gene decisie. Dit zie ik toch ook dat eene opzetting van prijzen alhier door Speculatie niet in het belang is van onze reeele uitvoer handel.
Men heeft nu 12 Makelaars, die zoo men zegt de Twee en een half Millioen, nodig om het Octrooi te vragen voor h/R. hebben genomen. Volgens sommigen zouden er reeds goede Sommen ingetekend zijn. Volgens anderen is dit illusie.
Santh. bood aan dat wij voor de Giro Bank verkopen zouden en wij 't geen Brugmans heden 26 Jany herhaalde in de Raad van Administratie zouden kunnen plaatsen wie wij wilden.
Jan 26
Brugmans zegt mij deze avond dat de heer Poel (Van Luden & Poel) na Hamburg geweest zijnde aldaar het plan aan verschillende bankiers huizen, en ook aan den Directeur van de Munt heeft medegedeeld, en van deze schriftelijke antwoord medebragt, waarin men zich met het plan zeer goed kan vereenigen.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
Feb 6.
V d H [Van der Houven] terug. Zie zijn Rapport over het gesprek met Z M. en over het adres v Rott. Alles wat geld heeft, verklaart zich tegen den Giro.
Het boekje v V Hall is uit. V d H vindt wij de zaak nog tot na onze leening moeten laten rusten. Het plan om de opstellers eens te spreken en de zwarigheden aan hen voorteleggen keurt hij af.
[leeg]
[leeg]
[kaft]
Giro- Handelsbank
1835
Reeds in 1835 toen wij leenen moesten sprak Kooy ons van het plan der Giro bank waar wij toen weinig belang in stelden.
1836 Feb 18.
Santhagens het eerst gezien bij Kooy op het Diner waar hij zijn plan aan V d H [Van der Houven] ontwikkelde.
1836 M 28
Ik ontfing het boekje ten geschenke, en noteer dat ik er veel belangrijks in vinde, doch de werking niet beoordelen kan.
Brugmans spreekt er mij dikwijls over op het Instituut, en na huis gaande.
Schimm [Schimmelpenninck] spreekt er een woord over met V d H en zegt dat wij de stukken zullen ontvangen. Door zijne ziekte of andere redenen wordt dit verhinderd.
Fl [Floris] v Hall is er zeer tegen, zoekt met alle kracht om het tegen te werken, en zegt dat hij de zaak als verderfelijk beschouwt.
Eene Commissie vormt zich om deze zaak te bediscutieeren. Men wil er mij in hebben. Ik heb er wel begeerte in, ben door deze preferentie eenigzints gevleid, doch bemerk dat V d H er zeer tegen is dat wij in deze zaak iets buiten de volstrekte neutraliteit gaan. Ik bedank dus voor de propositie op eene beleefde wijze, en schijnt men daarna gebruik van dit briefje gemaakt te hebben.
In Decr ontvangen wij eindelijk de stukken ter inzage, eene grote portefeuille waarin niet veel bijzonders, dat voor het oogenblik dienen kan. Geruchten van intrigues door de Giro-mannen. Men zegt dat zij voorwaardelijke tekeningen zouden hebben aangenomen.
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[leeg]
[kaft]
[kaft]