Hartsinck, J.J., Beschrijving van Guiana, of de wilde kust in Zuid-Amerika, Amsterdam 1770, p. 347-360.
1732-12-06 Publicatie Reglement b0010 Africa America, North America, South (mainland) Berbice Citizens Slaves Plantation owners Skippers Landownership Taxes Defence Legislation for slaves Trade Trade, slave Civil administration Legislation Administration of justice Inheritances Berbice Den Haag Octrooi van de Staten-Generaal voor Directeuren van de Kolonie Berbice. Letters patent from the States General for the Directors of the Colony of Berbice.
Art. 1 Aan de Directeuren van de Colonie Berbice zal werden gepermiteert, omme, behoudens de Souvereiniteyt van Haar Hoog Mogende, en onder derzelver bescherminge, aan particuliere perzoonen ter culture uit te geven zodanige landen, en op zodanige conditien, als dezelve met de gegadingdens over een zullen komen.
2. Aan Directeuren zal werden gepermiteert een hoofdgeld te heffen jaarlijks van vijftigh lb. suiker voor yder opgezeten, zo blanke, als negros, die op de Colonie zig bevinden zullen; nog een waaggeld van 2½ per cento van de waarde van alle goederen, dewelke op de Colonie verkogt of vandaar verzonden zullen werden, en insgelijks een lastgeld op alle uytgaande ende inkomende schepen van ƒ. 3 per last, te betalen ter plaatse, daar de schepen van hier uytvaaren ende invallen zullen.
3. Directeuren zullen geen andere lasten daar en boven mogen heffen binnen de eerste tien jaaren, nog ook daarna, tenzij met approbatie van Haar Hoog Mogende ende na voorgaande berigt van Gouverneur en Raaden, op het gerequireerde van hier.
4. Directeuren zullen boven het fort of forten alreede aangelegt, nog moeten aanleggen, ter bequamer tijdt, op het zoogenaamde Crabben Eyland, of een weinig hooger op de rivier, een bekwaam fort tot beveylinge der Colonie, ende ook dezelve onderhouden moeten t'hunnen kosten, gelijk ook het geschut, de ammunitie van oorlog, de soldije ende het onderhoud van het guarnisoen, ende alles wat relatie heeft tot bescherminge en defensie van de voorschreve Colonie, mits daarvoor genietende een extraordinaris hoofdgeld, tot zodanige somme jaarlijks, als met de planters of opgezetenen nader convenieren zullen, of anders door Haar Hoog Mogende, na voorgaande berigt van de coloniers, zal werden goedgevonden.
5. Directeuren zullen, des verzogt, de colonieren moeten voorzien van een bequaam predikant, schoolmeester, voorlezer, en diergelijke, zonder dat Directeuren daartoe meerder contribueeren zullen dan de vrije tafel van den Commandant voor de predikant, neffens een anker brandewijn, ende een half oxhoofd wijn, zullende het verdere door de coloniers gedragen moeten werden.
6. De coloniers zullen gehouden zijn, bij ieder hoop negros van vijftien in 't getal te hebben en te houden een blanke; doch zullen voor het transport en kostgeld niet meer hoeven te betalen dan ƒ. 30; voor ieder blanke, door de coloniers zelfs, ofwel door Directeuren, naar gedane eisch, ende bij de eerste bequame gelegentheid van hier te zenden, van zodanige conditie, bestaan of ambagte, als door de coloniers zullen werden gerequireert.
7. Alle suikeren of andere producten, die verkogt, of verzonden zullen werden, zullen de waag moeten passeeren, ende ook voor afgekeurt werden door een of meerder keurmeesters, bij Directeuren aan te stellen, ende welke keurmeesters gehouden zullen zijn, op de gekeurde suikeren of andere producten, te stellen het merk van de plantagiën, waarop dezelve zullen gewonnen zijn.
8. De coloniers zullen geen andere slaven mogen halen of kopen, van wien het ook zij, dan van de Westindische Compagnie alleen, door middel van Directeuren dezer Colonie, ende zullen tot dien einde aan Directeuren van tijd tot tijd schriftelijk moeten opgeven het getal negros, dat ieder begeeren zal, om daarop voorzien te werden, zooals dat behooren zal; Directeuren met Bewindhebberen van de Westindische Compagnie bereits overeengekomen zijnde, dat Bewindhebberen aan hun, op de eerste requisitie, bezorgen zullen moeten het geëischte getal negros, ten prijze, als dezelve bij publicque verkopinge op de Colonie zullen mogen gelden, alles naar 't geen daarvan op Suriname geschiet.
9. De coloniers zullen hunne plantagien, slaven, beesten ende andere effecten, ten allen tijden mogen verkopen, of over doen; ook met haare slaven, beesten ende andere effecten van de Colonie vertrekken na elders, waarheen het hen believen zal.
10. Geen producten, die op de Colonie gewassen zullen zijn, als suikeren, coffy, cacao, indigo, of anderen, zullen vandaar afgelevert en uitgevoert mogen werden, anders, dan naar deeze landen.
11. Ook zal generalijk geen handel en vaart, op of van de Colonie geschieden mogen, dan uit ende naar deze landen, ende wel directelijk, zonder andere plaatsen aan te doen.
12. Onder beneficie van 't geen voorschreven is zal de vaart en navigatie op de voorschreve Colonie voor alle ingezeetenen van dezen staat openstaan.
13. Welverstaande dat alle schippers, dewelke na de voorschreve Colonie zullen willen gaan, gehouden zullen zijn, van Directeuren een commissie en pas te halen, ende ook borge stellen, van met haare schepen en lading wederom in deze landen te retourneren, zonder eenige andere havenen ofte plaatzen, in heen- of weder reize aan te doen, 't en zij in cas van hoogen nood en gevaar van schip en goed, te verifieeren bij haare aankomste, met geregtelijke verklaaringe van die plaatze, daar men, om redenen als boven heeft moeten inlopen.
14. Ende zullen alle schippers, naar de Colonie gaande, daar en boven gehouden zijn, ter requisitie van Directeuren, ieder twaalf persoonen voor passagiers in te neemen, ende naar de Colonie over te voeren, twee persoonen voor een gereekent, indien dezelve beneden de twaalf jaren zijn, voor dertig gulden per hoofd, zonder voor transport, of kostgeld, iets meerder te mogen vorderen.
15. Buiten hetgeen voorschreeven is, zullen de scheepen, zoo van Directeuren, als van de Westindische Compagnie, die op de Colonie slaven zullen hebben aangebragt, geen andere praeferentie hebben ofte genieten mogen, als de schepen van particulieren, alle even na geexpedieert moetende werden zonder onderscheid, ende zonder te wagten, dat de schepen van Directeuren, of van de Westindische Compagnie volladen zullen zijn.
16. Ook zullen de schippers of kooplieden, op de Colonie gekomen wezende, met hunne schepen en goederen, mogen gaan leggen op alle zodanige plaatzen als voor hun de commodieuste zullen zijn, mits dat daarmede geen belemmering of nadeel aan iemand werde toegebragt.
17. Doch zal niemand eenige goederen mogen lossen, dan mits bewijsende, dat het lastgeld daarvan is betaald, te weten het uytgaande lastgeld voor het uitgaan van het schip, ende het t'huiskomende, op het invallen van het schip, ende ook niet anders, dan na bekomen losceel voor de van hier uitgaande schepen, van den Gouverneur en Raaden op de Colonie, ende van de t'huiskomende schepen van Directeuren, of van hunne geauthoriseerdens.
18. Ende zal van de voorschreve schepen ende goederen zoo uitgaande als t'huiskomende geen uitgaande of inkomende regten aan den Lande werden betaalt.
19. De voorschreve Colonie zal werden bestierd door een Gouverneur en Raad van Regeering, beneffens nog een Raad van Justitie, op zekere instructie en eed, met goedvinden van Haar Hoog Mogende te arresteren.
20. De Gouverneur zal worden aangesteld door Directeuren, doch zal zijn commissie moeten ontfangen van Haar Hoog Mogende ende in handen van dezelve den eed afleggen.
21. De Raad van Regeeringe zal bij provisie bestaan, behalven de Gouverneur uit (...) persoonen, bij den zelven Gouverneur te kiezen uit een dubbeld getal van (...) persoonen, aan den zelven te praesenteeren, voor de eerstemaal door de gezamentlijke coloniers, ende daarna door de overgeblevene Raaden alleen.
22. Den Gouverneur zal in alle zaken, zoo politicq als militair, het opperste gezag hebben, ende ook praesideren in den Raad van Regeeringe, maar zullen Gouverneur en Raden altoos gehouden blijven, te gehoorzamen ende na te komen alle het gunt hun van Directeuren in der tijd bevolen of aangeschreven zal werden, en in alle andere zaken, waaromtrent de Gouverneur of Raden geen speciale last of instructie, zullen bekomen hebben, zal de Gouverneur, wanneer die van eenig belang zullen zijn, gemelde Raad moeten convoceren, de zaken aldaar voordragen, ende ook concluderen, zoo, en in dier voegen, als bij de meeste stemmen oorbaar en dienstig geoordeeld zal werden.
23. Wel verstaande, aan de eene zijde, dat nog door den Gouverneur, nog door den Raad, gezamentlijk of afzonderlijk, eenige verandering zal mogen werden gemaakt of gedoogt, en veel minder geexecuteert, contrarie den teneur van deeze octroye, of van eenige articulen van dien, ende aan de andere zijde, dat onder dit verbod, om de zaken buiten confusie te houden, niet begrepen zal zijn het stellen van eenige kleine modique lasten door Gouverneur en Raaden, op approbatie van Directeuren, tot verval van eenige nodige kosten van de respective Raaden van Regeering en Justitie, van schoolmeester en diergelijk.
24. En, belangende den Raad van Justitie, zal de crimineele justitie moeten werden waargenomen, door den Gouverneur ende Raaden; doch de civile justitie, door den Gouverneur ende zes persoonen, te kiezen uit een dubbeld getal, zoo uit den Raad van Regeeringe, als uit de respective coloniers, door Gouverneur en Raad van Regeeringe te formeeren ende aan den Gouverneur te praesenteren.
25. Van de voorschreve zes Raaden van Justitie zullen om de twee jaren drie persoonen afgaan, om door drie aankomende Raaden gesuccedeert te werden, ende alzoo telkens van twee tot twee jaaren.
26. Zullende in de voorschreve Raad van Justitie alles geconcludeert worden met de meeste stemmen; ook den Gouverneur niet meer hebben dan eene stem; doch de stemmen stekende, zal met het advis van den Gouverneur werden geconcludeert.
27. Alle de voornoemde Raaden van Regeering en Justitie zullen hunne bedieningen niet mogen excuseren, ende dezelve moeten waarnemen, zonder eenige weddens of vergeldinge te genieten.
28. De Raaden van Regeeringe zullen den rang hebben boven die van de Justitie, ende in beide collegien zullen den voorrang hebben, voor de eerstemaal, die de oudste van jaaren zijn, ende vervolgens die de oudste in eedt zullen zijn.
29. Van de vonnissen, bij den Raad van Justitie diffinitivelijk te wijzen, zal (zooveel het civile aangaat) revisie vallen aan haar Hoog Mogende op gelijke wijze als in Suriname geschiet.
30. Ende alzoo niet te vroeg kan werden voorzien op de successien ab intestato van de coloniers, of andere, die zich op de voorschreve Colonie geëtablisseert zullen hebben, dat aan ieder derwaarts gaande, de vrijheid gelaten zal werden, om te verkiezen zodanig bekent versterfregt, als hem behagen zal, maar geen verkiezing gedaan hebbende, gevolgt zal werden het octroy van de Oostindische Compagnie dezer landen, door haar Hoog Mogende verleent op den 10den January 1661.
En in agtinge genomen zijnde, dat tusschen de Bewindhebberen van de Geoctroyeerde Westindische Compagnie, en de gemelde Directeurs van de Colonie van Berbice op den 27sten September dezes jaars is aangegaan een conventie[1] waardoor weggenomen zijn de bedenklijkheden der Bewindhebberen op der supplianten verzoek, zooals dezelve mede hierna is geinsereert.
"Op huyden den 27sten September 1732 compareerden voor mij Leonard Noblet, notaris publicq, bij den Hove van Holland geadmitteert, te Amsterdam residerende, in presentie van de nabesz. getuigen.
De Edele Heeren Mrs. Ferdinand van Collen de Jonge, Heere van Gunterstein, Tienhoven, etc. en Willem Bakker Dirksz., Oud Praesident Schepenen dezer stede, als Bewindhebberen van de Geoctroyeerde Westindische Compagnie ter Kamer van deze stad, volgens resolutie van de vergadering van Tienen in dato den 16den dezer lopende maand, bij de voorszegde Kamer, daartoe speciaal gequalificeert, ten eenre:
en de Edele Heeren Mr. Jacob de la Bassecour, en Jacob Voordaagh, als Directeuren van de Colonie de Berbice, en hiertoe, door haar verdere mede Directeuren ende Hoofdparticipanten insgelijks geauthoriseert, ter andere zijde.
Ende verklaarden, na voorgaande tusschenspraake ende aangewende officien van de Edel Groot Achtbaare Heeren Munter en Corver, Oud Burgermeesteren van deze stad, ende door haar Edele Groot Achtbaare de Regeerende Heeren Burgermeesteren hiertoe verzogt, met den anderen, bij deezen verdraagen te zijn;
Dat de Heeren Bewindhebberen van de generaale Geoctroyeerde Westindische Compagnie, zich niet opposeren zullen tegens het Octroy dat Directeuren van de Colonie de Berbice, over eenige maanden aan haar Hoog Mogende verzogt hebben, om, ondere zekere conditien, de vaart, ende navigatie op dezelve Colonie, voor alle ingezeetenen van dezen staat, open te stellen, ende aan die, des begeeren zullen, zoo veel landen reets gecultiveert, of niet af te geeven, als ieder requireren zal, voor behoudens evenwel,
1. Dat bij dezen geinhaereert worden alle voorgaande conventien tusschen Bewindhebberen van de Westindische Compagnie, ende de Directeuren van de Colonie de Berbice geslooten, voorzooverre daaraan bij dezen niet gederogeert word, particulier met relatie tot het Xde articul van de Conventie in dato den 27sten November 1730, waarbij de voorszegde Directeuren aangenomen hebben, dat, noch door hun noch door andere eenige equipagien na Africa of America gedaan zullen worden, uit de Colonie de Berbice, om zulks, na hun uiterste vermogen, te helpen weeren ende te beletten.
2. Dat alle schepen, die na de impetratie van het octroy, na de voorszegde Colonie, zullen aanleggen, behoorlijke cautie zullen moeten stellen ten behoeve van de Westindische Compagnie, en tot zodanige somme als van de scheepen vaarende op Suriname of America, bij de Compagnie, in gebruik is, dat dezelve, volgens het XIde articul van 't ontworpe reglement, niet zullen mogen vaaren, of handelen, dan uit, en na deze landen, op de Colonie de Berbice, zonder andere plaatzen, in Africa, of America, in heen- of weder reize aan te doen: hooge nood ende gevaar van schip en goed, altoos uitgezondert: conform de acte van cautie hier nevens geinsereert.
Acte van Cautie.
Wij ondergeschreve rheeder en capitein van de scheepe genaamt ... capitein ... gedestineert na de Colonie de Berbice, verklaaren ons te verbinden, ten profijte van de generale Geoctroyeerde Westindische Compagnie deezer landen, dat den capitein, met zijn voornoemde schip, niet anders vaaren zal, dan uit deeze landen, ende dat hij vervolgens met zijne voorszegde schip, niet zal vermogen te koomen op de kusten en landen van Africa, te reekenen van de Tropicus Cancri af, tot de hoogte van 30 graden bezuiden de linie equinoctiaal, met alle de eilanden in dat district onder de voorszegde kusten gelegen, noch op eenige andere plaatzen van America, hoogen nood, en gevaar van schip en goed, altoos uitgezonderd: 't zij in de heen- of weder reize: op poene van confiscatie van schip en goed, ingevolge van de octroye aan de bovengemelde Westindische Compagnie verleent, ende voorts onder verband van het voorszegde schip en zijne ingeladene goederen alsmede ieder in solidum van onze persoonen en goederen, als na rechten.
En tot meerder gerustheid van dezelve Compagnie, teneinde de voorschreve capitein, niet kome te bevaaren eenige van de hier voor geëxcipieerde plaatzen, verklaren wij ... ons, deswegens te stellen tot borgen, ter somme van ses duysend guldens.
3. Dat de Directeuren van de Colonie de Berbice, aan de scheepen derwaarts zullende gaan, verleenen zullen de noodige commissien: maar dat dezelve, nevens het passeeren, of overleeveren van de bovengemelde cautie, aan de Heeren Bewindhebberen, van de plaatsen, alwaar de scheepen in laadinge leggen, zal moeten worden vertoont, om door dezelve visa of attache daar op gegeven te worden, conform als hier volgt:
Acte van de visa
Bewindhebberen, gezien hebbende de bovenstaande commissie, mogen leiden, dat den capitein, zijne voorgenoomen reize, met het voorschreve schip, kome te doen.
4. Dat de paspoorten van schip, en goederen, die naar de Berbice ingelaaden zullen werden, naar het exempel van Suriname, gehaalt zullen moeten werden bij de Westindische Compagnie, conform het formulier hierna geinsereert: aan Directeuren vrij blijvende, zoo veel hen aangaat, daaromtrent zoodanige nadere ordres te stellen, als dezelve zullen meenen voor zich nodig te hebben.
Paspoort voor de goederen
Alzoo ten comptoire van de Westindische Compagnie, ter Kamere ... aangegeven zijn, de nagemelde goederen, om gelaaden te worden in 't schip genaamt ... schipper ... en gedestineert na Berbice, gelegen onder het district van den octroye bij de Hoog Mogende Heeren Staaten-Generaal, aan de voorszegde Compagnie verleent, zal overzulks het voornoemde schip, met dezelve goederen, zonder verhindering, derwaarts moogen passeeren.
Paspoort voor het schip
De gecommitteerden ter recherche van 's lands convoyen, zullen gelieven, zonder verhinderinge, te laaten passeeren, het schip genaamt ... daar schipper op is ... gedestineert te gaan na de Colonie de Berbice, met commissie van de voorschreve Geoctroyeerde Colonie, ende met een attache van de Westindische Compagnie. Actum Amsterdam ... . Bij ons, als Bewindhebberen van de Geoctroyeerde Westindische Compagnie ter Kamer alhier, ende gecachetteert met deszelfs cachet.
5. Dat Directeuren van de Berbice, gehouden zullen blijven, aan de Westindische Compagnie voor, ende in plaatze van recognitie, te betalen zes honderd guldens jaarlijks, vervallende twaalf maanden nadat het octroy zal weezen verleent, en te continueren, zoolang het tegenwoordig octroy van de Westindische Compagnie loopen zal; zonder dat, in die tusschentijd, eenige verdere, of andere recognitien gevergt zullen mogen werden, 't zij dat veel, of weinig scheepen na de Colonie vaaren zullen (de scheepen van Directeuren meede ingeslooten), zullende, na het expireeren van 't octroy, aan de Generale Westindische Compagnie verleent, tusschen de comparanten, nader geconvenieert moeten werden, en ieder van dezelve gelaten werden, in dien staat als dezelve zijn geweest, voor dato van deeze conventie, en voor het octroy dat daarop gegeven mogte werden.
En verklaarden de Heeren comparanten, met het gunt voorszegd is, volkomen de accord en tevreeden te zijn, geevende de Heeren eerste comparanten, aan de tweede comparanten, de faculteit, om van dit consent, te laaten blijken over al, daar het van vrugt zal zijn, en aanneemende, daar en boven, om, bij haare buiten leeden, zoo binnen als buiten deeze provintie devoiren aan te wenden, teneinde dat het octroy, voor de tweede comparanten verzogt, gefaciliteert mooge werden, zoo veel mogelijk zal zijn. ---
Zoo is het, dat wij de voorschreve supplianten geconsenteert, ende geoctroyeert hebben, gelijk wij dezelve uit Souvereine Magt, consenteeren, accordeeren en octroyeeren mits dezen, om onder de conditien in het project-reglement en in voorschreve conventie beide hier voren geinsereert, vervat, dienvolgende de vrije vaart en navigatie op de voorschreve Colonie van de Berbice, voor alle ingezetenen dezer landen open te stellen, ende aan die des begeeren zullen, zoo veel landen reets gecultiveert of niet, onder redelijke conditien af te geven als ieder requireeren zal.
Waaromme Wij lasten ende beveelen allen ende eenen iegelijken, die dit eenigzints aangaan zal, hun hiernaar te reguleeren, zonder daartegens te doen of te attenteeren ofte te gedoogen, dat daartegens gedaan werde, want wij zulks bevonden hebben alzoo te behooren. ----
[1] De opgenomen conventie van 27 september 1732 ook in HaNA 1.05.05 invnr. 13 p. 126-131 (in de notulen van Directeuren van 1732 december 15).
Staten-Generaal.