NAG AG2 invnr. 5 no 65.
HaNA 1.10.42 invnr. 185 gedrukt 1778-01-13 Publicatie Reglement e0533 Antilles, Netherlands Berbice Demarara Essequibo Suriname Administration of justice Berbice Essequibo Demerara Den Haag Revisie van vonnissen van rechters in kolonies in West-Indië. Appeal against sentences of courts in the colonies in the West Indies.
Art. I. Van sententien gegeeven in materie possessoir sal geen propositie van erreur toegelaaten worden, maar sullen partijen hun regt mogen vervolgen in het petitoir, indien het hun goeddunkt.
II. Insgelijks zal teegens appointementen of sententien interlocutoir, in de Hoven van Justitie gegeeven, reparabel ten definitive, niemand ontfangen worden erreur te proponeeren.
III. In materie van huwelijkssaaken, ingevalle de ouders ofwel de langstleevende van deselve, sig opposeeren teegens de voortgang van het huwelijk hunner kinderen, indien de verklaaring van den regter overeenkomt met het goedvinden en gesustineerde van de ouders of den langstleevenden van dien, sal van deselve verklaaring geene provocatie of revisie worden geadmitteert.
IV. In alle saaken niet excedeerende de somma van ses honderd guldens in geld of geldswaarde, te weeten in capitaal, sonder interessen of proceskosten daarbij te reekenen, sullen deselve Hoven wijsen bij arrest, ten dien effecte, dat van deselve sententien geene provocatie of revisie sal vallen.
V. In alle andere saaken, waarin de succumbant tot betaaling van geldsommen is gecondemneert, sullen derselver sententien executabel zijn onder cautie nietteegenstaande interjectie van provocatie of revisie aan haar Hoog Mogende, mits deselve in dit, alsmeede in het geval bij het voorige articul gemeld, niet hebben gevolg van infamie of ander irreparabel praejudicie.
VI. Degeenen die sig beswaard oordeelen bij eenige sententie of dispositie, revisie subject zijnde, en daar jegens erreur willen proponeeren, sullen gehouden zijn revisie aan haar Hoog Mogende in de respective secretaryen te interjecteeren binnen den tijd van veertien daagen nadat de sententie of dispositie tot hunne kennisse of van derselver gemagtigdens of practizijns in de Colonie sal zijn gekoomen.
VII. Indien een succumbant binnen den voorszegden tijd geene revisie doet aanteekenen, sal soodanige sententie of dispositie, wanneer deselve inhoud eene condemnatie tot betaaling van penningen, executabel zijn, sonder eenige cautie; en sullen alle andere sententien of dispositien meede executabel zijn, sonder cautie, na verloop van twee jaaren na de pronunciatie derselven, indien binnen dien tijd door den succumbant niet is geimpetreert en aan den triumphant gedaan exploicteeren mandament van revisie met de clausule van inhibitie.
VIII. En sullen de succumbanten ook gehouden zijn de revisie dadelijk te vervolgen, en sig daartoe moeten addresseeren aan haar Hoog Mogende bij requeste, inhoudende de reedenen en middelen, bij dewelke sij willen het voorszegde erreur bewijsen, met overleevering van copie der voorszegden sententie en acte van interjectie, daar deselve is geschied, en sullen daar beneevens in de griffie van haar Hoog Mogende moeten consigneeren de som van twee honderd guldens.
IX. Op soodanig request sal bij haar Hoog Mogende aan den requirant verleend worden mandament van revisie, waarin de voorszegde reedenen en middelen van sijn request sullen worden verhaalt, met dagvaarding van sijne partije, ten bequaamen daage en bevel aan de regters welke de sententie geweesen hebben, om bij eerste geleegenheid de stukken van den processe beslooten en geëvangeliseert bij duplicaaten aan haar Hoog Mogende over te senden, welke mandament den impetrant gehouden sal zijn te doen exploiteeren, en den dag van regten daarvan voor haar Hoog Mogende te doen dienen, binnen den tijd van twee jaaren na de pronunciatie derselver sententien, op poene dat de revisie sal worden gehouden voor desert. En sullen de voorszegde requiranten op gelijke poene gehouden zijn een maand, nadat het mandament van revisie aan den Hove, van welkers sententie of dispositie de revisie is geobtineert, sal zijn geinthimeert, suffisante cautie te stellen voor de betaaling der secretarykosten, weegens het vervaardigen der copien van de processtukken, welke na stijle beslooten en geëvangeliseert aan haar Hoog Mogende overgesonden moeten worden, op poene dat de voorszegde cautie binnen den gemelde tijd niet gesteld zijnde, de revisie sal gehouden worden voor desert, des dat ingevallen over het montant der te stellene cautie of voor de suffisance van dien, tusschen den impetrant van revisie, en den secretaris differenten mogten ontstaan, daarover door denselven Hove de plano en sonder figuur van proces sal worden gearbitreert, en wijders ook agt gegeeven dat ter secretarye met opsigt tot de leges en onkosten voor het vervaardigen der copien alle billijke moderatie geobserveert en met het uitgeeven derselve alle mogelijke spoed gemaakt word.
X. En sullen de voorszegde fatalia revisionis strictelijk worden geobserveert, sonder dat teegens de voorszegde tijd sal worden verleent eenig relief, ten waare om merkelijke reedenen in regten gefundeert, en behoorlijk geverifieert zijnde.
XI. De processtukken sullen bij hun aankomst worden gedepositeert ter griffie van haar Hoog Mogende, om aldaar bij weederzijdsche partijen te worden geligt.
XII. Indien deselve stukken ten gepraefigeerden regtdaage nog niet zijn overgesonden, sal bij haar Hoog Mogende eene dispositie compulsoir worden verleent, teneinde deselve met ten eersten aan haar Hoog Mogende te doen toekoomen, en sal intusschen de saak tusschen partijen gehouden worden in staate.
XII. De impetrant sal ten daage dienende moeten neemen pertinente conclusie in materie van propositie van erreur, en sal het hem vrijstaan tot fundament van sijnen eisch daarbij te libelleeren soodanige verdere middelen en positiven, in het mandament niet bereids vervat, als hij vermeent ter sijner intentie te kunnen dienen.
XIV. De impetrant van revisie, ten daage bij het exploict van het mandament gelegt geen eisch doende, sal aan den gedaagde, daartoe bij request aan haar Hoog Mogende versoek hebbende gedaan, worden verleent comparuit, en voor het profijt van dien, verklaart desert, met condemnatie van den impetrant in de kosten.
XV. Den impetrant gereet zijnde, en vanweegen den gedaagde niet wordende geoccupeert, sal op het versoek van den impetrant, insgelijks bij requeste te doen, aan hem worden worden verleent het eerste default, en voor het profijt van dien een ander mandament ten fine als na regten, om te compareeren binnen seekeren bequaamen tijd daarna, en dan weeder niet opkoomende, het tweede default, en voor het profijt van dien, tenietdoening van de sententie of dispositie in quaestie, en admissie om intendith over te leggen, en een derde mandament met inthimatie, om hetselve te sien verifieeren, ofwel soodanig verder of ander default, als den aart der saake meedebrengt; en sal het exploict van de voorszegde defaulten mogen geschieden, of aan de gedaagdens, indien die procedeeren als gemagtigdens, of aan de principaalen selfs ter keuse van den impetrant.
XVI. Indien de gedaagde voor het verleenen van het tweede default, purge versoekt van het eerste default, sal hetselve aan hem worden geaccordeert, mits blijvende het effect van dien, en refundeerende de kosten, maar na het tweede default sal geen purge van de defaulten versogt nog verleent mogen worden.
XVII. De beide partijen opkoomende en door den impetrant gedient wordende van conclusie van eisch, sal deselve bij appointement worden gesteld in handen van den gedaagde, om daartegens te antwoorden binnen veertien daagen na de insinuatie.
XVIII. Welke tijd verstreeken zijnde, sal op het versoek van den impetrant, bij requeste als vooren te doen, de gedaagde worden gelast alsnog binnen veertien daagen te antwoorden, op poene van verstek, en de gedaagde alsdan weederom in gebreeken blijvende te antwoorden, sal tegens hem worden verleent verstek van antwoord, met het profijt van dien, als na regten, mits dat de gedaagde daarna nog sal hebben de tijd van veertien daagen, om het voorszegde verstek met den effecte van dien te mogen purgeeren, des dat den gedaagde willende excipieeren, hetselve sal moeten doen alvoorens verstek van antwoord tegens hem verleent sal zijn.
XIX. Wanneer vanweegens den gedaagde exceptie word geproponeert, sal het aan den geëxcipieerde vrijstaan bij conclusie te versoeken copie van hetgeen waarop de exceptien worden gefundeert.
XX. De conclusie van antwoord van den gedaagde sal bij appointement alsvooren worden gesteld in handen van den impetrant, om daarop te repliceeren binnen veertien daagen na de insinuatie, en wanneer grieven a minima zijn geproponeert, hetwelk aan den gedaagde sal vrijstaan, om te antwoorden op de gemelde grieven en te repliceeren.
XXI. Den impetrant in gebreeken blijvende van te repliceeren, sal teegens hem worden verleend appointement, om alsnog binnen veertien daagen te repliceeren, op poene van verstek, na welken tijd op versoek van den gedaagden tegens hem sal worden verleent verstek van replicq, en voor het profijt van dien, de saak worden gehouden voor voldongen salvo purge te veertien daagen.
XXII. Al hetwelke meede sal plaatshebben ten reguarde van de conclusie van duplicq.
XXIII. Indien de impetrant sonder eenige middelen persisteert voor replicq, sal de gedaagde agter deselve conclusie moeten persisteeren voor duplicq.
XXIV. En sal vervolgens bij resolutie van haar Hoog Mogende de saake worden gehouden voor voldongen, en partijen gelast daarin voort te procedeeren als na stijle.
XXV. En sal voorts in alle saaken welke niet zijn summariae cognitionis, door partijen moeten worden gewisselt van inventaris en stukken, welke wisseling in saaken, niet zijnde gedisponeert tot een mondelinge pleydooy, sal moeten geschieden nadat alvoorens sal zijn gedient van acten en munimenten, en van haar Hoog Mogende versogt en geobtineert sal zijn acte van gedient, welke ter griffie van haar Hoog Mogende neevens de stukken sal moeten worden overgeleevert, waarbij partijen sullen mogen voegen eene memorie tot adstructie van hunne bedingde reedenen.
XXVI. Een van partijen in gebreeken blijvende van te wisselen, of om te dienen van acten en munimenten, sal op versoek van de weederpartije worden verleent appointement, om alsnog binnen veertien daagen te wisselen, of te dienen van acten en munimenten, op poene van verstecq, welke, na verloop van den voorszegden tijd, tegen denselven sal worden verleent, en voor het profijt van dien, alleen regt gedaan op stukken aan de eene zijde overgeleevert, salvo purge te veertien daagen na de insinuatie.
XXVII. Alle de termijnen in de voorige articulen op veertien daagen bepaalt, sullen geduurende de maanden November, December, January en February zijn van drie weeken.
XXVIII. De impetrant sal gehouden zijn binnen drie weeken na de voorszegde wisseling en in saaken welke summariae cognitionis zijn, binnen drie maanden na het voldingen, aan haar Hoog Mogende bij requeste te versoeken, dat de saak aan een Hof van Justitie moge worden gerenvoyeert, teneinde daarin een dictum van sententie te formeeren, en in cas de saake tot een mondelinge deductie is gedisponeert, deselve alvoorens doen bepleiten, waartoe, bij de overbrenging, door den impetrant bij requeste aan hetselve Hof een dag sal moeten worden versogt.
XXIX. Teneinde, als eenige van de partijen sal willen erreur proponeeren, de stukken van den processe te vinden en te bekoomen souden zijn, en ook om te schuwen en te verhoeden het bedrog dat men soude mogen doen bij het wisselen van stukken of andersints, soo worden de secretarissen in de respective Colonien verbooden aan de partijen haare sakken of stukken weederom te geeven, tenzij dat partijen gesuccumbeert hebbende, in persoon renuncieeren van erreur te proponeeren, of dat zij tot dien einde procuratie specialijk [?] oversenden, in welke gevallen de secretarissen sullen vermogen de een en de andere partije haare sakken en stukken weederom te geeven.
XXX. Wanneer van haar Hoog Mogende brieven van requeste civile versogt en geobtineert sullen zijn, hetzij tot het obtineeren van eenig substantieel relief, hetzij tot het doen van nadere productie, het poseeren van nieuwe feiten, of om eenige verandering te maaken in het proces, waartoe de requirant, vermits den staat van hetselve, niet admissibel soude zijn, sullen deselve brieven moeten dienen, en ten interinement worden gepresenteert voor haar Hoog Mogende, waarop, na verhoor van partijen bij haar Hoog Mogende sal worden gedisponeert, sooals bevonden sal worden te behooren.
En sal extract van deese haar Hoog Mogende resolutie met eenige gedrukte exemplaaren van het voorszegde reglement gesonden worden aan den Representant van sijne Doorlugtige Hoogheid en Bewindhebberen van de West-Indische Compagnie, aan Directeuren van de Societeit van Surinamen en aan Directeuren van de Colonie de Berbice, om het voorszegde reglement in de respective Colonien in de West-Indien onder haar ressort te doen publiceeren.
(Was geparapheert.) D.J. v. Heeckeren, vidit. (Onder stond.) Accordeert met het voorszegde register. (Was geteekent.) H. Fagel. ---
Staten-Generaal. Nationaal Archief