NAG AC4 invnr. 1 p. 135-145.
HaNA 1.05.01.02 invnr. 535 p. 575-584 (-609) 1777-06-19 Publicatie Reglement e0221 Demarara Slaves Transport Plantations Landownership Law and order Legislation for slaves Social care Religion, Protestant Demerara Lespinasse, J. Jonas, H. Overbroek, C. Loncq, A. Heuvel, M. van den Riem, G.F. Bourda, J. Bogman, J. Grovestins, L.I.D. Sirtema van Lesten, N.M. Bogaard, J. Lesten, M.H. Hendriksen, R. Harlin, J. Borsselen? Aanleg en reglement van een openbare weg van Boerassierie via de Westpunt, de kreken Hoebaboe en Camoeny, de Oosthoek, het kanaal, en de plantage Hof van Eden naar de kreek Madewijne. Toestemming om over de weg te rijden. Construction of and regulations for the public road from Boerassierie to Madewijne Creek, via West Point, Hoebaboe and Camoeny Creeks, the East Corner, the canal and the Garden of Eden plantation. Permission to ride on the road.
---- Doen te weeten, dat wij op mondelinge aansoek van veele voornaeme ingeseetenen aan zommige leeden van ons Hof, in ernstige overweeging genoomen hebbende, de nuttigheyd en min kostbaarheyd, die er zoude zijn voor alle onse goede ingesetenen in het generaal, bij aldien er een algemeen goed onderhouden gangpad was gemaakt, soo al niet door het gantsche district, tenminsten door een groot gedeelte van hetselve, als werkelijk van Boerasierie tot aan Camoenie Creecq aan de Westkant, en aen de Oostkant van de Oosthoek af tot aen de Madewijne Creecq, waerover een yder ten allen tijden konde passeeren, sonder te spreeken van de groote nuttigheid van soo een communicatie ingeval van onlusten, sooals deeze Colonie in den jaare 1772 droevigst ondervonden heeft, alsmeede van de groote naarheyd waarinne sommige man en vrouw, vader en moeder zitten, wanneer doctor’s hulpe willen toebrengen aen eenige van den haare, ofte wel wanneer in soo een tijdstip beamptschrijvers benoodigd zijn, en daarin verhinderd worden, voor eenige uuren, ’t zij door een wassend of vallend water sodanig dat die hulp alsdan door de verlopene uuren vrugteloos is, en in meenige meerdere andere gevallen, die, alhoewel wel eenigsints onverschillig in sig selve, meenige planter egter in sijn werk verhinderen.
Dan teffens daarbij considereerende de swaare onkosten, off om beeter te seggen, de moeytens en arbeyd waaraen sommige der ingezeetenen bij den aanvang toe verpligt zouden zijn, door de groote façade in bosch welke zijlieden geobligeerd zouden zijn te laaten vallen en opruimen, heeft goedgevonden de na te meldene artiqulen te ontwerpen, en te stellen in handen van degeene, welke door ons op den 16e April deeses jaars sijn aangesteld tot inspecteurs om over die weegen ende wijken waarin deselve bescheyden sijn, het opsigt te hebben, en woonagtig sijn, indien sulks plaatshad.
Zijnde ten dien einde de wijken verdeeld als volgd:
Van Boerasierie tot aan de Westpunt
|
Jan Lespinasse
Raadsheer
|
Harmanus Jonas
Adjunct
|
Van de Westpunt tot aan de Creecq van Hoebaboe
|
Cornelis Overbroek
Raedsheer
|
Adriaen Locq
Adjunct
|
Van Hoebaboe tot aan de Camoeny Creecq
|
Matthijs v.d. Heuvel
Raedsheer
|
G.F. Riem
Adjunct
|
En aan de Oostwal
|
Van de Oosthoek tot aan het Canaal
|
Joseph Bourda
Raadsheer
|
Jacob Bogman
Adjunct
|
Van ’t Canaal tot aan de plantage ‘t Hoff van Eden
|
Mr. L.I.D. van Grovestins
Raadsheer
|
N.M. Lesten
Adjunct
|
Van de plantagie ’t Hoff van Eden tot aen de Madewijne Creecq
|
Jacob Bogaard
Raadsheer
|
M.H. Lesten
Adjunct
|
Omme deselve alomme in hunne wijken ter examinatie aan de ingeseetenen aldaar woonagtig rond te brengen, met versoek aan diegeene welke zulks mogten approbeeren zo een approbatie schriftelijk te geeven, en teffens met versoek aan diegeene welke iets daarteegen mogten hebben, hunne consideratien almeede in geschriften te geeven, teneinde te zien door eenige wijnige veranderinge de gemoederen te concilieeren, en zulx effect te doen sorteeren, en verders provisioneel het volgende plan (met voorafgaende consideratien dat geene zaake tot het publiek welweesen strekkende, kunnen standgrijpen, soo niet diegeene welke daarinne participeerd sig vrijwillig wil onderwerpen aan boetens te betaalen, indien hij nalatig bevonden wierd, alsulke reglementen en statuten welke hij zig bij deezen souden behooren op te leggen, en welke boetens zoude strekken tot het onderhoud en schouwen van dat publicq gangpad.
Articul 1. Het sal ieder eygenaar vrijstaan sijn frontdam - dewelke ten minsten van booven agt voeten zal moeten breed zijn op de boete van vijftig guldens, te betaalen in handen van den inspecteur van die wijk en ten genoegen van ons – daartoe te approprieeren ofte anders een ander pad eenige roeden daaragter leggende toegeeven, om reeden dat wanneer de kokers gerepareerd worden de passage niet gestopt zij.
2. Ieder eigenaar sal tenminsten gemelde pad viermaal des jaars moeten laaten schoonmaaken op de boete van vijf en twintig guldens te betalen in handen en ten genoegen als booven, edog bij aldien er bij swaare regenjaaren door deezen Hove geoordeelt mogten werden dat de paden meerder schoonmaaken vereyschte, soo sall sulx door deezen Hove bekendgemaakt worden, om sulks te doen binnen den tijd van drie weeken, sullende degeene welke nalaatig daarin bevonden mogte worden, sodanig dat sulx na de drie weeken niet verrigt was, in een boete beslagen worden van hondert guldens.
3. Ieder eygenaar sal over de trensen off trensjes, welke door gemelde pad mogt komen te loopen, leggen gevierkante houten ofte walbruggen ter breedte van agt voeten en zoo bij aldien een ofte meerdere van die houten mogte koomen te breeken, soo sal in vier weeken tijds nadat hetselve hout of houten onbruykbaar sal sijn geworden, door een ander ofte andere gesuppleerd worden op de boete van vijftig guldens te betaalen als bove.
4. Over de canaalen sullen de geïntresseerdens in deselve genoodsaakt sijn te leggen behoorlijk gevierkante houten ofte bruggen ter breedte van twaelff voeten, op deselfde conditien en penaliteiten als die der particulieren planters over hunne trenssen, edog op de boete van honderd guldens te betalen als boven.
5. Over de Creecq Hoebaboe en de Creecq in het land van de Erve Riks Hendriksen en alle andere creecquen welke nog niet afgedampt zijn sooals in het land van John Ha[r]lin, en over de Compagniespaden welke niet begeeven sijn, sal ten kosten der Colonie bruggen gelegd worden, sooals de vorengemelde gestatueerd sijn, en bij aldien bevonden mogt worden dat deselve nodige reparatie hadde en deselve op de bestemde tijd van vier weeken niet gerepareerd waaren, zoo zullen die onkosten naderhand vallen ten kosten van diegeene, aan wien speciaal de sorge door dit Hof daarvan gegeeven sal worden, edog alle de creecquen welke van agteren afgedamt zijn, daarover zal den eigenaar in ’t land waarin soo een creecq loopt, selfs verpligt sijn, soo een passagie van vierkant hout ofte brug te maaken, op de boeten als over de trensen en trensjes is gestatueerd.
6. Het sal een ieder besitter ofte eigenaar van plantage benefens zijn famillie vrijstaan, over gemelde pad te paard te rijden, mits gemunieerd sijnde van daartoe te makene permissiebrievjens, welke hieragter bij een formulier daartoe gemaakt gevoegd zijn, en dewelke uitgegeeven sullen worden eenmaal des jaars door den president en den secretaris in de maand September, mits daarvoor betaalende de somma van vijf en twintig guldens ’s jaars bij het ontfangen derselve, edog bij aldien een eygenaar geneegen mogte zijn sijne bediendens te paerd te laten rijden, sal hij voor ieder apart meede een permissiebriefje kunnen erlangen, mits daarvoor betalende hondert guldens contant, om reeden dat dit Hoff considereerd er meerder discretie sal gebruikt worden door de eygenaaren selve als wel door sommige bediendens.
7. Het zal aan inwoonderen deser Colonie dewelke geen eygenaaren van plantagien sijn, meede vrijstaan over gemelde pad te paard te rijden, mits gemunieerd zijnde van een zoortgelijk permissiebriefje en daarvoor betalende op de geregte tijd ’s jaars een honderd guldens.
8. Aan ieder vreemdeling (hieronder gerekend de bevelhebbers ofte cargadoors en chirurgijns van scheepen, brigantijnen, sloepen etc. edog geene gemeene bootsgesellen) welke hier koomen te arriveeren en hun verblijf geduurende de tijd van twee a vier maenden houden, sal het meede geoorloofd [zijn], op gemelde pad te rijden, mits gemunieerd sijnde van een soortgelijk permissiebriefje welke ten allen tijden sullen kunnen ingaan, en maar voor drie maanden duuren, sullende sij verpligt zijn daarvoor te betalen in de drie maanden de somma van veertig guldens, en bijaldien er eenige van deeze laaste gevonden wierden, sonder so een permissiebriefje van eenig paard op het publicque gangpad gebruik te maaken, soo sal denselven door ieder lid dit collegie uitmakende, sooals ook door de adjuncten in dat district mogen werden gecalangeerd in een boete van een hondert guldens, ten profijte van dit algemeen gangpad, sullende het meede aan geen ingezeetenen deser Colonie, ’t zij eygenaars off andere, wie hij ook zijn mag, geoorloofd zijn op dit algemeen gangpad te rijden (sijne façade en plantagie uitgesondert) bijaldien hij niet telkens yder jaar op de bestemde tijd zig van een nieuw permissiebriefje voorsiet, op poene dat, so wanneer bevonden zal worden eenige ingezeetenen daaraan contrarieerd, denselven meede sal vervallen in een boete van hondert guldens. Uyt welk zoogenaemt plaisiergeld dit Hof oordeeld er met er tijd seer gemakkelijk gevonden soude kunnen worden, niet alleen de onkosten voor alle de bruggen over de creecquen en Compagniespaden welke niet begeeven zijn, neen maar ook om uit de daar eerst van te proflueerende penningen op de Oost- en Westpunt van deeze rivier (de plaats nader uit te soeken) op te bouwen steene veerhuysen omme deselve te verpagten voor een seekere somma aan lieden welke sig souden verpligten aan te leggen klijne suffisante zeehouwende roeyvaertuygen als sabacanoos, niet alleen om voetgangers over te zetten voor de geringe somma van vijff stuivers contant heen en vijff stuivers contant weeder, maar selfs ook om sig te verschaffen vaartuigen genaamt hengsten eevensoo als dezelve aan de veerhuysen in den Vaderlande gebruikt worden in het alderslegte weeder en daartoe altoos bekwaam en secuur door de kleyne zeilagie waarmeede deselve getuygd zijn, omme te kunnen dienen teneinde over te setten man en paard en dat wel voor de somma van twintig stuivers contant heen en twintig stuyvers contant weeder, en verder om op ’t eiland Borselen ook zoo iemand te laten wonen aan wie soude verpagt worden voor een sekere somma het overbrengen van voetgangers enkeld, aan weerskanten van het ijland voor de geringe somma van vijff stuivers contant heen en vijff stuivers contant weeder, verbeeldende sig dit Hoff dat van de in te komene penningen van dat sogenaamde plaisier- of padegeld ’t geen denkelijk niet alleen een schone somma jaarlijx zal rendeeren, vooral over een jaar off drie, maar tevens ook veel contribueeren tot de gesondheyd en tot affdoening van particuliere affaires tusschen den eenen planter met den anderen die nu door een neegerjongen uit te zenden vast zijn belangens aan den anderen kan te weeten doen koomen, en daarop antwoord erlangen, en teffens tot de agrementen van de samenleeving, sonder eens aan te roeren het kostbare jaerlijks verlies aan vaartuygen dat ieder ingesetenen thans ondervind, en de winstderving in het werk, ’t welk thans dagelijks door de onnoemelijke quantiteyt neegers, die men van ’s morgens tot ’s avonds op de rivier siet op en neder swerven in booten, en aan waterkanten in booten siet leggen slaapen, ligtelijk opgemaakt kan weesen met er tijd nog meerder veerhuysen teneynde van meerdere communicatie aangelegd (soals op de hoogte van Hoebaboe ofte op andere nader uyt te kiesene plaatsen) souden kunnen worden, beoogende niets anders in deesen, als de voordeelen in deesen reeds aangehaald, om onder inwagting van ’s Hemels seegen, teegen te gaan de pernicieuse gevolgen waartoe droevige gevallen in cas van ontbeering van communicatie aanleyding, welke van een totale ruïne gevolgd souden kunnen worden, toe souden geeven ofte kunnen geeven, latende alsdan, wanneer het te laat sal sijn, aen eenieder die sulk beleeven en overleeven sal geweeten over het geklag en geschrey van weerloose gebrekkige bejaarde, alsmeede van vrouwe en kinderen, en verders is dit Hof van oordeel dat uit de proflueerende penningen welke in die cas jaarlijx zouden koomen, wanneer eerst de communicatie eens tot een goed effect gebragt was, souden kunnen gevonden worden, verscheyde noodige gebouwen, als een kerk voor de Gereformeerde en Luthersche Gemeentens, Gods- en armhuysen, welke zouden kunnen dienen tot aliementatie, opvoeding en instrueeren van arme weduwen en wesen, ja selfs tot de defenzie van deese rivier soo voor inlandsche als uitlandsche vijanden, wordende eenieder versogt, die deesen mogten komen te aprobeeren, omme bovenstaande artiqulen te tekenen, met voorafgaande waarschouwing dat zoo wanneer sulx alsnu de algemeene approbatie van alle onse goede ingesetenen wegdroeg, dezelve niet zullen vermogen hunne plantagien ofte effecten te verkopen ofte transporteeren, dan met deselvde servituten, en sullende de erffgenaamen daarmeede voor nu als dan en voor dan als nu daarinne gehouden zijn te agtervolgen eevensoo als hunne predecesseurs alsnu hunne toestemming daarin geeven.
Project Permissiebriefje
Alsoo NN aan mij ondergetekende NN heeft betaald een somma van … werd hem bij deezen gepermitteerd te paard te mogen rijden op het publicque gangpad van de maand … 1777 tot primo … 1778.
---- Agter deses Concept Reglementen is geteekent als volgt: [Volgen 19 p. met ondertekeningen en opmerkingen.]
Commandeur en Raden van Demerary. Nationaal Archief