HaNA 1.05.01.02 invnr. 1031 p. 834-839 (in de notulen van 1779 mei 22).
HaNA 1.05.01.02 invnr 548 p. 877-885 (in de notulen) 1779-04-23 Reglement e0223 Demarara Plantation owners Transport Landownership Plantations Law and order Taxes Demerara Hendriksen, R. Schuylenburg, P. van Bogman, weduwe J. Grovestins, L.I.D. Sirtema van Post, M.M. Cuming, T. Bourda, J. Albinus, B. Overbroek, C. Loncq, A. Ramaekers, W. Ruysch, G.A.W. Lespinasse, J. Jonas, H. Baerle, J.L.C. van Demerary Reglement voor aanleg en onderhoud van een algemene gang- en rijweg. Regulations for the construction and maintenance of a public carriage-way.
---- Doen te weten dat wij geëxamineerd hebben de ingekomene berigten op het rondgesondene plan bij ons gemaakt tot invoerring van een algemeene gang- en rijweg, en vermits wij bevonden hebben dat verre het meeste getal der eygenaren van plantagien volkoomen genoegen nemen en approbeeren het maken van een algemeene gang- en rijweg, zijnde eenige weynige dewelke swarigheyd maken over de gestelde som tot bekoming van permissiebriefjes, gelijk ook andere ingeseetenen verklaard hebben niet onwillig maar buyten staat te zijn om dezelve de groote onbewerkte façaden die zij hebben schielijk de geprojecteerde weg in order te brengen, en eyndelijk eenige weynige, dewelke als voogden en administrateurs over effecten minderjaerige weesen aankoomende, zig beswaard vonden om zonder authorisatie het bewuste plan over hun pupille goederen ter uitvoer te brengen, al hetwelk bij ons in overweging genomen zijnde, zoo hebben wij na rijpe deliberatie goedgevonden te statueeren, gelijk gestatueerd word mits dezen.
Articul 1. Een ieder zal gehouden zijn op deszelfs plantage te maken een algemeene gang- en rijweg van boven ter breedte van tenminsten acht voeten, zullende dezelve weg met iedere plantage moeten correspondeeren; en in de diepte niet meer als vijfftig roeden van elkanderen mogen verschillen, op poene van vijfftig guldens.
2. De voorschreeve algemeene gang- en rijweg zal moeten zijn in order gebragt voor een plantage dewelke niet honderd roeden en daarboven façade in de polder zal moeten brengen off bos kappen binnen twaalff maanden na dato dezes en dus voor primo July 1780, en voor plantages dewelke hondert roeden façade en meer in de polder zullen moeten brengen off zooveel bosch moeten laten vallen, binnen agtien maanden na dato dezes en dus voor de eersten December 1780, op poene van een duysend gulden, en indien dezelve alsdan binne zes maanden na de calange nog niet zal zijn gemaakt, eene boete van twee duysend guldens, en ingeval twaalff maanden na de eerste calange deze algemeene gang- en rijweg nog niet in order mogt zijn gebragt, zal daarvoor verbeurd worden eene somme van drie duysend gulden en daarenboven arbitrale correctie, kunnende de eygenaren der plantagien dewelke boven de hondert roeden façade bosch moeten laten kappen en in de polder brengen, uit consideratie dat hetzelve soo spoedig moet worden gedaan, wegens de schade en verlet die desweegens zoude kunnen vallen, een reekening aan deze Hove overleeveren, welke kosten na examinatie en tauxatie door dezen Hove uit de Colloniecas zullen werden voldaan.
3. Viermaal des jaars, te weten in de beginne der maanden February, Mey, Augustus en November, zullen na te meldene Heeren Hoogheemraden met hun substitut, ieder in zijn bepaalde divisie, examinatie en visitatie doen off deze algemeene weg in order is gelegd en behoorlijk schoon en gangbaar word gehouden, zullende ten dien einde eenieder verpligt zijn, deze weg viermaal des jaars, te weten voor primo February, Mey, Augustus en November schoon te maken, en voorts zoo dikwils als de Heer Hoogheemraad in zijn divisie nodig zal oordeelen, op poene van vijfftig gulden voor dengeenen die contrarie dezes zal handelen.
4. Ieder eygenaar zal over de creecquen off trenssen welke door de plantagie loopen, moeten leggen vierkante houte bruggen ter breedte van tenminsten agt voeten en die behoorlijk onderhouden, op verbeurte van vijff en twintig gulden voor telken agt dagen, dat de voorschreeve bruggen ongang- of onrijbaar zullen bevonden worden.
5. Over de canaalen, de creecq Hoebaboe en de creecq loopende door ’t land van d’erve Riks Hendriksen, mitsgaders over alle verdere creecquen, welke van agtere nog niet afgedampt zijn, zullen ten kosten der Colonie bruggen werden gelegd ter breedte van twaalff voeten, dewelke uit de Coloniecas behoorlijk werden onderhouden.
6. Over de Compagniespaden welke nog onbewoond zijn, zullen de wegen en bruggen over de trenssen door de eygenaren van plantagien die naast dezelve leggen, ieder aan zijne zijde, moeten werden gemaakt en onderhouden, op poene dat dezelve Compagniespaden van agter zullen werden afgedempt, zullende daarentegen de wedersijdsche eygenaren van plantagien naast een Compagniespad leggende het gebruyk van dezelve mogen hebben om provisien aen te planten tot er tijd bij ons anders zal werden gedisponeerd.
7. Het zal eenieder vrijstaan om vrij en onverhindert over deze algemeene weg te gaan off rijden; zonder dat deswegens eenige hinder door iemand zal mogen werden toegebragt, op poene van een hondert gulden die iemand mogte hinderen van deze algemeene weg gebruyk te maken en daarenboven gereserveerd latende aan den Heer fiscaal zoodanige actie als hem deswegens zoude competeeren.
8. Niemand zal vermogen om eenige insolentie of brutaliteyten te pleegen in het passeeren van deze algemeene weg, hetzij met woorden off met daden van wat natuur hetzelve zouden mogen weesen, off buyten de voorszegde gang- en rijweg gaan off rijden, op poene van twee hondert guldens en daarenboven na exigentie van zaken door de Heer fiscaal geactioneerd te zullen worden.
9. De boetens hiervooren bepaald zullen door dengeenen die door den Heer Hoogheemraad word gecalangeerd, aan Zijn Edele direct moeten werden betaald, op poene van door gerechtelijke middelen daartoe te zullen worden geconstringeerd.
10. De voorschreeve boetens zullen vallen ten profijte van de Coloniecas om geëmployeerd te worden tot goedmaking der kosten, welke tot het maken der bruggen uit de Coloniecas moeten worden geïmpendeert.
11. Een inwoonder dezer rivier dewelke geen plantagie is hebbende en zig niet in dienst van eenig planter bevind, zal indien hij op deze algemeene weg wilde rijden, jaarlijks benoodigd hebben een permissiebrieffje van de Heer Dijkgraaff en daarvoor moeten betaalen eene somme van een hondert guldens.
12. Deze voorschreeve algemeene gang- en rijweg zal moeten gemaakt worden van Boerasierie aff de geheele zeekant langs en voorts in de rivier aan de Westzijde tot de creecq Camoeny en aan de Oostkant van Coerabane aff tot aan de creecq Madeweijne, en ten allen tijden gang- en rijbaar moeten werden gehouden op eene [boete] van een hondert guldens voor de nalatige.
13. De Heeren leeden opzienders van deze algemene gang- en rijweg, mitsgaders hunne divisien, zullen bestaan als volgd.
Tot Dijkgraaff: Den WelEdeleGestrengen Heer P. van Schuylenburch.
In de divisie van Coerabane aff tot aan de plantage Iff Leary aankomende de weduwe wijlen Jacob Bogman tot Hoogheemraad: Den WelEdeleGestrenge Heer Mr. L.J.D. van Grovestins; tot desselfs substitud d’Heer M.M. Post.
In de divisie van de plantage Iff Leary tot de plantage de Garde off Eede, aankoomende Thomas Cuming, tot Hoogheemraad: Den WelEdeleGestrenge Heer Joseph Bourda; tot deszelfs substitud d’Heer Thomas Cuming.
In de divisie van de plantage de Beste, aankomende de Heer B. Albinus, tot aan de creecq Camoeny tot Hoogheemraad: den WelEdeleGestrenge Heer Cornelis Overbroek; tot deszelfs adjunct de Heer A.m Loncq.
In de divisie van de plantage de Garden off Eden tot de creecq Camoeny tot Hoogheemraad: den WelEdeleGestrenge Heer Willebrordus Raemakers; tot deszelfs adjunct de Heer G.A.W. Ruysch.
In de divisie van Boerasierie aff de geheele zeekant langs tot de plantage de Beste tot Hoogheemraad: den WelEdeleGestrenge Heer Jan Lespinasse; tot adjunct de Heer Hermanus Jonas.
Tot secretaris: J.L.C. van Baerle.
14. Jaarlijks zal door den Heer President en leeden dezer vergadering, en vervolgens zoo dikwils als nader zal worden bepaald, vergaedering gehouden worden, waarbij zoodanige resolutien aangaande deze algemeene gang- en rijweg zullen werden genoomen, als ten meesten nutte zullen bevonden worden te behooren.
En opdat niemand hiervan eenige ignorantie pretendeere, zal deze werden rondgesonden, gepubliceerd en geaffigeerd ter plaatse daar men gewoon is zulx te doen. ----
Commandeur en Raden van Essequibo. Nationaal Archief