Notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot

 
English | Nederlands

Aantekeningen op 20 mei 1639

ZITTING K

Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 4 mei tot 26 mei 1639

Vrijdag 20 mei 1639 voor- en nanoen

100. Is mede gelesen een missijve van ’t Hof-provinciael van den 20 maey versoeckende dat die plaetse van den overleden raetsheer Persijn met een bequaem persoon wederom soude mogen werden becleet. Hierop gedilibereert sijnde is verstaen dat hetselve in toecomende een puynt van beschrijvinge daervan sal werden gemaeckt als voor desen in diergelicke saecken is geschiet.

101. Is mede geproponeert bij den raetpensonaris dat Sijn Hocheyt in coop heeft aengenomen die herlickheyt en ambachte van Schravesande, mende daerbij te hooren alle seevonderijen, ende alsoo hij daerin werdende turbeert van de heeren van de Reckeningh, die hem hebben bij mandament doen dachvaerden voor den Hoove van Hollant ende niet garen met dieselve in processen en dispuyten wilde comen, versochte daerom interpetrasij of stelde ‘tselve tot discresij van dese vergaderingh of hetselve daermede was geclauseleert ofte niet; indien sulcks soo mocht werden verstaen was tevreden daervan te desisteren. Hierop gedilibereert sijnde is verstaen eersten en alvoren hierop te hooren het advijs van de Camer van de Reckeningh eer naeder daerop te resolveren.

102. Is mede geproponeert bij den raetpensonaris dat die Comterde Raden hadden versocht op die instansie van de dierecteurs van de Maes 70.000 £ die sij tot oncosten hadden gemaeckt en 20.000 £ voor die Cleyne Visserij, sijnde t’samen 90.000 £, menden dat men dieselve behoorden te negotsiëren. Hierop verstaen sijnde dat dieselve behorden te werden gevonden uyt die restanten van de cantoren ende van de ontfangers, die de penningen in sijn houdende onder pretex van mackellaerdie, conden die leden tot geen negotsiasie verstaen, dewijl alrede een groote somma was genegotsieert.

103. Is wederom geproponeert op het versoeck van de generaels van de Munte dat soude mogen werden gemunt bij beyde Munten van Hollant 100.000 marck, deuyten met een fijguier dat die lichtelick soude wesen te onderscheyden ende alle duyten tegenwoordich soude werden verboden, dewille dieselleven bij sacken vol alhier in dese provincij werden gebracht. Hierop gediliberert sijnde conden eenige leden daerin vooralsnoch consenteren maer wilden eerst met haer prijncepalen comminiseren, is daerom dese saeck opgehouden gewerden in resomsij.

104. Is mede geproponeert bij den raetpensonaris dat bij die Staten-Generael was deputasij gedaen van personen die met Sijn Hocheyt souden gaen te velde met het leger ende met hem dienaengaende dilibereren ende resolveren op die disseynen die soude werden voorgenomen. Sijn van Hollant die heer van Noortwijck en Van der Camer, Albert Bruynens en Duyst Voorhout van Delft ende d’andere provinciën elck twee persoonen. Hierop gedilibereert sijnde is verstaen dat behorde soo haest het leger formert soude sijn ende die resoluysiën soude sijn genomen, eenige behorden thuys te comen van de provinciën omdat het een groot getal is ende die costen voor het lant seer hoch comen te loopen, en den heer Teresteyn van Dordrecht versocht mede te willen gaen, die voor antworde gaf hem heel ongelegen te sijn en enige uyt den Raet van Staten te bewegen dat die mede soude mogen gaen.

105. Is mede in diliberasij geleyt om te consenteren omme te heffen den inpost op die costelicke stoffen ende cleedingen, in diliberasij geleyt sijnde conden die leden maelcanderen daerop niet verstaen, enige bij taxasij over die steden, andere op die comsomsij, enige nae die verpondingh, andere bij multeplecasij. Sijnde dese saecke daerom alsnoch opgehouden gewerden in resomsij ende Comterde Raden versocht een consept in te stellen op den bequaemsten voor die gelast sij soude connen vijnden.

106. Oock mede een inpost te vijnden op den toeback, suycker en sieropen ende andere delicate waren, conden die leden maelcanderen in de prackticke vant de middelen niet verstaen, is die saecke vooralsnoch opgehouden gewerden in resomsij.

107. Is mede in diliberasij geleyt om te consenteren in het haventgelt op die schepen te stellen soodat bij die vorslach van de gecommiterde op die lijste sijnde gestelt alsmede een schip- en schuytgelt te consenteren van alle binnenlantsvaerders alsmede d’andere provinciën te bewegen tot hetselve consent. Hierop gediliberert sijnde conden die leden maelcanderen daerop niet verstaen, menden enige men conde die Oost- en Nortsvaerders daermede niet beswaren, andere dat die comsvooyschepen daeruyt mede behoorde te werden betalt en een lijst te maecken op die binnenschepen en –schuyten, het werck soo noch sijnde geheel rouw is ende nader behorde te werden beschaeft, is daerom dese saeck noch opgehouden gewerden om die dispariteyt van de advijsen.

108. Is mede geproponeert of men niet behorde te brengen den inpost van de boter buytenduyn, pick en teer, schepsbieren tot het orloch ter see ende vervallinge van de lasten vandien. Hierop gedilibereert sijnde is verstaen dat dieselve behorde te coomen in de cantoren tot betalinge van de renten van de penningen van de menichfuldige negotsiasiën.

109. Is wederom in diliberasij geleyt om te consenteren in de supsudie van de Westindise Compenij tot 500.000 £ eens ende 700.000 £ jaerlicks. Hierop gedilibereert sijnde bleven die Eedelen noch difficulterende en sustinerden dat men haer eerst en alvoren behoorde te doen contentement, dat sij uyt haer ordere een bewijnthebber soude mogen stellen, ende Munckedam mede difficulterende, verclaerde daertoe niet te sijn gelast, sijnder veel dispuyten tusken die Eedelen en steden gemoveert ende veel questiën gevallen en hebben die Edelen niet willen desisteren. Is eyntelick verstaen dat Sijn Hocheyt soude werden versocht om alhier op morgen in de vergaderingh te compareren om die Edelen te helpen disponeren dat sij van haer gesustinerde mochten desisteren, is tot dien eynde die saecke opgehouden gewerden in resomsij.