Tekst |
Veel reglementen door de provincie opgestuurd zijn niet meer in het archief aanwezig (Inv. 1755, 24 mei 1828, 41A). Volgens de gouverneur waren er in de dorpen in zijn provincie over het algemeen geen bussen, maar zijn inziens was het niet de bedoeling `om zulks bij al de besturen ten plattelande opzettelijk te doen onderzoeken.'(Inv. nr 1733, exh. 16 okt. 1827, 41H) Het ministerie corrigeerde hem op dit punt. De gouverneur klaagt herhaaldelijk, dat het een hels karwei is alle opgaven te verkrijgen. Hij slaagt hierin beter dan Noord Holland. Als een reglementen wel naar het departement is opgestuurd, maar niet meer in het archief zit, wordt vermeld reglement n.a. In Leiden is nader onderzoek gedaan in hoeverre de basisgegevens ook via de gemeentelijke administratie zijn terug te vinden. Al spoedig bleek, dat de correspondentie van B&W met de provincie slechts de door de provincie aan het departement toegestuurde geaggregeerde cijfers opleverden, niet de `bouwstenen' zoals Van den Abeele die voor Den Haag had aangetroffen. In Rotterdam is eveneens het gemeente archief geraadpleegd. Hier werden in de armenzorg administratie van de secretarie afdeling de opgaven van de afzonderlijke fondsen aangetroffen. Daarnaast is gebruik gemaakt van verschillende artikelen over bussen in afzonderlijke gemeenten, van archiefgidsen en adresboeken. Leden volgens Armverslag: 1830 37.799; 1835 40.263; 1840 44.346; 1845 160.602; 1850 122.120; 1855 183.554; 1860 241.073; 1865 270.261; 1870 282.726; 1875 338.223; 1879 364.611. |