Vlissingen
Naam | Vlissingen |
---|---|
Provincie | Zeeland |
Tekst | Voor Vlissingen werden geen reglementen opgestuurd, alleen een lijst met daar aanwezige sociëteiten die alleen een begrafenisvoorziening boden. Exacte gegevens zijn moeilijk te reconstrueren, omdat Zeeland zelden details geeft. Het aantal bussen daalde - zonder vermelding om welke bus het ging - in 1828; 1831; 1832 (2); oorspronkelijk stond er 1 minder, als dat zo is, dan is er ook geen een bijgekomen in 1833; voorts gezegd 92 leden minder. Bij een aantal fondsen is 1831 als laatste vermelding opgenomen: één van die fondsen heeft echter langer bestaan. In 1843 werd een bus minder geregistreerd en daalde het ledenaantal voor heel Vlissingen met 26. Ook in 1847 werd er wederom een bus minder geregistreerd. In 1848 kwam er weer een bij. Beide mutaties kwamen niet tot uiting in het ledental van Vlissingen, dat een licht dalende tendens vertoonde. In 1854 en 1858 werd eveneens een daling van het aantal bussen geregistreerd zonder vermelding om welke bus het ging. In 1862 werd de opheffing van `De onderlinge hulp' gemeld, 1870 van het `Onderlinge Zieken- en Begrafenisfonds' en in 1873 van de begrafenisbus `Liefdegift'. Vanaf die tijd bestonden nog het Nederlandsche Zieken- en Begrafenisfonds, dat waarschijnlijk in 1850 in de statistiek werd opgenomen, en het Vlissing's onderling begrafenisfonds, dat in 1852 werd opgenomen. Aangezien bijvoorbeeld in 1842 al uitgaven voor medische hulp en ziekengeld werden geregistreerd, lijkt opname van het Onderling Zieken- en begrafenisfonds in 1833 aannemelijk. De begrafenisbus Liefdegift zou dan in 1848 in de statistiek moeten zijn opgenomen. Waarschijnlijk verdween de sociëteit `De eensgezindheid' in 1858 uit de statistiek. `St. Jans' werd nog in 1842 vermeld. Bij de Verhoren fondsenquête verklaarde de directeur (46 jr.) van een fonds, dat hij zich het tenietgaan van het fonds van Van Leeuwen, heel lang geleden herinnert. Op grond daarvan conclusie, dat het 1854 moet zijn geweest. St. Jans zou dan zou dan in 1847 opgeheven zijn. De overige sociëteiten moeten al vóór 1844 zijn opgeheven. De geschetste reconstructie blijft veel onzekere elementen houden. |
In deze stad zijn 15 verzekeringsfondsen bekend.