Verzekeringsfondsen

Ziekensociëteit. 1841-1901.

Opgericht door Departement Nut; gemeld in Memorie van Toelichting 1848. Volgens de enquête uit 1845 was het in 1841 opgericht. Reglement 1852 opgestuurd, vastgesteld door het Nut 24 maart 1841. De Zieken- en Begrafenisbus van het departement in Zwolle diende als voorbeeld.

Opheffing: Inventaris Departement Breda 1816-1890, 14; Volgens Buijsen, Inventaris, 91 waren er al vanaf 1870 financiële problemen. In 1900 begon een aantal artsen een ziekenfonds en staakte hun medewerking aan het Nutsfonds, waardoor de financiële problemen nog groter werden en opheffing volgde.

Voorzieningen: Reglement 1841 medische hulp incl. kraam; ziekengeld 3 maanden ƒ2,-; als man en vrouw beide lid zijn voor de vrouw ƒ1,-; alleenstaand of alleen man lid ƒ1,50; en begrafenisgeld ƒ25. Voorts volgens een toelichting op de uitgaven in 1875 uitkering aan hen, die vanwege ouderdom niet meer konden werken (NA 2161, exh. 2 dec. 1876, 136); volgens de Fondsenenquête genees-, heel- en verloskundige hulp en medicijnen.

Contributie: volgens reglement 1841 10 cent pp.

Leden: 1843 228; 1846 268; 1850 ±250; 1868 252; 1871 220; 1875 224; ±1894 100-500.

Bezit: 1843 ƒ787; 1848 ƒ1936; in 1852 ƒ2522 in de Nutsspaarbank.

Bestuur: 1841 Mr. H.L. Maarschalk; G. Ramakers; P. Kuyck van Houweninge; P.R. Broese; J. Schouman.

Bijzonderheden: reglement mag niet ten nadele van de leden worden gewijzigd. Bij veel ziekte zal het bestuur via giften tekort proberen aan te vullen. Lukt dat niet dan moeten de leden zich schikken.

Bronnen: Armverslag 1850; Armwezen, inv. nr 1075, 14 okt. 1852, 57; Ziekenfondsrapport Nut, 90, o: 24 mrt. 1841; Fondsenenquête, 508, zieken-sociëteit, opgericht door het Nut, maar hier als oprichtingsdatum 1887; enquête 1845.