Beurze door en ten behoeve van handwerklieden St.Christoffel
Gegegevens |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Beurze door en ten behoeve van handwerklieden St.Christoffel | ||||||
| Plaats | Tilburg | ||||||
| Provincie | Noord-Brabant | ||||||
| Aard | werklieden | ||||||
| Datum | 1796-1894 (laatste vermelding) | ||||||
| Jaar van oprichting | 1796 | ||||||
| Laatste vermelding | 1894 | ||||||
| Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||
| Ziekengeld | ja | ||||||
| Begrafenisgeld | ja | ||||||
| Leden |
|
||||||
| Tekst | Beurze door en ten behoeve van handwerkslieden: patroon St. Christoffel. 1796- Opgericht: 1796, goedgekeurd door departementaal bestuur 31-1-1805. Reglement 1796; herzien 30 juli 1821; goedgekeurd door Gedeputeerde Staten, 23 mei 1822. Opheffing: het fonds bestond nog ten tijde van de nutsonderzoeken, maar ontbreekt op departementale lijst. In 1905 aangeduid als niet meer bestaand. Beroepsgroep: droogscheerders, kaardezetters en schaarslijpers der wollen laakene fabrieken. Bij wijziging 1822 uitgebreid tot ieder, die bij wollen stoffen fabrieken werkt. Voorziening: ziekengeld ƒ1,50 en begrafenisgeld man ƒ18, vrouw ƒ9,-. Leden: 1827 82; ±1890 en ±1894 <100; 1892 13. Contributie: 5 cent. Bijzonderheden: als minder dan ƒ50 bij kas is extra contributie. Recht op begrafenisgeld vervalt als men gebruik maakt van andere dragers. 1822 Doktersattest verplicht; verbod dubbellidmaatschap; mogelijkheid honorair lid te worden met alleen recht op dragers. Bronnen: Armverslag 1827; S. 291, 5 jan. 1805- bestond nog 1895; Begrafenisrapport Nut, 356; Ziekenfondsrapport Nut, 519; waarschijnlijk Fondsenenquête, 496, voorzieningen idem, maar opgericht 1820. Waarschijnlijk zijn in de Fondsenenquête de oprichtingsdata van deze beurs en het nieuwe gild verwisseld. |
||||||