`Zorg voor ziekte en dood'
Gegegevens |
|||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | `Zorg voor ziekte en dood' | ||||||||
Plaats | Kollumerland | ||||||||
Provincie | Friesland | ||||||||
Aard | onderling | ||||||||
Datum | 1817-1850 | ||||||||
Jaar van oprichting | 1817 | ||||||||
Jaar van opheffing | 1850 | ||||||||
Bestaansduur | 30-50 jaar | ||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||
Leden |
|
||||||||
Tekst | `Zorg voor ziekte en dood'. 1817-1850 Opgericht 15 juni 1817. Reglement 1817. Opheffing: volgens M. Veldinga, Verhoren, 830/1, lag de oorzaak van de ondergang in het grote aantal weduwen. Voorzieningen: ziekengeld ƒ1,50 (1845 idem); begrafenisgeld ƒ74 (ƒ40 en kist, rouwmantels ed.), 1845 idem ter waarde van ƒ220 (kist, lijkkleed, graf en voor doodgravers 10, bode 4,-, 40 aan de erven); leden dragen en luiden klokken; weduwen boven 70 jaar ƒ1,- (1845 idem). Leden: 1827 192; 1845 146 min en meer gegoeden; bij de opheffing van de bus daalde het ledental te Kollum met 98. Contributie: 10 cent; 1845 ƒ1,10 entree, 10 cent per week en 20 cent administratiekosten per jaar. Als kas dat vraagt bij sterfgeval dubbele contributie. Bestuur: 1831 gedeeltelijk hetzelfde als `Gedenkt’. 1845 uit leden gekozen. Penningmeester moet ƒ500 onbezwaarde hypotheek bezitten. Bode ƒ5,- en ƒ4,- voor iedere begrafenis. Van 1817 t/m 1827 ƒ13.199 inkomen; ƒ9677 uitgaven; positief saldo ƒ3522. Bijzonderheden: dubbellidmaatschap met `Gedenkt' (6405) is mogelijk, maar overgaan van `Gedenkt' naar `Zorg' mag niet. Bronnen: Armverslag 1827; Enquête 1845; Verhoren, 830/1. |