Goud- en zilversmidsmaatschappij
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Goud- en zilversmidsmaatschappij | ||||||||||||
Plaats | Leeuwarden | ||||||||||||
Provincie | Friesland | ||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||
Datum | 1788-1901 (laatste vermelding) | ||||||||||||
Jaar van oprichting | 1788 | ||||||||||||
Laatste vermelding | 1901 | ||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Goud- en zilversmidsmaatschappij. 1788- Reglement 4-12-1808 met verschillende wijzigingen 1809 en 1818; opgericht 1788, door Beelen, Ros en Dekema. Bij enquête 1845 Goud- en zilversmidsbus genoemd. Voorziening: ziekengeld ƒ1,50; begrafenisgeld ƒ26; 1845 geneeskundige hulp als turfdragers; ziekengeld ƒ2,-; begrafenisgeld ƒ40. ±1892 (reglement1874) bedroeg het ziekengeld ƒ3,-; het begrafenisgeld ƒ40. Contributie: 25 cent per 4 weken. Entree ƒ3,50; ±1892 30 cent per 4 weken. Bestuur: 1845 3 uit leden gekozen, ƒ6,50 per jaar totaal. Bode ƒ2,50 per jaar en ƒ1,25 per sterfgeval. Er wordt steeds ƒ200 bij kas gehouden, rest verdeeld. Leden: 1827 74; 1845 47; ±1869 108; 1888 90; 1892 80. Bijzonderheden: eerste ziekengeld pas na 1 dec. 1789. Bij werkloosheid kan contributiebetaling worden opgeschort. Wie ouder dan 60 jaar is en niet meer kan werken wordt van contributie vrijgesteld. In CCS onderzoek gemeld, dat de leden 50 cent op rekening van de bus mogen verteren. Bezit: 1892 ƒ250 in spaarbank. Bijzonderheden: volgens Verhoren wordt sinds 1796 het batig saldo verdeeld. Bronnen: Armverslag 1827; S. 270, Vereniging van goud- en zilversmeden `Tot Nut', 1788-; enquête 1845; Begrafenisrapport Nut, 196; Ziekenfondsrapport Nut, 311; Leeuwarder Courant; Fondsenenquête, 767; Verhoren, 42/43; Asman, 110; CCS 1894, no. 735; lijst departement. |